Base description which applies to whole site

4.7. Beleidsartikel 26 Commando DienstenCentra

Algemene doelstelling

Het Commando DienstenCentra (CDC) voorziet in een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht.

Doelbereiking

Het CDC heeft zich in 2010 verder ontwikkeld als een klantgerichte en kostenbewuste shared-service organisatie. De producten en diensten van het CDC komen in goede afstemming met de gebruikers en de beleidsverantwoordelijken tot stand. De producten- en dienstencatalogus (PDC) bevat een overzichtelijke weergave. Afspraken over de dienstverlening worden vastgelegd in dienstverleningsovereenkomsten (DVO’n) tussen de defensieonderdelen en de afzonderlijke bedrijfsgroepen van het CDC. Vanwege de financiële krapte binnen Defensie bleek het lastig om in 2010 tijdig alle DVO’n met de klanten af te sluiten. Gelukkig heeft dit niet geleid tot grote knelpunten in de uitvoering van de dienstverlening.

De verbetering van de dienstverlening is een van de belangrijkste strategische doelen van het CDC. In 2010 is het CDC begonnen met de uitwerking van een grote reorganisatie. Deze reorganisatie is gericht op de verbetering van de (geïntegreerde) dienstverlening voor de gebruiker, een grotere flexibiliteit van de organisatie en de realisatie van opgelegde taakstellingen.

Het jaar 2010 stond ook in het teken van de voorbereiding en uitvoering van de verhuizing van CDC-onderdelen naar de Kromhoutkazerne in Utrecht. In 2010 zijn in totaal ongeveer 1 000 VTE’n al naar Utrecht verhuisd.

Naast de reguliere bewaking en sturing van de prestaties van de bedrijfsgroepen zijn in 2010 ook vergelijkende benchmark-onderzoeken en sourcing-toetsen uitgevoerd. Hierbij zijn vergelijkingen met de markt of vergelijkbare overheidsdiensten gemaakt. Uit deze vergelijkingen blijkt de mate van marktconformiteit. Zij zorgen ervoor dat het CDC als interne leverancier binnen de defensieorganisatie de prijzen zo laag mogelijk houdt. Verder kunnen op grond van de vergelijkingen beslissingen worden genomen over samenwerkingsverbanden met andere partijen. In 2010 is het project Publiek-Private Samenwerking (PPS) Kromhoutkazernein de opleverfase beland, is besloten de dienst mainframe hosting aan te besteden en zijn stappen gezet in de richting van het van de markt betrekken van cateringdiensten. Verder zijn in 2010 diverse andere sourcing-onderzoeken in de rapportagefase beland.

Externe factoren

Het CDC werkt op grote schaal samen met private (markt)partijen. De financiële omvang hiervan bedroeg in 2010 circa 50 procent van de omzet van het CDC. Samenwerking met en uitbesteding aan deze partijen heeft veel voordelen, maar brengt ook afhankelijkheden met zich mee. Dit maakt het CDC ook kwetsbaarder voor bewegingen in de markt. Onverwachte faillissementen en overnames kunnen bijvoorbeeld een ongestoorde dienstverlening in de weg staan. Het CDC is zich bewust van deze kwetsbaarheden en maakt bij elke samenwerking een adequate risicoafweging.

Budgettaire gevolgen van beleid

De onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2010.

Bedragen x € 1 000

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Begroting 2010

Verschil

Verplichtingen

942 294

688 459

1 552 006

1 274 914

1 042 011

1 148 191

– 106 180

Uitgaven

       

Programma-uitgaven

       

Bedrijfsgroep Informatievoorziening

40 516

35 680

40 275

40 163

34 920

39 897

– 4 977

Bedrijfsgroep Transport

71 290

90 088

93 253

99 740

93 032

94 321

– 1 289

Bedrijfsgroep Gezondheidszorg

62 690

76 900

88 944

93 146

92 562

86 705

5 857

Bedrijfsgroep Facility Services

26 209

56 233

188 034

207 986

210 522

170 335

40 187

Bedrijfsgroep Personele Diensten

60 941

69 832

88 723

114 462

115 619

106 066

9 553

Attachés

17 468

17 146

16 700

20 587

21 939

20 688

1 251

Investeringen Infrastructuur

250 040

184 356

197 896

220 069

219 435

231 450

– 12 015

Investeringen Informatievoorziening

151 393

124 509

93 355

90 826

88 300

124 383

– 36 083

Exploitatie Informatievoorziening

46 890

97 253

124 574

127 345

143 657

159 891

– 16 234

Nederlandse Defensie Academie

50 908

53 666

64 249

63 674

58 563

59 604

– 1 041

Bedrijfsgroep ICT

8 329

13 283

14 005

16 091

15 844

16 012

– 168

Totaal programma-uitgaven

786 674

818 946

1 010 008

1 094 089

1 094 393

1 109 352

– 14 959

Apparaatsuitgaven

       

Staf Commando DienstenCentra

53 339

61 834

67 179

59 628

53 070

25 472

27 598

Bijdragen aan baten-lastendiensten

4 880

7 259

11 454

12 376

12 294

10 367

1 927

Totaal apparaatsuitgaven

58 219

69 093

78 633

72 004

65 364

35 839

29 525

Totaal uitgaven

844 893

888 039

1 088 641

1 166 093

1 159 757

1 145 191

14 566

Ontvangsten

       

Totale ontvangsten

43 766

58 639

58 667

85 418

68 915

96 654

– 27 739

Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen.

Verplichtingen

De neerwaartse bijstelling van de verplichtingen is voor € 88,2 miljoen het gevolg van een administratieve correctie op de verplichtingenstand van de infra-investeringen. Daarnaast zijn er minder verplichtingen in investeringen infrastructuur, zoals de nieuwbouw van het CKmar op Schiphol en investeringen informatievoorziening, zoals het Electronic Key Management System (EKMS).

Uitgaven

Programma-uitgaven

De hogere uitgaven bij de Bedrijfsgroep Personele Diensten worden veroorzaakt door de betaling van € 9 miljoen voor claims naar aanleiding van het helikopterongeluk in de Bommelerwaard. Bij de Bedrijfsgroep Gezondheidszorg is € 4 miljoen meer uitgegeven door hogere personele uitgaven bij de ARBO-dienst en € 1 miljoen voor bovenformatieve inhuur. Verder zijn er hogere uitgaven bij de Bedrijfsgroep Facility Services van € 14 miljoen ten behoeve van de bewaking van de vliegbases Soesterberg en Twente, € 19 miljoen ten behoeve van het Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD) en € 3 miljoen voor projectmatige inhuur.

Hiertegenover staan € 52,3 miljoen lagere uitgaven voor Informatievoorziening. Deze lagere uitgaven zijn ontstaan door herfasering van projecten (ad € 19 miljoen), door een correctieboeking (ad € 24 miljoen), de overdracht van budget aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in verband met de bijdrage aan de exploitatie van C2000 en lagere uitgaven voor de exploitatievoorbereiding van SPEER.

Bij de investeringen op het gebied van infrastructuur is een eenmalige bijdrage van € 6,1 miljoen ontvangen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor de ontwikkeling van windenergie in Coevorden. De huisvesting van het EATC heeft tot € 4 miljoen hogere uitgaven geleid. Verder zijn ten laste van de infra-investeringen voor € 10 miljoen budgetten herschikt voor de verhuis- en inrichtingskosten bij de DMO en is € 12 miljoen binnen het CDC herschikt.

Apparaatsuitgaven

De hogere apparaatsuitgaven betreffen voor € 17 miljoen hogere infrastructurele uitgaven (instandhouding en gebruiksvergoeding) en € 4 miljoen bovenformatieve inhuur. Het resterende verschil betreft diverse kleinere posten, waaronder € 2 miljoen nog te verrekenen met de baten-lastendiensten.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn neerwaarts bijgesteld als gevolg van het vertragen van verkoopopbrengsten voor afstotingsprojecten, zoals de Topografische Dienst Emmen, Vliegbasis Twente, het stafgebouw van het opleidingscentrum van het CKmar in Apeldoorn en de Militair Geneeskundige Dienst in Ede.

Investeringen Infrastructuur

Projecten in uitvoering (bedragen x € 1 miljoen)

Investeringen Infrastructuur

Project-volume * (2011)

Fasering tot

Gerealiseerde uitgaven t/m 2009

Verwachte uitgaven in 2010

Gerealiseerde uitgaven in 2010

Verschil uitgaven 2010

Nieuwbouw Schiphol

140.4

2014

64.8

31.3

26.8

-4.5

Herbelegging infrastructuur vliegbases Soesterberg en Gilze-Rijen

232.5

2012

196.7

10.0

6.9

-3.1

Infrastructuur voorziening KMA

52.3

2015

13.9

4.6

2.3

-2.3

Aanpassing / renovatie Plein/Kalvermarkt-complex

26.0

2012

1.4

15.8

9.7

-6.1

Hoger Onderhoud Woensdrecht

76.6

2015

0.5

1.6

1.8

0.2

Nieuwbouw LOKKmar

85.4

2016

3.7

8.0

7.1

-0.9

Nieuwbouw kantorencomplex Kromhoutkazerne (PPS)

n.v.t.

n.v.t

n.v.t.

0

4.5

4.5

EPA Maatregelen

64.4

2021

5.7

5.7

5.7

0

Strategisch Vastgoedplan KMar

32.5

2016

4.2

3.7

0

-3.7

*

De projectvolumes zijn opgenomen exclusief honorarium, met uitzondering van het project «Herbelegging infrastructuur Gilze-Rijen» waarvoor het taakstellend bedrag inclusief honorarium DVD is opgenomen).

Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen

Aanpassing/renovatie PKC

De planning van de uitvoering heeft 29 weken vertraging opgelopen. De verwachte opleveringsdatum verschuift naar december 2011 en de ingebruikname naar het vierde kwartaal van 2012.

Investeringen Informatievoorziening

Omschrijving project

Projectvolume (cfm OB 2011)

Fasering tot *

Gerealiseerde uitgaven t/m 2009

Verwachte uitgaven in 2010

Gerealiseerde uitgaven in 2010

Verschil uitgaven 2010

DI-informatisering

61,3

2015 (2015)

19,2

7,3

1,8

– 5,5

SPEER

268,1

2014 (2014)

179,2

37,5

30,6

– 6,9

Herinrichting personele functiegebied

38,4

2010 (2010)

34,8

1,4

2,2

– 0,8

Legacy ERP (PALS)

36,0

2013 (2013)

15,7

4,8

4,8

0,0

@migo

19,0

2012 (2013)

0,1

8,5

7,4

– 1,1

Secure Werkplekdienst Defensie (SWD)

20,7

2015 (2015)

0,0

2,7

0,0

– 2,7

Electronic Key Management System (EKMS)

18,0

2013 (2012)

0,0

6,0

0,0

– 6,0

Defensiebreed Computer Emergency Response Team (DEFCERT)

7,5

2012 (2013)

0,0

2,1

0,5

– 1,6

Defensiebrede vervanging C2000 randapparatuur

9,2

2013

0,0

0,0

3,6

3,6

*

Tussen haakjes is de oorspronkelijke planning uit de begroting 2010 opgenomen.

DI-informatisering

Met documentaire informatievoorziening worden alle activiteiten bedoeld die nodig zijn om een organisatie de documenten te verschaffen voor de taakuitvoering en hierover verantwoording te kunnen afleggen. De documentaire informatiefunctie binnen Defensie wordt stapsgewijs verbeterd door een aantal kleinere afzonderlijke projecten met een geringe financiële omvang. Dit komt de projectbeheersing ten goede en vermindert de risico’s. In de ontwerpbegroting 2010 van september 2009 werd nog uitgegaan van de volledige budgettaire behoefte van het programma »DIV-online» waarvoor in 2010 € 7,3 miljoen was gereserveerd. Daarna is besloten tot de stapsgewijze aanpak, waarvoor voor 2010 aanvankelijk € 4,8 miljoen was begroot. Naderhand is de behoefte bijgesteld naar € 2,6 miljoen. Beide wijzigingen zijn verwerkt in de suppletoire begrotingen. Van de begrote € 2,6 miljoen is in 2010 € 1,8 miljoen betaald. De betaling van het resterende bedrag heeft plaats in 2011. Ten slotte is in 2010 het documentmanagementsysteem XpostWeb verder in gebruik genomen.

SPEER (ERP M&F)

Voor 2010 was aanvankelijk een budget van € 37,5 miljoen beschikbaar voor het programma SPEER. In de tweede suppletoire begroting zijn, in overeenstemming met de besluitvorming van juni 2010, de meerjarige budgetten voor het programma SPEER in lijn gebracht met de planning van het programma. Daarbij is het voor 2010 beschikbare budget met € 5 miljoen verlaagd tot € 32,5 miljoen. Uiteindelijk is in 2010 € 30,6 miljoen uitgegeven waardoor per saldo een verschil van € 1,9 miljoen is ontstaan. Dit verschil is het gevolg van een langere dan verwachte doorlooptijd van facturering en betaling. Dit verschil heeft geen gevolgen voor de omvang van het totale programmabudget. De Kamer wordt aan de hand van halfjaarlijkse voortgangsrapportages geïnformeerd over het programma SPEER.

Electronic Key Management System (EKMS)

Defensie gebruikt voor haar taakuitvoering steeds vaker en steeds meer informatie met een vertrouwelijk of gerubriceerd karakter. Cryptomiddelen voorzien daarbij in de beveiliging. Het aanmaken, registreren en uitgeven van cryptosleutels, codeboeken, crypto hard- en software en documentatie geschiedt grotendeels handmatig en decentraal. Dit heeft meerdere tekortkomingen tot gevolg. Verder zijn cryptoproducenten in 2010 gestopt met de productie van papieren crypto en moderniseert en automatiseert de Navo haar cryptodistributie en beheerproces. Om de ambities van Defensie waar te maken moet digitale crypto op een adequate manier worden verwerkt en moet het beheer geautomatiseerd worden ondersteund. TNO heeft in een samen met Defensie uitgevoerde studie vastgesteld dat hiervoor een geautomatiseerd systeem, het EKMS het meest adequaat is. In 2010 stond aanvankelijk € 6 miljoen voor dit project op de begroting. Omdat de projectvoorbereiding meer tijd heeft gekost dan geraamd is echter een vertraging ontstaan.

Prestatiegegevens

Het CDC levert een breed scala aan diensten die voornamelijk indirect bijdragen aan de door Defensie te behalen operationele doelstellingen. Een deel van de diensten levert echter een rechtstreekse bijdrage aan de operationele inzet of operationele gereedstelling van eenheden. Deze diensten bevinden zich op het zogenaamde «operationele koppelvlak». Per bedrijfsgroep is dit nader uitgewerkt.

Prestatiegegevens klanten

Het CDC levert een breed scala aan diensten die voornamelijk indirect bijdragen aan de door Defensie te behalen operationele doelstellingen. Een deel van de diensten levert echter een rechtstreekse bijdrage aan de operationele inzet of operationele gereedstelling van eenheden. Deze diensten bevinden zich op het zogenaamde «operationele koppelvlak». Per bedrijfsgroep is dit nader uitgewerkt.

Resultaat operationele koppelvlakken in 2010

Iedere maand wordt de politieke en ambtelijke top van Defensie in de maandrapportage geïnformeerd over de status van deze operationele prestatie-indicatoren. Over 2010 zijn alle prestatie-indicatoren uitgekomen boven de gestelde streefwaarde van 80 procent in de begroting met uitzondering van de indicator «initiële officiersopleidingen». De lagere score van deze prestatie-indicator heeft niet geleid tot knelpunten in de operationele inzet of operationele gereedstelling van eenheden. De lagere score had te maken met een te hoog gestelde norm voor de instroom van cadetten en adelborsten in 2010.

Bovenstaande tabel geeft een cumulatief beeld over de prestatie-indicatoren in 2010. Voor de indicatoren met een * is een gemiddelde over de tien rapportages berekend, het betreft hier maandindicatoren die niet ook cumulatief worden berekend. Bij de levering van medicijnen is dit een gemiddeld over negen rapportages, aangezien er over juli en augustus geen cijfers beschikbaar waren.

Licence