Algemene doelstelling
De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie en kleding en uitrusting voor de defensieonderdelen.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.
Beleidsconclusie
De DMO heeft een bijdrage geleverd aan de hoofddoelstelling van de krijgsmacht door de levering van modern, robuust, kwalitatief en inzetbaar materieel. De DMO heeft hiervoor ondersteuning geleverd door de aanschaf van materieel, de instandhouding ervan en afstoting. Verder heeft de DMO in 2015 ondersteuning geleverd aan internationale operaties.
Om investeringsprojecten te realiseren is de verwervingsketen versterkt. DMO vervult in de verwervingsketen een zwaarwegende rol. Stabiliteit in de organisatie en een consistent toekomstbeeld zijn van belang voor de versterking van de verwervingsketen. Met het oog daarop zijn in 2015 maatregelen getroffen om het capaciteitstekort te beperken. Onderdeel daarvan is een verbeterde vulling van de DMO-organisatie. De voorbereiding op de reorganisatie van DMO is in 2015 gestart. Daarnaast is in 2015 de voortgang van projecten beter inzichtelijk gemaakt door gebruik te maken van de Principal Toolbox. Deze trajecten verhogen de transparantie en faciliteren de versterking van de verwerkingsketen.
In 2015 is door het Defensie Munitiebedrijf een grote inspanning geleverd om aan de munitiebehoeften, voortkomend uit de missies in Irak en Mali, te voldoen. Duidelijk is dat de munitievoorraden onder druk staan. Voor de lange termijn zijn begin 2015 nieuwe normen vastgesteld voor de munitievoorraden. Het aanvullen van de voorraden kost echter tijd.
In 2015 zijn op het gebied van de IT maatregelen genomen om de continuïteit te waarborgen. Het gaat onder andere om inhuur van specialistisch personeel, vervanging van opslagcapaciteit en koeling van datacenters. In 2015 is tevens de aanbesteding voor de eerste fase van de IT-Vernieuwing voorbereid. Deze aanbesteding moet leiden tot het, in samenwerking met de markt, realiseren van de nieuwe IT-infrastructuur en enige toepassingen die daarvan gebruik maken.
Artikel 7 Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie (bedragen x € 1.000) | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | Verschil |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 999.355 | 1.039.074 | 846.181 | 606.479 | 830.487 | 742.400 | 88.087 |
Uitgaven | 1.121.262 | 871.683 | 853.971 | 788.427 | 758.507 | 742.400 | 16.107 |
Programmauitgaven | 576.355 | 541.336 | 361.144 | 293.389 | 304.662 | 307.572 | – 2.910 |
Opdracht Logistieke ondersteuning | |||||||
– waarvan gereedstelling | 278.045 | 232.613 | 246.323 | 214.792 | 222.537 | 218.200 | 4.337 |
– waarvan instandhouding | 298.310 | 308.723 | 114.821 | 78.597 | 82.125 | 89.372 | – 7.247 |
Apparaatsuitgaven | 544.907 | 330.347 | 492.827 | 495.038 | 453.845 | 434.828 | 19.017 |
personele uitgaven | 319.313 | 130.587 | 178.093 | 192.287 | 189.754 | 180.881 | 8.873 |
– waarvan eigen personeel | 172.714 | 167.815 | 172.521 | – 4.706 | |||
– waarvan externe inhuur | 19.573 | 21.939 | 8.360 | 13.579 | |||
materiele uitgaven | 225.594 | 199.760 | 314.734 | 302.751 | 264.091 | 253.947 | 10.144 |
– waarvan IT | 25.706 | 20.678 | 5.028 | ||||
– waarvan IT door SSO DTO (DMO OPS)1 | 19.039 | 11.406 | 220.486 | 228.784 | 172.048 | 172.099 | – 51 |
– waarvan exploitatie door SSO Paresto2 | 1.784 | 1.433 | 346 | 363 | 414 | 333 | 81 |
– waarvan overige exploitatie | 98.904 | 99.679 | 94.248 | 73.604 | 65.923 | 60.837 | 5.086 |
Apparaatsontvangsten | 52.532 | 58.451 | 59.554 | 25.189 | 44.077 | 42.933 | 1.144 |
Toelichting op de financiële instrumenten
De posten met een verschil groter dan € 5,0 miljoen worden hieronder toegelicht.
Verplichtingen
In 2015 is voor een bedrag van € 830 miljoen aan verplichtingen aangegaan. Het merendeel van deze verplichtingen heeft geleid tot kasuitgaven in hetzelfde jaar maar een deel van de aangegane verplichtingen leidt tot uitgaven in 2016 en verder. De hogere realisatie van de verplichtingen wordt deels veroorzaakt door hogere apparaatsuitgaven. Daarnaast zijn in 2014 minder verplichtingen aangegaan dan begroot. Een deel van deze achterstand is in 2015 ingelopen. Tot slot is een hogere realisatie van de verplichtingen veroorzaakt door langere levertijden op artikelen en diensten. Hierdoor valt het moment van verplichten in 2015 en wordt de uitgave gedaan in 2016 en verder.
Uitgaven
Instandhouding
De realisatie van de instandhouding is per saldo € 7,2 miljoen lager dan begroot.
Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een lagere realisatie (€ 7,1 miljoen) bij luchtvaartsystemen, met name bij helikopters, als gevolg van een lagere dan voorziene facturering onder het FMS-regime.
Apparaatsuitgaven
Personele uitgaven
Aan externe inhuur is € 13,6 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Een deel van de inhuur is bedoeld om tijdelijk de capaciteit van de organisatie te versterken. Een voorbeeld hiervan is de inkoopdienstverlening. Een ander deel van de inhuur is bedoeld ter versterking van de samenwerking met de industrie. Dit is voor een kennisintensieve organisatie als de DMO een belangrijk instrument om aansluiting te houden bij ontwikkelingen in de markt. Ook is in 2015 aanvullend IT-personeel ingehuurd, specifiek voor het domein van de wapensysteemgerichte IT (€ 12,8 miljoen). Deze inhuur vloeit voort uit het organisatiemodel, waarbij een kleinere formatie zo nodig wordt aangevuld met inhuur zodat geprofiteerd kan worden van de meest actuele kennis en ontwikkelingen in de markt.
Materiële uitgaven
De uitgaven bij IT zijn € 5,0 miljoen hoger dan begroot. De belangrijkste oorzaken voor deze overschrijding zijn de toename van mobiel telefonie- en datagebruik en nieuwe (niet voorziene) uitgaven aan interdepartementale samenwerking in de vorm van bijdrages aan het Bureau IT Toetsing (BIT) de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI).
De realisatie van de Overige Exploitatie is per saldo € 5,1 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt in belangrijke mate verklaard door overschrijdingen bij het KPU-bedrijf (€ 13,0 miljoen) en BTW-betalingen op contracten met buitenlandse leveranciers (€ 4,3 miljoen). Met name deze laatste categorie uitgaven is moeilijk voorspelbaar. Voor KPU geldt dat de overschrijding het gevolg is van de opdracht om een hogere leverbetrouwbaarheid te realiseren. Daarnaast heeft de prijsgevoeligheid van bepaalde artikelen ook bijgedragen aan de overschrijding. Onderschrijding heeft in 2015 plaatsgevonden doordat delen van het budget voor Overige Exploitatie zijn overgeheveld naar andere budgetten. Zo is het budget voor afstoting (€ 6,9 miljoen) overgeheveld naar artikel 6 (Investeringen). Verder is sprake van kleine over- en onderschrijdingen.