Base description which applies to whole site

4.3 Beleidsartikel 3 Taakuitvoering landstrijdkrachten

Algemene doelstelling

De landstrijdkrachten leveren operationeel gerede grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van grondgebonden eenheden. Voor de grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht is het CLAS verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De landstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire als nationale taken.

Beleidsconclusies

Het CLAS heeft een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan belangrijke onderdelen van het ambitieniveau van Defensie. Per januari 2015 is de Patriot-missie in Turkije beëindigd en heeft er een succesvolle re-deployment plaatsgevonden. Het CLAS heeft in 2015 een bijdrage geleverd aan drie grotere missies, namelijk MINUSMA in Mali, de Navo-missie Resolute support in Afghanistan en de Operatie Inherent Resolve in Jordanië en Irak. Tevens heeft het CLAS met diverse onderdelen deelgenomen aan kleine missies zoals EUTM in Somalië en UNMISS in Sudan. Het uitvoeren van de vele kaderzware missies over verschillende logistieke assen heeft voor extra druk gezorgd bij het personeel en materieel. Vooral Combat Support (CS) en Combat Service Support (CSS) eenheden zijn zwaar belast.

De materiële gereedheid was in 2015 een voortdurend knelpunt binnen het CLAS. Hierdoor heeft het CLAS niet volledig kunnen voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. Zo kon het CLAS in 2015 niet altijd de gevraagde capaciteiten in het kader van nationale operaties garanderen (onder andere de kleine onbemande vliegtuigen). Het CLAS kon daarentegen wel snel inspelen op de actualiteit door ondersteuning te leveren bij de grote instroom van migranten. Ook op het gebied van explosievenruiming en search waren CLAS-eenheden nationaal actief. De financiële beperkingen in combinatie met het grote beslag op het nog inzetbare materieel voor de lopende missies resulteerden in verdere beperkingen in de materiële gereedheid voor het reguliere gereedstellingsproces. Het gevolg hiervan was dat er steeds meer missiespecifiek werd opgeleid. Op lange termijn leidt dit tot verminderde inzetbaarheid in een hoger geweldsspectrum en een verminderd voortzettingsvermogen van het CLAS. Twee voorbeelden ter illustratie:

  • 1. De gereedstelling van de VJTF heeft in 2015 absolute prioriteit gehad. Echter, de eisen die hieraan verbonden zijn leveren een grote druk op voorraden, materieel en CS en CSS eenheden. Zo werd ook de onbalans duidelijk zichtbaar tussen combat eenheden aan de ene kant en combat support en combat service support eenheden aan de andere kant.

  • 2. Materiaal wat is ingezet in MINUSMA is niet beschikbaar voor de gereedstelling van de 13 Lichte Brigade, waardoor maar één van de twee infanteriebataljons is uitgerust met (een deel van de) voertuigen. Het andere infanteriebataljon is noodgedwongen overgegaan tot het trainen van optreden te voet.

Het jaar 2015 was ook het jaar van druk op personele en materiële budgetten. Dit heeft een directe invloed gehad op de gereedstelling van eenheden. Zo hebben twee niveau V (bataljons) oefeningen niet plaats gevonden, waardoor de manoeuvrebataljons (waarvan één voorbestemd voor de EUBG 2016-II), later dan gepland worden gecertificeerd. Dit heeft ertoe geleid dat in tegenstelling tot andere jaren gedurende een groot deel van 2015 maar één manoeuvrebataljon operationeel gereed gesteld kon worden.

In 2015 werd de samenwerking met Duitsland verder verdiept door de samenwerking tussen de 11e Luchtmobiele Brigade en de Division Schnelle Kräfte (DSK) en is doorgewerkt aan de integratie van 43 Gemechaniseerde Brigade en de 1 (DEU) Panzer Division. De integratie zal zeker stellen dat het geïntegreerd optreden met en tegen tanks getraind blijft en de kennis daarover geborgd is.

Realisatie Operationele Doelstellingen

De operationele doelstellingen waar het CLAS conform de begroting aan moet voldoen, zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede (OG) eenheden en voortzettingsvermogen. In onderstaande matrix is per organieke eenheid de realisatie tegen de doelstellingen afgezet.

Realisatie doelstellingen CLAS 2015

Groep

Organieke component

Totaal aantal eenheden

Operationeel gereed

Voortzettingsvermogen

     

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

High Readiness Forces (Land) Headquarters

NLD deel staf HRF HQ

1

1

1

0

0

NLD deel CIS Battalion

1

1

1

0

0

NLD deel Staff Support Battalion

1

1

1

0

0

Brigade Hoofdkwartier

Staf

3

1

1

2

2

Verkenningseskadron

3

1

1

2

2

ISTAR Module

5

2

1

3

4

CIMIC Support Element

4

2

0

2

4

Psyops Support Element

4

2

0

2

4

(Re)Deployment

Taskforce HQ

Hoofdkwartier OOCL

1

1

1

0

0

Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando

Staf

1

1

0

0

1

Patriot Fire Unit

3

1

0

2

3

AMRAAM peloton

2

1

0

1

2

Stinger peloton

3

2

1

1

2

KCT

Commandotroepencompagnie

4

2

2

2

2

Bataljonstaak-groep

Gemechaniseerd bataljon

4

1

1

3

3

Luchtmobiel bataljon

3

1

1

2

2

PzH/Mortier batterij

3

2

3

1

0

Pantsergeniecompagnie

4

1

1

3

3

Luchtmobiel geniepeloton

3

1

1

2

2

CIS compagnie

3

1

0,7

2

2,3

ROLE 1 Medical Treatment Facility

22

9

10

13

12

Cybercommando

Cybercommando

1

0,5

0

0,5

1

Combat Support Elements

Staf vuursteuncommando

1

1

1

0

0

Staf geniebataljon

3

1

2,3

2

0,7

Constructiecompagnie

2

1

0

1

2

Brugmodule

2

1

0

1

2

CBRN compagnie

2

1

0,8

1

1,2

EODD ploeg

48

20

30

28

18

Combat Service Support Elements

Bataljonsstaf National Support Element

1

1

0

0

1

Bataljonsstaf Geneeskundig bataljon

1

0,25

0,25

0,75

0,75

Compagniestaf NSE

8

3

0

5

8

Transportcompagnie

3

1,5

0

1,5

3

Zware transportcompagnie

1

0,5

0

0,5

1

Clustercompagnie

2

1

0,4

1

1,6

Dienstencompagnie

1

0,5

0,5

0,5

0,5

Bevoorradingscompagnie

3

1

1

2

2

Herstelpeloton

11

5

3

6

8

ROLE 2 Medical Treatment Facility

4

2

1

2

3

Nationale reserve

NAT RES Bataljon

3

3

2

0

1

Toelichting

Inzet

Gedurende 2015 is door eenheden van het CLAS deelgenomen aan diverse internationale operaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 1 Inzet. Het CLAS heeft aan alle inzetopdrachten voldaan.

Operationele gereedheid

Niet alle eenheden van het CLAS hebben kunnen voldoen aan de doelstellingen uit de doelstellingenmatrix. De belangrijkste redenen zijn hieronder uiteengezet.

Brigade Hoofdkwartier

De doelstelling bij de ISTAR Module is niet gehaald vanwege een lage materiële gereedheid. Bij het Civiel Militaire Samenwerking (CIMIC) Support Element en het Psyops Support Element zijn de doelstellingen niet gehaald als gevolg van een lage geoefendheid door de vele steunverleningen en inzet.

Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando

Als gevolg van groot onderhoud na de inzet van de Patriots in Turkije en problemen op het gebied van de materiële gereedheid bij de Stinger en Advanced Medium Range Air tot Air Missile (AMRAAM) pelotons zijn de doelstellingen niet gehaald.

Bataljonstaakgroep

De doelstellingen zijn, met uitzondering van de CIS compagnie, gerealiseerd. De doelstelling bij de CIS compagnie is niet gehaald als gevolg van een lage materiele gereedheid.

Cybercommando

Door een vertraging in de reorganisatie van het Cybercommando is de doelstelling niet gehaald.

Combat Support Elements

De doelstellingen zijn niet gehaald vanwege problemen op het gebied van materiële gereedheid en geoefendheid. De grote hoeveelheid (kaderzware) kleinschalige missies zorgde ervoor dat de uitvoering van het oefenprogramma werd verstoord.

Combat Service Support Elements

Een lage geoefendheid is de belangrijkste reden waarom de doelstellingen niet zijn gehaald. De oorzaken van deze lage geoefendheid zijn de lage materiële gereedheid in combinatie met de grote hoeveelheid (kaderzware) kleinschalige missies, de vele steunverleningen, het ondersteunen van het oefenprogramma van de diverse eenheden binnen en buiten het CLAS en lopende reorganisaties.

Nationale reserve

De doelstelling is niet gehaald, omdat de geoefendheid in het vierde kwartaal van 2015 bij één van de drie bataljons onder de norm is gebleven. De reden hiervoor is dat het merendeel van de geplande O&T-activiteiten, opleidingen en bedrijfsvoeringsaangelegenheden zijn geannuleerd door genomen maatregelen om binnen de financiële kaders te blijven.

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil

Verplichtingen

1.261.386

1.273.299

1.175.948

1.290.862

1.146.024

1.121.002

25.022

Uitgaven

1.280.930

1.277.277

1.155.056

1.203.245

1.221.224

1.121.002

100.222

Programma-uitgaven

76.631

92.598

154.992

139.710

158.682

151.062

7.620

Opdracht Gereedstelling en instandhouding CLAS1

76.631

92.598

154.992

139.710

158.682

151.062

7.620

– waarvan inzet

             

– waarvan gereedstelling

73.157

89.325

87.150

49.031

37.045

46.553

– 9.508

– waarvan bijdragen aan SSO Paresto

       

13.944

 

13.944

– waarvan instandhouding

3.474

3.273

67.842

90.679

107.693

104.509

3.184

               

Apparaatsuitgaven

1.204.299

1.184.679

1.000.064

1.063.535

1.062.542

969.940

92.602

personele uitgaven

966.045

951.777

931.372

986.631

971.074

901.595

69.479

– waarvan eigen personeel

     

982.136

966.462

901.095

65.367

– waarvan externe inhuur

     

4.495

4.612

500

4.112

materiële uitgaven

238.254

232.902

68.692

76.904

91.468

68.345

23.123

– waarvan bijdragen aan SSO's2

17.664

16.985

14.535

9.151

2.448

9.856

– 7.408

– waarvan overige exploitatie

220.590

215.917

54.157

67.753

89.020

58.489

30.531

Apparaatsontvangsten

21.470

18.346

26.772

21.691

13.672

20.523

– 6.851

1

Het Defensiebedrijf Grondgebonden Systemen is in 2012 toegevoegd aan formatie (exploitatie) en in 2013 ook voor de gereedstelling en instandhoudingsbudgetten.

2

Bijdragen aan SSO's zijn in 2013 geconcentreerd bij de ondersteunende diensten DMO en CDC in 2014 is het instrument SSO (Shared Service Organisatie Paresto) ingevoerd.

Toelichting op de financiële instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5,0 miljoen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen is € 25,0 miljoen hoger dan het verplichtingenbudget vanwege het in december overeengekomen meerjarig onderhoudscontract van het wissellaadsysteem en de btw-correcties op de onderhoudscontracten pantservoertuigen en CV-90.

Uitgaven

Het CLAS heeft het budget overschreden met € 100,2 miljoen. De hogere realisatie wordt vooral veroorzaakt door hogere apparaatsuitgaven. De hogere programmauitgaven worden met name veroorzaakt binnen de opdracht gereedstelling en bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO). De verschillen worden hieronder toegelicht.

Met het meer inzichtelijk maken van de diensten van de SSO’s zijn de uitgaven gesplitst in programma en apparaatsuitgaven. De operationele catering, die door SSO Paresto wordt uitgevoerd, is een onderdeel van gereedstelling. De reguliere catering valt onder de bedrijfsvoeringsbudget voeding en wordt gepresenteerd onder materiële kosten (apparaat).

Programmauitgaven

Gereedstelling

De uitgaven bij gereedstelling vallen in de tabel € 9,5 miljoen lager uit, omdat in de realisatie uitgaven aan de SSO Paresto (€ 13,9 miljoen) apart is geplaatst. In de begroting vielen deze nog onder de gereedstelling (€ 46,6 miljoen). De realisatie «gereedstelling» en Paresto samen bedraagt € 51 miljoen. Dit is € 4,4 miljoen meer dan geraamd. Dit komt doordat het budget gereedstelling met € 4,4 miljoen is verhoogd vanuit het BIV voor activiteiten gerealiseerd in 2015 in het kader van training en capaciteitsopbouw en voor het leveren van civiele militaire capaciteit.

Instandhouding

In het kader van departementale herschikkingen is € 3,2 miljoen meer gerealiseerd op instandhouding dan begroot. Dit betreft ICMS/CBRN-ontvlechting van DMO (€ 2,7 miljoen) en de verwerking van extra Special Forces (SF) capaciteit (€ 0,5 miljoen).

Apparaatsuitgaven

Personeelsuitgaven

De personele budgetten zijn verhoogd en gerealiseerd (circa € 69,5 miljoen) als gevolg van diverse oorzaken.

Ten eerste werd vanwege de instroom van nieuw personeel met een hogere leeftijd en een hoger opleidingsniveau (VEVA-leerlingen) € 11 miljoen aanvullend gebudgetteerd en gerealiseerd. Ten tweede werd € 13,9 miljoen vanuit het CDC naar het CLAS overgeheveld en gerealiseerd ter dekking voor de vertraagde oprichting van de Defensie Gezondheidszorg Organisatie. Er werd echter ook € 14 miljoen aan het budget onttrokken vanwege de centrale doorbelasting van de WKR-afdracht.

Vanwege de compensatie voor de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep inzake de eigen huisvesting werd € 7,4 miljoen toegevoegd. Ook werd circa € 18 miljoen geheralloceerd ter bestrijding van het tekort op de personele exploitatie. Daarna werd op grond van het boven sectoraal loonakkoord en daarmee samenhangende mutaties circa € 21 miljoen aanvullend gebudgetteerd en gerealiseerd.

Ook hebben intensiveringen plaatsgevonden ter waarde van circa € 6 miljoen. Deze intensiveringen betreffen het Nationaal Trainingscentrum, personeelszorg en cyber. Voor activiteiten in het kader van training, capaciteitsopbouw en voor het leveren van civiele militaire capaciteit is vanuit het BIV (€ 6 miljoen) overgeheveld naar dit artikel.

Materiële uitgaven

Er is tevens sprake van een hogere realisatie op de materiële budgetten dan was begroot (€ 23,1 miljoen). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door overboekingen tussen artikelen binnen de begroting (€ 11 miljoen). De overboekingen tussen artikelen binnen de begroting omvatten vooral de mutatie vanuit instandhouding naar materiële exploitatie voor de instandhouding van de werkplaats- en magazijninrichting.

Een tweede oorzaak van de hogere realisatie heeft te maken met het uitvoeren van diverse Protocollen van Overdracht (€ 2 miljoen). De belangrijkste Protocollen van Overdacht betreffen de instandhouding van brandweervoertuigen (€ 1,7 miljoen) en ademluchtapparatuur (€ 0,2 miljoen).

De realisatie is verder hoger uitgevallen door de ontvlechting van cyber (€ 4 miljoen), de meeruitgaven als gevolg van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep inzake de eigen huisvesting (€ 5 miljoen) en de meeruitgaven dienstreizen als gevolg van de intensivering van internationale militaire samenwerking (€ 1 miljoen).

Ontvangsten

De ontvangsten bij het CLAS vallen € 6,9 miljoen lager uit dan geraamd, waarvan € 1,4 miljoen vanwege de lager dan geraamde verkoop van reservedelen aan Nato Support and Procurement Agency (NSPA).

Daarnaast heeft de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep betreffende de eigen huishouding ervoor gezorgd dat er minder ontvangsten zijn (€ 1,6 miljoen). Dit komt doordat geen inhouding huisvesting meer mag plaatsvinden bij inwonenden die geen eigen huisvesting voeren. Tot slot is circa € 4 miljoen voornamelijk te wijten aan lagere geneeskundige ontvangsten.

Licence