Uitgaven ten laste van de begroting | 33 964 253 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 1 191 011 |
Liquide middelen | 2 734 | – | |
Rekening-courant RHB | – | Rekening courant RHB | 32 785 347 |
Te verrekenen extern museaal aankoopfonds | 36 517 | Begrotingsreserve museaal aankoopfonds | 36 517 |
Rekening-courant risicopremie garantstelling | 2 407 | Reserve risicopremie garantstelling | 2 407 |
Uitgaven buiten begrotingsverband (= intracomptabele vorderingen) | 16 586 | Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intracomptabele schulden) | 7 215 |
Openstaande rechten | – | Tegenrekening openstaande rechten | – |
Extracomptabele vorderingen | 18 497 283 | Tegenrekening extra comptabele vorderingen | 18 497 283 |
Tegenrekening extracomptabele schulden | – | Extracomptabele schulden | – |
Voorschotten | 6 990 695 | Tegenrekening voorschotten | 6 990 695 |
Tegenrekening garantieverplichtingen | 1 943 811 | Garantieverplichtingen | 1 943 811 |
Tegenrekening openstaande verplichtingen | 24 280 279 | Openstaande verplichtingen | 24 280 279 |
Deelnemingen | – | Tegenrekening deelnemingen | – |
Totaal | 85 734 565 | Totaal | 85 734 565 |
Toelichting:
Uitgaven/ontvangsten 2011
De uitgaven over 2011 zijn uitgekomen op € 33 964 253 384,65 en de ontvangsten op € 1 191 010 518,80. In de departementale jaarrekening komen de uitgaven uit op € 33 964 261 000,00 en de ontvangsten op € 1 191 012 000,00.
Het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de realisatie volgens de departementale jaarrekening 2011 wordt veroorzaakt door de in deze rekening gehanteerde afrondingsregels.
Liquide middelen
De post Liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken (gebaseerd op het laatste dagafschrift) en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.De samenstelling is als volgt:
Openstaand per 31-12-2011 | Openstaand per 31-12-2010 | |
---|---|---|
Dienst Uitvoering Onderwijs | 0 | 0 |
Cultuurinstellingen | 2 734 | 2 986 |
Overige kasbeheerders | 0 | 0 |
Totaal | 2 734 | 2 986 |
Rekening-Courant RHB
Op de rekening-courant wordt de financiële verhouding met het ministerie van Financiën geadministreerd. Tevens worden door middel van deze administratie de begrotingsuitgaven en ontvangsten met het ministerie van Financiën afgewikkeld.
Begrotingsreserve museaal aankoopfonds
In 1998 is het museaal aankoopfonds opgericht. Dit is een intra-comptabel fonds met het karakter van een interne reserverekening. Op deze rekening wordt bijgehouden hoeveel geld er voor kunstaankopen voor latere jaren beschikbaar is.
In 2011 heeft de volgende mutatie plaatsgevonden:
Eenmalig is er een bedrag van € 19 miljoen uit het museaal aankoopfonds ingezet voor de bezuinigingen op het cultuurbudget.
Saldo 1 januari 2011 | 54 491 |
Rentebijschrijving 2011 | 1 026 |
Onttrekking 2011 | 19 000 |
Saldo per 31 december 2011 | 36 517 |
Rekening courant museaal aankoopfonds
Voor de begrotingsreserve museaal aankoopfonds wordt een rekening-courant aangehouden bij het ministerie van Financiën.
Reserve risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen
In 2004 is de regeling Schatkistbankieren van kracht geworden. Idee is dat instellingen bij het ministerie van Financiën een schatkistlening ontvangen op basis van een strikte hypothecaire zekerheid. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap staat garant voor deze leningen. Hiervoor ontvangt het ministerie van OCW een risicopremie van 0,1%-punt per jaar gedurende de gehele looptijd van de schatkistlening. Deze premie wordt gestort op een begrotingsreserve.
Op deze rekening wordt bijgehouden hoeveel geld er voor eventuele tegenvallers voor latere jaren beschikbaar is. Dit is een intra-comptabele rekening met het karakter van een interne reserverekening.
Rekening courant risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen
Voor de begrotingsreserve risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen wordt een rekening-courant aangehouden bij het ministerie van Financiën.
Uitgaven buiten begrotingsverband (= intra-comptabele vordering)
Openstaand per 31-12-2011 | |
---|---|
Te verrekenen personeel en voormalig personeel | 24 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 1 261 |
Europees Sociaal Fonds-gelden | 14 401 |
Overig | 900 |
Totaal | 16 586 |
Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra-comptabele schulden)
Openstaand per 31-12-2011 | |
---|---|
Loonheffing en overige inhoudingen salarissen | 248 |
Europees Sociaal Fonds-gelden | 536 |
Ministerie van EL&I | 4 990 |
Overig | 1 441 |
Totaal | 7 215 |
Extra comptabele vorderingen
De stand van de debiteuren per 31-12-2011 wordt als volgt gespecificeerd naar beleidsartikel en overige onderdelen:
Openstaand per 31-12-2011 | Openstaand per 31-12-2010 | ||
---|---|---|---|
01 | Primair onderwijs | 2 713 | 3 043 |
03 | Voortgezet onderwijs | 1 146 | 2 587 |
04 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 5 962 | 287 |
06 | Hoger beroepsonderwijs | 80 | 55 |
07 | Wetenschappelijk onderwijs | 186 | 3 |
08 | Internationaal beleid | 0 | |
09 | Arbeidsmarkt en personeelsbeleid | 2 706 | 2 779 |
11 | Studiefinanciering | 18 325 514 | 16 924 031 |
12 | Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten | 12 307 | 12 702 |
13 | Lesgelden | 135 920 | 126 829 |
14 | Cultuur | 666 | 8 410 |
15 | Media | 78 | |
16 | Onderzoek en wetenschapsbeleid | 0 | 70 |
18 | Bestuursdepartement | 752 | 686 |
19 | Inspecties | 54 | 0 |
25 | Emancipatie | 199 | 283 |
Wachtgelden onderwijspersoneel | |||
Solvabiliteitsbuffers Participatiefonds en Vervangingsfonds | 9 000 | 9 000 | |
Totaal | 18 497 283 | 17 090 765 |
De openstaande vorderingen studiefinanciering (beleidsartikel 11) betreffen de door de productgroep Studiefinanciering van de Dienst Uitvoering Onderwijs verstrekte leningen en voorschotten aan studenten ingevolge de oude regeling studiefinanciering en de nieuwe Wet studiefinanciering.
De verstrekte leningen en voorschotten aan studenten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Openstaand per 31-12-2011 | Openstaand per 31-12-2010 | |
---|---|---|
Rentedragende leningen | 18 272 288 | 16 861 964 |
Renteloze voorschotten | 28 181 | 30 156 |
Overige vorderingen | 25 045 | 31 911 |
Totaal | 18 325 514 | 16 924 031 |
De specificatie van het verloop van de posten rentedragende leningen en renteloze voorschotten is als volgt:
Rentedragende Leningen | Openstaande Voorschotten | |
---|---|---|
Openstaande bedragen per 01-01-2011 | 16 861 964 | 30 156 |
Nieuw verstrekt | 2 173 264 | 4 334 |
Afgelost | – 590 423 | – 4 880 |
Overige mutaties, w.o. buiten invordering en kwijtschelding | – 166 329 | – 1 422 |
Correctie, w.o. omzettingen | – 6 188 | – 7 |
Totaal | 18 272 288 | 28 181 |
Voor de bedragen voor rentedragende leningen en renteloze voorschotten geldt de nominale waarde. De werkelijke waarde (uiteindelijk inbaar) hiervan wordt grotendeels beïnvloed door:
-
• de mate waarin de als voorlopige rentedragende leningen uitgekeerde studiefinanciering (prestatiebeurs) zullen worden omgezet in beurzen, vanwege het voldoen aan de eerstejaars prestatienorm en /of diploma norm;
-
• het sociaal risico bij (aflosbaar gestelde) langlopende leningen en renteloze voorschotten in verband met de wettelijk beperkte aflossingstermijnen;
-
• de mate waarin de achterstallige vorderingen studiefinanciering (achterstallig lager recht en aflosbaar gestelde leningen en voorschotten) uit het deurwaarderstraject geïnd kunnen worden.
De overige openstaande vorderingen (€ 171 769) hebben onder meer betrekking op de afrekeningen van voorschottenen en de inning Lesgelden.
Ultimo 2011 kan hiervan een bedrag ter grootte van € 1 341 als oninbaar worden beschouwd. De overige vorderingen worden beschouwd als direct opeisbaar.
Voorschotten
De stand van de voorschotten per 31-12-2011 wordt als volgt naar beleidsartikel gespecificeerd:
Openstaand per 31-12-2011 | Openstaand per 31-12-2010 | ||
---|---|---|---|
01 | Primair onderwijs | 717 929 | 441 757 |
03 | Voortgezet onderwijs | 277 443 | 248 765 |
04 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 835 607 | 801 797 |
06 | Hoger beroepsonderwijs | 242 554 | 340 358 |
07 | Wetenschappelijk onderwijs | 149 187 | 132 787 |
08 | Internationaal beleid | 16 903 | 21 187 |
09 | Arbeidsmarkt en personeelsbeleid | 361 360 | 281 623 |
11 | Studiefinanciering | 1 256 900 | 965 396 |
12 | Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten | ||
13 | Lesgelden | ||
14 | Cultuur | 1 853 597 | 1 265 206 |
15 | Media | 291 521 | 306 996 |
16 | Onderzoek en wetenschapsbeleid | 877 180 | 871 499 |
18 | Bestuursdepartement | 84 252 | 75 057 |
19 | Inspecties | 19 | 2 |
25 | Emancipatie | 26 243 | 14 799 |
Permanente voorschotten | |||
Totaal | 6 990 695 | 5 767 229 |
Het bedrag openstaande voorschotten bij Studiefinanciering betreft de voorlopige vergoedingen 2011 en 2012 aan de OV-bedrijven.
De stand van de voorschotten per 31-12-2011 wordt als volgt gespecificeerd naar vergoedingsjaar:
Stand per 01-01-2011 | Verstrekt 2011 | Afgerekend 2011 | Stand per 31-12-2011 | |
---|---|---|---|---|
2001 | ||||
2002 | ||||
2003 | 1 370 | 30 | 1 340 | |
2004 | 43 923 | 16 458 | 27 465 | |
2005 | 113 253 | 67 537 | 45 716 | |
2006 | 284 067 | 130 990 | 153 077 | |
2007 | 380 929 | 110 822 | 270 107 | |
2008 | 491 685 | 158 109 | 333 576 | |
2009 | 2 133 001 | 725 697 | 1 407 304 | |
2010 | 2 319 001 | 326 890 | 1 992 111 | |
2011 | 0 | 2 760 250 | 251 | 2 759 999 |
Totaal | 5 767 229 | 2 760 250 | 1 536 784 | 6 990 695 |
Van een achterstand in de afrekening van de oude jaargangen voorschotten is geen sprake, omdat deze vooral betrekking hebben op langlopende projecten op de verschillende beleidsterreinen.
Garantieverplichtingen
In het verleden zijn instellingen zelfstandig op de kapitaalmarkt leningen aangegaan ter financiering van bouwinvesteringen, onder garantiestelling van het Rijk jegens de geldverschaffers voor de rente en aflossingsverplichtingen. De destijds vigerende garantieregelingen zijn inmiddels niet meer van kracht. Het bedrag van de garantie verplichtingen (nog openstaande rente en aflossingsverplichtingen op lopende leningen) is het theoretisch maximale risico dat het ministerie ultimo 2011 nog loopt in verband met garantiestellingen op bouwleningen en overige garantieleningen. In onderstaand overzicht zijn de openstaande garanties gespecificeerd opgenomen in vergelijking met ultimo 2010:
Openstaand per 31-12-2011 | Openstaand per 31-12-2010 | |
---|---|---|
Bouwleningen aan academische ziekenhuizen | 281 338 | 295 749 |
Bouwleningen aan scholen en instellingen vo | 931 | 1 634 |
Bouwleningen aan scholen en instellingen bve | 153 | 278 |
Bouwleningen aan scholen en instellingen hbo | 0 | |
Leningen Studiefinanciering | ||
Garanties Cultuur | 500 103 | 625 820 |
Garantie Vervangingsfonds | 23 000 | 23 000 |
Garantie Participatiefonds | 7 000 | 7 000 |
Garanties Onderzoek en wetenschapsbeleid | 29 653 | 32 962 |
Garanties Wetenschappelijk Onderwijs | 190 000 | 160 000 |
Garanties Hoger beroepsonderwijs | 457 723 | 433 154 |
Garanties Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 408 460 | 294 029 |
Garanties Voortgezet onderwijs | 27 000 | 18 667 |
Garanties Primair onderwijs | 18 450 | 19 133 |
Totaal | 1 943 811 | 1 911 426 |
Voor de academische ziekenhuizen is sinds 1991 de garantieregeling niet meer van kracht, met uitzondering van enkele op dat moment in gang gezette bouwprojecten. Sinds 1996 zijn geen garanties meer verstrekt. Deze leningen hebben gemiddeld een looptijd van 40 jaar. Expiratie van deze leningen zal omstreeks het jaar 2035 volledig hebben plaatsgevonden.
In het hoger beroepsonderwijs (hbo) zijn sinds 1985 geen garanties op bouwleningen meer verstrekt.
In het voortgezet onderwijs (vo) en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) worden eveneens geen garanties op bouwleningen meer verstrekt. Dit in verband met de decentralisatie van de huisvesting vo en de OKF-operatie bve. De meeste van deze leningen hebben een looptijd van gemiddeld 25 jaar. Expiratie van deze leningen zal omstreeks het jaar 2013 volledig hebben plaatsgevonden. Het feitelijk risico op deze garanties wordt als beperkt ingeschat.
De uitstaande garanties bij Cultuur bedragen € 500,1 miljoen. Hiervan is € 177,2 miljoen verstrekt door het Nationaal Restauratiefonds en € 319,0 miljoen betreft een garantie onder de indemniteitsregeling. Voorts is er een kredietgarantie verleend ad 3,5 miljoen aan de Stichting Nederlands Letterenfonds.
De uitstaande garanties participatie- en vervangingsfonds zijn het gevolg van het bestuurlijk akkoord dat in 2003 met de fondsen is gesloten en houden verband met garantstelling in verband met het schatkistbankieren.
De uitstaande garanties bij Onderzoek en Wetenschapsbeleid bedragen € 29,7 miljoen. Dit betreft de garantie voor een lening van Stichting Biomedical Primate Research Center (BPRC) bij de Bank Nederlandse Gemeenten (€ 29,7 miljoen).
De uitstaande garanties bij Beroepsonderwijs en Volwasseneneductie (€ 408,5 miljoen), het hoger beroepsonderwijs (€ 457,7 miljoen), het Voortgezet onderwijs ( € 27,0 miljoen) het Wetenschappelijk Onderwijs (€ 190,0 miljoen) en het Primair Onderwijs (€ 18,5 miljoen) hebben betrekking op de door het ministerie van Financiën onder hypothecaire zekerheid verstrekte geldleningen aan onderwijsinstellingen.
Openstaande verplichtingen
De opbouw van de stand van de aangegane verplichtingen kan als volgt worden weergegeven:
Stand 1 januari 2011 | 24 550 028 |
Bij: correcties op de beginstand | 0 |
Gecorrigeerde stand 1 januari 2011 | 24 550 028 |
Bij: aangegaan in 2011 | 34 395 705 |
Waarvan garantieverplichtingen | 701 201 |
Totaal aangegaan in 2011 | 33 694 504 |
Af: Tot betaling gekomen in 2011 | 33 964 253 |
Stand 31 december 2011 | 24 280 279 |
De specificatie van de openstaande verplichtingen per beleidsartikel ultimo 2011 is hieronder opgenomen.
01 | Primair onderwijs | 5 514 050 |
03 | Voortgezet onderwijs | 6 310 188 |
04 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 3 174 530 |
06 | Hoger beroepsonderwijs | 2 463 597 |
07 | Wetenschappelijk onderwijs | 3 978 896 |
08 | Internationaal beleid | 20 018 |
09 | Arbeidsmarkt en personeelsbeleid | 184 930 |
11 | Studiefinanciering | 0 |
12 | Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten | 0 |
13 | Lesgelden | 0 |
14 | Cultuur | 860 066 |
15 | Media | 856 372 |
16 | Onderzoek en wetenschapsbeleid | 905 129 |
18 | Bestuursdepartement | 0 |
19 | Inspecties | 0 |
25 | Emancipatie | 12 503 |
Totaal | 24 280 279 |
Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen
In 2011 zijn met de sectoren vo, mbo, hbo en wo bestuurs- dan wel hoofdlijnenakkoorden afgesloten; voor de sector po heeft dit op 17 januari 2012 plaatsgevonden. Op basis van deze akkoorden zijn of worden op sector- c.q. instellingsniveau afspraken gemaakt met betrekking tot het realiseren van de ambities.
Met de VO-raad is op 14 december 2011 een convenant afgesloten ten behoeve van de doelen uit het bestuursakkoord voor een bedrag van € 554 miljoen voor de jaren 2012 t/m 2015.
Op 22 november 2011 is een akkoord met de MBO Raad afgesloten ten behoeve van professionalisering MBO. Hiervoor is een bedrag beschikbaar van € 81 miljoen voor de jaren 2012 t/m 2015.
Op 9 december 2011 is mede namens de minister van EL&I een hoofdlijnenakkoord afgesloten met de VSNU met daarin een verwijzing naar het beschikbaar budgettair kader in de ontwerpbegroting 2012.
Op 12 december 2011 is mede namens de minister EL&I een hoofdlijnenakkoord afgesloten met de HBO-raad met daarin een verwijzing naar het beschikbaar budgettair kader in de ontwerpbegroting 2012.
Deelnemingen
De deelneming in de NOB-Holding is in 2009 komen te vervallen.