Base description which applies to whole site

4.6. Beleidsartikel 25 Defensie Materieel Organisatie

Algemene doelstelling

De DMO zorgt voor modern, robuust, kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel.

Doelbereiking

De DMO heeft een bijdrage geleverd aan de hoofddoelstellingen van de krijgsmacht door levering van modern, robuust, kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel.

De DMO heeft hiervoor ondersteuning geleverd door de aanschaf van het materieel, de instandhouding en de afstoting. Hierbij was de DMO beleidsverantwoordelijk voor het defensiebrede materieellogistieke beleid en het beleid met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling. In de paragraaf prestatiegegevens van de DMO wordt toegelicht in hoeverre deze doelstellingen zijn bereikt.

Externe factoren

Het verwerven van modern, robuust, kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel is mede afhankelijk van de door de klant gestelde eisen en de productiecapaciteit van de leveranciers. De beschikbaarheid van capabel geschoold personeel, de toepasbaarheid van ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek en de stand van de techniek bepalen in hoge mate het behalen van deze algemene doelstelling. In 2010 is bovendien de problematiek van de hoge kosten van de materiële exploitatie een beperkende factor gebleken.

Budgettaire gevolgen van beleid

De onderstaande tabel bevat de geraamde en gerealiseerde gevolgen van beleid voor 2010.

Bedragen x € 1 000

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Begroting 2010

Verschil

Verplichtingen

2 807 209

2 379 718

1 933 323

2 180 072

1 128 782

1 794 099

– 665 317

Uitgaven

       

Programma-uitgaven

       

Investeringen zeestrijdkrachten

329 359

266 637

240 177

411 184

264 813

289 478

– 24 665

Investeringen landstrijdkrachten

520 900

649 360

637 886

562 788

363 811

355 702

8 109

Investeringen luchtstrijdkrachten

280 824

438 244

426 739

159 644

238 256

360 212

– 121 956

Investeringen Koninlijke marechaussee

24 144

16 828

10 452

15 536

15 062

16 959

– 1 897

Investeringen Defensiebreed

   

37 427

133 190

246 985

– 113 795

Investeringen overig

20 811

26 277

36 298

36 849

21 676

24 930

– 3 254

Logistieke ondersteuning zeestrijdkrachten

178 696

261 991

246 017

274 912

270 907

240 393

30 514

Logistieke ondersteuning landstrijdkrachten

273 868

277 105

263 339

355 082

292 611

296 624

– 4 013

Logistieke ondersteuning luchtstrijdkrachten

159 045

259 161

298 196

299 267

310 050

256 762

53 288

Totaal programma-uitgaven

1 787 647

2 195 603

2 159 104

2 152 689

1 910 376

2 088 045

– 177 669

Apparaatsuitgaven

       

Staf Defensie Materieelorganisatie

466 816

253 505

256 823

270 498

259 127

246 512

12 615

Bijdragen aan baten-lastendiensten

1 502

3 053

2 590

2 453

3 105

1 919

1 186

Totaal apparaatsuitgaven

468 318

256 558

259 413

272 951

262 232

248 431

13 801

Totaal uitgaven

2 255 965

2 452 161

2 418 517

2 425 640

2 172 608

2 336 476

– 163 868

Ontvangsten

       

Totale ontvangsten

66 937

44 717

49 623

300 240

292 916

269 125

23 791

Toelichting bij de verschillen groter dan € 5 miljoen.

Verplichtingen

De realisatie van het verplichtingenbudget is lager dan aanvankelijk was voorzien als gevolg van vertragingen van grote investeringsprojecten. De investeringsbudgetten zijn aangepast ter compensatie van de hogere exploitatie-uitgaven bij de logistieke ondersteuning van de operationele commando’s. Daarnaast is het saldo van het niet-beleidsartikel 80 (Nominaal en onvoorzien) voor een bedrag van € 61 miljoen verwerkt met de investeringen. Verder heeft de budgettaire problematiek van begin 2010 geleid tot een verplichtingenpauze voor de logistieke ondersteuning. Dit heeft uiteindelijk voor heel 2010 bijgedragen aan € 205,1 minder verplichtingen. De aanpassing van de budgetten hangt samen met de herfasering van een aantal investeringsprojecten. Ook is € 78,3 miljoen voor de NH-90 uitgesteld. € 78,2 miljoen voor F-16 zelfbescherming (ASE) is vertraagd naar 2011, € 85 miljoen voor Vervanging Mortieropsporingsradar (MOR) is doorgeschoven naar 2011 en € 51,1 miljoen voor Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten is vertraagd vanwege de aanbesteding. Het resterende verschil betreft diverse mutaties op de investeringprojecten kleiner dan € 25 miljoen.

Uitgaven

Programma-uitgaven

De investeringsbudgetten zijn € 68 miljoen aangepast ter compensatie van de hogere exploitatie-uitgaven bij de logistieke ondersteuning van de operationele commando’s. Daarnaast is het saldo van het niet-beleidsartikel 80 (Nominaal en onvoorzien) voor een bedrag van € 61 miljoen verwerkt met de investeringen. Ook worden de naar latere jaren verschoven verkoopopbrengsten voor € 71 miljoen ten laste gebracht van de investeringen van de DMO. De aanpassing van de budgetten is mogelijk door de herfasering van een aantal investeringsprojecten. Hier staat tegenover de investeringsbijdrage van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor de Nederlandse deelname aan het C-17 initiatief van de Navo ter vergroting van de strategische luchttransportcapaciteit. Ten slotte is het budget van verschillende kleinere projecten aangepast. De mutaties binnen de projecten worden toegelicht bij de paragraaf uitgaven investeringen.

De uitgaven voor de logistieke ondersteuning zijn gestegen met € 20 miljoen aan afstotingskosten, € 33 miljoen voor brandstof en € 15 miljoen aan andere uitgaven voor de operationele ondersteuning. Daartegenover staat dat voor € 18,2 miljoen aan uitgaven voor munitie en onderhoud voor wapensystemen is vertraagd naar 2011. Het resterende verschil betreft meerdere kleinere posten.

Apparaatsuitgaven

Vanuit de andere defensieonderdelen is voor een bedrag van € 11,7 miljoen bijgedragen aan het budget voor defensiebrede energie-uitgaven. Het resterende verschil betreft meerdere kleinere posten.

Ontvangsten

Per saldo is in 2010 een bedrag van € 23,8 miljoen meer ontvangen dan aanvankelijk in de begroting van 2010 was voorzien. Bij de eerste suppletoire begroting van 2010 zijn de ontvangsten met € 78,1 miljoen verhoogd door vertragingen bij de verkoop van de Orion-vliegtuigen aan Portugal en de mijnenjagers aan Letland uit 2009. Bij de tweede suppletoire begroting zijn de verkoopopbrengsten voor € 71 miljoen geherfaseerd naar 2011 en verder. Het betreft wapensystemen zoals tanks en pantserhouwitsers. Het resterende verschil betreft meerdere kleinere posten.

Operationele doelstellingen

Operationele doelstelling 1 – Voorzien in nieuw materieel

De DMO heeft in het kader van haar defensiebrede materieellogistieke beleidsverantwoordelijkheid invulling gegeven aan de doelstelling «voorzien in». In 2010 hebben zich op dit gebied onder andere de volgende ontwikkelingen voorgedaan.

Ten aanzien van Duurzaam Inkopen is in 2010 verder invulling gegeven aan de implementatie van het kabinetsbeleid om vanaf 2010 100 procent duurzaam in te kopen (doelstelling 21 van het kabinet-Balkenende IV). De uitgangspunten van het rijksbrede programma Duurzaam Inkopen zijn onverkort van toepassing verklaard op verwervingsactiviteiten van Defensie, waaronder de agentschappen. Slechts in een aantal gevallen mag worden afgeweken van de uitgangspunten van het rijksbrede programma. Het betreft situaties waarbij de duurzaamheidseisen niet in overeenstemming kunnen worden gebracht met de eisen voor veiligheid, wanneer de aanschaf van een duurzaam product substantieel duurder is of in het geval dat duurzame producten en diensten niet in voldoende mate beschikbaar zijn.

In 2010 heeft Defensie als categoriemanager van het Rijk voor de inkoop van dienstauto's deelgenomen aan en aansluiting gezocht bij de stichting Dutch Consortium for the Tender of Electric Cars (DC-TEC). DC-TEC heeft als doelstelling de verwerving van vierhonderd elektrische voertuigen ten behoeve van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Naast het Rijk nemen ook andere overheden en verscheidene marktpartijen deel aan dit consortium.

Uitgaven investeringen

Projecten waarvan in 2010 voor € 10 miljoen of meer is gewijzigd worden afzonderlijk toegelicht, evenals wijzigingen in de planning van het Defensie Materieelproces (DMP). De Kamer heeft met de motie-Knops (Kamerstuk 32 123 X, nr. 68) de wens uitgesproken dat de voorstudiefase (B-fase), de studiefase (C-fase) en verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) van het DMP in beginsel niet worden samengevoegd. Om hier gevolg aan te geven wordt de Kamer sinds 2010 meer dan voorheen per afzonderlijke DMP-fase geïnformeerd over de voortgang van materieelprojecten.

Investeringen zeestrijdkrachten

Bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving project

Projectvolume (cfm OB 2011)

Fasering tot *

Gerealiseerde uitgaven t/m 2009

Verwachte uitgaven in 2010

Gerealiseerde uitgaven in 2010

Verschil uitgaven 2010

Aanpassing Mijnenbestrijdingscapaciteit (PAM)

186,3

2012

172,2

8,3

5,7

-2,6

FRISC

28,6

2012 (2011)

0,0

13,0

0,3

-12,7

Kwantitatieve versterking mariniersbataljons

35,1

2013 (2012)

0,0

10,9

0,0

-10,9

Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF)

1 553,3

2014 (2013)

1 507,0

7,5

6,1

-1,4

LCF Munitie

335,1

2016

297,1

2,5

2,1

0,4

LCF Walreserve

37,5

2011 (2010)

33,2

0,4

1,1

0,7

Patrouilleschepen

511,5

2014

206,9

139,8

146,0

6,2

Verwerving Joint Support Ship (JSS)

377,6

2015

2,3

41,4

30,5

-10,9

*

Tussen haakjes is de oorspronkelijke planning uit de begroting 2010 opgenomen

FRISC

In januari 2011 is het eerste Fast Raiding, Interception and Special Forces Craft (FRISC) opgeleverd door de leverancier. In februari 2011 begint de test- en evaluatiefase. De oplevering is enkele maanden vertraagd, onder andere als gevolg van de latere levering van een aantal onderdelen. Het betalingsschema is vanwege de vertraagde levering aangepast. De oplevering van de eerste vaartuigen blijft echter in lijn met het project Patrouilleschepen.

Kwantitatieve versterking mariniersbataljons

Er is voor een bedrag van € 10,9 miljoen aan betalingen overgeheveld naar latere jaren. Dit is grotendeels veroorzaakt doordat de nieuwbouw in Den Helder vertraging heeft opgelopen. Deze vertraging vormt echter geen belemmering voor de gereedstelling van de versterkte mariniersbataljons omdat deze van tijdelijke infrastructuur gebruik kunnen maken.

Verwerving Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS)

Een bedrag van € 10,9 miljoen aan betalingen is vertraagd naar 2011. Dit komt grotendeels doordat ontwerpactiviteiten van de werf Damen Schelde Naval Shipbuilding (DSNS) enkele maanden zijn uitgelopen. Hierdoor worden de betalingen voor deze ontwerpactiviteiten later uitgevoerd en worden bestellingen later geplaatst. Dit heeft geen gevolgen voor de geplande aanvang van de bouw van het schip in 2011.

Tabel projecten in planning

Investeringen zeestrijdkrachten

Planning DMP-proces *

2009

2010

2011

Herintroductie mijnenveegcapaciteit

 

(BC) B

(D) C

Instandhouding Goalkeeper **

(A)

A

 

Instandhouding M-fregatten (deels in realisatie)**

   

Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten**

   

Maritime Tactical Ballistic Missile Defence (MTBMD)

(A)

 

A

Modificatie MK48 Torpedo**

(A) A

  
*

Tussen haakjes is de oorspronkelijke planning uit de begroting 2010 opgenomen.

**

Gemandateerde projecten waarvan de A-brief al verzonden is.

Instandhouding Goalkeeper

De brief over de A-fase is op 10 maart 2010 verzonden (Kamerstuk 32 123 X, nr. 106). Dit was later dan aanvankelijk voorzien als gevolg van een herschikking van het project.

Herintroductie mijnenveegcapaciteit

In overeenstemming met de motie-Knops zijn de B- en C-fase van dit project gescheiden. Op 28 mei 2010 is de B-brief naar de Kamer verzonden (Kamerstuk 32 123 X, nr. 132). De planning van dit project is aangepast als gevolg van een budgettaire herschikking.

Maritime Tactical Ballistic Missile Defence (MTBMD)

Met de MTMBD worden de Luchtverdedigings- en Commandofregatten voorzien van een sensorcapaciteit tegen ballistische raketten. Het vervolg van dit project wordt bezien in samenhang met de beleidsbrief die in het voorjaar van 2011 naar de Kamer is gestuurd.

Modificatie MK48 Torpedo

Defensie heeft voorlopige prijsinformatie ontvangen uit de Verenigde Staten waaruit is gebleken dat de prijs per modificatiepakket hoger is dan aanvankelijk was voorzien. Defensie onderzoekt momenteel hoe de behoefte zal worden vervuld.

Investeringen landstrijdkrachten

Bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving project *

Projectvolume (cfm OB 2011)

Fasering tot **

Gerealiseerde uitgaven t/m 2009

Verwachte uitgaven in 2010

Gerealiseerde uitgaven in 2010

Verschil uitgaven 2010

Battlefield Managementsystem (BMS)

62,7

2012

22,0

13,4

10,3

– 3,1

Datacommunicatie Mobiel Optreden

41,7

2012

19,2

7,0

6,4

– 0,6

FGBADS (deel 1 fase 2 en deel 2)

126,0

2013 (2010)

110,6

1,0

1,8

0,8

Groot Pantservoertuig (ontwikkeling)

114,2

2013

98,6

7,0

0,7

– 6,3

Groot Pantserwielvoertuig (productie)

705,7

2017 (2016)

50,5

43,9

36,7

– 7,2

IGV (productie en training)

1 136,9

2012 (2016)

798,0

205,0

183,6

– 21,4

Medium Range Anti-Tank (MRAT)

201,5

2011 (2010)

196,7

3,5

2,3

– 1,2

Pantserhouwitser

467,9

2012 (2010)

420,8

49,0

12,5

– 36,5

Tactische Indoor Simulation (TACTIS)

84,1

2011 (2010)

66,2

3,2

5,9

2,7

Vervanging genie- & doorbraaktank

77,3

2013

9,2

15,0

14,4

– 0,6

*

Het project Bushmaster is bij de Projecten in realisatie Defensiebreed opgenomen.

**

Tussen haakjes is de oorspronkelijke planning uit de begroting 2010 opgenomen.

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer)

Het projectbudget is verhoogd. Het betreft een prijsbijstelling van 2009 naar 2010. In 2010 stonden de voorbereiding van de serieproductie en de integratie van de C4I-systemen centraal. Hiervoor zal het contract nog moeten worden aangepast.

Gepantserde patrouillevoertuigen (Bushmaster)

Alle Bushmasters zijn geleverd en aan de uit Afghanistan teruggekeerde voertuigen worden onderhoudswerkzaamheden verricht. Het project is voltooid.

Infanterie Gevechtsvoertuig (IGV), productie en training

In 2010 heeft een bataljon met de CV-90 deelgenomen aan een gereedstellingsoefening. Verder is een tweede bataljon omgeschoold voor het gebruik van het voertuig. Een tekort aan reservedelen levert knelpunten op voor de inzetbaarheid van de CV-90. Inmiddels zijn contracten gesloten voor de verwerving van reservedelen. Daarnaast zijn de knelpunten met betrekking tot 35-mm munitie opgelost doordat de leverancier nieuwe munitie zal leveren. Hiermee gaan voor Defensie geen extra kosten gepaard. Het verschil tussen de verwachte en gerealiseerde uitgaven in 2010 is vooral het gevolg van een vertraging in de levering van de voertuigen en daardoor in de facturering.

Medium Range Anti Tank (MRAT)

Alle systemen zijn geleverd en het project is voltooid.

Pantserhouwitser (PzH2000)

Midden 2010 is het laatste systeem geleverd en het project voltooid. Het verschil in de verwachte en gerealiseerde uitgaven in 2010 is voornamelijk het gevolg van een uitgestelde BTW-betaling over overtollige Pantserhouwitsers die in opslag staan.

Vervanging genie- en doorbraaktank

Midden 2010 is een contractwijziging getekend om te voldoen aan de gestelde eisen ten aanzien van het voertuiggewicht.

Tabel projecten in planning

Investeringen landstrijdkrachten

Planning DMP-proces *

2009

2010

2011

Capability Upgrade Elektronische Oorlogvoering (CUP EOV)

 

(A)

A

Vervanging brugleggende tank

 

(D)

D

Vervanging Mortieropsporingsradar (MOR)

(A)

 

A

Verwerving CE-paketten IGV

 

(A)

A

Verwerving precision guided munition**

   
*

Tussen haakjes is de oorspronkelijke planning uit de begroting 2010 opgenomen.

**

Gemandateerde projecten waarvan de A-brief al verzonden is.

Capability Upgrade Elektronische Oorlogvoering (CUP EOV)

Het project is vanwege de versoberingsmaatregelen hergefaseerd.

Vervanging Mortieropsporingsradar (MOR)

Het project is vanwege nadere studie met een jaar verlengd.

Verwerving CE-pakketten IGV

Het project is vanwege een nog lopende studie hergefaseerd. Daarnaast is het budget verlaagd als gevolg van de versoberingmaatregelen. Hierdoor wordt een aantal beschermingspakketten van het infanteriegevechtsvoertuig CV-90 verminderd. Het vervolg van dit project wordt bezien in samenhang met de beleidsbrief die in het voorjaar van 2011 naar de Kamer is gestuurd.

Vervanging brugleggende tank

De vier brugsystemen op wielbasis zijn geleverd. De voorbereiding voor de serieproductie van de 10 brugsystemen op Leopard 2A4 onderstellen is in 2010 begonnen. De hiervoor benodigde Leopard 2A4 onderstellen zijn in 2010 verworven.

Verwerving Precision Guided Munition (PGM)

De behoeftestelling is gewijzigd op grond van de marktverkenning. Hierover is de Kamer geïnformeerd met de brief van 9 juli 2010 (Kamerstuk 32 123 X, nr. 136).

Investeringen luchtstrijdkrachten

Bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving project *

Projectvolume

(cfm OB 2011)

Fasering tot **

Gerealiseerde uitgaven t/m 2009

Verwachte uitgaven in 2010

Gerealiseerde uitgaven in 2010

Verschil uitgaven 2010

Aanschaf derde en vierde C-130

68,0

2012 (2010)

47,7

1,4

10,9

9,5

Aanschaf C-130/(K)DC-10 simulatoren

34,9

2012 (2010)

9,7

10,2

15,7

5,5

AH-64 MTADS

83,5

2012

60,2

10,3

9,6

– 0,7

Chinook Uitbreiding & Versterking (4 + 2)

364,1

2014 (2013)

226,3

68,2

10,7

– 57,5

Derde DC-10

45,3

2012 (2011)

31,3

5,0

0,1

– 4,9

F-16 Link 16

120,6

2012

101,3

4,6

0,4

– 4,2

F-16 M5 modificatie

52,3

2013 (2012)

23,1

8,8

6,4

– 2,4

F-16 Verbetering Lucht-grondbewapening fase 1

61,9

2014 (2011)

35,5

2,0

0,3

– 1,7

Vervanging F-16 System Development and Demonstration

792,1

2012

761,3

17,4

23,8

6,4

Vervanging F-16 NL projecten

48,4

2012

20,9

15,4

10,5

– 5,1

*

Het project C-17 is bij projecten in realisatie defensiebreed opgenomen.

**

Tussen haakjes is de oorspronkelijke planning uit de begroting 2010 opgenomen.

Aanschaf derde en vierde C-130

De derde en vierde C-130 zijn in 2010 geleverd. Door een vertraging in de levering van de toestellen en daardoor latere betalingen is de realisatie in 2010 hoger dan aanvankelijk was voorzien. Het project is voltooid met de zekerheid dat de levering van de zelfgenererende zuurstofvoorziening is voorzien voor 2012. Dit is een additionele behoefte, waarvoor het projectvolume met € 2,4 miljoen is toegenomen. Uit de eerste resultaten van de operationele test- en evaluatiefase blijkt dat de toestellen naar verwachting vanaf mei 2011 operationeel kunnen worden ingezet.

Chinook Uitbreiding en Versterking (vier + twee)

Met de brief van 17 september 2010 (Kamerstuk 32 123 X, nr. 158) is de Kamer geïnformeerd over de vertraagde levering van de Chinook-toestellen. Als gevolg hiervan zijn ook de voor 2010 voorziene betalingen deels verschoven.

F-16 Vervanging System Development and Demonstration

Jaarlijks zijn er twee termijnbetalingen waarbij het mogelijk is de voor januari voorziene betaling al in december te voldoen. De voor januari 2011 voorziene betaling is betaald in 2010, waardoor meer is betaald dan aanvankelijk was geraamd.

F-16 Vervanging en Nederlandse projecten

De realisatie over 2010 is lager dan aanvankelijk was voorzien, onder meer doordat de aanvang van een van de deelprojecten is verschoven naar 2011.

Tabel projecten in planning

Investeringen luchtstrijdkrachten

Planning DMP-proces *

2009

2010

2011

AH 64D Upgrade

B/C/D

  

AH-64D Verbetering bewapening

A

  

AH 64D Zelfbescherming (ASE)

 

(B/C)

B (D)

Chinook Midlife Update

(A)

 

A

Cougar Midlife Update

(A)

A

 

Vervanging Medium Power Radars in Wier en Nieuw- Milligen

  

B

F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket **

   

F-16 Mode 5 IFF**

   

F-16 Verbetering Lucht-grondbewapening Fase II

(B/C)

(D) B,C,D

 

F-16 Zelfbescherming (ASE)**

   

Vervanging F-16 Voortgezette verwervingsvoorbereiding/productie

   

Patriot Vervanging COMPATRIOT**

   
*

Tussen haakjes is de oorspronkelijke planning uit de begroting 2010 opgenomen

**

Gemandateerde projecten waarvan de A-brief al verzonden is.

AH-64D Upgrade

Met de brief van 28 oktober 2009 (Kamerstuk 27 830, nr. 67) is de Kamer geïnformeerd over de resultaten van de B-, C-, en D-fase van het project AH-64D Upgrade. Dit project betreft de Block II Upgrade en omvat de vervulling van negentien deelbehoeften. Daarvan zijn zeventien deelbehoeften opgenomen in de Letter of Offer and Acceptance (LOA) met de Amerikaanse overheid. Voor de twee resterende deelbehoeften Blue Force Tracking en Video down/uplink is de B-, C-, en D-fase nog niet voltooid.

AH-64D Verbetering Bewapening

Met de brieven van 11 december 2009 en 3 mei 2010 (Kamerstuk 27 830, nrs. 68 en 76) is de Kamer geïnformeerd over de behoeftestelling van het project AH-64D Verbetering Bewapening. Het betreft een gemandateerd project.

AH-64D Zelfbescherming (ASE)

De brief over de B-fase van dit project zal de Kamer na de beleidsbrief worden toegezonden.

Chinook Midlife Update

Het vervolg van dit project wordt bezien in samenhang met de beleidsbrief die in het voorjaar van 2011 naar de Kamer is gestuurd.

Cougar Midlife Update

De Kamer is over dit project geïnformeerd met de A-brief van 9 september 2010 (Kamerstuk 32 123 X, nr. 154) en de antwoorden op schriftelijke vragen van 3 december 2010 (Kamerstuk 23 500 X, nr. 45).

F-16 Infrarood geleide lucht-lucht raket

Defensie heeft voorlopige prijsinformatie ontvangen uit de Verenigde Staten waaruit is gebleken dat de prijs per raket aanzienlijk hoger is dan aanvankelijk was voorzien. Defensie onderzoekt de gevolgen voor de invulling van de behoefte.

F-16 Verbetering lucht-grond bewapening (fase II)

De Kamer is in 2010 met afzonderlijke B-, C- en D-brieven geïnformeerd over dit project (Kamerstukken 27 830, nrs. 74, 80 en 84). De overeenkomst met de Amerikaanse overheid voor de aanschaf van de Small Diameter Bomb Increment I is eind oktober 2010 getekend.

F-16 Zelfbescherming (ASE)

Zoals gemeld in het Materieelprojectenoverzicht (MPO) van september 2010 is het projectbudget verlaagd met € 10 miljoen. Hierdoor is naar verwachting een herziening van de behoefte noodzakelijk. Nadat de prijsinformatie over de modernisering van de ALQ-131 zelfbeschermingssystemen is ontvangen zal de behoefte worden afgestemd op het beschikbare budget. Naar verwachting zal dit ertoe leiden dat er minder systemen beschikbaar komen voor training en inzet.

Vervanging F-16 Voortgezette Verwervingsvoorbereiding/Productie

De Kamer heeft in april 2010 de jaarrapportage van het project Vervanging F-16 over 2009 ontvangen (Kamerstuk 26 488, nr. 232) en is met afzonderlijke brieven geïnformeerd op de momenten dat er formele besluiten over het programma of andere belangrijke ontwikkelingen waren te melden. Dat is onder meer gebeurd met brieven over de herstructurering van het F-35 programma (Kamerstuk 26 488, nrs. 217 en 222 van respectievelijk 17 februari en 23 maart 2010), het doorbreken van de Nunn-McCurdy kostengrens voor het F-35 programma in de Verenigde Staten (Kamerstuk 26 488, nr. 230 van 6 april 2010) en de hernieuwde certificering van het programma door het Pentagon (Kamerstuk 26 488, nrs. 242, 244 en 246 van respectievelijk 18 juni, 9 juli en 23 september 2010). Met de brief van 2 december 2010 (Kamerstuk 26 488, nr. 249) is de Kamer geïnformeerd over de geactualiseerde kostenraming voor het project. In het voorjaar heeft de Kamer de jaarrapportage over 2010 ontvangen.Het project Vervanging F-16 is in het kader van de beleidsbrief herijkt.

Investeringen Defensiebreed

Bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving project

Projectvolume

(cfm OB 2011)

Fasering to *

Gerealiseerde uitgaven t/m 2009

Verwachte uitgaven in 2010

Gerealiseerde uitgaven in 2010

Verschil uitgaven 2010

Bushmaster

74,3

2011

50,5

7,8

4,7

– 3,1

C-17

138,7

2012

119,8

9,0

11,0

2,0

C-IED fase 2 & 3

34,2

2013

12,0

5,8

5,0

– 0,8

MILSTACOM lange termijn

135,9

2015 (2014)

85,8

15,0

4,3

– 11,7

Modernisering navigatiesystemen

36,4

2013

11,1

5,8

1,9

– 3,9

NH-90

1 169,5

2015 (2014)

598,8

138,6

90,7

– 47,9

OAD SRIM

44,3

2011

3,9

16,6

16,9

0,3

Richtkijker schutter lange afstand

30,5

2012

9,6

1,2

6,2

5,0

*

Tussen haakjes is de oorspronkelijke planning uit de begroting 2010 opgenomen

MILSATCOM

Het betalingsritme is aangepast aan de latere productie van de AEHF-terminals. De oplevering van de terminals blijft in lijn met het beschikbaar komen van satellietcapaciteit.

NH-90

Voor dit project is € 47,9 miljoen verschoven naar latere jaren om het betalingsschema te laten aansluiten bij het aangepaste leveringsschema. Hierover is de Kamer geïnformeerd met de tiende jaarrapportage over het helikopterproject NH-90 (Kamerstuk 25 928, nr. 46 van 26 november 2010).

Tabel projecten in planning

Investeringen Defensiebreed

Planning DMP-proces *

2009

2010

2011

Combat Identification (Combat ID)

(A)

 

A

Counter Improvised Explosive Devices (C-IED)

(A)

  

Defensiebrede vervanging wielberging

(A)

 

A

Defensiebrede vervanging wielvoertuigen

(B/C)

(D)

B

Nieuwe generatie identificatiesystemen (IFF Mode 5/Mode S)

(A)

 

A

Verbeterd Operationeel Soldaatsysteem (VOSS)

(C)

(D)

C

Vervanging deelsystemen TITAAN

(A)

 

A

Vervanging Grondterminals MILSATCOM

  

(A)

Vervanging HV/VHF-radio (IEZB/FM9000)

(A)

 

A

Verwerving HV-brillen – deel CLAS en deel CZSK **

(A) A

  

Verwervingtweede batch IISS reservedelen NH-90

(A)

  
*

Tussen haakjes is de oorspronkelijke planning uit de begroting 2010 opgenomen.

**

Gemandateerde projecten waarvan de A-brief al verzonden is.

Defensiebrede vervanging wielberging

Het vervolg van dit project wordt bezien in samenhang met de beleidsbrief die in het voorjaar van 2011 naar de Kamer is gestuurd.

Defensiebrede vervanging wielvoertuigen

Zoals gemeld in het materieelprojectenoverzicht 2010 vergt de B-fase meer tijd dan aanvankelijk voorzien en is het project geherfaseerd. Het vervolg van dit project wordt bezien in samenhang met de beleidsbrief die in het voorjaar van 2011 naar de Kamer is gestuurd.

Vervanging deelsystemen TITAAN

Het vervolg van dit project wordt bezien in samenhang met de beleidsbrief die in het voorjaar van 2011 naar de Kamer is gestuurd.

Vervanging HF/VHF-radio (EZB/FM9000)

Het vervolg van dit project wordt bezien in samenhang met de beleidsbrief die in het voorjaar van 2011 naar de Kamer is gestuurd.

Operationele doelstelling 2 – Instandhouding van materieel

Prestatiegegevens DMO

De prestaties op het gebied van logistieke ondersteuning door de DMO aan de andere defensieonderdelen worden vastgelegd in dienstverleningsovereenkomsten. De dienstverleningsovereenkomsten hebben betrekking op zes hoofdproducten in de ondersteuning. Deze indeling vormt de leidraad voor de afspraken tussen de klant en de leverancier:

  • Het «voorzien in»;

  • (Wapen)systeemmanagement;

  • Bevoorrading en Assortimentsmanagement;

  • Onderhoud en Modificaties;

  • Afvoer en Afstoting;

  • Overige diensten.

Voor de instandhouding van het materieel zijn door de DMO voor 2010 dienstverleningsovereenkomsten opgesteld met het CLSK, het CKmar en het CDC. De financiële situatie bij Defensie in 2010 heeft ertoe geleid dat het CZSK en het CLAS de dienstverleningsovereenkomsten niet hebben getekend.

Aan alle operationele commando’s en het CDC wordt ieder kwartaal gerapporteerd over de realisatie van de in de dienstverleningsovereenkomsten gemaakte afspraken. Deze percentages worden in het onderstaande toegelicht voor de getekende dienstverleningsovereenkomsten.

Nagekomen afspraken Commando luchtstrijdkrachten

Van de gemaakte afspraken is in 2010 66,6 procent (48 van de 72 afspraken) gerealiseerd. Het betreft een gemiddelde over de eerste drie kwartalen. Het percentage van 66,6 ligt onder de norm van 90 procent. In overleg met de klant zijn afspraken verzet of verschoven. Het betreft onder meer afspraken over de modificatie van materieel.

Nagekomen afspraken Commando Koninklijke marechaussee

Van de gemaakte afspraken is in 2010 94,2 procent (49 van de 52 afspraken) gerealiseerd. Het betreft een gemiddelde over de eerste drie kwartalen. De drie niet nagekomen afspraken betreffen een systeemoverleg voor twee wapensystemen. Dit overleg is, in overleg met de klant, verzet of opgeschoven.

Nagekomen afspraken Commando DienstenCentra

Van de voor 2010 gemaakte afspraken is 82,5 procent (66 van de 80 afspraken) gerealiseerd. Het betreft een gemiddelde over de eerste drie kwartalen. De niet-nagekomen afspraken betreft een systeemoverleg dat, in overleg met de klant, is verzet of opgeschoven.

Reservedelen

In 2010 is de wachttijd bij de bevoorrading van reserveonderdelen toegenomen. De budgettaire krapte, die begin van 2010 leidde tot een verplichtingenpauze, was daarvan een belangrijke oorzaak. In geval van reservedelen met levertijden van meer dan een jaar, de zogenoemde long lead items, zijn de gevolgen ook in 2011 nog merkbaar. Op het gebied van munitie zullen de knelpunten in de dienstverlening tot na midden 2011 merkbaar zijn. Hierdoor zal naar verwachting de leverbetrouwbaarheid in 2011 verminderen. Dit zal bovendien leiden tot een lagere materiële gereedheid van een aantal wapensystemen.

In de onderstaande tabel wordt de leverbetrouwbaarheid in 2010 weergegeven. 9

Leverbetrouwbaarheid in 2010 in percentages

[%]/maand

gem. over 2010

Norm *

Marinebedrijf

  

Landelijk Bevoorradingsbedrijf

63,5

80%

– Algemeen Goederen Bedrijf

89,9

80%

– KPU-bedrijf

64,4

80%

– Defensie Bedrijfstoffen Bedrijf

88,9

80%

– Defensie Munitiebedrijf

76,7

n.t.b.

Logistiek Centrum Woensdrecht

88,3

80%

Bron: maandrapportages DMO in 2010

*

Bij aanvang van het jaar 2010 zijn de normen voor de leverbetrouwbaarheid voor alle bedrijven gelijkgesteld op 80 procent.

Leverbetrouwbaarheid van onderhoud en modificaties

Deze prestatie-index heeft in 2010 niet geleid tot een representatief beeld van de leverbetrouwbaarheid. Het aantal wapensystemen dat per maand werd opgeleverd varieerde aanzienlijk.

Operationele doelstelling 3 – Afstoten overtollig materieel

Bij de afstoting van roerende zaken wordt onderscheid gemaakt tussen niet-strategische en strategische zaken. Overtollige niet-strategische zaken worden in beginsel aan Domeinen Roerende Zaken overgedragen. Deze goederen worden door Domeinen openbaar verkocht. De opbrengsten hiervan bedroegen in 2010 bijna € 3,4 miljoen.

Overtollige strategische zaken, zoals wapensystemen, worden om veiligheidsredenen niet aan Domeinen overgedragen. De verkoop geschiedt in samenwerking met Domeinen. Het materieel wordt in beginsel verkocht aan overheden die voldoen aan de criteria van het Nederlandse wapenexportbeleid. Hierbij is een exportvergunning altijd nodig en in het verkoopcontract wordt de voorwaarde gesteld dat, voor eventuele doorverkoop van de wapensystemen toestemming is vereist van de Nederlandse staat. Iedere voorgenomen verkooptransactie wordt in de Commissie Verkoop Defensie Materieel behandeld. Hierin zijn vertegenwoordigd de ministeries van Financiën, Buitenlandse Zaken, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Defensie. De totale waarde van de in 2010 gesloten verkoopcontracten bedroeg ongeveer € 95 miljoen. Grote contracten betroffen de verkoop van vier Fokker 60 vliegtuigen, YPR-765 pantserrupsvoertuigen, M-109 houwitsers en de Patria-pantserwielvoertuigen. Verder is een aantal relatief kleine contracten gesloten over de verkoop van overtollig materieel in Afghanistan met onder andere Australië en de Verenigde Staten.

De totale verkoopopbrengsten (ontvangsten) bedroegen in 2010 bijna € 246 miljoen. Overigens betreft een groot deel van de ontvangsten termijnbetalingen van in eerdere jaren gesloten verkoopcontracten.

Van de in de beleidsbrief «Wereldwijd Dienstbaar» (Kamerstuk 31 200 X, nr. 3 van 18 september 2007) genoemde afstotingsprojecten resteren momenteel nog de overtollige Leopard 2A6 tanks en de Pantserhouwitsers 2000. Voor dit materieel is nog geen koper gevonden. Op de beperkte afzetmarkt voor overtollig materieel van Defensie is wel belangstelling getoond voor overname van dit materieel, maar heeft deze belangstelling nog niet tot onderhandelingen geleid.

Over de verkoop van de overtollige Fokker 50-vliegtuigen worden momenteel besprekingen gevoerd.

De verkoopactiviteiten van de overtollige pantserrupsvoeruigen (Cheetah) hebben in 2010 niet geleid tot succes. De kans op verkoop wordt steeds lager ingeschat.

9

De leverbetrouwbaarheid wordt berekend door de scores van januari tot en met december 2010 met elkaar te middelen.

Licence