Base description which applies to whole site

Artikel 31: Bestuur en democratie

31 Algemene doelstelling

Een betere overheid door een goed functioneren openbaar bestuur en democratie.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

In 2010 hebben de eerder gesloten bestuursakkoorden met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) respectievelijk het Inter Provinciaal Overleg (IPO) als basis gefungeerd voor constructief partnerschap. Vanuit die context zijn er gezamenlijke inspanningen geformuleerd om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de economische crisis. Daarnaast is voortgegaan met het versterken van de bestuurskracht van decentrale overheden, vergroting van de decentrale beleidsvrijheid en vermindering van de decentrale verantwoordingslasten ten opzichte van het Rijk.

Budgettaire gevolgen van beleid

31. Bestuur en democratie

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2006

2007

2008

2009

2010

2010

2010

Verplichtingen

    

122 482

86 507

35 975

Waarvan garantieverplichtingen

    

0

  
        

Uitgaven

81 770

62 545

75 009

97 083

85 847

91 014

– 5 167

31.25 Apparaat

    

14 718

10 475

4 243

31.1 Inrichting, werking en financiering openbaar bestuur

    

7 044

5 488

1 556

31.2 Democratie en burgerschapsvorming

    

24 481

22 810

1 671

31.3 Reisdocumenten en basisadministratie personen

    

36 203

49 094

– 12 891

Bijdrage baten- en lastendienst BPR

    

27 232

16 782

10 450

31.4 Constitutionele zaken (CZW)

    

742

430

312

31.5 Kiesraad

    

2 659

2 717

– 58

        

Ontvangsten

    

217 869

202 865

15 004

Financiële toelichting

Op het artikel bestuur en democratie is minder uitgegeven dan begroot. De ontvangsten zijn hoger dan begroot. Onderstaand volgt een toelichting op artikelonderdeel om dit inzichtelijk te maken.

Uitgaven

31.25 Er is meer uitgegeven dan begroot. Dit is het gevolg van uitvoeringsproblematiek bij de organisatie Openbaar Bestuur en Democratie. Hiervoor zijn de budgetten bij Voorjaarsnota en Najaarsnota opgehoogd.

31.1 Er is meer uitgegeven dan begroot. Dit wordt verklaard wordt verklaard door de inzet voor het Actieprogramma Lokaal Bestuur waarvoor bij Najaarsnota extra budget is toegevoegd.

31.2 Er is meer uitgegeven dan begroot. In juni 2010 zijn de vervroegde landelijke verkiezingen voor de Tweede Kamer gehouden. Hierdoor is ook de vervroegde publiekscampagne gehouden waarvoor bij Najaarsnota budget is toegevoegd.

31.3 Er is minder uitgegeven dan begroot. Dit wordt onder andere verklaard door het programma modernisering Gemeentelijke Basisadministratie (mGBA) en het programma Online Raadpleegbare Reisdocumenten Administratie (ORRA). De start van het programma was uitgesteld vanwege een langere opstartfase. Dit is veroorzaakt door de personele invulling van het project en een extra onderzoek naar de positionering van het Burger Zaken Systeem Kern. Het programma ORRA maakt deel uit van het Programma Reisdocumenten en is vertraagd. Het vorige kabinet heeft besloten de ORRA aan een nieuw kabinet over te laten en nog geen onomkeerbare stappen te zetten. Door de vertraging van mGBA en ORRA was het financieringsarrangement niet meer actueel en is het aangepast aan de nieuwe financieringsbehoefte.

Ontvangsten

Er is meer ontvangen. Dit valt onder meer te verklaren uit het feit dat bij de overdracht van de financiële administratie van de Reisdocumenten- en Verkiezingsprogramma's van Basisregistratie Persoonsadministratie en Reisdocumenten (BPR) naar Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, BPR het nog niet gebruikte deel van de bevoorschotting aan Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft terugbetaald. Tevens had BPR een schuld aan de opdrachtgever op de balans staan die aan Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (opdrachtgever) moest worden terugbetaald.

Externe factoren

In 2010 zijn, zoals blijkt uit de navolgende teksten, belangrijke stappen gezet bij het verwezenlijken van de genoemde algemene beleidsdoelstelling. Relevante externe factoren zijn het aan intensiteit toenemende debat over het functioneren van ons democratische stelsel en het feit dat extra inspanningen nodig zijn om de interbestuurlijke verhoudingen op het hoge peil van de afgelopen jaren te laten blijven. Hierbij moet worden aangetekend dat als gevolg van de val van het kabinet, de kamerverkiezingen en de langdurige kabinetsformatie het proces van verdere beleidsontwikkeling vertraagd is.

Realisatie meetbare gegevens

31.2 Indicatoren

Waarde 2008

Waarde 2009

Streefwaarde 2010

Realisatie 2010

Overheidsdienstverlening

6,7

6,6

7

6,7

Bron: onderzoek naar de kwaliteit van overheidsdienstverlening.

31 Operationele doelstelling 1

Bestuurskrachtige gemeenten en provincies, die op basis van goede interbestuurlijke, financiële en informatieverhoudingen, hun taken zo goed mogelijk kunnen uitvoeren.

Doelbereiking

Langs de weg van de uitvoering van de bestuursakkoorden is gewerkt aan de verbetering van de verhoudingen tussen de bestuurslagen. Daarmee is belangrijke voortgang geboekt, getuige ook het feit dat onder moeilijke financiële omstandigheden het Rijk en de medeoverheden elkaar hebben kunnen vinden in aanvullende bestuurlijke afspraken.

Implementatie kabinetsstandpunt provinciale financiën naar aanleiding van het Rfv-rapport

Instrumenten

In 2010 is de Tweede Kamer geïnformeerd (Kamerstukken II, 2009–2010, 32 123 C nr. 5) hoe het kabinet omgaat met het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv): «Naar een herijking van de financiële verhouding tussen Rijk en provincies». Het overleg van fondsbeheerders en provincies over de toekomstige financiële verhouding, heeft in 2010 geleid tot een (tijdelijke) aanpassing van de verdeling in het Provinciefonds voor 2011. Het is nu aan de fondsbeheerders om te komen tot een definitieve verdeling van het provinciefonds voor 2012 en verder. Omdat het kabinet heeft afgezien van de invoering van een kilometerheffing is de noodzaak van een nieuw provinciaal belastinggebied vervallen.

Evaluatie over het financiële toezicht van provincies op gemeenten

In de provincies Noord-Brabant en Limburg zijn de afgelopen jaren in twee pilots ervaringen opgedaan met verschillende vormen van financieel toezicht op gemeenten. Ook de overige tien provincies hebben hun toezicht de afgelopen jaren meer risico georiënteerd ingericht. Op basis van deze ervaringen zijn eind 2009 en medio 2010 twee werkconferenties georganiseerd om de wenselijke aanpassingen van het financieel toezicht te bespreken. De te treffen maatregelen zullen gericht zijn op een verdere versterking van het horizontale verantwoordingsproces en daarmee op een vermindering van de toezichtlast. In 2011 wordt gewerkt aan de voorbereiding op de te treffen maatregelen, en wordt een besluit genomen over het aanpassen dan wel intrekken van het wetsvoorstel Duurzaam financieel evenwicht provincies en gemeenten.

Herziening interbestuurlijk toezicht

In mei 2010 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het wetsvoorstel revitalisering generiek toezicht bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel herziet onder meer de generieke toezichtinstrumenten in de plaatsstelling en vernietiging. In september 2010 heeft de Tweede Kamer verslag uitgebracht over het wetsvoorstel. In 2010 is daarnaast gewerkt aan het herzien en opstellen van beleidskaders behorende bij de generieke toezichtinstrumenten en zijn voorbereidingen getroffen voor een reeks aan voorstellen tot wetswijziging ten behoeve van het afschaffen van specifiek toezicht (bij nota van wijziging). In 2010 is daarnaast een start gemaakt met de voorbereiding van de toezichthouders bij het Rijk en bij de provincies op de veranderingen in het toezichtstelsel. Beoogde inwerkingtreding van het herziene toezichtstelsel is 1 januari 2012.

Aanpassing Mededingingswet gedragsregels overheid (Markt en Overheid)

Dit wetsvoorstel van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) ligt bij de Eerste Kamer.

Op basis uitkomsten EIPA onderzoek (impact EU-regels op decentrale overheden) een kopgroep van landen vormen

De komende twee jaar wordt een dialoog met de EU commissie gevoerd om de aandacht binnen de EU commissie voor de gevolgen van het EU beleid voor decentrale overheden verder te versterken.

Actieprogramma Grensoverschrijdende bestuurlijke samenwerking (GROS)

De samenwerking met buurlanden heeft concrete oplossingen en samenwerkingsafspraken opgeleverd. Het actieprogramma is nog niet afgerond; oplossing van een aantal knelpunten heeft een langere doorlooptijd nodig. De Raad van Openbaar Bestuur (ROB) is gevraagd een evaluatie van de aanpak uit te voeren.

Realisatie meetbare gegevens

31.3 Indicatoren

Waarde 2007

Waarde 2008

Waarde 2009

Streefwaarde 2010

Realisatie 2010

1. Aantal specifieke uitkeringen

134

101

82 1

59

59 2

2. Vermindering interbestuurlijke lasten

0%

  

n.v.t

n.v.t

Bron 1: Onderhoudsrapportage specifieke uitkeringen 2010

Bron 2: Nulmeting interbestuurlijke lasten

1

Exclusief 27 tijdelijke specifieke uitkeringen, bekostigd met geld uit het Fonds economische structuurversterking

2

Exclusief 29 tijdelijke specifieke uitkeringen, bekostigd met geld uit het Fonds economische structuurversterking

31.4 Kengetal

Waarde 2007

Waarde 2008

Waarde 2009

Waarde 2010

Aantal gemeenten onder preventief financieel toezicht

19

14

10

14

Bron: Toezichtverslag 2010 van provincies op gemeenten

31 Operationele doelstelling 2

Het stimuleren van de politieke participatie en de betrokkenheid van de burger bij het democratisch proces.

Doelbereiking

De betrokkenheid bij en deelname van burgers aan de politiek en de samenleving zijn van groot belang. Als meer burgers participeren in de politiek draagt dit bij aan de legitimiteit van het openbaar bestuur. De bevordering van sociale samenhang en van verantwoordelijk gedrag van burgers tegenover elkaar en tegenover de overheid is van essentieel belang in een goed werkend openbaar bestuur.

Subsidiëring van politieke partijen

Instrumenten

Politieke partijen die bij de laatste verkiezingen zetels in de Eerste en/of Tweede Kamer hebben behaald kunnen aanspraak maken op een jaarlijkse subsidie. Toekenning gebeurt op grond van de voorschriften in de Wet subsidiering politieke partijen. Voornemen is een nieuwe Wet Financiering Politieke Partijen (WFPP) te realiseren, waarin naast subsidievoorschriften ook regels voor giften en partijsponsoring zijn opgenomen. Het ontwerpwetsvoorstel dat daartoe is opgesteld, is aangepast aan het advies van de Raad van State, het advies van de Kiesraad en de aanbevelingen Group of States against Corruption (GRECO) die de Raad van Europa in juni 2008 heeft gedaan (Kamerstukken II, 2007–2008, 31 200, nr. 77). Nadien is het gewijzigde ontwerpwetsvoorstel met de politieke partijen en de Kiesraad besproken.

Oprichting van het Huis voor Democratie en Rechtsstaat

In 2010 is de stichting Huis voor Democratie en Rechtsstaat opgericht. Op 30 september 2010 vond de formele oprichting plaats tijdens een bijeenkomst met de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer. Het Huis heeft tot doel om de kennis over en de deelname aan de democratie te vergroten. In het Huis zijn twee bestaande instellingen, het Instituut voor Publiek en Politiek en de Stichting Bezoekerscentrum Binnenhof, opgegaan. Het programma de Haagse Tribune, dat tot doel heeft om leerlingen uit het voortgezet onderwijs op en rond het Binnenhof ervaring op te laten doen met politiek, democratie en rechtsstaat, is in 2010 voortgezet. In het schooljaar 2009–2010 hebben 25 000 scholieren aan het programma deelgenomen.

Rekruteringstool volksvertegenwoordigers

De rekruteringstool is eind 2010 voltooid en zal in 2011 aangeboden worden aan de politieke partijen.

Het verspreiden van het Handvest Verantwoordelijk Burgerschap

Het discussie- en onderzoekstraject over verantwoordelijk burgerschap heeft reeds in december 2009 geresulteerd in het rapport «Bouwstenen van burgerschap» van Veldkamp en de weekkalender 2010 over burgerschap (Kamerstukken II, 2009–2010, 29 614, nr. 20). Daarbij is een aantal belangrijke waarden en gedragsregels geïdentificeerd die volgens de representatieve enquête in het rapport Veldkamp veel steun genieten onder de bevolking. Het verdere traject met betrekking tot het handvest is bij de val van het kabinet in februari 2010 controversieel verklaard en daarom is er geen handvest uitgebracht.

Het via de VNG oprichten van een helpdesk en expertisenetwerk burgerparticipatie

Het afgelopen jaar zijn de nodige activiteiten ondernomen om de expertise over burgerparticipatie te verspreiden over een breed netwerk. Er is een werkboek over hoe om te gaan met burgerinitiatieven ontwikkeld en er is een publicatiereeks over burgerparticipatie voor verschillende doelgroepen uitgegeven.

Circa 40 voorhoedegemeenten wisselen regelmatig leerervaringen uit over omgaan met burgerinitiatieven.

Er is een leerkring van negen gemeenten opgericht, die allemaal werken aan een eigen voorbeeldproject. De deelnemende gemeenten zijn Almere, Amersfoort, Amsterdam-Stadsdeel Nieuw West, Amsterdam-Stadsdeel Oost, Berkelland, Enschede, Hellendoorn, Tilburg en Zwolle. Zij werken vooral aan de processen en afspraken binnen hun eigen gemeente. De rol van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is het leerproces te ondersteunen mede met oog op het uitdragen van de ervaringen naar andere gemeenten.

Realisatie meetbare gegevens

31.5 Indicatoren

Streefwaarde 2009

Streefwaarde 2010

Realisatie 2010

1. Aantal gemeenten dat gebruik maakt van lessen uit de proeftuinen en experimenten (IAMB1)

100

150

1

2. Percentage gemeenten en departementen dat beschikt over methodische aanpak van burgerinitiatieven

15%

20%

1

1

De eerste indicator stamt uit 2008/2009. Toen was er een concreet project «In Actie Met Burgers!» (IAMB) met proeftuinen en experimenten. Dat is echter afgerond in 2009, en geëvalueerd. De indicator is per abuis in de begoting blijven staan.

De tweede indicator betreft het beoogde streven om overheden systematisch en responsief te laten reageren op burgerinitiatieven. Hier ontbreekt een monitorinstrument. Zoals aangegeven in de begoting 2011 zal een nieuwe monitorinformatie worden ontwikkeld.

31.6 Kengetal

Verleende subsidie 2009

Verleende subsidie 2010

Partij

  

CDA

3 689 447

3 725 439

PvdA

3 123 645

3 087 566

SP

2 394 179

2 510 432

VVD

2 204 470

2 182 701

GL

967 414

966 425

CU

986 719

968 209

D66

684 230

723 450

PvdD

540 977

544 789

SGP

816 707

780 598

OSF

375 589

394 407

Bron: Financiële administratie ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

31 Operationele doelstelling 3

Het in stand houden en optimaliseren van de reisdocumentenketen en het stelsel van de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA).

Doelbereiking

De betrouwbare GBA wordt bereikt door het verbeteren van de kwaliteit van de GBA. Het actieplan kwaliteit GBA heeft als doel de betrouwbaarheid van de GBA op een beter niveau te brengen in samenwerking met VNG en gemeenten (motie Heijnen en Bilder, Kamerstukken II, 2007–2008, 31 200, nr. 34).

Met de inwerkingtreding per 10-10-10 van de aangepaste regelgeving voor de openbare lichamen is de bevoegdheid voor de bevolkingsadministraties en de identiteitskaarten («sédula») van de drie eilanden BES overgegaan naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voorts zijn de openbare lichamen in de Paspoortwet zoveel mogelijk op één lijn gebracht met Nederlandse gemeenten.

Conform de afspraken in het bestuurlijk akkoord BZK-VNG van 5 maart 2009 heeft het programma modernisering GBA in 2010 uitvoering gegeven aan het vastgestelde programmaplan, dat een looptijd heeft tot 2015.

Het verbeteren van de kwaliteit van de GBA

Instrumenten

In 2010 is opnieuw een momentopname uitgevoerd naar de kwaliteit van de GBA. Uit het onderzoek is gebleken dat de kwaliteit met 0,8% is gestegen ten opzichte van 2009. Het percentage correcte registraties in 2010 bedroeg 94,4%, Hierover is de Tweede Kamer reeds geïnformeerd (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 444, nr. 7). In 2011 wordt het actieplan geëvalueerd en worden de opbrengsten gedefinieerd.

Het programma modernisering GBA

De eerste ICT-voorzieningen voor de modernisering GBA zijn opgeleverd, de gegevensset (onderdeel van het nieuw Logisch Ontwerp) is vastgesteld en onderdelen van het nieuwe gemeentelijke burgerzakensysteem zijn ontworpen. In april 2010 heeft een Gatewayreview plaatsgevonden, waarin de verwachting is uitgesproken dat het programma succesvol kan worden afgerond. Eind 2010 is aan de Tweede Kamer een voortgangsrapportage gezonden (Kamerstukken II, 2010–2011, 27 859, nr. 39).

Overgang bevoegdheid voor bijhouding bevolkingsadministraties op Bonaire, Sint Eustatius en Saba van de eilandsbesturen naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De bij de regelgeving horende uitvoeringstrajecten op de BES-eilanden waren tijdig afgerond. De verstrekking van persoonsgegevens uit de drie bevolkingsadministraties aan Nederlandse overheidsinstellingen is op 10-10-10 van start gegaan evenals de uitgifte van een nieuw, op de drie eilanden afgestemd model identiteitskaarten. Het traject kwaliteitsverbetering bevolkingsadministraties heeft de gegevens in de bevolkingsadministraties substantieel verbeterd. Om de gegevens in de bevolkingsadministraties op het in Nederland gestelde kwaliteitsniveau te brengen en te houden is echter meer nodig, vooral op het punt van training en opleiding van medewerkers. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties spant zich dan ook in de eilanden hier nog enige tijd bij te ondersteunen. Wat betreft de toezegging aan de Tweede Kamer dat de identiteitskaarten van de openbare lichamen zo spoedig mogelijk zullen worden vervangen door de NIK, zal in 2011 een inventariserend onderzoek de gevolgen van het wegnemen van de sédula uit de Nederlands Antilliaanse systematiek in kaart en de besluitvorming voorbereiden.

Invoering van een verbeterd paspoortuitgifte systeem

Voor zover deze doelstelling betrekking heeft op de ontwikkeling van de online raadpleegbare reisdocumentenadministratie (ORRA) wordt verwezen naar hetgeen de voormalige Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft gezegd tijdens het Algemene Overleg van 7 oktober 2010 en daarna bevestigt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken en in antwoord op verschillende schriftelijke vragen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties oriënteert zich in de komende maanden op dit dossier om tot een oordeel te kunnen komen over de wijze waarop de ORRA vorm zou kunnen krijgen. De uitkomst van de oriëntatie zal, conform de toezegging daarover, aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.

Landelijke uitrol van de resultaten van regionale proeven inzake andere procedures bij aangifte van vermissing en vermoeden van fraude met reisdocumenten

De regionale proeven inzake andere procedures bij aangifte van vermissing en vermoedens van fraude met reisdocumenten zijn uitgebreid na een evaluatie en aanbevelingen van de eerste fase van de proef. Naast doorstart met de regio Amsterdam-Amstelland, is ook een proef gestart in de politieregio Zuid-Holland Zuid en zal een proef worden gestart in Gelderland-Midden. Na evaluatie van de proeven zullen beleid en regelgeving worden aangepast.

Realisatie meetbare gegevens

In de paragraaf van het Agentschap Basisregistratie, Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) zijn diverse meetbare gegevens opgenomen.

31 Operationele doelstelling 4

Het waarborgen van de grondrechten en zorgen voor een goed functionerend constitutioneel bestel.

Doelbereiking

CZW heeft zich ten aanzien van bovenstaande doelstelling als volgt ingespannen:

  • wetsvoorstel College voor de Rechten van de Mens (Kamerstukken II, 2010, 32 467, nr. 2) is in september 2010 ingediend. Dit wetsvoorstel strekt ertoe een nationaal mensenrechteninstituut op te richten: het College voor de rechten van de mens. Het College zal tot doel hebben de mensenrechten in Nederland te beschermen en de naleving daarvan te bevorderen. Het College zal een cruciale schakel zijn tussen het maatschappelijk middenveld, nationale en internationale organisaties. Zo zal het op belangrijke wijze bijdragen aan het vertalen van het beginsel menselijke waardigheid naar handreikingen om aan dat beginsel in de praktijk vorm te geven. Het College wordt hiermee hoeder van de menselijke waardigheid;

  • de staatscommissie Grondwet heeft advies uitgebracht aan de regering in november 2010;

  • Wetsvoorstel (Kamerstukken II, 2010, 32 522, nr. 2) is ingediend bij de Tweede Kamer in september 2010. Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over de Nederlandse taal en het doen vervallen van additionele artikelen die zijn uitgewerkt. Met dit wetsvoorstel wordt de status van de Nederlandse en de Friese taal in de Grondwet verankerd. Daarmee wordt beoogd de positie van deze nationale talen te beschermen en te versterken in een almaar globaliserende wereld. Als gevolg van de internationalisering en de pluriforme samenstelling van de Nederlandse bevolking worden er steeds meer talen gesproken in Nederland. Onder meer het arbeidsverkeer tussen EU-landen, immigratie, uitwisseling van studenten, toerisme en internet dragen daaraan bij. In het bijzonder het Engels wint door het proces van internationalisering in toenemende mate terrein in Nederland. De internationale ontwikkeling is niet tegen te houden. De Nederlandse taal ontwikkelt zich eveneens onder invloed van nieuwe communicatiemiddelen. Met die ontwikkelingen is niets mis, zolang het gebruik van de Nederlandse taal niet in de verdrukking komt. Dit wetsvoorstel moet waarborgen dat men in Nederland te allen tijde met de Nederlandse taal terecht kan.

Instrumenten

De voorgenomen instrumenten voor het waarborgen van de grondrechten en zorgen voor een goed functionerend constitutioneel bestel zijn ingezet.

Verder ontwikkelen antidiscriminatiebeleid

  • In 2010 heeft de werkgroep Gezamenlijke Aanpak Discriminatie waarin vertegenwoordigers zitten van verschillende ministeries, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en discriminatie registrerende organisaties zoals politie, OM, antidiscriminatievoorzieningen en de Commissie gelijke behandeling twee expertmeetings gehouden over de stroomlijning van registratie en gegevensuitwisseling van discriminatiegegevens.

  • Om de bewustwording van discriminatie en de meldingsbereidheid van discriminatie onder het publiek te vergroten heeft in 2010 van 23 augustus tot en met 26 september een herhaling van een landelijke voorlichtingscampagne plaatsgevonden.

  • Op 13 september 2010 is een brief naar de Tweede Kamer gezonden met daarin het actieprogramma bestrijding van discriminatie waarin een aanpak van discriminatie wordt uiteengezet die zich richt op de lokale aanpak, meldingen en aangiften, registratie, opsporing en vervolging en voorlichting van discriminatie.

  • Er is in opdracht van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een onderzoek uitgevoerd naar de uitvoering van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. Bij brief van 17 december is het onderzoeksrapport naar de Tweede Kamer gezonden inzake de gemeentelijke antidisciminatievoorzieningen in Nederland.

31 Operationele doelstelling 5

Een zodanige toerusting van de Kiesraad dat een goede organisatie en begeleiding van het verkiezingsproces en een kwalitatief hoogwaardige advisering over het kiesrecht en de verkiezingen zijn gewaarborgd.

Doelbereiking

De Kiesraad is het centraal stembureau voor de verkiezingen van de leden Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europees Parlement. De Raad is tevens adviescollege voor regering en parlement over kiesrecht en organisatie en uitvoering van verkiezingen.

Op 3 maart 2010 vonden in 394 gemeenten gemeenteraadsverkiezingen plaats. Hoewel de Kiesraad bij gemeenteraadsverkiezingen niet optreedt als centraal stembureau, brengen deze verkiezingen werkzaamheden voor (het secretariaat van) de Kiesraad met zich mee. Burgers, gemeenten, politieke partijen en andere instanties doen in verkiezingstijd een beroep op de Kiesraad als informatiecentrum. Om de vragen die aan de Kiesraad gesteld worden te beantwoorden, is tijdens de gemeenteraadsverkiezingen een Informatiepunt Verkiezingen ingesteld. Het Informatiepunt is een samenwerkingsverband tussen de Kiesraad en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en valt onder de verantwoordelijkheid van de Kiesraad.

Aanvankelijk zouden de verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer in mei 2011 plaatsvinden, maar door de val van het kabinet werden er vervroegde verkiezingen gehouden op 9 juni 2010. De Kiesraad treedt bij de Tweede Kamerverkiezing op als centraal stembureau. Dit houdt onder andere in dat de Kiesraad een register van aanduidingen ten behoeve van de verkiezing voor de leden van de Tweede Kamer bijhoudt. In 2010 zijn 19 nieuwe aanduidingen geregistreerd door de Kiesraad.

Ook voor de Tweede Kamerverkiezing is, in samenwerking met Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een Informatiepunt Verkiezingen ingesteld. De Kiesraad heeft op 15 juni 2010 de officiële uitslag van de Tweede Kamerverkiezing vastgesteld en bekend gemaakt.

In 2010 waren er 19 verkiezingen vanwege gemeentelijke herindelingen. In 10 gemeenten is de herindeling door het toenmalige demissionaire kabinet aangehouden (controversieel verklaard). In deze gemeenten hebben op 24 november reguliere en herindelingsverkiezingen plaatsgevonden.

Bij de verkiezingen van de gemeenteraden, Tweede Kamer en bij de herindelingsverkiezingen in 2010 is de door de Kiesraad ontwikkelde Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV) gebruikt door politieke partijen, (hoofd)stembureaus en het centraal stembureau ter ondersteuning van de kandidaatstelling en de berekening en vaststelling van de uitslag.

De voorzitter van de Kiesraad heeft tot taak om bij het openvallen van een plaats in de Tweede Kamer, de Eerste Kamer of het Europees Parlement een kandidaat te benoemen als lid van het betreffende vertegenwoordigende orgaan. In 2010 zijn in 24 vacatures opvolgers benoemd.

De Kiesraad is in 2010 bij verschillende rechtszaken betrokken. Het betrof zowel zaken waarin de Kiesraad partij was bij het geding, als zaken waarin de Kiesraad als deskundige is opgetreden. In die gevallen waarin de Kiesraad als deskundige optrad, werd door de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om inlichtingen verzocht op grond van artikel 8:45 van de Algemene wet bestuursrecht.

Rondom de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 zijn 33 beroepschriften ingediend waar de Kiesraad door de Afdeling is gevraagd om inlichtingen. Bij 2 zaken was de Kiesraad als partij betrokken bij het geding.

De Kiesraad bracht in 2010 zes adviezen uit.

Instrumenten

Uitvoeren adviestaak door gevraagd en mogelijk ook ongevraagd adviezen uit te brengen is gerealiseerd.

Realisatie meetbare gegevens

De Raad valt onder de Kaderwet adviescolleges en stelt in de uitvoering daarvan jaarlijks een jaarverslag op.

Adviezen van de Kiesraad aan het parlement worden ter kennis gebracht van de Tweede Kamer. Indien de Kamer dit wenselijk acht, wordt een advies nader toegelicht in een overleg met de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken. Alle adviezen van de Raad worden gepubliceerd op de website van de Raad (www.Kiesraad.nl).

Sommige besluiten die de Raad in zijn hoedanigheid van centraal stembureau neemt, zijn in rechte toetsbaar. Over de rechtmatigheid van de verkiezingen oordeelt de Tweede Kamer (Tweede Kamerverkiezing en verkiezing Europees Parlement) dan wel de Eerste Kamer (Eerste Kamerverkiezing).

31.1 Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid

Tabel 31.7

Onderzoek onderwerp

AD of OD

Start/Afgerond

Vindplaats

Beleidsdoorlichting

Dualiseringen overhedenoverleg

OD 31.1

Start: 2007

Kamerstukken II, 2007–2008, 30 958, nr. 2

Afgerond: 2007

Effectenonderzoek ex post

   

Overig evaluatieonderzoek

Evaluatie Rekenkamerfunctie op lokaal niveau

OD 31.1

Start: 2010

 

Afgerond: april 2011

 

Integrale evaluatie financiële functie

OD 31.1

Start: 2010

Kamerstukken II, 2009–2010, 30 902, nr. 18

Afgerond: 2010

 

De AWB en Burgers: ervaringen met bezwaarschriftprocedures in de praktijk

OD 31.4

Start: 2008

 

Afgerond: 2011

Licence