Operationele doelstelling 8.1
Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
en
Operationele doelstelling 8.2
Het gezamenlijk met partnerlanden werken aan behoud van Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed (GCE) en de implementatie van het multilaterale kader voor het behoud van erfgoed
2010 stond in het teken van een strategischer internationaal cultuurbeleid waarbij duidelijke keuzes werden gemaakt voor landen en disciplines. Cultuur werd zo veel mogelijk gekoppeld aan het buitenlands beleid met resultaat voor zowel de kunst als de diplomatie. Zo heeft de Nederlandse inbreng bij de wereldexpo in Shanghai gezorgd voor nauwere samenwerking met China op vele gebieden. Het internationale succes van Nederlandse architectuur en design heeft bovendien een positief effect op de economie van ons land.
Grootschalige manifestaties met gerichte promotie van Nederlandse kunst hebben in 2010 belangrijke resultaten opgeleverd. De presentatie van Nederlandse en Vlaamse podiumkunsten in Zuid-Afrika bewees de slagkracht van een gezamenlijk optreden met Vlaams en Nederlands toptalent. De Nederlandse culturele presentie tijdens «Istanbul culturele hoofdstad 2010» was groot en biedt goede aanknopingspunten voor de voorbereiding op de viering 400 jaar diplomatieke betrekkingen met Turkije in 2012. De Nederlandse presentaties bij de wereldexpo Shanghai en Ruhr 2010 baarden internationaal opzien en werden breed uitgemeten in de pers; kunst geeft Nederland gezicht en profiel in het buitenland en maakt ons een welgeziene partner. Ook door kunst en cultureel erfgoed te verbinden aan politiek en ontwikkelingssamenwerking wordt ons buitenlands beleid versterkt. In 2010 is verder gewerkt aan de totstandkoming van de HGIS-C database voor erfgoed. In 2011 zal deze database (gedeeltelijk) online komen.
Mede door het Internationaal Cultuurbeleid staat Nederlandse kunst goed op de kaart: kunstenaars als Marlene Dumas, Guido van der Werve en Joep van Lieshout behoren tot de internationale top. De Nederlandse muziekexport is in 2010 voor het zesde achtereenvolgende jaar gestegen en meer dan 200 Nederlandse boeken verschijnen jaarlijks in vertaling. Nederlands design, mode en architectuur werden met het programma DDFA gepromoot in China, India en Duitsland. Door betere afstemming tussen Fondsen, Sectorinstituten, ambassades en SICA werd in 2010 een nieuwe slag gemaakt om middelen nog gerichter in te zetten.
Operationele doelstelling 8.3
Vergroten van begrip en/of steun voor Nederlandse zienswijze, standpunten en beleid in het buitenland en het versterken van het draagvlak in eigen land voor het buitenlandbeleid
Behaalde resultaten
• De bewindslieden speelden zelf een grote rol in de dialoog met de Nederlandse burgers. Zij brachten werkbezoeken in heel Nederland en communiceerden via social media zoals Facebook en Twitter.
• Via diverse programma’s als «Rent-an-ambassador», «BZ voor de klas» en «Oog-in-oog met BZ» zijn medewerkers van Buitenlandse Zaken door het hele land gesprekken aangegaan met Nederlanders over het belang van een actief buitenlandbeleid. Er is een sprekerspool ingericht voor de dialoog over de toekomst van ontwikkelings-samenwerking.
• De moderniseringsagenda voor Ontwikkelingssamenwerking kreeg invulling door het nieuwe subsidiekader «burgerschap en ontwikkelingssamenwerking» dat wordt uitgevoerd door de NCDO.
• De Europacommunicatie concentreerde zich op blogs op de website «Europa hoort bij Nederland» en speeches van de minister van BZ en staatssecretaris. Het project «EU Back to school» was wederom een succes: 128 BZ- en EU-ambtenaren gaven op hun voormalige middelbare school les over Europa.
• Bij de Winterspelen in Vancouver en het WK in Zuid-Afrika heeft Buitenlandse Zaken brede bekendheid gegeven aan de consulaire dienstverlening. Daarnaast nam Buitenlandse Zaken met de campagne «Wijs op reis» deel aan de jaarlijkse Vakantiebeurs en informeerde het Nederlanders online over het belang van een goede reisvoorbereiding.
• In 2010 heeft Buitenlandse Zaken de communicatie van de publieksdiplomatie verder geprofessionaliseerd. Hiertoe werden mediatrainingen georganiseerd en richtlijnen opgesteld voor het gebruik van online- en social-media. Ook zijn de ambassades en consulaten gestimuleerd om de dialoog met stakeholders in het buitenland nog (inter)actiever te voeren. Instrumenten waarvan de posten gebruik kunnen maken, zoals het bezoekersprogramma werden eind 2010 nog beter in lijn gebracht met de prioriteiten van het kabinet.
Operationele doelstelling 8.4
Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland
Behaalde resultaten
• Brede visie op het gastheerschap jegens internationale organisaties, inbegrepen de positie van Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld, werd opgesteld en ligt voor in de interdepartementale stuurgroep Nederland Gastland.
• De kwestie van opbouw van eigen rechten op volksverzekering van afhankelijke gezinsleden van Nederlanders die bij internationale organisaties werken is onderwerp van interdepartementaal overleg, mede in het licht van recente rechterlijke uitspraken.
• Het project «My First Month» (Engelstalige overheidsinformatie over regelgeving voor binnenkomst en verblijf van medewerkers van internationale organisaties) ging medio 2010 online, waardoor de tijd nog te kort was voor formele toetsing. De reacties van de doelgroep zijn positief.
• BZ speelde een actieve rol in het verbeteren van het vestigingsklimaat waarin de particuliere sector een rol speelt, o.a. door actieve deelname aan overlegorganen en discussiefora.
• In 2010 werd een nieuwe internationale organisatie in Nederland gevestigd, het European Air Transport Command in Eindhoven. Het Restmechanisme voor het Joegoslavië- en het Rwandatribunaal (ICTY en ICTR), dat door de Veiligheidsraad werd ingesteld, zal (deels) in Nederland worden gevestigd.
Beleidsconclusies
Uit contacten met de vertegenwoordigers van de IO’s blijkt dat de toegenomen Nederlandse inspanningen worden gezien en gewaardeerd. Uitvoering van de aanbevelingen – na een besluit daarover van de Ministerraad – uit het strategisch beleidsdocument moet deze positieve ontwikkeling versterken. Het handhaven en verbeteren van een goed vestigingsklimaat voor internationale organisaties en bedrijven en hun werknemers is juist in het huidige economische klimaat belangrijk voor de aantrekkingskracht van Nederland en voor het beeld dat in de buitenwereld van Nederland bestaat. Het vereist dus blijvende aandacht, ook van overheidsinstanties die doorgaans sterk binnenlands gericht zijn.