Base description which applies to whole site

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Staat van baten en lasten

Bedragen x € 1.000

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

(4)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

2015

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2014

Baten

       

Omzet moederdepartement

157.200

210.944

53.744

180.997

Omzet overige departementen

8.000

28.144

20.144

16.569

Omzet derden

0

1.135

1.135

1.854

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

34

Totaal baten

165.200

240.223

75.023

199.454

         

Lasten

       

Apparaatskosten

150.200

227.332

77.132

188.891

– Personele kosten

41.400

136.879

95.479

107.239

Waarvan eigen personeel

39.600

40.847

1.247

35.438

Waarvan externe inhuur

1.800

7.546

5.746

10.292

Waarvan overige personele kosten

0

88.486

88.486

61.509

– Materiële kosten

108.800

90.453

– 18.347

81.652

Waarvan apparaat ICT

66.400

46.080

– 20.320

34.523

Waarvan bijdrage aan SSO’s

4.500

13.141

8.641

8.373

Waarvan overige materiële kosten

37.900

31.233

– 6.667

38.756

Afschrijvingskosten

14.000

11.330

– 2.670

10.379

– Immaterieel

7.000

6.400

– 600

5.726

– Materieel

7.000

4.930

– 2.070

4.653

Overige lasten

1.000

1.302

302

1.176

– Dotaties voorzieningen

0

1.086

1.086

801

– Rentelasten

1.000

193

– 807

189

– Bijzondere lasten

0

23

23

186

Totaal lasten

165.200

239.964

74.764

200.446

         

Saldo van baten en lasten

0

259

259

– 992

Toelichting op de baten

Bij 1e suppletoire begroting 2015 is een omzetstijging gemeld naar € 202 mln. De omzet moederdepartement werd met € 15,9 mln bijgesteld tot € 173,1 mln en de omzet overige departementen werd bijgesteld tot € 27,9 mln. De verdere omzetstijging moederdepartement naar € 210,9 mln is met name veroorzaakt door een toename van ontwikkelopdrachten bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (+ € 24,8 mln), het kerndepartement (+ € 6,1 mln) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (+ € 5,2 mln). De stijging van de omzet bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland houdt onder meer verband met de overname van een deel van de werkzaamheden van Dienst Landelijk Gebied en de productschappen (PBO’s).

Omzet moederdepartement

De verdeling per productgroep wordt in onderstaande tabel weergegeven.

Bedragen x € 1.000

Vastgestelde begroting 2015

Realisatie 2015

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2014

Applicatieservices

25.000

24.001

– 999

19.022

Ontwikkelopdrachten

22.500

57.806

35.306

48.866

Werkplekservices

30.500

33.729

3.229

33.279

Infrabeheer

41.900

43.078

1.178

41.046

Overige omzet

38.200

53.230

15.030

30.784

Taakstelling Rutte II

– 900

– 900

   

Totaal

157.200

210.944

53.744

180.997

Omzet overige departementen

Bedragen x € 1.000

Vastgestelde begroting 2015

Realisatie 2015

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2014

Applicatieservices

 

1.215

1.215

314

Ontwikkelopdrachten

1.800

6.412

4.612

11.545

Infrabeheer

3.000

8.778

5.778

525

Werkplekservices

700

23

– 677

 

Overige omzet

1.000

6.789

5.789

1.143

Totaal

6.500

23.217

16.717

13.527

Omzet BOD’s

1.500

4.927

3.427

3.042

Totaal incl. BOD’s

8.000

28.144

20.144

16.569

Omzet derden

De omzet derden is in 2015 als volgt:

€ 0,761 mln College voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

€ 0,230 mln Vereffeningsorganisatie PBO.

€ 0,153 mln Huurcommissie.

€ 0,009 – mln Overigen.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De toename van de personele kosten bestaat deels (€ 44,7 mln) uit een administratieve verschuiving van de post materiële kosten naar personele kosten ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. De overige stijging wordt veroorzaakt door extra werkzaamheden voor het moederdepartement en overige departementen, met als gevolg meer inzet van personeel.

Materiële kosten

Naast de eerder genoemde administratieve verschuiving van materiële kosten naar personele kosten

heeft een stijging plaatsgevonden van de materiële kosten van € 26,2 mln als gevolg van stijging van de omzet. Per saldo zijn de materiële kosten € 18,3 mln lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten vallen lager uit dan begroot omdat een deel van de investeringen (onder andere voor de ontwikkeling van een Cloud Infrastructuur) nog in aanbouw is en er nog niet op wordt afgeschreven.

Overige lasten

Dotaties voorzieningen

Onder de post Dotaties voorzieningen worden de dotaties aan een tweetal voorzieningen verantwoord, te weten:

  • de debiteurenvoorziening ter waarde van € 0,8 mln, die qua hoogte in lijn ligt met de dotatie in 2014.

  • de reorganisatievoorziening ter waarde van € 0,3 mln.

Rentelasten

Door de lage rente zijn de rentekosten afgenomen. Op de in 2015 aangetrokken leningen hoeft nagenoeg geen rente vergoed te worden.

Bijzondere lasten

In 2015 is een oude (van voor 1 januari 2013) nog te factureren positie afgeboekt ten laste van de bijzondere lasten.

Balans per 31 december 2015

Bedragen x € 1.000

Balans 2015

Balans 2014

Activa

   

Immateriële vaste activa

28.203

17.981

Materiële vaste activa

20.768

17.631

– grond en gebouwen

0

0

– installaties en inventarissen

16.507

13.094

– overige materiële vaste activa

4.261

4.537

Voorraden

0

0

Debiteuren

20.427

21.972

Nog te ontvangen

11.641

9.090

Liquide middelen

4.062

2.091

Totaal activa:

85.101

68.765

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

259

– 910

– exploitatiereserve

0

82

– onverdeeld resultaat

259

– 992

Voorzieningen

357

97

Leningen bij het MvF

30.640

16.465

Crediteuren

6.343

15.989

Nog te betalen

47.502

37.124

Totaal passiva

85.101

68.765

Specificatie Debiteuren

Bedragen x € 1.000

Realisatie 2015

Realisatie 2014

Debiteuren

23.807

22.931

Voorziening debiteuren

– 1.681

– 959

Nog te verwerken ontvangsten

– 1.699

0

Totaal

20.427

21.972

Onder Debiteuren worden verantwoord de nominale waarde minus de voorziening voor vermoedelijke oninbaarheid en nog te verwerken ontvangsten. In onderstaande tabel is de totale debiteuren positie geclassificeerd naar type debiteur.

Bedragen x € 1.000

Realisatie 2015

Realisatie 2014

Moederdepartement

13.095

18.021

Overige departementen

6.411

2.837

Derden

921

1.114

Totaal

20.427

21.972

Specificatie Nog te Ontvangen

Bedragen x € 1.000

Realisatie 2015

Realisatie 2014

Moederdepartement

2.965

1.953

Overige departementen

855

586

Derden

7.821

6.551

Totaal

11.641

9.090

Onder de balanspost Nog te ontvangen worden de nog te factureren omzet en de vooruitbetaalde kosten verantwoord. Met name de vooruitbetaalde kosten vallen binnen de classificatie Derden.

Voorzieningen

Bedragen x € 1.000

         
 

Boekwaarde 1/1/2015

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde 31/12/2015

Reorganisatievoorziening

97

327

67

0

357

De dotatie aan de reorganisatievoorziening houdt verband met de afvloeiing van een voormalige medewerker. Pas in de komende jaren zullen de met deze medewerker gemaakte afspraken tot kasuitgaven leiden.

Tabel vermogensontwikkeling 2015

Bedragen x € 1.000

2013

2014

2015

1 Eigen Vermogen per 1 Januari

– 479

82

– 910

2 Saldo Baten en Lasten

562

– 992

259

3 Directe mutaties in het Eigen Vermogen

0

0

910

3a. Uitkering aan moederdepartement

     

3b. Bijdrage door moederdepartement ter versterking Eigen Vermogen

   

910

3c. Overige Mutaties

     

Stand 31 december

82

– 910

259

Omzet

164.561

199.454

240.223

Vermogensplafond (5%)

8.362

10.071

De exploitatiereserve is gebonden aan een maximumreserve van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximaal toegestane omvang van de exploitatiereserve bedraagt voor DICTU € 10,1 mln. Het Eigen Vermogen van DICTU is, afhankelijk van het besluit over de resultaatbestemming, per 31-12-2015 € 0,3 mln.

Specificatie Crediteuren

Bedragen x € 1.000

Realisatie 2015

Realisatie 2014

Moederdepartement

329

1.746

Overige departementen

0

0

Derden

6.014

14.243

Totaal

6.343

15.989

Specificatie Nog te Betalen

Bedragen x € 1.000

Realisatie 2015

Realisatie 2014

Moederdepartement

14.804

11.466

Overige departementen

12.825

9.312

Derden

19.873

16.346

Totaal

47.502

37.124

Kasstroomoverzicht over 2015

   

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen

0

2.091

2.091

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

 

11.849

 
 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

 

– 3.787

 

2.

Totaal operationele kasstroom

14.000

8.062

– 5.938

 

Totaal investeringen (-/-)

– 14.000

– 24.689

– 10.689

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 14.000

– 24.689

– 10.689

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement

(-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

910

910

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 14.000

– 9.312

4.688

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

14.000

27.000

13.000

4.

Totaal financieringskasstroom

0

18.598

18.598

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2015 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

0

4.062

4.062

Operationele kasstroom

In de operationele kasstroom vallen de afschrijvingskosten € 2,7 mln lager uit. Daarnaast is door een afname van de crediteurenpositie het werkkapitaal met € 3,8 mln toegenomen ten opzichte van de begroting. Daartegenover staat dat de dotatie aan de voorziening reorganisatiekosten ten opzichte van de begroting met € 0,3 mln is toegenomen en dat er € 0,3 mln winst is gehaald.

Investeringskasstroom

Het investeringsniveau ligt ruim € 10 mln hoger dan begroot aangezien er met name meer geïnvesteerd is dan voorzien in applicatie ontwikkeling.

Financieringskasstroom

In totaal is een bedrag van € 27 mln aan leningen afgeroepen. Er is in 2015 meer aan leningen afgeroepen dan er is geïnvesteerd, aangezien het niveau van de activa hoger ligt dan het totaal aan leningen bij het Ministerie van Financiën. Een deel van dit verschil is in 2015 ingelopen. Daarnaast is er € 4,7 mln minder afgelost op leningen dan begroot.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2015

Omschrijving

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie

2015

Begroting 2015

1. Kostprijzen per product (groep)

         

a. Basistarief werkplek (gemiddeld per stuk x €)

2.423

2.410

2.540

2.520

2.540

b. Aantal Werkplekken

13.000

12.241

12.332

12.937

11.250

c. Infrastructuur

(x € 1 000)

13.993

21.541

35.717

48.634

41.900

d. Productieve uren (norm 85% 2013 e.v.)

879.000 (89%)

1.156.000 (87%)

1.468.476

(89%)

1.832.350

(89%)

(85%)

2. Tarieven/uur

     

a. Senior medew. (ontwikkeling)

90

87

86

90

86

b. Medior medew. (bouw)

80

78

77

70

77

c. Junior medew. (test en beheer)

80

78

77

60

77

3. Omzet per prod.groep (pxq)

     

A. Werkplekservices

31.710

35.887

33.279

33.729

30.500

B. Infrastructuur

26.000

25.462

41.046

43.078

41.900

C. Applicatieservices incl. outsourcing

18.216

19.200

19.022

24.001

25.000

D. Ontwikkeling incl. detachering

30.684

40.638

46.866

57.806

22.500

E. Overige omzet

21.297

34.910

40.784

52.330

37.300

Totaal

127.907

156.097

180.997

210.944

157.200

4. gem. bezetting FTE-totaal (excl. externe inhuur)

323

371

429

503

539

5. Saldo baten en lasten

– 1,3%

0,4%

– 0,5%

0,1%

0,0%

Ad 1a: DICTU hanteert meerdere werkplekconcepten. Het weergegeven tarief betreft het meest voorkomende werkplekconcept.

Ad 1d: Het productiviteitspercentage van DICTU wordt omhooggetrokken doordat externe medewerkers als gevolg van de gehanteerde tijdschrijfsystematiek gemiddeld een hogere productiviteit hebben dan interne medewerkers.

Ad 2: De realisatie van de uurtarieven voor senior, medior en junior medewerkers wijkt af van de begroting als gevolg van een andere groepering van de functies.

Licence