Base description which applies to whole site

5.34 Behoud inkoopfaciliteit in de dividendbelasting

Het kabinet heeft in het hoofdlijnenakkoord de ambitie uitgesproken om het Nederlandse vestigingsklimaat te verbeteren. Het hebben van een goede concurrentiepositie is daarbij een belangrijk speerpunt. Het moet voor bedrijven aantrekkelijk zijn om zich in Nederland te vestigen dan wel in Nederland te blijven. Het kabinet stelt daarom de verbetering van het vestigingsklimaat voorop. Om deze verbetering te verwezenlijken heeft het kabinet onder meer gekeken naar fiscale maatregelen. Het kabinet heeft besloten om enkele lastenverzwaringen die op of na Prinsjesdag 2023 zijn aangekondigd of maatregelen die door de toenmalige samenstelling van de Tweede Kamer bij amendement zijn getroffen, terug te draaien. Dit geldt ook voor de maatregel tot afschaffing van de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting voor beursfondsen.

In Nederland is de inkoop van aandelen in principe belast met dividendbelasting. Op basis van de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting is een aandeleninkoop door een beursfonds onder voorwaarden vrijgesteld van dividendbelasting. Deze inkoopfaciliteit is ingevoerd zodat de inkoop van aandelen door Nederlandse beursfondsen fiscaal niet nadeliger zou worden behandeld in vergelijking tot inkoop van aandelen door buitenlandse concurrenten.157 De inkoop van eigen aandelen wordt in omringende landen namelijk in de meeste gevallen niet belast met een dividendbelasting. Zonder de inkoopfaciliteit zal het beursfonds bij inkoop van aandelen de verschuldigde dividendbelasting voor eigen rekening moeten nemen en kan – in tegenstelling tot regulier dividend – deze dividendbelasting niet worden verrekend door de aandeelhouder (de aandeelhouder waarvan de beursvennootschap de aandelen koopt is immers onbekend). Inkoop van eigen aandelen leidt dan doorgaans tot een hogere belastingdruk dan de uitkering van regulier dividend. Het vorige kabinet heeft onderzoek gedaan naar de inkoopfaciliteit. Uit dit onderzoek blijkt dat er goede redenen zijn om de inkoopfaciliteit te behouden.158 In de Tweede Kamer was er – bij de toenmalige samenstelling – toch een meerderheid voor het amendement om de inkoopfaciliteit per 1 januari 2025 af te schaffen.159 Hiermee is de afschaffing van de inkoopfaciliteit onderdeel geworden van het BP 2024, dat per 1 januari 2024 in werking is getreden.

Gelet op de nadelige gevolgen van de afschaffing van de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting op de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven en daarmee ook op het Nederlandse vestigingsklimaat, wenst het kabinet de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting te behouden. In dit wetsvoorstel wordt daarom geregeld dat de afschaffing van de inkoopfaciliteit, die voorzien is per 1 januari 2025, niet doorgaat.

Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie

De maatregel tot behoud van de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting voor beursfondsen heeft tot gevolg dat de huidige inkoopfaciliteit ook na 1 januari 2025 wordt gecontinueerd. Het vorige kabinet heeft onderzoek gedaan naar de inkoopfaciliteit. Uit dit onderzoek blijkt dat er goede redenen zijn om de inkoopfaciliteit te behouden.160 Deze inkoopfaciliteit is ingevoerd zodat de inkoop van aandelen door Nederlandse beursfondsen fiscaal niet nadeliger zou worden behandeld in vergelijking tot inkoop van aandelen door buitenlandse concurrenten. Met de continuering van de inkoopfaciliteit wordt de concurrentiepositie van beursfondsen behouden. De voorgestelde wijziging is derhalve naar verwachting doeltreffend. De doelmatigheid van de regeling is niet eerder geëvalueerd.

Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Douane en Toeslagen

De uitvoeringsgevolgen van de voorgestelde aanpassing zijn door de Belastingdienst vastgesteld aan de hand van een uitvoeringstoets. Hieruit volgt dat de impact van deze maatregel beperkt is en het risico op procesverstoringen klein is. De maatregel is derhalve uitvoerbaar per 1 januari 2025.

157

Kamerstukken II, 2023/24, 36 410, nr. 77, blz. 6.

158

Kamerstukken II, 2023/24, 36 410, nr. 77.

159

Kamerstukken II, 2023/24, 36 418, nr. 11 (Amendement van het lid Van der Lee c.s.).

160

Kamerstukken II, 2023/24, 36 410, nr. 77.

Licence