A Algemene doelstelling
Het ondersteunen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij het verbeteren van het bestuur, de rechtszekerheid, de economische ontwikkeling, het onderwijs en de overheidsfinanciën.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het stellen van randvoorwaarden die de rechtmatigheid en doelmatigheid van de inzet van middelen uit hoofdstuk IV van de Rijksbegroting garanderen. Aruba, Curaçao en Sint Maarten blijven volledig verantwoordelijk voor het beleid op de terreinen waarop de samenwerkingsprogramma’s met Nederland van toepassing zijn.
C Beleidsconclusies
Evaluatie staatkundige positie Caribisch Nederland 2015
Op 10 juni 2014 hebben de gedeputeerden Constitutionele Zaken van de openbare lichamen en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een opdracht vastgesteld voor de evaluatie van de nieuwe staatkundige structuur van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De evaluatieopdracht zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie. De evaluatiecommissie is ingesteld op 23 september 2014 (Staatscourant, 2014, 27294) en brengt uiterlijk 10 oktober 2015 haar eindverslag uit aan de opdrachtgevers.
De evaluatiecommissie zal op basis van de evaluatieopdracht een drietal onderzoeken laten uitvoeren: onderzoek naar de werking van de wetgeving, onderzoek naar de werking van de nieuwe bestuurlijke structuur en onderzoek naar de gevolgen voor de bevolking van de transitie.
Het op dit artikel voorgenomen beleid is in grote lijnen uitgevoerd. De belangrijkste afwijkingen in de gerealiseerde uitgaven ten opzichte van de in de oorspronkelijke begroting opgenomen bedragen worden hieronder toegelicht.
D Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | Realisatie 2014 | Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 | Verschil 2014 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen: | 3.593.418 | 151.728 | 64.066 | 39.846 | 200.167 | 21.230 | 178.937 | |
Uitgaven: | 1.688.040 | 378.666 | 373.839 | 247.217 | 373.090 | 192.709 | 180.381 | |
2.1 | Apparaat | 20.513 | 11.674 | 9.869 | 9.077 | 9.623 | 8.647 | 976 |
Personele uitgaven | 0 | 0 | 6.928 | 7.230 | 7.652 | 5.738 | 1.914 | |
Eigen personeel | 0 | 0 | 3.661 | 6.887 | 7.291 | 5.488 | 1.803 | |
Externe inhuur | 0 | 0 | 814 | 49 | 61 | 0 | 61 | |
Overig personeel | 0 | 0 | 2.452 | 294 | 300 | 250 | 50 | |
Materiële uitgaven | 0 | 0 | 2.941 | 1.847 | 1.971 | 2.909 | -938 | |
Overig materieel | 0 | 0 | 2.941 | 1.847 | 1.971 | 2.909 | -938 | |
2.2 | Duurzame economische ontwikkeling | 129.460 | 90.816 | 65.775 | 19.932 | 14.902 | 11.583 | 3.319 |
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 979 | 979 | 954 | 25 | |
IUCN | 0 | 0 | 0 | 979 | 963 | 954 | 9 | |
Subsidies Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 0 | 16 | 0 | 16 | |
Opdrachten | 0 | 0 | 3.239 | 96 | 0 | 0 | 0 | |
Overig | 0 | 0 | 3.239 | 96 | 0 | 0 | 0 | |
Inkomensoverdracht | 0 | 0 | 4.240 | 4.244 | 4.205 | 5.009 | -804 | |
Pensioenen | 0 | 0 | 4.240 | 4.244 | 4.205 | 5.009 | -804 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.831 | 0 | 1.831 | |
Sociaal-economische initiatieven BES | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.831 | 0 | 1.831 | |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 58.296 | 14.613 | 7.887 | 5.620 | 2.267 | |
Samenwerkingsprogramma`s | 0 | 0 | 58.296 | 14.613 | 7.887 | 5.620 | 2.267 | |
2.3 | Raden en commissies | 1.490 | 294 | 183 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 0 | 0 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overig | 0 | 0 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Personeel | 0 | 0 | 179 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Eigen personeel | 0 | 0 | 179 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2.4 | Schuldsanering | 1.536.577 | 275.882 | 298.011 | 218.208 | 348.565 | 172.479 | 176.086 |
Leningen | 0 | 0 | 294.461 | 218.208 | 348.565 | 172.479 | 176.086 | |
Lopende inschrijving | 0 | 0 | 294.427 | 218.208 | 348.565 | 172.479 | 176.086 | |
Tijdelijke leenfaciliteit | 0 | 0 | 34 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 3.550 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Schuldsanering | 0 | 0 | 3.550 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten: | 1.162.967 | 45.794 | 105.805 | 34.705 | 39.304 | 27.358 | 11.946 |
E Toelichting op de financiële instrumenten
2.1 Apparaat
Personeel
Eigen personeel
De formatie van de directie Koninkrijksrelaties is in 2014 deels tijdelijk en deels structureel versterkt. Tijdelijk was extra inzet nodig voor onder andere de staatkundige evaluatie van Caribisch Nederland, de afwikkeling samenwerkingsmiddelen en de versterking van het financieel beheer. Structureel wordt er geïntensiveerd op het financieel toezicht, de coördinatie van Caribisch Nederland en de juridische advisering.
Overig personeel
Hier hebben zich geen bijzondere ontwikkelingen voorgedaan.
Materiële uitgaven
Overig materieel
Hier hebben zich geen bijzondere ontwikkelingen voorgedaan.
2.2 Duurzame economische ontwikkeling
Subsidies
IUCN
In 2006 is door de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een subsidie toegezegd voor de duur van 10 jaar aan de Stichting International Union for the Conservation of Nature Nederlands Comité (IUCN NL). De subsidieverlening is bedoeld voor het veiligstellen van het natuurbeheer op de eilandgebieden van het Caribisch deel van het Koninkrijk. IUCN stelt de subsidie ter beschikking aan de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA), de overkoepelende organisatie van de natuurparken in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Inkomensoverdracht
Pensioenen
Conform de vaste verrekenkoersregeling Antilliaanse en Arubaanse pensioenen zijn de voor pensioengerechtigden nadelige koersverschillen als gevolg van wisselkoersfluctuatie tussen de Antilliaanse gulden (NAF) en de euro gecompenseerd.
Bijdragen aan medeoverheden
Sociaal-economische initiatieven Bonaire, St. Eustatius, Saba (BES)
In 2013 zijn voor het eerst middelen verstrekt uit het BES-fonds ten behoeve van de integrale aanpak van de sociaal-economische problematiek van de eilanden. Dit betreft een financiële samenwerking tussen de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het betreft uitkeringen conform artikel 88 lid 8, van de Wet financiën BES. In 2014 hebben financieel technische redenen (mogelijkheid tot terugvordering) ertoe geleid dat ophanging aan het BES-fonds (H) niet meer opportuun werd geacht en deze samenwerkingsmiddelen onder Koninkrijksrelaties (IV) zijn gebracht. Dit verklaart het verschil met de oorspronkelijke begroting.
Het gehele budget is uitgeput en diverse projecten die gefinancierd worden uit deze middelen zijn in uitvoering of reeds afgerond. De Regeling bijzondere uitkering integrale projecten 2013 is verlengd met twee jaar.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Samenwerkingsprogramma’s
In 2014 heeft een tussenafrekening van de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) en de subsidievaststelling 2007–2013 van de stichting Antilliaanse Medefinancieringsorganisatie (AMFO) plaatsgevonden. De herinzet van deze meerontvangsten verklaart grotendeels het verschil met de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Voor een belangrijk deel (€ 1,7 mln.) is dit ten goede gekomen aan Reda Sosial in Curaçao waarmee de duurzaamheid van een aantal projecten van non-gouvernementele organisaties op het gebied armoedebestrijding, wijkaanpak, ouderen en jeugd gewaarborgd is.
Ten aanzien van de gerealiseerde uitgaven kan het volgende worden toegelicht. De laatste betalingen aan Sint Maarten voor de meerkostenregeling en de uitgestelde betaling aan het solidariteitsfonds (laatste tranche uit 2010; in het kader van de vereffening van de boedelbalans van de Nederlandse Antillen) zijn conform planning gerealiseerd.
Voor het overige betreffen de gerealiseerde uitgaven kleinere posten voor incidentele ondersteuning, projecten zoals het koninkrijksconcert en de verbetering van Sentro di Detenshon i Korekshon Korsou en de Sociale Vormingsplicht Aruba.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft voor 2012–2014 maximaal € 1,0 mln. per jaar bijgedragen aan het Sociale Vormingstraject Aruba (SVA). In de praktijk is dit bedrag echter altijd lager gebleken. Zo ook in 2014, waarin een bedrag van afgerond € 0,5 mln. is uitgegeven. Dit bedrag loopt echter nog op, aangezien nog een klein deel in 2015 wordt gedeclareerd.
Het SVA is bedoeld voor werkloze, niet naar schoolgaande jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot 24 jaar. Het traject bestaat uit twee delen: een trainingtraject van vier maanden dat op militaire leest geschoeid is en een opleidingstraject van zes maanden. Vooralsnog zijn de lichtingen vijf en zes in training. Aan lichting vijf nemen zestien jongeren deel en aan lichting zes, vijftien jongeren. De deelnemers van lichting zes ontvingen in december 2014 hun certificaat voor het afronden van het deel op militaire leest. Minister Croes heeft inmiddels toegezegd dat Aruba het programma in elk geval de komende drie jaar zal voortzetten en het derhalve ook in de begroting van Aruba zal opnemen. Ook de betrokkenheid van Marinierskazerne Savaneta blijft gedurende deze periode gegarandeerd.
De afsluiting van de samenwerkingsprogramma’s verloopt conform planning. De eindafrekening van AMFO is in 2014 opgeleverd evenals de eindevaluatie (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 000 IV, nr. 23).
De projecten van het Onderwijs en Jongeren Samenwerkingsprogramma (OJSP), het programma Institutionele Versterking van de Bestuurskracht (IVB), het samenwerkingsprogramma Sociaal Economisch Initiatief (SEI) en Plan Veiligheid (PV) zijn door de uitvoeringsorganisatie USONA van de stichting SONA in 2014 administratief afgesloten zodat in 2015 gestart kan worden met de eindafrekening en eindevaluatie.
Voor het Fondo Desaroyo Aruba (FDA) zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over ondermeer de eindevaluatie en de eindafrekening die in 2016 opgeleverd zullen moeten worden.
2.4 Schuldsanering
Leningen
Lopende inschrijving
De sanering van schuldtitels en betalingsachterstanden is afgerond. Op grond van art. 16 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten heeft Nederland onder nauwkeurig in de Rijkswet omschreven voorwaarden een lopende inschrijving op alle openbare en onderhandse geldleningen van de landen Curaçao en Sint Maarten. De geldleningen waarop wordt ingeschreven moeten passen binnen de normen en criteria uit de rijkswet. Het College financieel toezicht ziet hierop toe. Het totaalbeeld van de verstrekte leningen aan Curaçao en Sint Maarten ziet er als volgt uit:
Verstrekte leningen | x € mln. | |
---|---|---|
Curaçao | Sint Maarten | |
Geldleningen per 10-10-2010 | 658 | 132 |
Lopende inschrijving tot en met 2013 | 25 | 0 |
Lopende inschrijving in 2014 | 103 | 74 |
Totaal uitstaande leningen | 786 | 206 |
De lening in 2014 aan Curaçao was bestemd voor de financiering van een ziekenhuis. Aan Sint Maarten zijn 4 leningen verstrekt voor diverse investeringen (ook uit het verleden) en aankoop van gronden. Deze leningen (ruim € 176 mln.) verklaren het verschil met de oorspronkelijke begroting.
Voor rente en aflossing in het kader van de schuldsanering is € 171 mln. aan de landen verstrekt in de vorm van een lening.
Ontvangsten
De reguliere rente en aflossingen op leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden hier verantwoord. De hogere ontvangsten worden grotendeels verklaard door meerontvangsten bij de rente op de lopende inschrijving, rente en aflossingen leningen Aruba en de tussenafrekening van de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) en de subsidievaststelling 2007–2013 van de stichting Antilliaanse Mede Financierings Organisatie (AMFO).