Algemene doelstelling
De zeestrijdkrachten leveren operationeel gerede maritieme capaciteit, zowel vloot als mariniers, voor nationale en internationale operaties.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de zeestrijdkrachten en van de mate van gereedheid van maritieme eenheden. Voor de maritieme capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de maritieme eenheden. De zeestrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire als voor nationale taken.
Beleidsconclusie
In 2015 heeft het CZSK een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan belangrijke onderdelen van het ambitieniveau van Defensie. Het CZSK heeft in 2015 deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. In januari is het Marine detachement (MARDET) Karel Doorman teruggekeerd van haar inzet tegen Ebola in de West-Afrikaanse regio. Zr.Ms. Johan de Witt, inclusief de Zweedse Force Commander met zijn staf, en Zr.Ms. Groningen, zijn ingezet in de EU anti-piraterij operatie ATALANTA. Tevens is door de mariniers van VPD’s de beveiliging geleverd voor 49 Nederlandse koopvaardijschepen in de Indische Oceaan, de Golf van Aden en de Golf van Oman. Daarnaast hebben de mariniers bijgedragen aan MINUSMA en aan de Capacity Building Mission Iraq in Erbil en Bagdad. Zowel gegarandeerde als niet-gegarandeerde capaciteiten zijn beschikbaar gesteld voor structurele nationale taken, bijstand en steunverlening zowel in Nederland als in het Caribische deel van het Koninkrijk. Het CZSK heeft bijvoorbeeld hulp verleend op Dominica na passage van de tropische storm «Erika» en heeft in het kader van Benifical Cooperation op de Noordzee meerdere explosieven geruimd.
In 2015 heeft het CZSK de eenheden opgewerkt voor de geplande inzet, waaronder de Nato Response Force (NRF) 2016, waarvoor de Maritime Battle Staff en de Amfibische Taakgroep tijdens de grootschalige Navo-oefening Trident Juncture zijn gereedgesteld en gecertificeerd. Zr. Ms. De Zeven Provinciën heeft medio oktober 2015 in het kader van de verdediging tegen ballistische raketten (Integrated Air & Missile Defence IAMD) succesvol een At Sea Demonstration uitgevoerd in een internationale maritieme taakgroep onder Nederlandse leiding. Het schip bleek van cruciale waarde in de totale internationale IAMD-keten.
Het realiseren van de personele en materiële gereedheid vraagt continu aandacht en blijft onder druk staan. Eén van de speerpunten van het CZSK op het personele vlak is het realiseren van continuïteit in de personele vulling door het verbeteren van de in-, door- en uitstroom. Op het materiële vlak hebben de migratie naar SAP, het nog niet op orde hebben van bepaalde onderhoudscontracten en de traag functionerende ketenlogistiek (bijvoorbeeld het verwerven van reservedelen) een negatief effect gehad op de onderhoudsplanning en daarmee op de materiële gereedheid. Ook de uitgeklede instandhoudingsprogramma’s, de uitgestelde vervangingsprojecten en de druk op de beschikbare capaciteit van het onderhoudsbedrijf hebben hierop een negatief effect gehad.
Realisatie Operationele Doelstellingen
De operationele doelstellingen waar het CZSK conform de begroting aan moet voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede (OG) eenheden en voortzettingsvermogen. In onderstaande matrix is per organieke eenheid de realisatie tegen de doelstellingen afgezet.
Groep | Organieke component | Totaal aantal eenheden | Operationeel gerede eenheden | Voortzettingsvermogen | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Doelstelling | Realisatie | Doelstelling | Realisatie | |||
Staf | NLMARFOR | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 |
Vlooteenheden | Fregatten LC-Fregatten | 4 | 2 | 1 | 2 | 3 |
M-fregatten | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
Patrouilleschepen | 4 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
Bevoorradingsschip | 0->1 | 0->1 | 0 | 0 | 1 | |
Landing Platform Docks | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
Onderzeeboten | 4 | 1 | 1 | 3 | 3 | |
Ondersteuningsvaartuig OZD | 1 | 0,2 | 0 | 0,8 | 1 | |
Mijnenbestrijdingsvaartuigen | 6 | 3 | 4 | 3 | 2 | |
Hydrografische opnemingsvaartuigen | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
Marinierseenheden | Marines Combat Group | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 |
Surface Assault & Training Group | 1 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | |
Sea-based Support Group | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | |
Squadron NLMARSOF | 2 | 1,5 | 2 | 0,5 | 0 | |
CZMCARIB | Infanteriecompagnie Curaçao | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 |
Infanteriecompagnie Caribisch gebied | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | |
Infanteriepeloton Sint Maarten | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | |
Boottroop Caribisch gebied | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 | |
Ondersteuningsvaartuig Caribisch gebied | 1 | 0,7 | 0,75 | 0,3 | 0,25 | |
Overige eenheden | Defensie Duikgroep | 1 | 1 | 1 | 0 | 0 |
Toelichting
Inzet
Gedurende 2015 is door eenheden van het CZSK deelgenomen aan diverse internationale operaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 1 Inzet. Het CZSK heeft aan alle inzetopdrachten voldaan.
Operationele gereedheid
Zoals uit de doelstellingenmatrix blijkt, hebben bijna alle eenheden in 2015 de gereedheidsdoelstellingen gehaald. De realisatie bij de Luchtverdedigings- en Commando Fregatten is lager dan voorzien. De reden hiervoor is een vertraging in het opwerktraject van Zr.Ms. Tromp in het eerste kwartaal van 2015, waardoor er in het eerste kwartaal van 2015 slechts één LC-Fregat operationeel gereed is geweest. In januari 2015 is het bevoorradingsschip Karel Doorman (Joint Support Ship) teruggekeerd van haar inzet tegen Ebola in de West-Afrikaanse regio. Door deze deelname aan Operatie Tricolette van 6 november 2014 tot en met 24 januari 2015 is de operationele gereedstelling van het JSS in tijd verschoven en is zij medio 2016 operationeel gereed. Bij het ondersteuningsvaartuig van de Onderzeedienst Zr.Ms. Mercuur is de zeewaardigheid eind 2014 ingetrokken. Het schip zal tot de voltooing van het onderhoud en het instandhoudingsprogamma niet beschikbaar zijn.
Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000) | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Begroting 2015 | Verschil |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 573.652 | 679.465 | 697.563 | 750.869 | 790.537 | 696.160 | 94.377 |
Totaal Uitgaven | 590.214 | 671.975 | 711.618 | 736.193 | 744.365 | 696.160 | 48.205 |
Programma-uitgaven | 63.581 | 60.009 | 155.982 | 133.877 | 135.172 | 124.517 | 10.655 |
Opdracht Gereedstelling en instandhouding CZSK1 | 63.581 | 60.009 | 155.982 | 133.877 | 135.172 | 124.517 | 10.655 |
– waarvan gereedstelling | 61.048 | 57.328 | 59.002 | 20.161 | 17.502 | 14.427 | 3.075 |
– waarvan bijdragen aan SSO RWD2 | 16.619 | 16.199 | 16.798 | – 599 | |||
– waarvan bijdragen aan SSO Paresto3 | 2.645 | 2.645 | |||||
– waarvan instandhouding | 2.533 | 2.681 | 96.980 | 97.097 | 98.826 | 93.292 | 5.534 |
Apparaatsuitgaven | 526.633 | 611.966 | 555.636 | 602.316 | 609.193 | 571.643 | 37.550 |
personele uitgaven1 | 409.977 | 491.725 | 491.414 | 534.497 | 543.656 | 509.112 | 34.544 |
– waarvan eigen personeel | 409.977 | 491.725 | 491.414 | 531.846 | 538.651 | 509.112 | 29.539 |
– waarvan externe inhuur | 2.651 | 5.005 | 5.005 | ||||
materiële uitgaven | 116.657 | 120.241 | 64.222 | 67.819 | 65.537 | 62.531 | 3.006 |
– waarvan bijdragen aan SSO Paresto3 | 4.749 | 4.731 | 6.645 | 6.917 | 2.173 | 3.328 | – 1.155 |
– waarvan IT | 25.151 | 24.583 | 2.139 | 3.308 | 2.488 | 3.214 | – 726 |
– waarvan overige exploitatie | 86.757 | 90.927 | 55.438 | 57.594 | 60.876 | 55.989 | 4.887 |
Apparaatsontvangsten | 9.876 | 10.418 | 18.882 | 19.714 | 14.387 | 19.951 | – 5.564 |
Toelichting op de financiële instrumenten
De posten met een verschil groter dan € 5,0 miljoen worden hieronder toegelicht.
Verplichtingen
De hogere realisatie van de verplichtingen van € 94,4 miljoen wordt met name veroorzaakt door hogere uitgaven (€ 48,2 miljoen), waaronder vooral hogere apparaatsuitgaven. Deze hogere uitgaven worden hieronder toegelicht.
De overige € 46,2 miljoen hogere verplichtingen zijn het gevolg van het in december 2015 aangaan van een nieuwe jaarcontract 2016 met de Rijksrederij en het meerjarige onderhoudscontract van het project «smart L».
Uitgaven
Het CZSK heeft het budget overschreden met € 48,2 miljoen. Deze overschrijding wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de hoger dan geraamde apparaatsuitgaven. Dit wordt hieronder toegelicht. De hogere realisatie bij de programmauitgaven wordt met name veroorzaakt door de hoger dan geraamde uitgaven voor instandhouding.
Programmauitgaven
Gereedstelling
Het verschil tussen de begroting en de realisatie bij gereedstelling komt onder andere doordat in de planning van de begroting geen rekening is gehouden met de overboeking vanuit het BIV-budget voor activiteiten in het kader van training en capaciteit.
Instandhouding
De uitgaven bij instandhouding zijn € 5,5 miljoen hoger dan begroot. Dit is het gevolg van overloop uit 2014 van de laatste factuur van het benoemd onderhoud aan Zr.Ms. Rotterdam, het meerwerk aan de havenslepers van de Lingeklasse en de uitvoering van het onderhoud aan het marineopleidingsschip de Van Kinsbergen.
Onder deze post valt ook het onderhoud aan het schip de Groene Draeck. In 2015 is voor deze taak budget overgeheveld vanuit de begroting van de Koning (€ 51 K). In 2015 zijn onderhoudswerkzaamheden verricht aan de mast, het drinkwatersysteem en het sanitair en zijn conserveringswerkzaamheden uitgevoerd. Hiervoor was € 84 K geraamd en er is uiteindelijk € 73 K aan uitgegeven, zodat sprake is van € 22 K meerkosten ten opzichte van de overgehevelde € 51 K.
Zoals gemeld in de brief aan de Tweede Kamer van 24 september 2015 (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 X, nr. 6 en 34 300 I, nr. 6) zijn in de periode 2011–2015 door het CZSK meerkosten gemaakt. Er werd uitgegaan van een bedrag van € 223 K. Dit was voor met name aanvullend onderhoud aan de voortstuwingsinstallatie, herstel van het roefdek, schilderwerkzaamheden, het herstellen van de mast en onderhoud aan het tuigage en de zeilen. Hiervoor was € 223 K geraamd en hier is uiteindelijk € 212 K aan uitgegeven. De bovengenoemde meerkosten in 2015 van € 22 K zijn hier onderdeel van. Dit betekent dat in 2015 een totaalbedrag van € 263 K wordt verantwoord.
(x € 1.000) | Realisatie 2015 |
---|---|
Budgetoverheveling vanuit de begroting van de Koning | 51 |
Meerkosten 2011–2015 | 212 |
Totaal | 263 |
Apparaatsuitgaven
Personeelsuitgaven
De hogere apparaatsuitgaven van € 37,5 miljoen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door hogere personeelsuitgaven (€ 34,5 miljoen).
Wijzigingen op het gebied van regelgeving en personele voorwaarden hebben geleid tot een verhoging en ook realisatie van de budgetten. Het gaat hierbij om het vervallen van de inhouding VUT-equivalent, het bovensectoraal loonakkoord, de loonbijstelling van 0,8 procent en de compensatie eigen huishouding na uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (€ 15,6 miljoen).
Daarnaast zijn er budgetoverhevelingen geweest, zoals de budgetoverheveling van de WUL naar artikel 8 (€ 6,5 miljoen). Ook is als gevolg van vertraging in de reorganisaties van de Defensie Geneeskundige Organisatie (DGO) en de Sociaal Medische Dienst (SMD) € 7,3 miljoen budget teruggeboekt naar het CZSK vanuit artikel 8 en gerealiseerd.
Vanuit artikel 12 Nominaal en onvoorzien is € 4,0 miljoen overgeheveld naar het CZSK ter compensatie van een deel van de stijging van de buitenlandtoelagen als gevolg van de gestegen dollarkoers. Ten behoeve van het versterken van de veiligheidsketen (contraterrorisme) is € 0,9 miljoen toegevoegd en gerealiseerd aan het formatiebudget. Voor het openhouden van de Van Ghentkazerne in Rotterdam is € 0,9 miljoen budget toegevoegd aan de begroting van CZSK en gerealiseerd. Tot slot zijn de personele budgetten verhoogd en gerealiseerd met € 5,0 miljoen ten behoeve van inhuur voor de implementatie van SAP. Het resterende deel van de hogere realisatie op personele budgetten voor eigen personeel (€ 7,3 miljoen) wordt met name veroorzaakt door de gestegen dollarkoers en de daardoor duurdere toelagen voor personeel in de Cariben en een overschrijding van de vaar- en oefentoelagen door meer activiteiten.
Ontvangsten
De lagere apparaatsontvangsten van € 5,6 miljoen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door vertraagde BTW-ontvangsten (€ 5,5 miljoen). In 2015 was het IT-technisch nog niet mogelijk om de BTW-claim in te dienen. Deze claim leidt later alsnog tot ontvangsten. Ook de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep betreffende de eigen huishouding zorgt ervoor dat er in 2015 minder ontvangsten waren dan geraamd (€ 0,1 miljoen).