Base description which applies to whole site

4.2 Artikel 2 Koninklijke Marine

De marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) voor maritieme gevechtsoperaties zoals onderzeebootbestrijding en amfibische operaties, maritieme veiligheidsoperaties zoals antidrugs- en antipiraterij-operaties, en maritieme assistentie bij bijvoorbeeld rampen en militaire bijstand. De marine kan zelfstandig wereldwijd operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee, kustwacht en buitenlandse bondgenoten.

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

De succesvolle inzet van de Marine Spearhead Task Unit (MSTU) in Soedan was een dankbare missie waarbij mariniers in goede samenwerking met CLSK en andere collega’s van Defensie en Buitenlandse Zaken (BZ) in een korte tijd vrijwel alle burgers konden evacueren. Hierbij is gebruik gemaakt van de lessons learned van de NEO Kabul. Ook zijn er zaken geïdentificeerd die ons in staat stellen het MSTU-concept te verbeteren zoals het eerder betrekken BZ op het uitvoerend niveau en de wijze waarop de redeployment wordt vormgegeven. In het najaar zijn mariniers en vlooteenheden ingezet bij OP ALTHEA, OP MISTRAL NEO Israël/Libanon en MARSOF-operaties. Nederlandse en Britse mariniers hebben met de operaties Interflex en Interforge in het Verenigd Koninkrijk gezamenlijk voor bijna 1.000 Oekraïense militairen trainingen verzorgd. De voorbereidingen voor INTERFORGE-3 zijn gestart. Samen met België is begonnen met het opleiden van Oekraïense militairen voor mijnenbestrijding.                                               

Dit jaar heeft de vloot actief deelgenomen aan de permanente NAVO-taakgroepen in de VJTF(M). De mijnenjagers Zr.Ms. Schiedam en Makkum maakten onderdeel uit van de Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 en 2. Zr.Ms. Schiedam was vooral actief in de Oostzee, Noordzee en Atlantische Oceaan en nam deel aan Joint Warrior en Joint Viking. Zr.Ms. Makkum opereerde in de Middellandse Zee en was daarbij paraat voor het opsporen en vernietigen van mijnen in de Zwarte Zee. Het Luchtverdediging- en commando fregat (LCF) Zr.Ms. De Zeven Provinciën opereerde als onderdeel van Standing NATO Maritime Group ook in de Middellandse Zee. Een hoogtepunt daarbij was de samenwerking met de Franse Carrier Strike Group. Het LCF beschermde deze groep tegen luchtdreiging en nam deel aan een van de grootste Franse oefeningen van de afgelopen decennia. Zr.Ms. Van Amstel was inclusief NH90 helikopter actief in SNMG1 op de Atlantische Oceaan en speelde een belangrijke rol in Anti Submarine Warfare van het vlootverband. Daarbij heeft zij bijgedragen aan presence, assurance and deterrence operations in het kader van NAVO operatie Brilliant Shield. Tijdens de NAVO oefening BALTOPS 23 stonden luchtverdediging, mijnenbestrijding en amfibische operaties op het programma. Zr. Ms. Van Amstel, Makkum en Vlaardingen hebben hier aan deelgenomen. Zr. Ms. Tromp heeft tijdens de oefening Formidable Shield 2023 met eenheden van verschillende landen uitdagende scenario’s doorlopen, waarbij interoperabiliteit centraal stond. Daarnaast zijn Zr.Ms De Zeven Provinciën (ZPRV) en Van Amstel met de UK Carrier Strike Group ingezet voor NATO deterrence operaties in het noorden. Mariniers en vlooteenheden hebben na de Joint Arctic Training grootschalig deelgenomen aan de oefeningen Joint Warrior en Joint Viking in het noorden van Noorwegen. In Suriname vond de Jungle Warfare (Instructors) Course plaats en door mariniers uit de West is deelgenomen aan Caribbean Urban Warrior op Camp Lejeune (USA).

Dichter bij huis sloot de oefening Port Defender goed aan bij de actualiteit rondom de kritieke maritieme infrastructuur op en rond de Noordzee. Voor het uitvoeren van de permanente taak om potentiële dreigingen in de omgeving van het Nederlandse deel van de Noordzee in beeld te brengen, werkt het CZSK nauw samen met de Kustwacht. Om waakzaamheid te tonen voor het beschermen van vitale infrastructuur in de Noordzee worden met regelmaat Russische schepen door de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (EEZ) begeleid. Daarnaast is het Seabed Security Experimentation Centre (SeaSEC) opgericht, waar in internationaal verband en in samenwerking met kennisinstituten en industrie het zicht op de zeebodem wordt vergroot.

Het CZSK organiseerde in augustus de oefening Sandy Coast 23, waarbij werd getraind in mijnenbestrijding en havenbescherming. Aan deze oefening deden ongeveer 500 militairen en meerdere schepen uit verschillende NAVO-landen zoals België, Duitsland, Canada, Polen en het jongste NAVO-lid Finland mee. Sandy Coast speelde zich voornamelijk af boven de Wadden en in de haven van Delfzijl.

Aan hoofdtaken 2 en 3 is invulling gegeven met onder andere 12 afgeronde Vessel Protection Detachments (VPD) inzetten voor het beschermen van koopvaardijschepen in kwetsbare gebieden, maritieme bijstand door de Defensie Duikgroep en het vernietigen van 23 explosieven op de Noordzee. Door achterblijvende realisatie van hydrografische zeedagen is de opname achterstand opgelopen. Bij operaties in de West is in 2023 ca. 13.000 kg drugs onderschept door het stationsschip in samenwerking met de US Coastguard. Sinds kort worden het DASH-8 patrouillevliegtuig (CZM-/KWCARIB) en de MQ 9 structureel geweigerd in de Venezolaanse FIR. Om escalatie te voorkomen wordt hieraan vooralsnog gehoor gegeven ondanks dat het internationaal rechtelijk geen stand houdt. De Nederlandse zaakgelastigde heeft hieromtrent een brief aan Venezuela overhandigd.

Het consolideren en verhogen van de OG blijft continu een opgave. De leverbetrouwbaarheid en voorraadniveaus zijn het afgelopen jaar verder verbeterd. Wel was sprake van een aantal onvoorziene tegenvallers, zoals het defect aan de voorstuwing van het JSS, Zr. Ms Karel Doorman. Het vervangingstraject van de transformatoren was aan het einde van het jaar afgerond. In 2023 is geen verbetering van de personele vulling opgetreden. Met de realisatie van 62% van de aanstellingsopdracht (tegen 68% in 2022) valt de werving van personeel tegen. Netto leidt dit tot krimp van de aantallen militair personeel (-90), het burgerbestand is daarentegen wel gegroeid (+180). De beoogde instroom voor het CSS Den Helder heeft ondanks grote belangstelling niet de benodigde bemanningsleden opgeleverd.

Sail Den Helder en de Marinedagen bleken een succesvolle combinatie om de marine voor het voetlicht te brengen. Tijdens de Marinedagen is de vernieuwde Memorandum of Understanding  voor de UK/NL Amphibious Force en de Statement of Intent aangaande samenwerking op het gebied van toekomstige scheepsbouw ondertekend door de Minister en haar Britse counterpart. Ook heeft de Staatssecretaris een bestuursakkoord gesloten met de provincie Noord-Holland en de gemeente Den Helder, waarin een gezamenlijk toekomstbeeld wordt geschetst van de ontwikkelingen in en rond de haven van Den Helder. Dit moet de duurzaamheid en betaalbaarheid van het vastgoed verbeteren en de medewerkers perspectief bieden op een betere leef- en werkomgeving.

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

977.958

1.108.335

1.027.350

994.610

1.072.034

1.034.161

37.873

         
 

Uitgaven

948.942

985.977

826.569

953.168

1.055.837

1.017.361

38.476

         
 

Apparaatsuitgaven

729.240

750.088

782.303

892.563

953.227

948.855

4.372

         

2.2

Apparaatsuitgaven

729.240

750.088

782.303

892.563

953.227

948.855

4.372

 

Personele uitgaven

692.094

724.614

766.079

873.474

925.309

916.922

8.387

 

Eigen personeel

637.195

677.897

720.472

793.283

833.575

846.692

‒ 13.117

 

Externe inhuur

10.112

13.541

10.395

8.594

7.394

2.276

5.118

 

Overige personele exploitatie

44.787

33.176

35.212

46.325

56.142

37.469

18.673

 

Kustwacht NL

0

0

0

9.291

9.517

7.946

1.571

 

Kustwacht CARIB

0

0

0

15.981

18.681

22.539

‒ 3.858

 

Materiële uitgaven

37.146

25.474

16.224

19.089

27.918

31.933

‒ 4.015

 

Instandhouding IT

840

1.211

0

0

0

0

0

 

Instandhouding Infrastructuur

7.093

3.859

0

0

0

0

0

 

Overige materiële exploitatie

29.213

20.404

16.224

17.320

25.951

28.200

‒ 2.249

 

Kustwacht NL

0

0

0

36

40

40

0

 

Kustwacht CARIB

0

0

0

1.733

1.927

3.693

‒ 1.766

         
 

Programmauitgaven

219.702

235.889

44.266

60.605

102.610

68.506

34.104

         

2.1

Programmauitgaven

219.702

235.889

44.266

60.605

102.610

68.506

34.104

 

Opdrachten

219.702

235.889

44.266

60.480

102.563

68.506

34.057

 

Gereedstelling

30.038

33.208

44.266

20.654

25.068

17.270

7.798

 

Instandhouding materieel

189.664

202.681

0

0

0

0

0

 

Kustwacht NL

0

0

0

36.695

74.794

36.741

38.053

 

Kustwacht CARIB

0

0

0

3.131

2.701

14.495

‒ 11.794

 

(Schade)vergoeding

0

0

0

125

47

0

47

 

Schadevergoeding overig

0

0

0

116

47

0

47

 

Kustwacht Carib

0

0

0

9

0

0

0

         
 

Ontvangsten

60.559

28.090

17.682

14.214

11.054

10.881

173

De posten met een verschil groter dan € 10 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting is er voor € 37,9 miljoen meer aan verplichtingenbudget gerealiseerd. Dit wordt met name veroorzaakt door de bijna evenredige verhoging van de uitgaven.

Uitgaven

Personele uitgaven

Binnen personele uitgaven is per saldo € 8,4 miljoen meer besteed dan in de ontwerpbegroting is aangegeven. De lagere uitgaven binnen het eigen personeel (€ 13,1 miljoen) is een combinatie van hogere uitgaven door het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023 en lagere uitgaven i.v.m. personeelstekorten waarbij het budget is ingezet voor hogere uitgaven aan externe inhuur, hogere uitgaven aan overige personele uitgaven en het oplossen van defensiebrede problematiek als brandstof en energie. De hogere uitgaven binnen de Overige personele uitgaven (18,7 miljoen) is ondermeer de oorzaak van een gewijzigde procedure bij het reisbureau van Defensie (VCK Travel), voor doorbelasting van reis- en verblijfskosten bij oefeningen. Verder zijn er hogere uitgaven gemaakt voor onder andere opleidingen en alternatieve personele capaciteit zoals het HR-ecosysteem.

Opdrachten

Binnen opdrachten is per saldo € 34,1 miljoen meer besteed dan in de ontwerpbegroting is aangegeven. Dit wordt onder meer veroorzaakt door hogere uitgaven binnen Kustwacht NL (€ 38,1 miljoen). Deze zijn onder andere gemaakt voor het gereedstellen en inzetten van de Emergency Towing Vessels op de Noordzee (€ 17,8 miljoen) en uitgaven aan de Luchtverkenning (€ 22,3 miljoen).

Naast de hogere uitgaven van Kustwacht NL staan de lagere uitgaven van Kustwacht CARIB ter waarde van € 11,8 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door de bijdrage aan de uitgaven voor het leasen van vliegtuigen voor de Kustwacht CARIB. Deze bijdrage komt tot realisatie binnen het Defensiematerieelbegrotingsfonds waardoor de uitgaven lager uitvallen.

Het resterende verschil wordt veroorzaakt door kleinere verschuivingen binnen dit artikelonderdeel.

Groene Draeck

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck worden begroot en verantwoord bij het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. In de planperiode 2021 t/m 2025 is maximaal € 435.000 beschikbaar voor onderhoud, waarbij de daadwerkelijke uitgaven kunnen fluctueren over de jaren heen. Er is voor het benodigde meerjarige groot onderhoud inmiddels € 244.699 aan onderhoudskosten gemaakt. Dit meerjarig onderhoud wordt door tussenkomst van de Dienst van het Koninklijk Huis (DKH) bij een specialistische werf uitgevoerd. De in 2023 door Defensie gedragen kosten voor het in uitvoering zijnde meerjarige onderhoud van de Groene Draeck zijn € 120 duizend. Van het totaal beschikbare onderhoudsbudget tot en met 2025 resteert € 70.301. De meerkosten in de planperiode boven de € 435.000 voor het onderhoud aan de Groene Draeck komen voor rekening van de eigenaresse.

Licence