Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 7: Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

Operationele doelstelling 7.1

Professionele consulaire dienstverlening

  • Het aantal Nederlanders dat in 2010 gedetineerd was, verminderde van 2 593 tot 2491. Het is niet mogelijk met zekerheid te zeggen of deze positieve trend een relatie heeft met de gevoerde voorlichtingscampagnes van Buitenlandse Zaken.

  • De Nederlandse vertegenwoordigingen verleenden in 2010 consulaire bijstand bij ziekte of ongeval (446 keer ten opzichte van 468 keer in 2009), bij overlijden (517 keer ten opzichte van 486 keer in 2009), bij vermissing en onderzoek naar welstand (405 keer ten opzichte van 392 in 2009). Daaruit blijkt dat het aantal Nederlanders dat in de problemen is gekomen en daarbij een beroep heeft gedaan op Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland in 2010 niet is gedaald. Sommige consulaire handelingen hangen echter niet of nauwelijks samen met de mate van bewustzijn onder Nederlanders over de gevaren van het reizen in het buitenland, zoals de consulaire bijstand in het geval van overlijden wanneer geen sprake is van een misdrijf. Ook hangen calamiteiten niet samen met de mate van bewustzijn over gevaren van het reizen. In 2010 werd bijzondere bijstand geleverd bij calamiteiten als de aardbevingen in Haïti en Chili, de IJslandse aswolk en de vliegtuigramp in Tripoli, waarbij 70 Nederlandse dodelijke slachtoffers waren te betreuren.

  • In het beleid op het gebied van gedetineerdenbegeleiding werd inderdaad ingezet op differentiatie van de bezoekfrequentie van de gedetineerden door de Nederlandse vertegenwoordigingen. Deze vertegenwoordigingen zijn opgedragen om Nederlandse gedetineerden in elk geval twee keer per jaar te bezoeken. Een beslissing specifieke gedetineerden vaker dan de minimumfrequentie van twee maal per jaar te bezoeken kan worden gebaseerd op criteria zoals leeftijd (minderjarigheid, ouder dan 60 jaar), lengte gevangenisstraf, mate van isolement en sterk van Nederland afwijkende detentieomstandigheden c.q. detentienormen. Naast de consulaire bezoeken door ambassades en consulaten worden ook bezoeken aan gedetineerden verzorgd door Epafras en Reclassering Nederland (RN).

  • DCM assisteerde bij één ontvoering in Afghanistan en er werden 11 nieuwe kindontvoerings-zaken geregistreerd. Dat bracht het aantal kindontvoeringsgevallen in 2010 op 55.

  • Omdat de verantwoordelijkheden voor de begeleiding en opvang van Nederlandse psychiatrische patiënten die in het buitenland in de problemen zijn geraakt, bij verschillende organisaties (Geestelijke Gezondheidszorg, Inspectie Gezondheidszorg, de ministeries van VWS en BZ) liggen, blijkt het moeizamer dan gedacht vooruitgang te boeken bij het afronden van een protocol (met werkafspraken).

  • De uitrol van het nieuwe case managementsysteem voor consulair maatschappelijke dossiers (Kompas) is in 2010 afgerond. De tool voor registratie van Nederlanders die reizen of in het buitenland verblijven is nog in ontwikkeling. Realisatie is voorzien in de eerste helft van 2011.

  • Het aantal optieverzoeken van personen die latente Nederlanders zijn geworden door de aanpassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap is vooralsnog beperkt gebleven (2010: 150 optieverzoeken).

Indicator

Streefwaarde in 2010

Bereikt in 2010

Percentage schriftelijke klachten bij afgifte reisdocumenten

0,034%

0,031%

Bron: ministerie van Buitenlandse Zaken.

Operationele doelstelling 7.2

Als ketenpartner kwalitatief hoogwaardige bijdrage leveren aan de uitvoering van het Nederlandse vreemdelingenbeleid

  • De Visumcode, die bijdraagt aan harmonisatie van de uitvoering van het EU visumbeleid, is per 5 april 2010 in werking getreden. Nederland heeft zich actief opgesteld in EU-fora, zowel ten behoeve van het harmoniseren van de visumpraktijk als een behoedzame benadering ten aanzien van visa bij de samenwerking met derde landen (visumfacilitatie en visumdialoog). Verder werd actieve uitvoering gegeven aan het faciliteren van bij de posten goed bekend staande contacten/zakenlieden respectievelijk zeelieden bij visumaanvragen (resp. de Orange Carpet en Blue Carpet procedures). Op het gebied van de totstandkoming van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel, waar Nederland voorstander van is, is in 2010 een politiek akkoord bereikt op de uitbreiding van de richtlijn langdurig ingezetenen en is tevens voortgang geboekt in de onderhandelingen over de Dublin- en Eurodac-verordening. Onder de externe dimensie van het EU asiel- en migratiebeleid vinden in toenemende mate regionale migratiedialogen en partnerschappen met derde landen plaats, waarbij verschillende aspecten van migratie samenhangend aan bod komen. Nederland is hierbij een actieve partner.

  • Het wereldwijd gebruik van de nieuwe Caribische visumsticker door de Nederlandse posten in plaats van de ANA sticker werd per 10 oktober 2010 gerealiseerd.

  • Aan terugkeer als prioriteit wordt uitvoering gegeven door middel van een aantal regelingen die beogen de terugkeer van migranten die geen rechtmatig verblijf (meer) hebben naar hun landen van herkomst te stimuleren en hun herintegratie daar te bevorderen. Het gaat hier zowel om financiële terugkeer- en herintegratieregelingen als om terugkeer- en herintegratieondersteuning «in natura». Naar verwachting zal hierover in de 2e helft van 2011 een rapportage worden uitgebracht aan de Tweede Kamer.

    Eind 2010 heeft de evaluatie «Versterken van de relatie remittance en ontwikkeling» plaatsgevonden, die de basis moet bieden voor een besluit over vervolgfinanciering van het project «Geld naar Huis».

  • In 2010 werden conform overeengekomen planning met het ministerie van (Veiligheid en) Justitie twintig algemene en drie thematische ambtsberichten uitgebracht. Er werden 46 individuele ambtsberichten geschreven.

  • De technische voorbereiding (apparatuur op posten, gegevensverzending met behulp van NVIS) voor aansluiting van NVIS op het nieuwe EU-Visuminformatiesysteem (EUVIS) is in Nederland gereed voor ingebruikname. Echter, de uitrol van het EUVIS is door de Europese Commissie uitgesteld tot medio 2011.

  • Het moment van de introductie van de afname van biometrische gegevens bij visa is hiervan afhankelijk.

  • Verzekering van de dienstverlening en klantgerichtheid in de visumverlening is tot uitdrukking gekomen in herziene visumvertegenwoordigingsafspraken met een tiental Schengenpartners aan de hand van de nieuwe mogelijkheden die de Visumcode biedt, waarbij ook in vertegenwoordiging aanvragen kunnen worden geweigerd. Daarnaast zijn enkele nieuwe vertegenwoordigingsafspraken tot stand gekomen (met o.a. Polen en Luxemburg).

  • Het nieuwe vragenformulier en het gebruik van legalisatiestickers op de posten zijn in overleg met de ketenpartners (IND/Justitie, ministerie van BZK en gemeenten) succesvol geïmplementeerd. Daarnaast zijn in het kader van de bestrijding van document- en identiteitsfraude op basis van de pilot eerstelijnscontrole brondocumenten twaalf posten uitgerust met controleapparatuur. Tevens zijn aan alle posten nieuwe instructies betreffende procedures bij documentenfraude en verificatie-onderzoek toegegaan. Lokaal veldonderzoek is ingevoerd als onderdeel van verificatie-onderzoeken.

Indicator

Streefwaarde 2010

Realisatie 2010

Het percentage visumaanvragen kort verblijf dat binnen 7 weken wordt afgehandeld

90%

96,21%

Bron: ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze meting werd in 2009 voor het eerst uitgevoerd. Er is dus nog geen nulmeting waartegen de streefwaarde kan worden afgezet. De termijn van 7 weken is een zelf opgelegde norm. De wettelijke termijn bedraagt 8 weken.

Beleidsconclusies

Met de uitrol van het managementsysteem Kompas, maar ook met de opbouw van een Consulair Dienstencentrum op Buitenlandse Zaken, werden nieuwe slagen gemaakt om de consulaire dienstverlening professioneler in te richten. Met de inwerkingtreding van de EU Visumcode is een volgende stap gezet op het terrein van Europese samenwerking op visumgebied, die moet leiden tot meer uniforme en efficiënte uitvoeringspraktijken. Vooral door de wereldwijde economische recessie, bleef de verwachte groei in de vraag naar consulaire dienstverlening uit. De productie van algemene en individuele ambtsberichten neemt geleidelijk af, mede gezien andere bronnen waar de IND gebruik van maakt. Enkele voornemens konden nog niet worden uitgevoerd, zoals het afsluiten van een protocol voor de begeleiding en opvang van Nederlandse psychiatrische patiënten die in het buitenland in de problemen zijn geraakt en een tool voor de registratie van Nederlanders in het buitenland onder het nieuwe case managementsysteem Kompas.

Licence