Base description which applies to whole site

2.1 De ontwikkeling van de uitgaven

In het coalitieakkoord en de bijbehorende Startnota heeft het kabinet afgesproken hoeveel er elk jaar maximaal mag worden uitgegeven. Met plafondtoetsen controleert het kabinet of het verwachte uitgavenniveau binnen het vastgestelde uitgavenplafond blijft. De plafondtoetsen in deze nota worden opgemaakt ten opzichte van de Miljoenennota 2023. Tabel 2.1.1 geeft de plafondtoets weer van de vier verschillende deelplafonds en het totale uitgavenplafond.

Totaalbeeld uitgavenplafondHet totaalplafond wordt overschreden met 7,6 miljard euro. De overschrijding vindt voornamelijk plaats op het plafond Rijksbegroting. De overschrijding kent meerdere oorzaken, waaronder de maatregelen om de energieprijs voor huishoudens te dempen. Deze uitgaven zijn onder andere gedekt door een verhoging van de mijnbouwheffing en structurele maatregelen om de lasten op arbeid en vermogen beter met elkaar in balans te brengen. Ook de toegenomen rente-uitgaven en de tegenvallers op asiel en de gasbaten hebben voor hogere uitgaven binnen het plafond Rijksbegroting gezorgd dan verwacht bij de Miljoenennota 2023. De ontwikkeling van de uitgaven onder de vier deelplafonds wordt vanaf paragraaf 2.1.2 toegelicht. De uitgaven onder het deelplafond Rijksbegroting zijn 8,1 miljard hoger dan geraamd in de Miljoenennota 2023. Ook het deelplafond Sociale Zekerheid wordt in dit FJR, net als in de Miljoenennota 2023, overschreden. De deelplafonds Zorg en Investeringen worden allebei onderschreden, met respectievelijk 1,9 miljard euro en 0,7 miljard euro.

Tabel 2.1 Plafondtoets Financieel Jaarverslag Rijk

(in miljarden euro, - is onderschrijding)

Miljoenennota 2023

FJR 2023

Verschil

Rijksbegroting

   

Uitgavenplafond regulier

167,8

165,4

‒ 2,4

Uitgavenniveau regulier

166,4

173,5

7,1

Over-/onderschrijding reguliere uitgaven

‒ 1,4

8,1

9,6

    

Sociale Zekerheid

   

Uitgavenplafond regulier

96,5

95,9

‒ 0,7

Uitgavenniveau regulier

99,9

98,0

‒ 2,0

Over-/onderschrijding reguliere uitgaven

3,4

2,1

‒ 1,3

    

Zorg

   

Uitgavenplafond regulier

90,0

89,7

‒ 0,3

Uitgavenniveau regulier

89,4

87,8

‒ 1,7

Over-/onderschrijding reguliere uitgaven

‒ 0,5

‒ 1,9

‒ 1,4

    

Investeringen

   

Uitgavenplafond regulier

21,9

17,4

‒ 4,5

Uitgavenniveau regulier

22,0

16,6

‒ 5,4

Over-/onderschrijding reguliere uitgaven

0,1

‒ 0,7

‒ 0,9

    

Totale uitgavenplafond

   

Uitgavenplafond regulier

376,2

368,3

‒ 7,9

Uitgavenniveau regulier

377,8

375,9

‒ 1,9

Over-/onderschrijding reguliere uitgaven

1,6

7,6

6,0

Figuur 2.1 Uitgaven opgedeeld in de uitgavenplafonds

De grafiek geeft de uitgaven onder de verschillende uitgavenplafonds weer in 2021, 2022 en 2023. In 2023 wordt er 170,8 miljard euro uitgegeven onder het plafond Rijksbegroting, 98,6 miljard euro onder het plafond Sociale Zekerheid, 87,7 miljard euro onder het plafond Zorg en 16,6 miljard euro onder het plafond Investeringen. Tot slot waren er nog 2,1 miljard corona-gerelateerde uitgaven.
Licence