Algemene beleidsdoelstelling
Een schoner, zuiniger en stiller verkeer en vervoer realiseren.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
In 2011 zijn nationaal en internationaal tal van stappen gezet die bijdragen aan schoner, zuiniger en stiller verkeer en vervoer.
Nederland voldoet aan de nationale en internationale milieuverplichtingen op het gebied van schone lucht en klimaatbeleid en levert een bijdrage aan het tegengaan van klimaatveranderingen. In het regeerakkoord van het Kabinet Rutte is afgesproken dat het Kabinet aansluit bij de 20% reductiedoelstelling in 2020 zoals is overeengekomen in het Europese energie- en klimaatpakket. De Tweede Kamer is vanuit IenM geïnformeerd middels de brief Kabinetsaanpak klimaatbeleid op weg naar 2020152.
IenM heeft in 2011 middels onderhandelingen in EU-kader bijgedragen aan de totstandkoming van internationale maatregelen gericht op de reductie van de CO2 uitstoot. Zo is er voor bestelverkeer ook een CO2-norm tot stand gekomen zoals die ook reeds geldt voor personenauto’s.
Daarnaast zijn er via de Proeftuinen duurzame mobiliteit allerlei nationale maatregelen gerealiseerd die bijdragen aan CO2 reductie. Zo is in de OV-sector afgelopen jaar weer een 10% schoner wagenpark gerealiseerd. Er zijn meer dan 50 nieuwe vulpunten gerealiseerd van tankstations die alternatieve brandstoffen aanbieden. De bijmengverplichting vanuit de Europese Commissie heeft afgelopen jaar er voor gezorgd dat het aandeel biobrandstof in fossiele brandstof is toegenomen met 4% in de Nederlandse markt. Samen met decentrale overheden zijn er weer meer elektrische laadpunten gerealiseerd voor elektrisch vervoer (2035 in 2011). Verder is in 2011 het aantal koplopers in het programma duurzame logistiek gestegen van 43 naar 116. Dat betreft 32 verladers, 79 vervoerders en 5 gemeenten die hun logistieke proces verduurzamen.
In 2011 is voortgang geboekt in de voorbereiding van wijziging van wetgeving die een effectief beleid mogelijk maakt voor vermindering van geluidsoverlast door de transportsector op rijksinfrastructuur. Isolatiemaatregelen rond Schiphol en Maastricht-Aachen Airport hebben bijgedragen aan vermindering van geluidoverlast door de transportsector.
De duurzaamheid van de scheepvaart is verder bevorderd door bijdragen aan nieuwe internationale overeenkomsten over lozingen van huisvuil, het milieuvriendelijk slopen en de implementatie van maatregelen voor duurzame zeehavens, walstroom, en het varen op LNG door de binnenvaart.
Externe factoren
In 2011 werd in de VN/IMO een eerste stap gezet in de normstelling ten aanzien van CO2-uitstoot door zeeschepen door middel van de aanname van een aantal technische indicatoren, maar vervolgstappen zijn nodig om bij te dragen aan de reductiedoelstelling.
Nationaal werd een convenant met het maritieme bedrijfsleven gesloten – waaronder reders, verladers en scheepsbouw – dat niet betrokken was bij het sectorakkoord Duurzaamheid in Beweging.
In EU-kader zijn de uitvoeringsregels vastgesteld van het Europese CO2-emissiehandelssysteem EU ETS voor de luchtvaart per 1 januari 2012.
In ICAO-kader wordt een CO2-standaard ontwikkeld evenals een internationale leidraad voor het opstellen van «state action plans» met betrekking tot emissiereductie in de luchtvaart. Nederland en EU blijven zich inzetten voor een wereldwijd systeem van emissiehandel, zodat de Nederlandse en Europese luchtvaart en de luchthavens geen concurrentienadeel ondervinden.
De Europese Commissie overweegt ten aanzien van CO2-uitstoot bronbeleid voor vrachtauto’s.
Uit de monitoring 2011 van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)153 blijkt dat er voor fijnstof geen knelpunten meer bestaan langs rijkswegen (op één locatie na, maar hiervoor zijn reeds bij de monitoring van 2010 maatregelen in het NSL opgenomen) en dat slechts sprake is van 0,1 km extra knelpunt voor NO2.
36. Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit | Realisatie | Vastgestelde begroting1 | Verschil | Slotwetmutaties | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2011 | 2011 | 2011 | ||
Verplichtingen | 79 802 | 47 234 | 63 782 | 66 551 | 18 807 | 59 612 | – 40 805 | – 64 024 | |
Uitgaven | 74 888 | 77 126 | 64 684 | 77 592 | 58 142 | 117 844 | – 59 702 | – 2 944 | |
36.01 Leefomgeving hoofdwegen | 25 423 | 22 171 | 25 206 | 24 237 | 15 711 | 44 206 | – 28 495 | – 961 | |
36.01.01 Algemene strategie- en beleidsvorming | 587 | 643 | 1 111 | 1 528 | 1 058 | 816 | 242 | 36 | |
36.01.02 Investeringsimpuls voor innovatie | 6 236 | 3 080 | 4 648 | 5 764 | 200 | 0 | 200 | 0 | |
36.01.03 Maatregelen klimaatbeleid personenvervoer | 7 121 | 10 372 | 13 308 | 11 764 | 9 751 | 37 858 | – 28 107 | – 140 | |
36.01.04 Maatregelen lokale luchtkwaliteit | 6 337 | 924 | 935 | 1 070 | 676 | 1 017 | – 341 | – 350 | |
36.01.05 Bevorderen geluidsreducerende oploss.wegverv. | 191 | 207 | 175 | 169 | 27 | 149 | – 122 | – 123 | |
36.01.06 Duurzaam weggoederenvervoer | 4 951 | 6 945 | 5 029 | 3 942 | 3 999 | 4 366 | – 367 | – 384 | |
36.02 Leefomgeving spoorwegen | 9 131 | 9 137 | 9 157 | 9 195 | 9 198 | 9 120 | 78 | 78 | |
36.02.01 Algemene strategie- en beleidsvorming | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
36.02.02 Bev.geluidsreducerende oplossingen voor | |||||||||
personen- en goederenvervoer per spoor | 55 | 61 | 81 | 119 | 122 | 44 | 78 | 78 | |
36.02.03 Bodemsanering NS percelen | 9 076 | 9 076 | 9 076 | 9 076 | 9 076 | 9 076 | 0 | 0 | |
36.03 Luchtvaart | 38 271 | 43 205 | 27 651 | 41 529 | 31 814 | 63 133 | – 31 319 | – 1 911 | |
36.03.01 Doorstorting heffingen GIS-1 aan Stichting GIS | 10 047 | 9 615 | 10 708 | 9 878 | 5 387 | 2 264 | 3 123 | – 710 | |
36.03.02 Geluidsisolatie Schiphol fase 2 (GIS-2) | 17 282 | 5 828 | 589 | 416 | 119 | 606 | – 487 | – 89 | |
36.03.03 Geluidsisolatie Schiphol fase 3 (GIS-3) | 2 407 | 4 950 | 7 646 | 14 510 | 14 557 | 38 918 | – 24 361 | – 152 | |
36.03.04 Klachtenafhandeling Geluidsisolatie Schiphol | 138 | 987 | 240 | 101 | 113 | 1 617 | – 1 504 | – 546 | |
36.03.05 Woonschepen geluidszones Schiphol | 178 | 29 | 0 | 11 | 0 | 0 | 0 | – 219 | |
36.03.06 Behandeling en uitbetaling schadeclaims Schiphol | 5 287 | 5 123 | 5 065 | 13 453 | 11 131 | 17 891 | – 6 760 | 131 | |
36.03.07 Aankoop LIB geluidsloopzones Schiphol | 576 | 284 | 1 270 | 802 | 79 | 1 324 | – 1 245 | – 21 | |
36.03.08 Geluidsisolatie regionale luchthavens | 338 | 2 356 | 894 | 567 | 3 | 0 | 3 | – 90 | |
36.03.09 Behandeling en uitbetaling schadeclaims | 0 | ||||||||
regionale luchthavens | 120 | 5 | 188 | 1 | 0 | 0 | 0 | – 39 | |
36.03.10 Duurzame luchtvaart | 1 238 | 11 057 | 449 | 1 790 | 425 | 513 | – 88 | – 176 | |
36.03.11 Groenvoorziening Schiphol | 117 | 2 403 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
36.03.12 Inspectie Verkeer en Waterstaat | 543 | 568 | 602 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
36.04 Scheepvaart | 2 063 | 2 613 | 2 670 | 2 631 | 1 419 | 1 385 | 34 | – 150 | |
36.04.01 Duurzame zeevaart | 629 | 503 | 470 | 532 | 517 | 632 | – 115 | – 68 | |
36.04.02 Duurzame zeehavens | 208 | 293 | 181 | 962 | 80 | 114 | – 34 | – 41 | |
36.04.03 Duurzame binnenvaart | 631 | 1 197 | 1 263 | 1 137 | 822 | 639 | 183 | – 41 | |
36.04.04 Inspectie Verkeer en Waterstaat | 595 | 620 | 756 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Van de totale uitgaven: | |||||||||
– Apparaatsuitgaven | 1 604 | 1 801 | 2 024 | 2 352 | 959 | 1 527 | – 568 |
| |
– Baten-lastendiensten | 1 459 | 1 552 | 2 013 | 766 | 378 | 1 715 | – 1 337 |
| |
– Restant | 71 825 | 73 773 | 60 647 | 74 474 | 56 805 | 114 602 | – 57 797 |
| |
36.09 Ontvangsten | 55 021 | 56 806 | 49 622 | 37 318 | 34 885 | 43 718 | – 8 833 | 1 167 | |
36.09.01 Ontvangsten heffingen GIS-1 | 10 107 | 10 684 | 9 577 | 9 914 | 4 843 | 2 323 | 2 520 | 2 520 | |
36.09.02 Ontvangsten SGIS klachtenafhandeling GIS-1 | 68 | 147 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
36.09.03 Ontvangsten heffingen GIS-2 & 3 | 33 604 | 34 084 | 29 731 | 16 849 | 18 716 | 29 081 | – 10 365 | – 365 | |
36.09.04 Ontvangsten wensvoorzieningen GIS-2 & 3 | 6 | 147 | 97 | 216 | 142 | 0 | 142 | 142 | |
36.09.05 Ontvangsten heffingen overige Schiphol projecten | 10 690 | 11 009 | 9 780 | 10 085 | 10 630 | 12 039 | – 1 409 | – 1 409 | |
36.09.06 Ontvangsten heffingen regionale luchthavens | 200 | 221 | 171 | 197 | 465 | 250 | 215 | 215 | |
36.09.07 Overige ontvangsten | 346 | 514 | 250 | 57 | 89 | 25 | 64 | 64 |
De lagere verplichtingenrealisatie wordt veroorzaakt doordat budgetten voor onder andere electrisch rijden naar EL&I zijn overgeboekt. Tevens heeft in 2010 een correctie voor de Doorstorting van heffingen GIS naar Stichting GIS plaatsgevonden. De daarbij de oude (vervallen) opboeking was niet afgeboekt. Dit is in 2011 gecorrigeerd.
Betreft de Footprint Transumo, waarbij naast het actueel houden van een website, bijeenkomsten werden georganiseerd om bedrijven en overheden met elkaar in contact te brengen.
Minder uitgaven door overboeking budget voor Elektrisch rijden naar het ministerie van EL&I en door opgelegde taakstellingen.
De forfaitaire doorbelasting van personele uitgaven op dit begrotingsonderdelen is hoger uitgevallen.
Door een lagere realisatie van de vliegtuigbewegingen lopen de GIS heffingen langer door dan voorzien en is het uitgavenbudget bij Miljoenennota hierop aangepast.
Op het GIS2 project worden geen woningen meer geïsoleerd. Voor het GIS2 project worden nog kosten gemaakt in verband met een claim die ProGIS heeft gelegd bij een grote aannemer. Dit heeft heeft geleid tot een bodemprocedure. Hiervoor worden nog kosten gemaakt (adviseur, Landsadvocaat, arbitrage commissie).
Uit een nieuwe PRI-raming voor dit project is gebleken dat in 2011 minder geld benodigd was voor GIS3. Dit wordt onder meer veroorzaakt doordat minder gebouwen geïsoleerd hoefden te worden dan waar in de raming van was uitgegaan.
In de Progis-isolatiebesluiten is bepaald dat een eigenaar van een geïsoleerde woning voor garantie een beroep moet doen op de aannemer (afhankelijk van de aard van de voorziening is de garantieduur maximaal 10 jaar na oplevering). Indien de garantieclaim van de eigenaar door de aannemer niet afdoende wordt afgehandeld, kan de eigenaar een klacht inzake de garantie indienen bij RWS. Daarom worden de uitgaven op dit project bepaald door het aantal ingediende garantieclaims. Er zijn tot nu toe weinig garantieclaims ingediend.
Het aantal claims dat door het schadeschap wordt afgehandeld en de hoogte van de claims is vooraf niet in te schatten. Deze kosten bleken ten opzichte van de begroting mee te vallen.
De uitvoeringsverantwoordelijkheid voor het aankopen van woningen die liggen in de aankoop-geluidszone en Schiphol ligt bij de betreffende gemeenten, die de gemaakte kosten declareert bij RWS. In 2011 zijn minder woningen aangekocht.
De gerealiseerde uitgaven hebben betrekking op betalingen aan de landsadvocaat in relatie tot het project Maastricht–Aachen–Airport.
De meerontvangsten van € 3,4 mln. worden veroorzaakt door een terugbetaling van de lening Zwanenburg (€ 2,7 mln.) en de Stichting Geluidsisolatie (€ 0,7 mln.).
De ontvangsten uit heffingen hangen in belangrijke mate samen met de daadwerkelijke uitgaven bij het GIS-project. Doordat de uitgaven lager zijn dan geraamd, vallen de ontvangsten ook lager uit dan begroot.
Het gerealiseerde bedrag betreft ontvangsten voor wensvoorzieningen in 2011 en een geïnde bankgarantie vanwege het faillissement van een aannemer.
36.01 Leefomgeving Hoofdwegen: Uitstoot van schadelijke stoffen en van CO2 verminderen, lokale luchtkwaliteit verbeteren, te hoge geluidsbelastingen door wegvervoer zo veel mogelijk terugdringen en knelpunten door hoofdwegen in de ecologische hoofdstructuur oplossen
Operationele doelstelling
Doelbereiking
De belangrijkste prestaties in 2011 zijn geweest
Algemene strategie en beleidsvorming
In 2011 is uitvoering gegeven aan de uitvoering van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) en aan diverse kleinere maatregelen. Voor het oplossen van kleinere knelpunten Spoor is opdracht gegeven voor het opstellen van een plan van aanpak. In 2011 zijn 5 knelpunten geheel opgelost, daarnaast zijn 3 herziene knelpunten opgelost.
Het gaat hierbij om de aanleg van ecoducten in Drenthe, Gelderland en Overijssel en om het treffen van kleinere maatregelen, zoals natuurlijke oevers, duikers en loopplanken.
Maatregelen klimaatbeleid personenvervoer
In 2011 heeft zowel de Tweede als de Eerste Kamer ingestemd met Swung-1 (TK 2009–2010, nr. 32 252155 en TK 2010–2011, 32 625, nr. 2)156. Dit leidt tot een betere bescherming van burgers, vereenvoudiging van regelgeving en een efficiënte uitvoering van geluidmaatregelen.
In 2011 is uitvoering gegeven aan innovatie en stimulering duurzame mobiliteit middels de proeftuinen duurzame mobiliteit. De eerste concrete resultaten uit het innovatieprogramma Proeftuinen duurzame mobiliteit zien we nu terug in de praktijk. In 2011 is het aandeel zuinige auto’s toegenomen tot 45%, de verkoop van auto’s met een A of B label blijft verder stijgen mede als gevolg van het fiscale beleid gericht op het stimuleren van de verkoop van zuinige auto’s. 70% van de OV bussen is in 2011 milieuvriendelijk (EURO V, EEV, hybride/elektrisch). Op het gebied van elektrisch vervoer zijn meer oplaadpunten gerealiseerd. Er zijn meer TAB vulpunten gerealiseerd waar schonere brandstoffen kunnen worden getankt. Verder is het op het gebied van brandstoffen, de proeftuin rijden op biogas en hogere blends van start gegaan. (daar zijn nog geen concrete resultaten van bekend) en is er een nieuwe proeftuin voor rijden op waterstof in voorbereiding.
Daarnaast is in 2011 aansluiting gezocht bij de Green Deal aanpak van EL&I waarin energiebesparing centraal staat. Twee van de proeftuinen duurzame mobiliteit zijn aangemerkt als Green Deal (elektrisch rijden en innovatieve OV bussen).
Verder wordt in de proeftuin Truck van de Toekomst157 ervaring opgedaan met innovatieve technieken voor energie en CO2 besparing. Die resultaten worden gedeeld en verspreid via een kennisloket dat in 2011 is opgezet.
Activiteiten gericht op duurzaam gedrag
In 2011 heeft het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvdM158) zorg gedragen voor Het Nieuwe Rijden-programma159. Middels trainingen en kennisuitwisseling/voorlichting in de sector heeft dit bijgedragen aan een duurzamer rijgedrag bij chauffeurs. In 2011 is onderzoek uitgevoerd naar mogelijkheden om de leasemarkt verder te verduurzamen. Uitkomsten daarvan worden actief opgepakt door de branche waarin we een duidelijke toename zien van het aandeel schonere voertuigen. Tevens worden ook de leasecombinaties met auto/trein/scooter aangeboden aan klanten.
De overheid heeft als launching customer in 2011 24 elektrische voertuigen aangeschaft (RWS) en in tal van gemeenten zijn elektrische of voertuigen geschikt voor biobrandstof aangekocht.
Activiteiten gericht op duurzame voertuigen en brandstoffen
Het Platform Duurzame Mobiliteit is beëindigd en de kennisuitwisseling op het gebied van duurzame mobiliteit wordt nu uitgevoerd door het IvdM. Het bestuur van deze bestaat inmiddels uit een groot aantal branchepartijen (Bovag, RAI, KNV, TLN en de Leasebranche). De subsidie aan de stichting Higrids Hybrid Intercity Grids ten behoeve van experimenteerprogramma slimme voertuigen is in 2011 afgerond en afronding van de subsidie Mobius (subsidie ten behoeve van bevorderen duurzame mobiliteit en CO2-arme transportconcepten) is ingezet.
Uitvoering is gegeven aan het programma Truck van de Toekomst en experimentenregeling Duurzaam Openbaar Busvervoer160, waardoor ervaringen zijn opgedaan naar het vergroten van de klimaatprestatie van deze voertuigen.
De uitvoering van de subsidieregeling Tankstations Alternatieve Brandstoffen161 is voortgezet. De landelijke dekking van tankstations met alternatieve brandstoffen komt hierdoor dichterbij.
Innovatie en Energiebesparing
Innovatie heeft in 2011 vorm gekregen via Proeftuinen duurzame mobiliteit162 waarbij afgelopen jaar nauw is samengewerkt met het Green Deal163 initiatief van het ministerie EL&I. Om de doelstellingen van energiebesparing en CO2 reductie te behalen is innovatie naast bronbeleid noodzakelijk. Daarbij wordt innovatie steeds minder ondersteund middels subsidies en meer via fiscale stimulering en het wegnemen van wetgevingsbarrières164 .
Maatregelen lokale luchtkwaliteit
Met een jaarlijks geactualiseerd pakket aan maatregelen in het vigerend Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit165 (NSL) is gewaarborgd dat overal in Nederland tijdig aan de normen voor luchtkwaliteit (PM10 en NO2) wordt voldaan. Daarnaast is in 2011 in Brussel verder ingezet op een verbetering van de praktijkprestaties van de Euronormen. Dit heeft geleid tot een finaal pakket maatregelen ter verbetering van de testcyclus voor Euro VI vrachtauto’s166. Nederland heeft de versnelde introductie ervan voorbereid en een subsidieregeling hiervoor opgesteld. Naast generieke bronmaatregelen zijn locatiespecifieke maatregelen getroffen. Langs snelwegen gaat het om het plaatsen van luchtschermen. In 2011 is verder internationaal onderzoek gedaan naar een roetindicator om beter inzicht te krijgen in de gezondheidseffecten van ultra fijn stof. Nederland heeft hier in 2011 actief in geparticipeerd.
Bevorderen geluidsreducerende oplossingen wegvervoer
De wijziging van de Wet geluidhinder voor de rijksinfrastructuur door o.a. de introductie van geluidproductieplafonds (SWUNG I) (TK 2009–2010, XII 32 252 167 en TK 2010–2011, XII 32 625, nr. 2)168 is op 30 juni 2011 met algemene stemmen aangenomen in de Tweede Kamer en op 22 november 2011 aangenomen door de Eerste Kamer. Naar verwachting zal de wet, afhankelijk van in werking treding van de AMvB Besluit geluid milieubeheer, in de eerste helft van 2012 in werking treden.
-
– Onderliggende regelgeving is uitgewerkt en binnen de IenM/RWS organisatie zijn voorbereidingen getroffen voor een systeem van geluidproductieplafonds;
-
– Naast de voorbereiding is een start gemaakt met de uitvoering van het Meerjarenprogramma Geluidsanering (MJPG) 169;
-
– Vooruitlopend op het MJPG is al gestart met de aanpak van hoge geluidbelastingen op een aantal locaties door middel van innovatieve maatregelen. Dit zijn kleinschalige projecten waarbij de leefomgeving door het aanbrengen van stille wegdekken, raildempers of geluidschermen op een aantal geluidknelpunten wordt verbeterd (zie ook artikel IF 12.03 Geluid);
-
– In 2011 is gestart met het opstellen van een roadmap voor het verder ontwikkelen en toepassen van stille wegdekken;
-
– Internationaal is ingezet op het aanscherpen de Europese richtlijnen van geluidsemissie eisen die aan banden en voertuigen worden gesteld.
Duurzaam weggoederenvervoer
In 2011 is verder uitvoering gegeven aan het programma Duurzame Logistiek. 170 koplopende verladers, vervoerders en gemeenten hebben zich gecommitteerd aan de doelstelling van het programma, 20% CO2 reductie binnen 5 jaar.
Meetbare gegevens
Indicator | Waarde 1990 | Waarde 1995 | Waarde 2000 | Waarde 2005 | Waarde 2006 | Waarde 2007 | Waarde 2008 | Waarde 2009 | Waarde 2010 | Waarde 2011 | Basiswaarde peildatum | Streefwaarde peildatum |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bron: | 327 | 272 | 244 | 207 | 199 | 197 | 192 | 173 | 164 | nnb | 268 kton 2000 | 158 kton 2010–2020 |
CBS StatLine, Luchtverontreiniging, emissies berekend volgens NEC-protocol, gewijzigd 14-2-2012 | ||||||||||||
Bron: | 19 | 18 | 9 | 6 | 6 | 5 | 3 | 2 | 1 | nnb | 9 kton 2000 | 4 kton 2010–2020 |
CBS StatLine, Luchtverontreiniging, emissies berekend volgens NEC-protocol, gewijizigd 14-2-2012 | ||||||||||||
Bron: | 193 | 128 | 84 | 54 | 49 | 46 | 44 | 40 | 38 | nnb | 90 kton 2000 | 55 kton 2010–2020 |
CBS StatLine, Luchtverontreiniging, emissies berekend volgens NEC-protocol, gewijizigd 14-2-2012 | ||||||||||||
Emissie CO2 in verkeer en vervoer | ||||||||||||
31 | 34 | 37 | 39 | 40 | 39 | 39 | 38 | 38 | nnb | 36,6 Mton | 30–34 mton | |
Bron: | ||||||||||||
CBS StatLine – Emissies van broeikasgassen, berekend volgens IPCC-voorschriften | ||||||||||||
Publicatiedatum 14-2-2012 | ||||||||||||
Lokale luchtkwaliteit NO2 3 Bron: RWS/DVS | 0 knelpunten langs rijkswegen 2015 | |||||||||||
Geluidsknelpunten langs hoofdwegen 4 Bron: RWS/DVS | 12 000 | 12 000 | 12 000 | 12 000 | 7 500 | 7 500 | 12 000 | 0 | ||||
Aantal opgeloste MJPO knelpunten gesommeerd Bron: RWS/DVS 2010 | 17 | 29 | 41 | 43 | 55 | 60 | 0 | 208 | ||||
http://www.mjpo.nl/downloads/110062-RWS-MJPO-Jaarverslag2010[1].pdf |
Emissies NOx, SO2 en VOS in verkeer en vervoer berekend volgens het NEC-protocol. Bron: CBS-statline, natuur en milieu/lucht, update van 14 februari 2012. De cijfers over het jaar 2010 zijn definitieve cijfers. De voorlopige cijfers van 2011 worden rond 1 september van 2012 gepubliceerd. Bijgaand de geactualiseerde cijferreeks. Ook de voorgaande jaren zijn aangepast. Om een samenhangende en consistente tijdreeks te verkrijgen wordt ieder jaar de complete tijdreeks herberekend, zodat de laatste inzichten met name ten aanzien van de emissiefactoren in de berekeningen worden meegenomen.
De vaststelling van de NEC-plafonds voor het jaar 2020 voor de stoffen NOx, SO2 en VOS zal binnen enkele jaren plaatsvinden.
Betreft mobiele bronnen, totaal. Mobiele bronnen zijn transportmiddelen en mobiele werktuigen met een verbrandingsmotor, inclusief buitenlandse transportmiddelen. Exclusief zeevaart.
Voor lokale luchtkwaliteit geldt dat uiterlijk per 1 januari 2015 op alle locaties langs rijkswegen de grenswaarde voor NO2 gehaald moet worden. Tussenliggende waarden zijn niet vastgesteld. Voor PM10 wordt op alle locaties langs rijkswegen aan de grenswaarde voldaan die geldt vanaf 11 juni 2011.
Het saneringsprogramma opheffen geluidsknelpunten langs spoor- en hoofdwegen is in 2011 van start gegaan. De geluidsknelpunten langs hoofdwegen (>65 dB Lden) worden opgelost, zoals in de Nota Mobiliteit geformuleerd. Voor 10% van de woningen zal de aanpak bestaan uit gevelisolatie en zal de belasting boven de 65 dB blijven. Indien mogelijk wordt nu al meteen bij reconstructie van een (spoor)weg om andere redenen dan geluid een geluidsknelpunt aangepakt.
CO2.:
Door het schoner en zuiniger worden van voertuigen is er sinds enkele jaren sprake van een afname van de groei van CO2 emissies van het wegverkeer. Dit terwijl de voertuigkilometers zijn toegenomen. In het overzicht van meetbare gegevens blijkt dat de CO2 emissie in verkeer in vervoer licht afneemt. Dat komt voort uit een autonome groei van mobiliteit (zo is bijvoorbeeld in 2011 het aantal personenauto’s in Nederland met 1,5% gestegen (CBS), dat betreft dan veelal 2e auto’s in een huishouden). Zoals ook in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is aangegeven blijft een groeiende mobiliteitsbehoefte, welvaart, werkgelegenheid en toename van het aantal eenpersoonshuishoudens ervoor zorgen dat de mobiliteit richting 2040 blijft groeien. Voor informatie over deze trend: zie de Mobiliteitsbalans 2011 van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid170 (KIM).
Luchtkwaliteit NO2..:
Voor luchtkwaliteit zijn er geen tussenliggende waarden vastgesteld, enkel dat er in 2015 nul knelpunten moeten zijn langs het rijkswegennet voor N02. Om dit te bereiken worden in het NSL naast bronmaatregelen locatiespecifieke maatregelen (luchtschermen) genomen. Voor fijn stof (PM10) geldt dat al vanaf 11 juni 2011 aan de grenswaarde moet worden voldaan. Met de in het NSL opgenomen maatregelen is hieraan in 2011 voldaan.
MJPO-knelpunten.:
Het aantal opgeloste knelpunten loopt iets achter op de gedachte voortgang. De reden hiervoor is, dat om efficiënt te werken getracht wordt werk met werk te maken. De Drentse ecoducten zijn hier een voorbeeld van: deze zijn aangelegd bij de reconstructie van de N48.
Om een knelpunt geheel op te lossen, moeten vaak meerdere maatregelen worden uitgevoerd. In 2011 zijn er aan 44 knelpunten in totaal 71 maatregelen getroffen, zonder dat ze hierdoor volledig zijn opgelost. Daarnaast zal voor een aantal maatregelen aan spoor de aanbesteding volgen; daarmee zullen veel knelpunten die nu maar gedeeltelijk gereed zijn klaar komen.
nr. | Provincie | Locatie | Voorziening | Onderdeel |
---|---|---|---|---|
Ge3 | Gelderland | Kabeljauw bij A50 | ecoduct | wegen |
Ge5 | Gelderland | Hierdense Veld bij A28 en spoorweg Amersfoort–Zwolle | ecoduct | RV (wegen, spoorwegen) |
NB15 | Noord-Brabant | De Baronie A58/A16 | duikers, natuurlijke oevers | wegen |
Ov2 | Overijssel | Nijverdal, N35 en spoorweg Zwolle–Twente | Ecoduct | wegen, spoorwegen |
Ze3 | Zeeland | Prunje, N59 | duikers, loopplanken | wegen |
van de herziene lijst: | ||||
Ze16 | Zeeland | Kreken Zeeuws Vlaanderen | kleine maatregelen | water |
Dr18 | Drenthe | Suthwalda, N48 | ecoduct | RV (wegen) |
DR19 | Drenthe | Stiggeltie, N48 | ecoduct | RV (wegen) |
Bron: RWS/DVS
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal opgeloste knelpunten MJPO | 10 | 7 | 12 | 12 | 2 | 12 | 5 | 11 | 11 | 13 | 21 | 26 | 22 | 44 |
Totaal aantal | 10 | 17 | 29 | 41 | 43 | 55 | 60 | 71 | 82 | 95 | 116 | 142 | 164 | 208 |
Bron: RWS/DVS, MJPO Jaarverslag 2011
De tabel geeft inzicht in de voortgang van de aanpak en tevens een indicatie van de planning van de MJPO-knelpunten, zoals opgenomen in het Meerjarenprogramma Ontsnippering171 (MJPO) 2004.
Extracomptabele verwijzingen
Verwijzinging naar het Infrastructuurfonds
Artikel omschrijving | Realisatie 2011 |
---|---|
12.02 Beheer en Onderhoud | 323 166 |
12.03 Aanleg en planstudie na tracèbesluit | 1 341 787 |
36.02 Leefomgeving Spoorwegen: te hoge geluidsbelastingen door spoorvervoer zo veel mogelijk terugdringen en knelpunten door spoorwegen in de ecologische hoofdstructuur en in de bodem op te lossen
Operationele doelstelling
Doelbereiking
De belangrijkste prestaties in 2011 zijn geweest:
Algemene strategie en beleidsvorming
In 2011 zijn in het kader van het meerjarenprogramma Ontsnippering, deel spoor, 2 ecoducten gerealiseerd, bij Hulshorst en bij Nijverdal.
Bevorderen geluidsreducerende oplossingen voor personen- en goederenvervoer per spoor:
-
– De wijziging van de Wet geluidhinder. In 2011 heeft zowel de Tweede als de Eerste Kamer ingestemd met Swung-1 (TK 2009–2010, nr. 32 252155 en TK 2010–2011, 32 625, nr. 2)156.
-
– ProRail heeft in 2011 voorbereidingen getroffen om na inwerkingtreding van Swung-1 te kunnen starten met het Meerjarenprogramma geluidsanering spoor (MJPG Spoor)174
-
– In 2011 is het Uitvoeringsprogramma Geluid op Emplacementen (UPGE)175 zo goed als afgerond. Het voegloos maken moet nog op 1 locatie gebeuren (totaal 43 emplacementen) en het aanbrengen van spoorstaafconditioneringssystemen is op 1 locatie na ook afgerond (totaal 46 emplacementen). Op een aantal locaties moeten nog geluidschermen worden geplaatst. Deze schermen worden in de komende periode geplaatst door de staande organisatie van ProRail.
Bodemsanering NS percelen
De door de Stichting Bodemsanering NS in 2011 behaalde resultaten zijn vanaf juni 2012 op sbns.nl te vinden.
Meetbare gegevens
Algemene strategie en beleidsvorming
De meetbare gegevens voor dit product zijn hieronder bij de overige producten weergegeven. Aangezien de genoemde activiteiten gericht zijn op het bevorderen geluidsreducerende oplossingen voor personen- en goederenvervoer per spoor, zijn hiervoor geen aparte meetbare gegevens ontwikkeld.
Bevorderen geluidsreducerende oplossingen voor personen- en goederenvervoer per spoor
Basiswaarde peildatum 2004 | Waarde 2006 | Waarde 2007 | Waarde 2008 | Waarde 2009 | Waarde 2010 | Waarde 2011 | Streefwaarde peildatum 2 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Geluidknelpunten langs spoorwegen Bron: ProRail | 12 500 woningen | 7 500 woningen | 8 900 woningen | 7 200 woningen | 0 2020 | |||
Aantal opgeloste MJPO knelpunten Bron: RWS/DVS | 0 | 0 | 0 | 3 | 2 | 0 2018 | ||
http://www.mjpo.nl/downloads/100267-DWW-Jaarverslag09_LR1.pdf |
Verwijzinging naar het Infrastructuurfonds
Extracomptabele verwijzingen
Realisatie 2011 | |
---|---|
Artikel omschrijving | |
13.03 Ontsnippering | 6 785 |
13.03 Geluid sanering spoorwegen | 660 |
36.03 Duurzame luchtvaart bewerkstelligen en in stand houden
Operationele doelstelling
Doelbereiking
De belangrijkste prestaties in 2011 zijn geweest:
Doorstorting heffingen GIS-1 aan Stichting GIS
Het betreft hier het storten van een – wettelijk vastgelegd – deel van de opbrengst uit geluidheffingen in de Stichting Geluidsisolatie Schiphol. De Stichting heeft de kosten van het eerste geluidsisolatieproject rond Schiphol (GIS-1) gefinancierd. De door Stichting GIS eerder gemaakte kosten zijn in 2011 afgelost.
Geluidsisolatie Schiphol fase 2 (GIS-2)
Op grond van de PKB-Schiphol is in 1997 het project GIS-2 van start gegaan. De isolatie van GIS 2 panden is op 30 juni 2008 beëindigd. Tijdens GIS 2 zijn 8 465 panden geïsoleerd.
Geluidsisolatie Schiphol fase 3 (GIS-3)
Van alle woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen die in het isolatiegebied GIS-3 liggen, zijn er 5 213 opgenomen in het isolatieprogramma. Tot eind 2011 hebben 2 274 eigenaren aangegeven geen prijs te stellen op (verdere) deelname aan het isolatieproject. Uit onderzoek is gebleken dat 1 826 objecten geen recht hebben op aanvullende geluidwerende voorzieningen. Daarnaast zijn er 1 105 objecten geïsoleerd opgeleverd. Dit betekent dat eind 2011 5205 objecten onder GIS-3 zijn afgehandeld. Afronding wordt medio 2012 verwacht.
Klachtenafhandeling Geluidsisolatie Schiphol
In 2011 zijn circa 25 nieuwe klachten in behandeling genomen. De aard van de klachten varieert sterk. In enkele gevallen is de eigenaar verwezen naar de aannemer die de geluidwerende voorzieningen heeft geplaatst. Maar er zijn ook gevallen waarbij reparaties (bijvoorbeeld van een dak) noodzakelijk waren.
Na oplevering van een object geldt een garantieperiode van tien jaar. In deze periode zijn aannemers gehouden eventuele herstelwerkzaamheden uit te voeren. De garantietermijn voor objecten die in het kader van GIS 2 zijn gerealiseerd loopt tot uiterlijk 2018. Voor GIS-3 loopt de garantieperiode door tot 2022.
Woonschepen geluidszones Schiphol
Binnen de geluidszones worden 84 woonschepen aangekocht en is één woonschip verplaatst. Onder het voorbehoud van sloop van de aangekochte woonschepen is dit project afgerond.
Behandeling en uitbetaling schadeclaims Schiphol
Het Schadeschap luchthaven Schiphol is verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevergoedingen die verband houden met de uitbreiding van het luchthaventerrein Schiphol en wijzigingen in de infrastructuur in de omgeving van Schiphol. Het bedrag dat IenM in 2011 heeft uitgekeerd aan het Schadeschap wordt in 2012 bekend. De kosten van de behandeling van de schadeverzoeken alsmede de toegekende uitkering worden in rekening gebracht bij het ministerie.
Aankoop LIB geluidsloopzones Schiphol
In 2011 zijn geen objecten in de geluidssloopzones aangekocht conform de Regeling Uitkeringen beperkingengebied Schiphol. Het totaal aantal aangekochte woningen blijft op 38 staan. Eigenaren kunnen als gevolg van de motie Hofstra (Kamerstuk 2001–2002, 27 603, nr. 73)180 niet worden gedwongen hun woning te verlaten. Een einddatum kan daarom niet worden vastgesteld.
Geluidsisolatie regionale luchthavens
Het geluidsisolatieproject rondom de regionale luchthaven Maastricht Aachen Airport (Fase 2) is afgerond.
Behandeling en uitbetaling schadeclaims regionale luchthavens
Het betreft hier het behandelen en uitbetalen van schadeclaims. In 2011 zijn er geen schadeclaims uitgekeerd.
Duurzame luchtvaart
-
– Diverse activiteiten zijn verricht ten behoeve van de invoering van het Europese CO2-emissiehandelssysteem (EU ETS)181 voor de luchtvaart per 1 januari 2012, zoals het inbrengen van de Nederlandse zienswijze in het formuleren van een Europees standpunt en een bijdrage aan de totstandkoming van uitvoeringsregels ETS.
-
– Er is actieve inzet geweest in de milieucommissie van ICAO (CAEP)182 op het gebied van CO2-standaard voor vliegtuigen, economische analyse en dataverzameling. In het kader van ICAO is ook gewerkt aan de totstandkoming van een internationale leidraad voor opstellen van «state action plans» met betrekking tot emissiereductie in de luchtvaart. Er is in 2011 ook een start gemaakt met het «state action plan» voor Nederland.
-
– In 2011 is inzet geleverd op Europese samenwerking op het gebied van alternatieve brandstoffen (biokerosine) en is gewerkt aan de aanpassing van nationale wetgeving ter bevordering van de levering van biokerosine.
-
– In 2011 is gestart met een onderzoek naar de effecten van de invoering van EU ETS Luchtvaart op onze eigen maatschappijen en luchthavens. Nederland blijft zich, samen met de EU, inzetten voor een wereldwijd systeem van emissiehandel, zodat de Nederlandse luchtvaart en de luchthavens zo min mogelijk concurrentienadeel ondervinden. De eerste resultaten van dit onderzoek worden in 2012 verwacht.
-
– In 2011 zijn de emissies van CO 54,3, NOx 68,1, VOS 7,6 en PM10 2,2 gram/ton. Die van SO2 is 1,9 gram/ton. Alle in 2011 gerealiseerde emissies liggen onder de grenswaarde, zoals die met ingang van 2010 geldt.
Bijdrage aan de CROS
IenM heeft in 2011 financieel bijgedragen aan de Commissie Regionaal Overleg Schiphol (CROS)183. Het betrof een bijdrage voor bureaukosten, het organiseren van het regionaal overleg, de vergoeding voor commissieleden, en dergelijke.
Beleid isolatie- en leefbaarheidmaatregelen rondom luchthavens.
In 2011 heeft IenM werkzaamheden verricht om verschillende hinderbeperkende maatregelen rondom Schiphol te continueren en heeft zorg gedragen voor de uitvoering en realisatie van het geluidsisolatieproject GIS 3.
Groenvoorziening Schiphol
Het betreft hier een bijdrage aan de Stichting Mainport en Groen184 op basis van het convenant Groenvoorziening Schiphol. De laatste vond in 2008 plaats en hiermee is de bijdrage volledig voldaan.
Inspectie Leefomgeving en Transport
-
– De activiteiten voor dit product zijn met ingang van de begroting 2011 ondergebracht onder operationeel doel 33.03.
Meetbare gegevens
Geluidsisolatie Schiphol fase 3 (GIS-3)
Van alle woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen in het isolatiegebied GIS-3 zijn er 5 213 opgenomen in het isolatieprogramma. Eind 2011 zijn 5 205 objecten onder GIS-3 zijn afgehandeld. Afronding wordt verwacht medio 2012.
Aankoop LIB geluidsloopzones Schiphol
Tot en met 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | Streef- waarde 2011 | Realisatie 2011 | Streefwaarde 2012 ev | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
>65 Ke | 5 | 0 | 1 | 1 | 3 | 2 | 2 | 0 | 5 | 17 |
55 – 65 Ke | 24 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 26 |
Totaal | 29 | 2 | 1 | 1 | 3 | 2 | 2 | 0 | 5 | 43 |
Bron: Rijkswaterstaat, Voortgangsrapportage GIS nr. 14
In 2011 zijn geen objecten in de geluidssloopzones aangekocht conform de Regeling Uitkeringen beperkingengebied Schiphol. Het totaal aantal aangekochte woningen blijft op 38 staan.
realisatie | grenswaarden | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stof | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2005 – 2009 | vanaf 2010 |
CO | 59,3 | 56,6 | 55,1 | 54,1 | 53,4 | 54,1 | 54,3 | 58,1 | 55,0 |
NOx | 66,3 | 66,8 | 67,4 | 67,1 | 67,6 | 69,7 | 68,1 | 74,6 | 74,6 |
VOS | 10,1 | 9,0 | 8,6 | 8,2 | 7,9 | 8,0 | 7,6 | 9,9 | 8,4 |
SO2 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 1,9 | 2,1 | 2,1 |
PM10 | 2,2 | 2,2 | 2,3 | 2,3 | 2,3 | 2,4 | 2,2 | 2,5 | 2,5 |
Uit de door Schiphol aangeleverde cijfers blijkt dat de (relatieve) grenswaarden voor de uitstoot van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken in het gebruiksjaar 2011 niet overschreden zijn.
Periode | Totaal Volume Geluid |
---|---|
Gedurende het gehele etmaal (Lden) 1 | 63.46 dB(A) |
Gedurende de periode van 23.00 tot 7.00 uur (Lnight) | 54.44 dB(A) |
Bron: Luchthavenverkeerbesluit 2004
Lden staat voor «Level day-evening-night». Level = niveau, day = overdag, e = avond, n = nacht. Lden is een internationale maat (om de geluidsbelasting door omgevingslawaai uit te drukken) en ook een EU-maat (richtlijn 2002/49). Deze aanduiding, en dan met name «den», vloeit voort uit het feit dat in Lden onderscheid wordt gemaakt tussen dag-avond en nacht. Gedurende de dag (07–19 uur) telt een vliegtuig voor 1 vliegtuig, gedurende de avond (19–23 uur) telt 1 vliegtuig voor 3,16 vliegtuigen, gedurende de nacht (23–07 uur) telt 1 vliegtuig voor 10 vliegtuigen. De getallen 1, «3,16» en 10 heten «etmaalweegfactoren».
In 2011 bedroeg het TVG voor het etmaal (Lden) 62,68 dB (A). Daarmee is Schiphol binnen de toegestane grenswaarde van 63.46 dB (A) gebleven.
In 2011 bedroeg het TVG voor de nacht (Lnight) 52,55 dB (A). Daarmee is Schiphol binnen de toegestane grenswaarden van 54.44 dB (A) gebleven.
36.04 Scheepvaart: Een milieuvriendelijk goederenvervoersysteem over het water bevorderen
Operationele doelstelling
Doelbereiking
De belangrijkste prestaties in 2011 zijn geweest:
Duurzame zeevaart
De internationale regelgeving ten aanzien van uitstoot naar de lucht (MARPOL Annex VI)186, 187 is aangescherpt. Met ingang van 2013 moeten nieuw te bouwen schepen wereldwijd voldoen aan een Energy Efficiency Design Index (EEDI: een «energieprestatie-norm» voor zeeschepen die van 2013 tot 2025 in 4 fases wordt aangescherpt).
Nederland heeft zich ook actief ingezet voor de herziening van MARPOL Annex V. Deze herziening is mondiaal aangenomen en zal op 1 januari 2013 van kracht worden. Hierna zijn alle lozingen van huisvuil verboden met uitzondering van voedselrestanten (dit ivm hygiëne).
De IMO (International Maritime Organization) heeft in 2011 verder richtlijnen ontwikkeld met als doel het overbrengen van schadelijke organismen door aangroeiing op de scheepshuid, biofouling, tegen te gaan. Ook is in IMO het verbod op blenden op zee goedgekeurd en is voortgang geboekt ten aanzien van een verbod van productieprocessen op zee.
De internationale richtlijnen behorend bij het Hong Kong Sloopverdrag188 zijn gecompleteerd met richtlijnen voor de ontwikkeling van een «Ship Recycling Plan» en een inventaris voor gevaarlijke stoffen. Vorderingen zijn gemaakt met richtlijnen voor veilig en milieuvriendelijk recyclen en de autorisatie van «Ship Recycling Facilities».
Voor de Saba Bank heeft Nederland een voorstel bij de IMO ingediend ter verkrijging van de status van «particularly sensitive sea area» (PSSA).
In de EU zijn de onderhandelingen gestart om het onderdeel zwavel in scheepsbrandstoffen uit de Zwavel richtlijn aan te passen aan de in 2008 in IMO overeengekomen afspraken over verminderde uitstoot van luchtverontreinigende stoffen.
Samen met de sector heeft het Ministerie van IenM een Convenant ondertekend over Energie Efficiency en CO2-reductie in de zeevaart, waarin afspraken zijn gemaakt over het stimuleren van energie-efficiency in de zeevaart.
Het Ballastwaterverdrag is geïmplementeerd in de Nederlandse wet- en regelgeving en Nederland heeft het verdrag geratificeerd. Over uniforme implementatie en handhaving in het Noordzeegebied heeft reeds overleg plaatsgevonden, maar door vertraging in de ratificatie door enkele andere Noordzeelanden kunnen afspraken niet eerder dan in 2012 worden gemaakt.
Duurzame zeehaven
In 2011 is in het kader van het Subsidieprogramma Zeehaven Innovatie Project189 voor duurzame zeehavens voor 9 projecten een subsidiebeschikking verstrekt. Alle 9 projecten zijn inmiddels van start gegaan, de meeste projecten zullen eind 2013 tot afronding komen.
Ten behoeve van de aankomende herziening van de Europese richtlijn havenontvangstvoorzieningen is richting Europese Commissie aangegeven dat Nederland voorstander is van aanscherping van deze richtlijn en van meer geharmoniseerde handhavings- en financieringssystemen. De inzet is met relevante partijen afgestemd.
Samen met de Nationale Havenraad190 heeft IenM de staatssecretaris van Financiën verzocht om namens Nederland een derogatieverzoek bij de Europese Commissie in te dienen, om de energiebelasting op walstroom tijdelijk (drie jaren) te verlagen.
Hiermee wordt een economische stimulans aan de beroepsvaart gegeven om (meer) gebruik te maken van walstroom. Daarmee wordt de uitstoot van voor het klimaat en de luchtkwaliteit schadelijke stoffen, fijnstof en geluidsoverlast in de Nederlandse havens aanzienlijk verminderd. Dit laatste is van belang om de economische groeimogelijkheden van de Nederlandse zeehavens, zeevaart en binnenvaart niet onnodig te beperken vanwege beperkingen in de milieugebruiksruimte.
Duurzame binnenvaart
Er is een Investeringsimpuls LNG-vulpunten binnenvaart gelanceerd. Dit heeft geresulteerd in de toekenning van een investeringsimpuls aan een te ontwikkelen LNG-vulpunt in Zwijndrecht, dat eind 2013 operationeel zal zijn.
Scherpere internationale emissienormen voor binnenscheepsmotoren vanaf 2016 (Stage IV) zijn nog niet definitief vastgesteld. De verwachting is dat de Europese Commissie medio 2012 met een voorstel voor deze normen komt.
Als gevolg van voortdurende onrust in de binnenvaartsector rond het onderwerp walstroom, zijn op dit dossier geen stappen gezet.
Duurzame zeevaart en binnenvaart
[[[Meetbare gegevens]]]
realisatie | prognose | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2010 | 2015 | 2020 | |
NOx -emissies goederenvervoer (x mln. kg) | |||||||||||
Binnenvaart | 27,1 | 25,1 | 24,8 | 24,2 | 24,9 | 24,5 | 21,9 | 23,6 | 23,7 | 22,5 | 21,7 |
Zeevaart (NL grondgebied) 1 | 17,3 | 17,8 | 18,0 | 19,1 | 19,4 | 23,3 | 22,0 | 21,9 | 19,4 | 20,2 | 21,1 |
PM10-emissies goederenvervoer (x mln. kg) | |||||||||||
Binnenvaart | 1,1 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 0,9 | 0,8 | 0,8 | 0,9 | 0,8 | 0,8 |
Zeevaart (NL grondgebied) 1 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 1,2 | 1,1 | 1,3 | 1,2 | 1,0 | |||
VOS-emissies goederenvervoer (x mln. kg) | |||||||||||
Binnenvaart | 3,6 | 3,3 | 2,3 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,2 | 1,3 | 1,3 | 1,1 | 1,0 |
Zeevaart (NL grondgebied) 1 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | 0,9 | 0,9 | 0,8 | 0,7 | 0,8 | 0,8 |
SO2-emissies goederenvervoer (x mln. kg) | |||||||||||
Binnenvaart | 2,0 | 1,9 | 1,8 | 1,8 | 1,8 | 1,1 | 1,0 | 0,5 | 0,9 | 0,0 | 0,0 |
Zeevaart (NL grondgebied) 1 | 10,0 | 10,2 | 10,0 | 10,6 | 9,8 | 9,5 | 9,0 | 5,8 | 5,0 | 0,8 | 1,0 |
CO2-emissies (x mln. kg) 3 | |||||||||||
Binnenvaart | 1 871 | 1 734 | 1 713 | 1 672 | 1 721 | 1 693 | 1 540 | 1 688 | 1 700 | 1 785 | 1 877 |
Zeevaart (NL grondgebied) 1 | 936 | 969 | 983 | 1 041 | 1 067 | 1 466 | 1 406 | 1 370 | 1 220 | 1 389 | 1 558 |
Bron cijfers 2003 t/m 2010: CBS luchtverontreiniging; emissies door mobiele bronnen, CBS StatLine (www.statline.cbs.nl/statweb/ ), 29 december 2011
Bron prognoses 2010, 2015 en 2020: PBL/ECN, 18 mei 2010
De realisatiecijfers 2011 komen in het eerste kwartaal van 2013 beschikbaar.
De cijfers over 2008 en latere jaren zijn met een andere, nauwkeuriger methode berekend dan in voorgaande jaren, waarbij ook de invloed van de vaarsnelheid is meegenomen; om die reden zijn de cijfers over 2008 en latere jaren niet volledig vergelijkbaar met die van voorgaande jaren. De cijfers van de SO2-emissies over 2008 en latere jaren zijn bovendien beïnvloed door een verplicht lager zwavelgehalte voor scheepsbrandstof vanaf augustus 2007 en verdere aanscherping vanaf juli 2010 (vanwege MARPOL Annex VI-regelgeving).
2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bilgewater (x miljoen kg) | 48,1 | 46,6 | 26,7 | 21,2 | 21,8 | 20,1 | 20,8 | 21,0 | 19,2 | 18,8 | 21,5 |
Schroefassmeervet (x miljoen kg) | 0,12 | 0,15 | 0,14 | 0,14 | 0,12 | 0,11 | 0,11 | 0,12 | 0,12 | 0,11 | 0,13 |
Vast oliehoudend afval (x miljoen kg) | 0,25 | 0,38 | 0,41 | 0,44 | 0,32 | 0,32 | 0,34 | 0,38 | 0,46 | 0,45 | 0,54 |
Bron: Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart (SAB), 2012
De daling in de afgifte van olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval in de periode 2009/2010 is voor 2011 in een stijging over gegaan. Of dit zich in de komende jaren voortzet zal moeten blijken. Wellicht hangt dit samen met de invoering van de indirecte betaling voor de afgifte van olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval per 1 januari 2011.
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Afgegeven hoeveelheid scheepsafval (m3) | 98 241 | 104 698 | 133 517 | 148 483 | 149 427 | 174 651 |
Aantal afgevende schepen | 14 396 | 18 296 | 22 486 | 22 152 | 22 741 | 23 902 |
Aantal betalende schepen | 34 293 | 38 410 | 39 313 | 39 279 | 36 580 | 37 456 |
Het percentage afgevende schepen van het aantal betalende schepen | 42% | 48% | 57% | 56% | 62% | 64% |
Bron: De Nederlandse zeehavens, juni 2011
Overzicht afgeronde onderzoeken
Onderzoek onderwerp | AD of OD | Start | Afgerond | Vindplaats | |
---|---|---|---|---|---|
Beleidsdoorlichting | Leefomgeving hoofdwegen | 36.01 | 2011 | 2012 | |
Leefomgeving spoorwegen | 36.02 | 2011 | 2012 | ||
GIS | 36.03 | 2010 | medio 2012 | ||
Effectenonderzoek expost | Meerjarenprogramma Ontsnippering (in kaart brengen effectiviteit, doelmatigheid en legitimiteit van de uitvoering van het MJPO) | 36.01/36.02 | A: juli 2008 | B: dec. 2008 | TK, 2009–2010, 29 652, nr. 3 Zie Jaarverslag XII 2009, blz. 126, 127. |
MJPO – MJPO – Meerjarenprogramma Ontsnippering | |||||
Het Nieuwe Rijden (evalueren uitvoeringsprogramma Het Nieuwe Rijden en de bijdrage aan de CO2-reductie | 36.01 | A: jan. 1999 | B: juli 2011 | ||
Zie Jaarverslag XII 2010, blz. 124 | |||||
Bodemsanering | 36.02 | 2010 | 2010 | Zie Jaarverslag XII 2010, zie blz. 124, 125. |
De beleidsdoorlichtingen Leefomgeving Hoofdwegen en Leefomgeving Spoorwegen worden in 2012 definitief afgerond.
GIS
Geluidsisolatie Schiphol: de afronding van het isolatieprogramma van woningen rond Schiphol (GIS-3) is voorzien medio 2012. De beleidsevaluatie GIS naar de doeltreffendheid van het project zal conform de Rijksbegrotingsvoorschriften worden uitgevoerd op het moment dat het GIS-3-project is afgerond.