Algemene doelstelling
De krijgsmacht is er voor de verdediging en bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede voor de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde. Tevens ondersteunt de krijgsmacht civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwerkelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet ten behoeve van nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.
In Beleidsartikel 1 Inzet wordt een overzicht geboden van de gehele inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded Navo- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel is daartoe uitgebreid met één niet-financieel overzicht voor de structurele inzet voor nationale- en koninkrijkstaken, bijvoorbeeld door de KMar, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) en de Kustwachten. In Beleidsartikel 1 is de verantwoording opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering verantwoord van de Zeestrijdkrachten, Landstrijdkrachten, Luchtstrijdkrachten, de Marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.
Beleidsconclusie
De gevolgen van de verslechterde veiligheidssituatie worden voor Europa en de Nederlandse samenleving steeds tastbaarder. Het beroep op Defensie was in 2015 dan ook groot. Gemiddeld waren er in 2015 1.300 militairen uitgezonden op missies over de gehele wereld. Zo heeft Nederland met ongeveer 450 militairen bijgedragen aan het bevorderen van de stabiliteit en het herstellen van staatsgezag in Mali in het kader van de VN-missie MINUSMA, zette de krijgsmacht de bestrijding van piraterij voort in de EU-operatie Atalanta bij de hoorn van Afrika en werd er in Afghanistan met 100 militairen bijgedragen aan een professioneel en zelfredzaam veiligheidsapparaat van Afghanistan in de Navo-missie Resolute Support. Ook werd de strijd tegen ISIS in 2015 voortgezet. Nederland stelde in eerste instantie zes operationele F-16’s, ongeveer 200 militairen en 130 trainers beschikbaar aan de internationale coalitie. Daarnaast droeg Nederland bij aan 25 kleinschalige VN- en EU-missies met een gemiddelde omvang van 4 militairen bijvoorbeeld in het Midden-Oosten, Balkan en Afrika. De nationale inzet, waaronder die van de KMar, de EODD, het CLSK en de Kustwacht in het kader van militaire bijstand en steunverlening was onverminderd groot, evenals de inzet in het Caribische deel van het Koninkrijk.
Het vergt uiterste inspanningen van Defensie om aan de gevraagde inzet te kunnen voldoen. De instabiliteit in de ring rond Europa en de gevolgen die dit heeft voor onze nationale veiligheid vereisen echter een ambitieuze inzet van Defensie. Om die reden is in sommige missieramingen compensatie opgenomen om de negatieve effecten van deze missies op de gereedheid en geoefendheid van de krijgsmacht te verkleinen.
Overzicht missies
Artikel 1 Inzet (Bedragen x € 1.000) | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 223.487 | 165.904 | 153.728 | 263.764 | 268.240 | 404.026 | – 135.786 | |
Programma-uitgaven | 186.102 | 191.231 | 177.246 | 252.576 | 272.617 | 404.026 | – 131.409 | |
Opdracht Inzet | ||||||||
– | Crisisbeheersingsoperaties / Verdeelartikel BIV (HGIS) | 186.102 | 185.351 | 170.420 | 228.517 | 267.491 | 393.350 | – 125.859 |
– | Financiering nationale inzet krijgsmacht | 2.366 | 2.581 | 1.939 | 2.109 | 2.376 | – 267 | |
– | Overige inzet | 3.514 | 4.245 | 22.120 | 3.017 | 8.300 | – 5.283 | |
bijdrage door SSO's binnen de opdracht Inzet1 | 3.488 | 3.488 | ||||||
Programma-ontvangsten | 3.214 | 8.384 | 4.807 | 11.645 | 35.300 | 6.707 | 28.593 | |
– | Crisisbeheersingsoperaties (HGIS) | 3.214 | 4.286 | 1.603 | 8.293 | 35.212 | 1.407 | 33.805 |
– | Overige inzet | 4.098 | 3.204 | 3.352 | 88 | 5.300 | – 5.212 |
Toelichting algemeen
In artikel 1 worden alleen uitgaven voor inzet begroot en verantwoord:
-
1. Voor zover deze uitgaven additioneel zijn. Dit betekent dat vormen van inzet budgettair niet zichtbaar zijn in dit artikel indien geen sprake is van aanvullende uitgaven ten opzichte van de uitgaven voor gereedstelling en instandhouding binnen de artikelen van de operationele commando’s (bijvoorbeeld de inzet van helikopters voor Search and Rescue) of indien deze worden verrekend met tweeden of derden (bijvoorbeeld noodhulp die wordt verrekend met het Ministerie van Buitenlandse Zaken).
-
2. Voor zover deze inzet onder directe verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten wordt uitgevoerd. Verschillende vormen van inzet zijn gemandateerd aan de operationele commando’s, zoals bijvoorbeeld de inzet voor de Kustwacht, en worden daarom in die artikelen begroot en verantwoord.
-
3. Om het geïntegreerde karakter te borgen wordt besluitvorming over het BIV interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd, waarna jaarlijks bij de 1e suppletoire begroting middelen worden overgeheveld naar de begrotingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en BH&OS (€ 60 miljoen) en andere artikelen binnen de Defensiebegroting (€ 59,5 miljoen). De stand van de Ontwerpbegroting 2015 bevat deze middelen nog wel.
Toelichting op de financiële instrumenten
Verplichtingen
Verplichtingen op artikel 1 leiden direct tot uitgaven in hetzelfde begrotingsjaar. Aangezien de geprognosticeerde uitgaven niet allemaal binnen dit artikel tot realisatie zijn gekomen (– € 131,4 miljoen), zijn er daardoor ook minder verplichtingen aangegaan (€ 135,8 miljoen). De oorzaak van lagere uitgaven wordt hieronder toegelicht.
Uitgaven
De lagere realisatie van ongeveer € 131,4 miljoen wordt door de volgende mutaties veroorzaakt. Bij de 1e suppletoire begroting is € 31,6 miljoen via de eindejaarsmarge aan artikel 1 toegevoegd, tegelijkertijd is er na interdepartementale besluitvorming vanuit artikel 1 € 59,5 miljoen toegedeeld aan de overige artikelen van de defensiebegroting. Het gaat hierbij om activiteiten ten behoeve van training en capaciteitsopbouw, civiel-militaire capaciteiten, luchttransport ten behoeve van missies en operaties, de uitzendbare KMar-pool en nazorg. Daarnaast is er € 60 miljoen uit artikel 1 overgeheveld naar de begrotingen van Buitenlandse Zaken en BH&OS. Van dit bedrag worden activiteiten gefinancierd op het terrein van veiligheidssectorhervorming, beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is, rechtstaatontwikkeling en capaciteitsopbouw.
De uitgaven voor artikel 1 Inzet zijn met de Ontwerpbegroting 2015 vastgesteld op € 304 miljoen. Middels een nota van wijziging is dit voor 2015 met € 100 miljoen verhoogd vanwege de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS (Kamerstuk 34 000 X, nr. 41).
Bij de 2e suppletoire begroting is € 26,5 miljoen vanuit het BIV vrijgegeven voor de verlenging van lopende crisisbeheersingsoperaties in 2016. Daarnaast is € 4 miljoen overgeheveld naar het CDC (voor hogere attachéuitgaven) en het CLAS (compensatie effecten MINUSMA) en is het uitgavenkader met ongeveer € 3 miljoen verlaagd vanwege minderontvangsten VPD’s.
In 2015 is voor het uitvoeren van crisisbeheersingsoperaties € 267,5 miljoen uitgegeven. Inclusief Contributies, Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) en Overige Inzet zijn de totale uitgaven in 2015 € 272,6 miljoen. Dit is € 17,4 miljoen lager dan is opgegeven in de 2e suppletoire begroting. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan een gewijzigde fasering van munitieverrekeningen van de Strijd tegen ISIS (€ 8,5 miljoen), het vertraagd tot betaling komen van havenbezoeken in de operatie Atalanta (€ 2,2 miljoen) en een lagere realisatie van de Navo-missie Resolute Support vanwege een kleinere logistieke footprint door intensieve samenwerking met Duitsland (€ 5,7 miljoen).
In de tabel op pagina 31 is een overzicht gegeven van de uitgaven aan crisisbeheersoperaties binnen het BIV. Op verzoek van de Algemene Rekenkamer is in bijlage 2 een integraal overzicht gegeven van de uitgaven vanuit het BIV, inclusief het gedeelte dat elders binnen de defensiebegroting of op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en BH&OS wordt verantwoord.
Crisisbeheersingsoperaties Bedragen x € 1.000 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | Verschil |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven missies | |||||||
AFGHANISTAN | 107.275 | 118.244 | 97.645 | 38.195 | 21.347 | 10.400 | – 10.947 |
OCEAN SHIELD | 7.788 | 21.191 | 6.043 | 6.048 | 36 | 0 | – 36 |
EU NAVFOR ATALANTA | 3.297 | 6.188 | 21.148 | 13.714 | 12.557 | 0 | – 12.557 |
EUFOR ALTHEA | 6.105 | 312 | 206 | 234 | 318 | 0 | – 318 |
KFOR | 561 | 489 | 452 | 343 | 359 | 0 | – 359 |
CMF | 244 | 265 | 164 | 247 | 352 | 250 | – 102 |
NLTC | 124 | 144 | 11 | 17 | 54 | 175 | 121 |
UNTSO | 559 | 551 | 571 | 612 | 591 | 600 | 9 |
EULEX | 606 | 501 | 598 | 568 | 289 | 0 | – 289 |
MISSIES ALGEMEEN | 1.825 | 2.608 | 2.316 | 4.913 | 5.309 | 5.500 | 191 |
NS2AU | 49 | 54 | 98 | 74 | 0 | – 74 | |
UNMISS | 1.266 | 1.514 | 1.784 | 1.820 | 0 | – 1.820 | |
MFO | 234 | 273 | 41 | 10 | – 31 | ||
Patriots Turkije (BMDTF) | 18.620 | 18.224 | 4.742 | 10.500 | 5.758 | ||
EUCAP NESTOR | 10 | 0 | 0 | 0 | |||
EUTM SOMALIE | 372 | 609 | 686 | 300 | – 386 | ||
EUAVSEC | 59 | 5 | 0 | 0 | 0 | ||
EUTM Mali | 43 | 80 | 73 | 0 | – 73 | ||
UNDOF | 30 | 105 | 120 | 80 | – 40 | ||
MINUSMA | 218 | 87.672 | 78.943 | 80.850 | 1.907 | ||
EUFOR CAR | 38 | 24 | 0 | – 24 | |||
STRIJD TEGEN ISIS (ATF-ME & CBMI) | 15.983 | 103.931 | 100.000 | – 3.931 | |||
VPD'S | 4.293 | 13.300 | 9.007 | ||||
EUBAM RAFAH | 4 | – 4 | |||||
EUMAM RCA | 112 | – 112 | |||||
EU NAVFOR MED | 36 | – 36 | |||||
EUCAP SAHEL MALI | 6 | – 6 | |||||
Beëindigde missies | 39.924 | 12.954 | 0 | 0 | |||
Uitgaven contributies | 17.794 | 20.589 | 20.121 | 38.745 | 31.372 | 33.000 | 1.628 |
Totale uitgaven aan missies | 186.102 | 185.351 | 170.420 | 228.517 | 267.491 | 254.965 | – 12.526 |
De uitgaven per missie zien er als volgt uit:
In bovenstaande tabel wordt bij de stand «Begroting 2015» weergegeven hoeveel budget er op dat moment vanuit het BIV beschikbaar was voor crisisbeheersingsoperaties. Hieronder worden de verschillen groter dan € 2,5 miljoen per missie toegelicht.
Afghanistan
De raming van € 10,4 miljoen was gebaseerd op de uitgaven voor de Nederlandse bijdragen aan de operationele hoofdkwartieren in Afghanistan en de reset van het teruggekeerde materieel van de Air Task Force en de Police Training Group. Gedurende 2015 is besloten deel te nemen aan de vervolgmissie Resolute Support in Afghanistan. De overrealisatie is een gevolg van deze deelname. De raming Afghanistan is ter financiering van de missie naar boven bijgesteld met € 15 miljoen. De onderrealisatie ten opzichte van deze verhoging is het gevolg van een kleinere logistieke footprint in de Navo-missie Resolute Support dan initieel geraamd.
EU NAVFOR ATALANTA
In december 2014 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de verlenging van EU ATALANTA tot eind 2016 (Kamerstuk 29 521, nr. 267). De additionele uitgaven voor deze verlenging zijn geraamd op € 13,9 miljoen. Met de 1e suppletoire begroting is deze raming vanuit de BIV-voorziening als missiebudget opgenomen. De realisatie is uiteindelijk € 1,3 miljoen lager uitgekomen dan begroot in 2015. Ten opzichte van de begroting 2015 betekent dit een overrealisatie van € 12,6 miljoen.
Patriots Turkije (BMDTF)
Voor het opnieuw gereedstellen van het materieel dat is ingezet in Turkije bedroeg de raming € 10,5 miljoen. De onderrealisatie is een gevolg van een gewijzigde wijze van onderhoud aan de raketten. De nieuwe werkwijze is goedkoper dan initieel geraamd.
Strijd tegen ISIS (ATF-ME & CBMI)
Voor de missie ter bestrijding van ISIS was initieel € 100 miljoen geraamd in 2015, waarvan € 60 miljoen voor de Air Task Force – Middle East en € 40 miljoen voor de Capacity Building Mission Iraq (CBMI). Voor de verlenging van de missie met drie maanden in 2015 is met de 2e suppletoire begroting € 22 miljoen toegevoegd aan het missiebudget. De realisatie in 2015 bedroeg € 103,9 miljoen. De uiteindelijke onderrealisatie op het missiebudget deed zich voor bij de Capacity Building Mission Iraq. Ten opzichte van de begroting 2015 betekent dit een overrealisatie van € 3,9 miljoen.
Vessel Protection Detachements (VPD’s)
De inzet van VPD's wordt deels gefinancierd vanuit het BIV. De onderrealisatie is ontstaan doordat er minder VPD’s zijn aangevraagd dan waarvoor initieel budget was gereserveerd in de begroting.
Toelichting op ontvangsten
Ontvangsten crisisbeheersingsoperaties
In 2015 is totaal € 35,3 miljoen ontvangen. Dit is € 33,8 miljoen meer dan initieel begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door € 28,8 miljoen meerontvangsten van de VN voor MINUSMA. Voor de inzet van VPD’s is op dit artikelonderdeel in totaal € 2,75 miljoen meer van Nederlandse reders ontvangen. Dit wordt veroorzaakt doordat de raming van de ontvangsten voor de VPD’s in 2015 is toegevoegd aan dit artikelonderdeel.
De herschikking van de inzet VPD’s is de oorzaak van het grote verschil op de post «ontvangsten overige inzet». Vanaf de 1e suppletoire begroting zijn deze ontvangsten namelijk begroot onder «ontvangsten crisisbeheersingsoperaties».
Taak | Realisatie | Artikel | ||
---|---|---|---|---|
Explosieve opruiming | Aantal ruimingen | 1.837 | CLAS/FNIK | |
Patiëntenvervoer | Aantal uitgevoerde transporten | 172 | CLSK | |
SAR | Aantal uitgevoerde vluchten | 5 | CLSK | |
Onderschepping luchtruim | Aantal onderscheppingen | 5 | CLSK | |
Incidentele militaire bijstand en steunverlening | Aantal aanvragen | Artikel | ||
Bijstand Caribisch Gebied | 18 | CZSK/FNIK | ||
Bijstand Caribisch Gebied door KMAR | 8 | KMAR/FNIK | ||
Bijstand Politiewet 2012 – artikel 57 (KMAR) | 19 | KMAR/FNIK | ||
Strafrechtelijke Handhaving Rechtsorde (Politiewet 2012) | 92 | Alle krijgsmachtdelen/FNIK | ||
Handhaving Openbare Orde (Politiewet 2012) | 32 | Alle krijgsmachtdelen/FNIK | ||
Steunverlening Openbaar belang | 63 | Alle krijgsmachtdelen/FNIK | ||
Bijstand Wet Veiligheidsregios | 11 | Alle krijgsmachtdelen/FNIK |
Structurele nationale taken
Defensie voert structurele taken uit ten behoeve van civiele overheden. De financiële middelen van deze structurele taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie. Deze structurele taken zijn vastgelegd in wet- en regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, convenanten of arrangementen. Onder de structurele taken vallen de taken van de KMar, de Kustwacht in Nederland en het Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseenheden en de EODD.
Op 1 juli 2015 zou Defensie met patiëntenvervoer van de Friese Waddeneilanden stoppen. Door problemen bij de aanbesteding had de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Fryslân tot 22 augustus geen vervanging voor de defensiecapaciteit. Op 22 augustus was de laatste reguliere vlucht vanaf de Waddeneilanden. Op 4 september 2015 is nog een keer een patiëntenvervoer vlucht uitgevoerd om een drenkeling te zoeken, op te pikken en te vervoeren.
Search and Rescue (SAR) is sinds 1 januari 2015 geen defensietaak meer. In 2015 zijn nog één SAR vlucht in Europees Nederland en twee SAR vluchten in het Caribisch gebied uitgevoerd. Hierna is nog twee keer een arts van het CLSK met Noordzee Helikopters Vlaanderen (NHV) meegevlogen. Per 1 juli 2015 vliegt civiel medisch personeel mee met NHV en heeft Defensie geen rol meer in SAR.
Militaire bijstand en steunverlening (FNIK)
Defensie verleent militaire bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde op basis van de Politiewet 2012. Deze bijstand wordt zowel door de KMar geleverd (op grond van artikel 57) als door andere defensieonderdelen (artikel 58). Daarnaast wordt bijstand verleend op grond van de Wet Veiligheidsregio’s 2010 in geval van een ramp of crisis, of de vrees voor het ontstaan daarvan. Steunverlening aan bestuursorganen wordt verleend op grond van de Regeling Militaire Steunverlening in het Openbaar Belang uit 2007. Tenslotte wordt op verzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken internationale noodhulp verleend op basis van convenanten, waaronder USAR.
Na diverse gesprekken tussen de Politie, Defensie (waaronder de KMar) en de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) heeft deze laatste Defensie om bijstand gevraagd voor de uitvoering van verdere maatregelen in het kader van contraterrorisme. Hiervoor heeft Defensie de gegarandeerde capaciteiten voor bewaken en beveiligen aangepast. De notice to move (NTM) is voor één compagnie van het Bataljon Bewaken en Beveiligen verkort van 48 uur naar zes uur. Daarnaast is de NTM van batch 1 verkort van acht uur naar zes uur. Tevens is batch 1 (200 militairen) inzetbaar gemaakt voor de taak bewaken en beveiligen.
Ook in 2015 is Defensie weer veelvuldig ingezet voor militaire bijstand en steunverlening. De onderstaande voorbeelden illustreren de incidentele nationale inzet in 2015.
Net als bij de Nuclear Security Summit in 2014 heeft Defensie een belangrijke rol gespeeld bij de organisatie en ondersteuning van twee conferenties in 2015. Voor de Future Force Conference is in maart en april 2015 op diverse fronten bijstand verleend aan civiele autoriteiten door onder meer het stand-by houden van capaciteiten van de Explosieven Opruimingsdienst (EODD) en het leveren van faciliteiten.
Naast de reguliere bijstand en steunverlening waarbij de EODD en de advanced-search-teams veelvuldig zijn ingezet is er ook een aantal in het oog springende inzetten geweest. Zo heeft Defensie in juni 2015 met een speciaal voor dit doel samengesteld expertiseteam vanuit Nederland geholpen met het zoeken naar een vermiste civiele helikopter, met hierin een Nederlander, in het oerwoud van Suriname. Deze steun is door het Nederlandse consulaat aangeboden aan de lokale autoriteiten, nadat het Ministerie van Buitenlandse Zaken Defensie om ondersteuning verzocht.
In de periode van 13 tot en met 17 juli 2015 heeft Defensie met een voor dit doel tijdelijk gecertificeerd landingsvaartuig de veerpont verbinding naar het eiland Tiengemeten onderhouden. Het veer is van belang voor de veiligheid op het eiland omdat dit de enige mogelijkheid is om voertuigen van hulpdiensten ter plaatse te krijgen. Het noodzakelijk onderhoud aan het reguliere veer, de bijzondere eisen die het type vaarwater stelt aan een veer en het in heel Europa niet beschikbaar zijn van een civiele oplossing heeft geleid tot deze aanvraag.
Gedurende het jaar zijn op de Veluwe en in Noord-Holland diverse calamiteitenputten gerealiseerd zodat de civiele brandweer altijd voldoende bluswater beschikbaar heeft.
Door de sterk gestegen toestroom van migranten naar Nederland is de capaciteit van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) overbelast geraakt. Defensie heeft op verzoek van de Minister van Veiligheid en Justitie de migrantenketen op diverse onderdelen ondersteund. Zo is aan het COA onder meer ondersteuning geleverd bij het opvangen van migranten, het plannen van alle vervoer van migranten tussen opvanglocaties en de begeleiding van locatiemanagement. Daarnaast hebben het CLAS en het CLSK ondersteuning geleverd aan de door teams Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) van de KMar uitgevoerde controle op de migrantenstroom.
Na de verwoestende aardbeving in Nepal van april 2015 heeft Defensie de USAR-organisatie met een KDC-10 overgebracht. Het calamiteitenhospitaal is voor de repatriëring van Nederlanders uit Nepal geopend. Ook na de verwoesting die de tropische storm «Erika» in september 2015 heeft aangericht op het eiland Dominica heeft Defensie noodhulp verleend om de infrastructuur te helpen herstellen.