Base description which applies to whole site

Art.nr. 14 Cultuur

A Algemene doelstelling

Het bevorderen van een sterke, pluriforme, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige cultuursector en het zorgen voor het erfgoed.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De verantwoordelijkheid van de Minister is in de wet verankerd. De Minister is verantwoordelijk voor het scheppen van voorwaarden voor het instandhouden, ontwikkelen en sociaal en geografisch spreiden van cultuuruitingen. Overwegingen van kwaliteit en verscheidenheid zijn daarbij leidend. Dit is aanvullend op het cultuuraanbod dat zonder betrokkenheid van de overheid tot stand komt.

Financieren

De Minister heeft een financierende rol door het bekostigen van de basisinfrastructuur cultuur en subsidiëring van specifieke (wettelijke) programma's en regelingen op de terreinen erfgoed, kunsten, letteren en bibliotheken.

Stimuleren

De Minister heeft een stimulerende rol bij het versterken van de cultuursector door programma’s als ondernemerschap en internationaal cultuurbeleid.

Regisseren

De Minister heeft een regisserende rol bij de uitvoering van en het toezicht op het behoud en beheer van het erfgoed, op grond van de Monumentenwet, de Archeologiewet, de Archiefwet, de Erfgoedwet en de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen. Het toezicht op de naleving van deze wetten ligt bij de Erfgoedinspectie. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is onder andere belast met de uitvoering van de Monumentenwet. Het Nationaal Archief geeft uitvoering aan de Archiefwet.

Indicatoren/kengetallen

Tabel 14.1 indicatoren

Doelstelling/indicator

Basiswaarde (jaartal)

Eerdere realisatie (jaartal)

Actuele Realisatie (jaartal)

Tussen-/streefwaarden (jaartal)

Bron

6

Het bevorderen van een sterke, pluriforme, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige cultuursector en het zorgen voor het cultureel erfgoed

a)

Aantal bezoeken1

         
 

Aantal bezoeken gesubsidieerde podiumkunsten (inclusief buitenland)

2,2 miljoen (2012–2014)

2,4 miljoen (2015)

2,5 miljoen (2016)2

2,5 miljoen (2017) Stabiel of hoger (2020)1

Opgaven van gesubsidieerde instellingen aan OCW

 

Aantal bezoekers gesubsidieerde musea

7,5 miljoen (2012–2014)

8,9 miljoen (2015)

9 miljoen (2016)2

7,9 miljoen (2017) Stabiel of hoger (2020)1

Opgaven van gesubsidieerde instellingen aan OCW

b)

Cultuurbereik

         
 

Percentage van de bevolking van 6 jaar en ouder die voorstellingen, musea en bibliotheken bezoekt

89% (2012)

89% (2014)3

3

SCP/CBS (VTO 2012–2014)

1

In de begroting van 2017 is de basiswaarde gewijzigd ten opzichte van de begroting 2016, omdat de basiswaarde 2009 geen reëel beeld gaf van de groep instellingen die vanaf de periode 2013–2016 via de BIS werden gesubsidieerd. Het aantal bezoeken betreft het aantal bezoeken per uitvoering of bij tentoonstellingen, inclusief schoolbezoeken. De streefdoelen zijn ontleend aan de aanvragen van instellingen voor de BIS- periode 2017–2020.

2

Gegevens over 2017 zijn pas beschikbaar na vaststelling van dit jaarverslag en daarom zijn hier de cijfers voor 2016 opgenomen.

3

Hier is geen streefwaarde aan verbonden. De indicator is als kengetal opgenomen om ontwikkelingen te volgen. Cultuurbereik: het percentage van de bevolking dat wordt bereikt door culturele voorzieningen geeft een beeld van het totale bereik van culturele voorzieningen. Dit is in lijn met de algemene doelstelling voor artikel 14. Het percentage is gebaseerd op onderzoek (de Vrijetijdsomnibus) van het SCP dat eens in de twee jaar wordt uitgevoerd. Er zijn daarom ook geen recente realisatie cijfers beschikbaar.

C. Beleidsconclusies

Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting.

Om inzicht te bieden in de cijfermatige ontwikkelingen in de culturele sector en het erfgoed zijn in 2017 Cultuur in Beeld en de Erfgoedbalans uitgebracht. Er is gewerkt aan het versterken van de Topsector creatieve industrie en het beter benutten daarvan bij het leveren van een bijdrage aan de maatschappelijke opgaven in Nederland. Per begin 2017 is de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp 2017–2020, van kracht geworden. De actieagenda richt zich op het versterken van ruimtelijk ontwerp als instrument bij ruimtelijke- en maatschappelijke vraagstukken.

Eind 2017 is een midterm review Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. De review beschrijft de stand van zaken over de eerste twee jaren (2015 en 2016) na de invoering van de wet en laat een groei van de digitale en educatieve activiteiten zien.

In november 2017 is een tussenevaluatie van het Actieprogramma Tel mee met Taal naar de Tweede Kamer gestuurd. Het programma ligt goed op schema en de verwachting is dat eind 2018 1 miljoen kinderen zijn bereikt met leesbevorderingsactiviteiten.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 14.2 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (Bedragen x € 1.000)1
             

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Verplichtingen

819.023

766.072

599.736

2.072.046

506.851

969.286

– 462.435

Waarvan garantieverplichtingen

621.806

473.197

432.037

55.649

103.359

629.000

–525.641

Uitgaven

704.732

709.466

713.445

795.135

738.415

827.568

– 89.153

                   

Bekostiging

582.720

608.412

616.810

600.818

633.284

720.314

– 87.030

 

Culturele basisinfrastructuur

465.339

487.566

478.041

475.203

398.644

379.716

18.928

   

Vierjaarlijkse instellingen

330.253

333.074

322.949

318.126

232.252

226.199

6.053

   

Vierjaarlijkse fondsen

135.086

154.492

155.092

157.077

166.392

153.517

12.875

 

Erfgoedwet

       

121.722

119.168

2.554

   

Huisvesting

       

81.547

80.448

1.099

   

Beheer en onderhoud collecties

       

40.175

38.720

1.455

 

Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen

       

0

43.281

–43.281

   

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen

       

0

21.411

–21.411

   

Digitale openbare bibliotheken

       

0

10.600

–10.600

   

Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

       

0

11.270

–11.270

 

Monumentenzorg

82.392

79.792

75.266

78.754

45.953

112.696

–66.743

 

Archieven incl. Regionale Historische Centra

23.580

25.577

25.384

26.607

24.787

23.971

816

 

Flankerend beleid huisvesting

1.362

4.189

28.104

10.254

31.960

23.623

8.337

 

Cultuureducatie met Kwaliteit

10.000

10.000

10.000

10.000

10.218

17.500

–7.282

 

Archeologie

47

1.288

15

0

0

359

–359

                   

Subsidies

87.592

58.127

37.155

58.519

45.529

51.864

– 6.335

 

Verbreden inzet cultuur

4.859

7.670

8.519

15.043

8.991

7.692

1.299

 

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

6.282

6.715

6.471

6.862

6.327

5.757

570

 

Programma bibliotheekvernieuwing

17.963

17.963

   

0

   
 

Programma leesbevordering

2.850

2.900

2.900

3.476

3.437

3.350

87

 

Creatieve Industrie

2.375

2.940

1.609

 

1.823

1.885

–62

 

Erfgoed en ruimte

 

2.016

 

2.567

2.667

3.500

–833

 

Programma ondernemerschap

2.692

1.475

1.575

1.575

0

 

0

 

Specifiek cultuurbeleid

21.319

16.448

16.081

28.996

22.284

29.680

–7.396

 

Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur 2009–2012

29.252

     

0

   
               

Opdrachten

1.708

4.411

14.568

95.405

16.982

13.329

3.653

 

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

1.708

4.411

14.568

95.405

2.233

2.332

–99

 

Monumentenzorg

       

6.941

3.692

3.249

 

Archeologie

       

1.976

865

1.111

 

Erfgoed en ruimte

       

1.366

2.500

–1.134

 

Overige opdrachten

       

4.466

3.940

526

               

Bijdrage aan agentschappen

29.527

34.793

42.101

37.180

39.771

39.313

458

 

Nationaal Archief

29.527

34.793

42.101

37.180

39.771

39.313

458

               

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.185

3.723

2.811

3.213

2.849

2.748

101

 

Uitvoering internationale verdragen

1.737

1.384

1.163

1.875

2.849

2.748

101

 

Uitvoering internationale contributies

1.405

2.285

1.648

1.338

0

 

0

 

Europese samenwerking

43

54

0

0

0

 

0

Ontvangsten

9.613

13.380

32.322

2.421

11.031

494

10.537

1

De indeling van deze tabel is gewijzigd ten opzichte van de begroting 2016. Dit was nodig in verband met de komst van twee nieuwe wetten (de Erfgoedwet en de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen). Daarnaast worden de financiële instrumenten opdrachten en subsidies nader gespecificeerd, om zo beter inzicht te kunnen bieden. Ten slotte wordt het instrument bijdragen aan (inter)nationale organisaties niet langer gespecificeerd, in verband met de beperkte omvang van dit budget.

E. Toelichting op de instrumenten

De realisatie van de verplichtingen is per saldo € 462,4 miljoen lager dan geraamd. Het verschil op de verplichtingen wordt veroorzaakt door:

  • Een verlaging van de raming van de garantieverplichtingen met € 629 miljoen. De verlaging betreft hoofdzakelijk een systeemwijziging in het vastleggen van garanties voor de indemniteitsregeling bruikleen collecties en de achterborgovereenkomst. Deze wijziging houdt in dat vanaf 2016 het bedrag van de aangegane verplichtingen wordt gevormd door het saldo van de verleende en vervallen garanties.

  • Een verhoging van de aangegane garanties voor de indemniteitsregeling bruikleen collecties, de achterborgovereenkomst en de garanties op leningen musea met € 103,4 miljoen.

  • Een verhoging van € 42,7 miljoen als gevolg van meer aangegane verplichtingen monumentenzorg. Het betreft vooral de vastlegging van de toegekende subsidies instandhouding van rijksmonumenten (Subsidieregeling instandhouding monumenten Sim) op basis van de regeling 2017. Deze regeling heeft financieel effect in het jaar 2022.

  • Een verhoging van in totaal € 20,5 miljoen. De verhoging wordt onder meer veroorzaakt door de meerjarig aangegane verplichtingen voor de culturele basisinfrastructuur als gevolg van de loon- en prijscompensatie.

De realisatie van de uitgaven 2017 is € 89,2 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot en met name het gevolg van overboekingen naar andere begrotingsartikelen. De verschillen worden verduidelijkt bij de toelichting op de instrumenten.

Bekostiging

Culturele basisinfrastructuur

De culturele basisinfrastructuur wordt voor een periode van vier jaar bekostigd. In de Kamerbrief over besluiten culturele basisinfrastructuur periode 2017–2020 van 20 september 2016, zijn de besluiten over deze periode opgenomen. De culturele basisinfrastructuur bestaat uit vierjaarlijkse subsidies aan instellingen op het gebied van podiumkunsten (toneel, dans, opera en orkesten), beeldende kunsten, film, musea, letteren, architectuur, vormgeving, nieuwe media, cultuureducatie en een aantal bovensectorale instellingen. Daarnaast zijn er de zes cultuurfondsen, die sectoraal zijn georganiseerd. De cultuurfondsen spelen een belangrijke rol in het cultuurstelsel. Door middel van flexibele en kortlopende subsidieregelingen kunnen zij de dynamiek en de vernieuwing in de cultuur op de voet volgen en zijn zij in staat snel op sectorale ontwikkelingen te reageren.

Het budget is verhoogd met in totaal circa € 19 miljoen. Dit is het gevolg van de uitvoering van het amendement van het Lid Vermue C.S. van € 10 miljoen voor de Nederlandse cultuursector in 2017. De overige verhoging betreft de aan de culturele instellingen en fondsen uitgekeerde loon- en prijscompensatie.

Erfgoedwet

Op basis van de Erfgoedwet worden museale instellingen belast met de zorg voor het beheer van de museale cultuurgoederen van de Staat of andere cultuurgoederen of verzamelingen. Hiervoor ontvangen deze instellingen met een wettelijke taak een structurele vergoeding. Voor de subsidiëring van deze taak wordt op grond van de regeling Beheer rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen middelen beschikbaar gesteld waarbij onderscheid wordt gemaakt in enerzijds beheer en onderhoud van collecties en anderzijds huisvesting.

Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen

Per 1 januari 2015 is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in werking getreden. De wet organiseert het openbare bibliotheekwerk middels een netwerk van landelijke openbare bibliotheekvoorzieningen waarbij de Koninklijke Bibliotheek (KB) samenwerkt met de lokale bibliotheken en de provinciale ondersteuningsinstellingen. In het netwerk verricht de KB als nationale bibliotheek van Nederland tevens taken voor het stelsel als geheel, waaronder het beheer en de ontwikkeling van de digitale openbare bibliotheek. In 2017 concentreerden de activiteiten zich op een gezamenlijke innovatieagenda om de slagvaardigheid van het stelsel te vergroten en op het uitbreiden van de digitale collectie. Eind 2017 hebben de Eerste en Tweede Kamer een midterm review ontvangen, die de stand van zaken over de eerste twee jaren (2015 en 2016) van de wet beschrijft.

Het budget is verlaagd met € 43,3 miljoen. Deze verlaging betreft een overboeking naar artikel 16 (Onderzoek- en wetenschapsbeleid) voor subsidieverlening aan de KB op basis van de Wsob. Deze overboeking bestaat uit € 21,4 miljoen voor landelijke stelseltaken, € 10,6 miljoen voor digitale infrastructuur(inkoop e-content) en € 11,3 miljoen voor de voorziening leesgehandicapten.

Monumentenzorg

In juli 2016 is de Erfgoedwet, die een aantal wetten op het gebied van cultureel erfgoed vervangt waaronder de Monumentenwet, van kracht geworden. Daarmee is de Erfgoedwet ook het nieuwe kader geworden voor de financiering van de monumentenzorg. Wat betreft de financiering van de instandhouding van rijksmonumenten is in 2017 de Beleidsbrief inzake wijzigingen in de instandhoudingssubsidie voor rijksmonumenten per 2013 van belang. Hierin is uiteengezet hoe het vernieuwde Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten (BRIM), dat tot en met 2018 van kracht is, vorm heeft gekregen.

In de begroting 2017 was aanvankelijk voorzien dat de afschaffing van de fiscale regeling monumenten plaats zou vinden. De voorgenomen afschaffing is uitgesteld, waardoor het budget met € 53,8 miljoen is verlaagd. Daarnaast is € 8 miljoen overgeheveld naar het Provinciefonds voor grote monumenten (Eusebius kerk en Domtoren). Ten slotte is een bedrag van € 4 miljoen overgeboekt naar het financiële instrument Opdrachten onder andere voor de uitvoeringskosten van depots voor cultureel erfgoed (locaties Amsterdam, Lelystad en Rijswijk).

Archieven incl. Regionale Historische Centra

OCW draagt bij aan de kosten van bewaring en presentatie van de rijksarchieven uit de provincie door de Regionale Historische Centra, die in elke provinciehoofdstad met uitzondering van Zuid-Holland zijn gevestigd. Ook na afloop van het Archiefconvenant 2012–2016 blijven middelen beschikbaar voor versterking van het archiefbestel. Het Nationaal Archief vervult hierin een ondersteunende functie.

Flankerend beleid huisvesting

De middelen voor flankerend beleid huisvesting zijn voor het Garantiefonds rijksmusea, bedoeld als garantstelling voor leningen aangegaan door rijksmusea voor huisvesting en voor eventuele knelpunten die samenhangen met de invoering van de Erfgoedwet. Daarnaast zijn de middelen bestemd voor huisvestingskosten van instellingen die niet onder de erfgoedwet vallen.

Het budget is verhoogd met € 8,3 miljoen. Dit betreft een verhoging van € 10,1 miljoen door de desaldering van de ontvangsten van Stichting Paleis Het Loo, Nationaal Museum voor de betaling van de egalisatieschuld huisvesting aan het Rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast is € 1,6 miljoen voor publieksactiviteiten overgeheveld naar het financiële instrument Culturele basisinfrastructuur.

Cultuureducatie met kwaliteit

Het programma Cultuureducatie met Kwaliteit is per 2017 voor de periode 2017–2020 voortgezet. Het programma gaat uit van drie pijlers. Ten eerste de implementatie, verdieping en ontwikkeling van het curriculum voor het leergebied kunstzinnige oriëntatie. Ten tweede de inhoudelijke deskundigheid versterken van leraren, vakdocenten en educatief medewerkers op het gebied van cultuureducatie. En ten derde het versterken van de relatie van de school met de culturele en sociale omgeving. Door een gezamenlijke inzet van de scholen, de culturele instellingen en de drie overheden wordt de kwaliteit van cultuureducatie bevorderd.

Het budget is verlaagd met € 7,3 miljoen. Dit betreft een overheveling naar artikel 1 (Primair Onderwijs) ten behoeve van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit.

Archeologie

Deze middelen zijn besteed voor flankerend beleid archeologie rondom de invoering van de Erfgoedwet.

Het budget is verlaagd met € 0,4 miljoen vanwege de overheveling naar het financiële hoofdinstrument Opdrachten waar de uitgaven hebben plaatsgevonden.

Subsidies

Verbreden inzet cultuur

Voor de financiering van de cultuurkaart is meerjarig een budget opgenomen van € 4,9 miljoen per jaar. In aanvulling op het programma Cultuureducatie met Kwaliteit zet OCW samen met private partijen tot en met 2020 extra in op muziekonderwijs in het primair onderwijs. OCW investeert tot en met 2020 samen met het Fonds voor Cultuurparticipatie tot een bedrag van € 25 miljoen. Scholen kunnen een beroep doen op de regeling Impuls muziekonderwijs via het Fonds Cultuurparticipatie om de kwaliteit van het muziekonderwijs op scholen te verbeteren. Daarnaast zijn in 2017 uitgaven gedaan voor deskundigheidsbevordering van mensen die voor de klas staan. Verder zijn op dit financiële instrument ook middelen beschikbaar voor digitalisering in de cultuursector.

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van OCW, BZ en BHOS. In de periode 2017–2020 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelstellingen: een sterke cultuursector die in kwaliteit groeit door internationale uitwisseling en duurzame samenwerking die in het buitenland wordt gezien en gewaardeerd, een bijdrage van cultuur aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld en culturele diplomatie (Kamerbrief van 4 mei 2016). Voor de versterking van de Nederlandse cultuursector wordt gekozen voor 8 focuslanden (voorheen 15) waar de meest betrokken partijen (diplomatieke posten, fondsen, DutchCulture, anderen) samen optrekken op basis van een meerjarige strategie. In overleg met de Tweede Kamer heeft het vorige Kabinet besloten tot een inperking van het aantal landen dat in aanmerking komt voor culturele samenwerking op grond van de hierboven genoemde tweede doelstelling (Kamerbrief van 15 februari 2017).

Programma leesbevordering

Het programma Kunst van Lezen is voortgezet als onderdeel van het Actieprogramma Tel mee met Taal 2016–2018. In november 2017 is een tussenevaluatie van Tel mee met Taal naar de Tweede Kamer gestuurd.

Creatieve Industrie

Ten laste van dit budget worden uitgaven gedaan op het gebied van de architectuur en de creatieve industrie in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Erfgoed en ruimte

Deze middelen zijn besteed aan de uitvoering van het beleid Visie Erfgoed en Ruimte. Hierin geeft het Rijk aan welke cultuurhistorische gebieden en opgaven van (inter)nationaal belang zijn en waar zij een rol voor zichzelf ziet in het gebiedsgerichte erfgoedzorg. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voert het Erfgoed en Ruimte programma van de visie uit. Daarnaast geeft de Stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie uitvoering aan het ontwerpprogramma Erfgoed en Ruimte om ontwerp en gebiedsgerichte erfgoedzorg met elkaar te verbinden.

Programma ondernemerschap

De middelen ten behoeve van het programma Ondernemerschap Cultuur zijn overgeboekt naar het financiële instrument Specifiek cultuurbeleid.

Specifiek cultuurbeleid

Onder dit instrument worden verschillende incidentele en kleinere subsidies verantwoord. In 2017 zijn uitgaven gedaan met betrekking tot de regelingen Samenwerking Musea en Mobiel Erfgoed (Stichting Mondriaan Fonds), de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen Tweede Wereldoorlog, het toezicht op de vaste boekenprijs, literaire prijzen, de Stichting Cultuur-Ondernemen, de Stichting Amstel 218 en een aantal kleine projectsubsidies. Daarnaast zijn incidenteel middelen beschikbaar gesteld voor de aanschaf van het Amsterdams Machzor en de Rintel Menora door de Stichting Joods Historisch Museum. Deze middelen worden beschikbaar gesteld door het Museaal Aankoopfonds.

Het budget is verlaagd met € 7,4 miljoen. Dit betreft vooral een overboeking van middelen die toebedeeld zijn aan de basisinfrastructuur en de cultuurfondsen (Kamerbrief Nieuwe visie cultuurbeleid) naar het financiële instrument Bekostiging. Daarnaast zijn de middelen voor de btw-problematiek op de e-content (Koninklijke Bibliotheek) overgeheveld naar begrotingsartikel 16 (Onderzoek- en wetenschapsbeleid).

Opdrachten

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

Dit budget is bestemd voor opdrachten die bestaan uit het inhuren van bureaus voor beleidsonderzoek, evaluaties, visitatie/monitoring en versterking van de kennisbasis in de cultuursector.

Monumentenzorg

Deze middelen zijn bestemd voor opdrachten op het gebied van de monumentenzorg voor kennis- en onderzoeksprogramma’s, ondersteuning infrastructuur erfgoed en informatie- en communicatietechniek.

In 2017 zijn middelen beschikbaar gesteld voor de herstelkosten van de deelbare molenroeden van rijksmonumenten (€ 1 miljoen) en voor diverse depots op het gebied van cultureel erfgoed (€ 2,6 miljoen).

Archeologie

Deze middelen zijn bestemd voor ondersteuningstaken op het gebied van onderzoek en kennis, die voortvloeien uit de verbetervoorstellen naar aanleiding van de evaluatie op de archeologiewetgeving die met de brief van 7 februari 2012 aan de Tweede Kamer is gestuurd.

In 2017 is uit dit budget het archeologisch onderzoek aan het VOC schip de Rooswijk gefinancierd.

Erfgoed en Ruimte

Deze middelen zijn bestemd voor opdrachten die worden verstrekt in het kader van de uitvoering van het programma Erfgoed en Ruimte.

Overige opdrachten

Deze middelen zijn bestemd voor opdrachten op het gebied van de programma’s Erfgoed digitaal, Gedeeld Cultureel Erfgoed en Ondernemerschap en voor werelderfgoed.

Bijdragen aan agentschappen

Deze middelen betreffen de rijksbijdrage aan het Nationaal Archief. De baten en lasten van deze dienst worden apart in het jaarverslag opgenomen.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Naast de prioriteiten die onder het financieel instrument Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) zijn genoemd, is Nederland aan een aantal verplichtingen gebonden en draagt Nederland bij aan de uitvoering van internationale verdragen. Dit geldt voor de UNESCO cultuur- en erfgoedverdragen voor het werelderfgoed, het immaterieel erfgoed, de bescherming van cultureel erfgoed bij gewapend conflict, de bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen en de bescherming en bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen. Afgelopen jaren zijn er activiteiten geweest en bijdragen geleverd aan Caibisch Nederland voor ondersteuning aan de archieven en erfgoed. In 2017 zijn er geen activiteiten geweest. Ook wordt in dit kader bijgedragen aan het Europees filmprogramma (Eurimages) en de Nederlandse Taal Unie.

Ontvangsten

De raming betreft ontvangsten als gevolg van het definitief vaststellen van toegekende subsidies.

Het budget is verhoogd met € 10,5 miljoen. Dit betreft deels de desaldering van de ontvangst van € 10,1 miljoen van Stichting Paleis Het Loo, Nationaal Museum ten behoeve van de egalisatieschuld huisvesting aan het Rijksvastgoedbedrijf.

Licence