Operationele doelstelling 6.1
Bescherming en duurzaam gebruik van milieu in de mondiale context en de nationale context in ontwikkelingslanden
• In het afgelopen jaar is de doelstelling om één miljoen mensen toegang te geven tot hernieuwbare energie ruimschoots behaald via ondersteuning van het Promoting Renewable Energy Programme (PREP). In 2010 zijn de investeringen in hernieuwbare energieactiviteiten verder geïntensiveerd, o.a. in het Grote Merengebied en Indonesië en via het Scaling up Renewable Energy Programma (SREP) van de Wereldbank.
• Op basis van activiteiten die zijn uitgevoerd onder het fonds Biomassa Mondiaal is tijdens een workshop in Arusha over het potentieel van het gewas jatropha geconcludeerd dat nader onderzoek nodig is. Op Europees niveau is Nederland betrokken bij de nadere uitwerking van de richtlijn voor hernieuwbare energie. Nederland heeft voornamelijk aandacht gevraagd voor de indirecte effecten van de productie van biobrandstoffen.
• In Indonesië is onderzoek in gang gezet om na te gaan hoe de CO2 uitstoot kan worden verminderd en CO2 opslag kan worden bevorderd bij de productie van palmolie. Daarnaast worden met de Indonesische autoriteiten en het VK mogelijkheden onderzocht om de palmolieketen te verduurzamen en hierbij kleine producenten te betrekken. In Mozambique wordt via ondersteuning aan het nationale instituut CEPAGRI een bijdrage geleverd aan een zorgvuldige afweging van besluiten over landgebruik in Mozambique.
• Nederland ondersteunt in het kader van REDD een initiatief van de Wereldbank, het Forest Carbon Partnership Facility (FCPF). Onder dit programma zijn 13 landen ondersteund bij de opbouw van capaciteit, waaronder Ethiopië, Ghana en Oeganda. Tevens is ondersteuning gegeven aan het EU FLEGT Actie Plan om landen die een overeenkomst met de EU willen aangaan om illegaal hout voor de export uit te bannen, te helpen met de noodzakelijke capaciteitsopbouw. Er zijn Voluntary Partnership Agreements afgesloten met Ghana, Kameroen en Congo en er wordt onderhandeld met Maleisië, Vietnam en Indonesië.
• Voor de houtketen hebben diverse activiteiten aan productie- en consumptiekant ertoe bijgedragen dat het marktaandeel voor gecertificeerd timmerhout is gestegen van 13% in 2005 tot 34% in 2008; het doel blijft dit te laten stijgen tot 50% van het marktaandeel in 2011. In het kader van het Initiatief Duurzame Handel (IDH) wordt er met bedrijven en non-gouvernementele organisaties in het Amazonebekken en op Kalimantan aan gewerkt om het aanbod gecertificeerd hout toe te laten nemen. De Round Table for Sustainable Palmoil (RSPO), gericht op verduurzaming van de palmolieketen, wordt ondersteund o.a. via de International Finance Corporation (IFC). Ter verduurzaming van de handelsketen voor soja is versterking van de Round Table for Responsible Soy (RTRS) gefaciliteerd.
• Het Kavango-Zambezi Indicative Development Programme (KaZa) is in juni 2010 van start gegaan. Middels een breed consultatieproces zijn Integrale Ontwikkelingsplannen afgerond die een input vormen voor het regionale ontwikkelingskader voor deze ecoregio, waar vijf landen deel van uitmaken. Er is een aanzet gegeven tot het verbeteren van de beleidscoherentie op het gebied van toerisme (grenscontroles) en natuurlijke hulpbronnen (visserij, jacht) ter versterking van de regionale samenwerking. Tevens is een pilot programma in Zambia gestart rond een publiek-privaat partnerschap op het gebied van ecotoerismeontwikkeling bij de Ngonye Falls.
• Bangladesh, Bolivia, Colombia, Ghana, Indonesië en Vietnam hebben voortgang gemaakt met het integreren van klimaatrisico's in hun nationale ontwikkelingsplannen. De Wereldbankstudie «The Economics of Adaptation to Climate Change» is afgerond en de resultaten worden door de studielanden gebruikt om klimaatbeleid verder vorm te geven. In 2010 is een overeenkomst gesloten met het Verenigd Koninkrijk om via het Climate and Development Knowledge Network vraaggestuurde kennis over adaptatie en low carbon development ter beschikking te stellen aan ontwikkelingslanden.
Operationele doelstelling 6.2
Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzame toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen
• Het programma in Benin is operationeel en geeft inzicht in de manier waarop het recht op water en sanitatie op lokaal niveau kan worden gerealiseerd. Met programma’s gericht op capaciteitsontwikkeling is een aanvang gemaakt. De studie in Indonesië is nog niet afgerond.
• De cijfers voor 2010 zijn nog niet beschikbaar, maar op basis van de cijfers voor 2009 wordt voorzien dat ongeveer 2,5 miljoen mensen toegang hebben gekregen tot veilig drinkwater en ruim 5 miljoen mensen tot sanitatie.
• In het kader van het interdepartementale programma Water Mondiaal is de samenwerking met Indonesië en Vietnam in de watersector versterkt. In Indonesië wordt samengewerkt aan verbeterd waterbeheer in en rond Jakarta en de «lowlands» (veengebieden). In Vietnam richt de ondersteuning zich op het ontwikkelen van een deltaplan voor de Mekong rivier. Voor drie andere landen (Bangladesh, Egypte en Mozambique) hebben de eerste identificatie- en formuleringsmissies plaatsgevonden.
• Het door Nederland ondersteunde Water Integrity Network heeft voor Oeganda en Mali een scan uitgevoerd. Op basis daarvan is een uitvoeringsplan opgesteld om corruptie in de watersector in beide landen tegen te gaan. In Mozambique zal de scan in 2011 worden uitgevoerd.
• Het Global Framework for Action, thans bekend als Sanitation and Water for All (SWA), is operationeel als instrument voor donorcoördinatie en overleg met ontwikkelingslanden. De eerste Global Annual Assessment of Sanitation and Drinking Water (GLAAS) is besproken tussen donoren en OS-landen. Ontvangende landen hebben zich gecommitteerd om hun inzet op het gebied van drinkwater en sanitatie te vergroten. Tijdens de voorjaarsvergadering van de Wereldbank is de eerste SWA high-level meeting gehouden onder voorzitterschap van Prins Willem-Alexander.
• Nederland heeft als voorzitter van de Afrika werkgroep samen met de Afrikaanse Water Ministers (AMCOW) een sanitation mapping study uitgevoerd van lidstaten naar inzet op sanitatie. Tevens is een studie naar de EU code of conduct van lidstaten uitgevoerd om op basis van de resultaten te komen tot een verbetering van de effectiviteit van de hulp. Met de uitvoering van een governance study om het ownership van lidstaten en AMCOW te vergroten, is een begin gemaakt.
Beleidsconclusies
In 2010 heeft IOB een impactevaluatie uitgevoerd van het drinkwater en sanitatie programma in Fayoum, Egypte. In totaal hebben in de programma periode 1990–2009 circa 2 miljoen mensen een huisaansluiting op het waternetwerk gekregen en circa 500 000 mensen een aansluiting op het rioleringsnetwerk. Een geïntegreerde aanpak van drinkwater en sanitatie met daarbij goede hygiënevoorlichting en aandacht voor technische factoren zoals voldoende waterdruk blijken de kans op het terugdringen van watergerelateerde ziekten aanzienlijk te vergroten. Dit gegeven zal meegenomen worden in bestaande en nieuwe drinkwater- en sanitatieprogramma’s.