Base description which applies to whole site

4.4 Beleidsartikel 4 Taakuitvoering luchtstrijdkrachten

Algemene doelstelling

De luchtstrijdkrachten leveren lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, de samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten.

Voor de lucht- en grondgebonden operationele capaciteit van de krijgsmacht dient het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) eenheden operationeel gereed te stellen en in stand te houden. De luchtstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als voor nationale taken.

Beleidsconclusie

Het CLSK heeft in 2015 een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan belangrijke onderdelen van het ambitieniveau van Defensie. Als onderdeel van de internationale coalitie tegen IS voerden F-16 jachtvliegtuigen missies uit boven Irak en bestreden doelen van de terreurorganisatie IS. In Mali voerden helikopters transport-, beveiligings- en verkenningsvluchten uit en ook medical evacuation (medevac) taken uit. Transportvliegtuigen van CLSK hebben in 2015 diverse operaties ondersteund. In het Caribische deel van het Koninkrijk ondersteunden transporthelikopters kustwacht- en drugsbestrijdingsoperaties en leverden zij militaire bijstand. Daarnaast is in Nederland een bijdrage geleverd voor de uitvoering van Quick Reaction Alert (QRA), de kustwacht, nationale taken en bijstand en steunverlening waaronder patiëntenvervoer van de Waddeneilanden.

De inzet van Nederlandse luchtwapensystemen bij (lopende) missies heeft tot beperkingen geleid in het opleidings- en trainingsprogramma van vliegende bemanningen. Dit heeft een negatief effect op de geoefendheid en daarmee op de operationele gereedheid. In het bijzonder leidt dit tot het niet kunnen optreden in alle mogelijke dreigingsscenario’s. De geoefendheid van eenheden ten behoeve van de lopende missies en nationale taken was voldoende maar het herstel naar een volledige geoefendheid is in 2015 nog niet ingezet.

De materiële gereedheid bleef kwetsbaar en is het afgelopen jaar negatief beïnvloed door een combinatie van toegenomen inspectie- en reparatienoodzaak door veroudering van de toestellen, de aanhoudende slechte beschikbaarheid van bedrijfsstoffen en de onderbezetting op kritieke onderhoudsfuncties. Daarnaast vergde het intensieve gebruik als gevolg van de missies boven Irak en in Mali een bovenmatige onderhoudsinspanning. Verder is gebleken dat restproblemen optreden tijdens en na afronding van de migratie naar ERP-systemen. Om lopende missies zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden is gekozen voor een migratie waarbij workarounds nodig blijven.

Dit alles heeft ertoe geleid dat verschillende vliegtuigtypes in 2015 niet op elk moment konden voldoen aan de operationele doelstellingen. Het herstel van de operationele gereedheid na de huidige inzet gaat langer duren door de problematiek met de geoefendheid en materiële gereedheid.

Realisatie operationele doelstellingen

De operationele doelstellingen waaraan het CLSK moet voldoen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede eenheden. In onderstaande matrix is per eenheid de realisatie tegen de doelstellingen afgezet.

Realisatie doelstellingen CLSK 2015

Groep

Organieke component

Totaal aantal eenheden

Operationeel gerede eenheden

Voortzettingsvermogen

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

Jachtvliegtuigen

F-16

61

11

0 (6)

50

61 (55)

Helikopters

AH-64D Apache

29

10

5,8

19

22,2

 

CH-47 Chinook

17

6

7,4

11

9,6

 

AS-532 Cougar

12

6

3,4

6

8,6

 

NH-90

13->20

2->5

0

11->15

20

Transportvliegtuigen

KDC-10

2

1

1,1

1

0,9

 

C-130H Hercules

4

2

0,8

2

3,2

Kustwacht Nederland

Dornier DO-228

2

1

0,9

1

1,1

Unmanned Aerial

Systemes (UAS)

MALE UAV eenheid

1

0

0

1

1

Force Protection

OGRV eenheden

4

2

3,2

2

0,8

 

C2 element

2

1

2

1

0

Air C4ISR

AOCS NM

1

1

0

0

1

 

NDMC

1

1

1

0

0

Toelichting

Inzet

Gedurende 2015 is door eenheden van het CLSK deelgenomen aan diverse internationale operaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 1 Inzet. Het CLSK heeft aan alle inzetopdrachten voldaan.

Operationele gereedheid

Niet alle eenheden van het CLSK hebben kunnen voldoen aan de doelstellingen uit de doelstellingenmatrix. De belangrijkste redenen zijn hieronder uiteengezet.

F-16

In 2015 zijn in Irak onafgebroken vier F-16’s ingezet. Deze waren specifiek missiegereed voor ATF-ME. Daarnaast zijn twee F-16’s permanent beschikbaar geweest voor de QRA-taak. Dat brengt het gemiddeld aantal specifiek missiegerede F-16’s op 6. Door de inzet in Irak waren er voor het opleidings- en trainingsprogramma minder vlieguren beschikbaar waardoor de bemanningen van de F-16’s niet voor alle verschillende operationele missies getraind en inzetbaar waren. Er waren daardoor «0» F-16’s operationeel gereed.

Apache

Door de beperkte beschikbaarheid van de Apaches voor het opleidings- en trainingsprogramma en het lage aantal vlieguren in Nederland is de geoefendheid beneden de norm. Hierdoor zijn minder Apaches operationeel gereed. In maart 2015 is als gevolg van een vliegincident met fatale gevolgen het aantal beschikbare Apaches gedaald van 29 naar 28.

Cougar

Door vertragingen in de fase-inspecties en het achterblijven van Cougars uit de afstootorganisatie blijft de materiële gereedheid achter. Hierdoor is de doelstelling niet gehaald.

NH-90

Naast het tekort aan reservedelen zorgt met name exportregelgeving (International Traffic in Arms Regulation, ITAR) voor vertraging in fase-inspecties, modificaties en het retrofitprogramma. Enkele onderdelen in de helikopter zijn van Amerikaanse origine en vallen onder deze Amerikaanse exportregelgeving. Niet voor alle onderdelen is al toestemming om te mogen worden overgedragen aan de industrie. Hierdoor blijft de materiële gereedheid achter. Daardoor is de doelstelling niet gehaald.

C-130 Hercules

De belangrijkste reden waarom de doelstelling niet is gehaald is een tekort aan geoefende gezagvoerders.

Dornier DO-228

Door een vertraging in het onderhoud (corrosie op een moeilijk bereikbare plaats) was de materiële gereedheid in het vierde kwartaal lager dan gepland. Hierdoor is de doelstelling niet gehaald.

MALE UAV

Als gevolg van prioriteitstelling in het investeringsplan is dit project zeven jaar vertraagd.

AOCS NM

Vanwege het structurele capaciteitstekort en de betrokkenheid bij een aantal grote projecten bleef de geoefendheid van de luchtgevechtsleiders en luchtverkeersleiders achter. Hierdoor is de doelstelling niet gehaald.

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 4 Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1.000)

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil

Verplichtingen

609.073

627.070

857.262

704.621

801.969

644.308

157.661

Uitgaven

685.357

661.877

651.319

653.271

711.856

644.308

67.548

Programmauitgaven

47.208

45.001

149.516

147.339

167.717

149.533

18.184

Opdracht Gereedstelling en instandhouding CLSK1

47.208

45.001

149.516

147.339

167.717

149.533

18.184

– waarvan gereedstelling

33.372

25.971

20.538

9.562

7.510

13.252

–5.742

– waarvan bijdragen aan SSO Paresto2

       

217

 

217

– waarvan instandhouding

13.836

19.030

128.978

137.777

159.990

136.281

23.709

               

Apparaatsuitgaven

638.149

616.876

501.803

505.932

544.139

494.775

49.364

personele uitgaven

406.332

414.284

401.910

413.109

415.536

388.274

27.262

– waarvan eigen personeel

406.332

414.284

401.910

409.385

409.168

387.274

21.894

– waarvan externe inhuur

     

3.724

6.368

1.000

5.368

materiele uitgaven

231.817

202.592

99.893

92.823

128.603

106.501

22.102

– waarvan bijdragen aan SSO Paresto2

8.456

7.259

3.442

3.856

2.701

1.024

1.677

– waarvan overige exploitatie

223.361

195.333

96.451

88.967

125.902

105.477

20.425

Apparaatsontvangsten

13.556

13.854

15.256

13.052

14.037

15.227

– 1.190

1

Het Logistieke Centrum Woensdrecht is in 2012 toegevoegd aan formatie (exploitatie) en in 2013 ook voor de gereedstelling en instandhoudingsbudgetten.

2

Bijdragen aan SSO' s zijn in 2013 geconcentreerd bij de ondersteunende diensten DMO en CDC in 2014 is het instrument SSO (Shared Service Organisatie Paresto) ingevoerd.

Toelichting op de financiële instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5,0 miljoen worden hieronder toegelicht.

Verplichtingen

De hogere realisatie van de verplichtingen van € 157,7 miljoen is deels het gevolg van hogere uitgaven (€ 67,5 miljoen) vanwege onder andere salarissen en de persoonsgebonden budgetten. Daarnaast is een meerjarig Total Support Contract voor C-130 vliegtuigen afgesloten. Deze overeenkomst loopt tot 2032 en heeft een totale contractwaarde van € 112 miljoen. De langere looptijd zorgt voor € 65,5 miljoen aan meer aangegane verplichtingen dan geraamd. Het resterende verschil tussen begroting en realisatie betreft met name de btw-correcties op NIMCIS onderhoudscontracten en de overeenkomsten, die in december zijn aangegaan zoals rear tubine case assies, engine support KDC 10 en MOS BL samenwerkingscontract met KNMI.

Uitgaven

Het CLSK heeft het geraamde budget overschreden met € 67,5 miljoen. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door hogere uitgaven voor gereedstelling en instandhouding en hogere personele en materiële uitgaven. De overschrijding wordt hieronder toegelicht.

Programmauitgaven

Gereedstelling

De uitgaven voor gereedstelling zijn € 5,7 miljoen lager dan begroot. De beschikbare budgetruimte is verlaagd met € 0,5 miljoen als gevolg van overhevelingen van budgetten naar het CLAS en het CDC. Binnen het budget van het CLSK zijn middelen vanuit het gereedstellingsbudget overgeheveld naar de personele uitgaven om het tekort op de personele uitgaven te compenseren (€ 5,6 miljoen). Vanwege de langdurige inzet in Irak en Mali en de beperkte beschikbaarheid van toestellen is het trainingsprogramma en daarmee ook het budget naar beneden bijgesteld. Uiteindelijk heeft een overrealisatie (€ 0,3 miljoen) plaatsgevonden van het bijgestelde budget.

Instandhouding

De uitgaven voor instandhouding zijn € 23,7 miljoen hoger dan begroot. Dit komt vooral door hogere uitgaven (€ 32,1 miljoen) voor het uitvoeren van luchttransport, de aanvulling op de medium power radars en de herinvoer van de Cougar. Daarnaast is vanuit de DMO budget overgeheveld voor het langer doorvliegen met de Gulfstream (€ 2,1 miljoen).

Voor de F-16 is budget ontvlochten en overgeheveld naar de DMO (€ 1,8 miljoen). Om het tekort op de personele uitgaven te compenseren zijn binnen het budget van het CLSK middelen overgeheveld naar de personele uitgaven (€ 3,8 miljoen). Het resterende verschil tussen de begroting en realisatie (€ 4,9 miljoen) bestaat uit kleine onvoorziene posten op de operationele onderdelen en de inhuur van onderhoudspersoneel bij het Logistiek Centrum Woensdrecht.

Apparaatsuitgaven

Personele uitgaven

De personele uitgaven zijn € 27,3 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de compensatie voor de VUT-equivalent, de uitkomsten van het boven sectoraal akkoord en inhuur (€ 18,1 miljoen).

Daarnaast hebben meerdere kleine compensaties plaatsgevonden (€ 3,2 miljoen) waaronder voor de vertraagde invoering van de NH-90 en het langer openhouden van de locatie Dongen. Vanuit het CDC is budget overgeheveld in verband met de vertraging van de reorganisatie bij de Defensie Gezondheidszorg Organisatie (€ 4,3 miljoen).

Verder zijn bijdragen en ontvlechtingen ten laste gebracht van de personele uitgaven (€ 10,6 miljoen), zoals voor de centralisatie van de WUL-afdracht en het SAR-budget. Het SAR-budget is overgeheveld naar het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vanwege het beëindigen van de SAR-taak. Het resterende tekort (€ 12,3 miljoen) is met name gecompenseerd vanuit gereedstelling (€ 5,6 miljoen), instandhouding (€ 3,8 miljoen), overige exploitatie en personele uitgaven (€ 1,4 miljoen).

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven zijn € 22,1 miljoen hoger dan begroot. Dit komt grotendeels vanwege het niet in 2014 gebruikte budget voor vliegeropleidingen. Hierdoor is de budgetruimte in 2015 verhoogd met € 15,5 miljoen.

Daarnaast heeft prijsbijstelling en compensatie voor de eigen huishouding plaatsgevonden en is extra budget toegekend en gerealiseerd vanwege de herinvoering van de Cougar (€ 2,2 miljoen).

Ter compensatie van het tekort bij de personele uitgaven is er budget voor materiële uitgaven overgeheveld naar personele uitgaven met € 1,4 miljoen.

Uiteindelijk is naast eerder genoemde posten nog € 8,5 miljoen aanvullend uitgegeven aan persoonsgebonden uitgaven, zoals hogere uitgaven voor dienstreizen door intensivering van internationale militaire samenwerking en woon-werkverkeer van reservisten, meer vergoeding voor voedingskosten en hogere uitgaven voor overige personele zaken.

Aan de andere kant is budget overgeheveld naar de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) voor opleidingen, naar de DMO voor de geregistreerd drukwerk documentaire informatie voorziening en naar het CLAS voor de instandhouding van de brandweervoertuigen (€ 2,7 miljoen).

Licence