LNV streeft naar een sterke en veerkrachtige natuur, verweven met de economie en optimaal bijdragend aan duurzaam maatschappelijk welzijn.
De Minister van LNV is verantwoordelijk voor het in nationaal, EU- en mondiaal verband beschermen en versterken, alsmede duurzaam benutten van natuur en biodiversiteit. Het Rijk werkt hieraan, in lijn met de Rijksnatuurvisie Natuurlijk verder (2014), in verschillende rollen op uiteenlopende werkterreinen. Voor natuur op land is binnen de overheid de samenwerking met de provincies cruciaal: binnen de kaders van de Wet natuurbescherming zijn de provincies verantwoordelijk voor het realiseren van natuurdoelen. De Minister van LNV is verantwoordelijk voor de kaders van behoud, versterken en duurzaam benutten van de nationale natuur en biodiversiteit. Voor de natuurkwaliteit van de Rijkswateren en voor de internationale samenwerking op natuurgebied, treedt de Minister als eerstverantwoordelijke op. De Minister is mede verantwoordelijk voor het stimuleren en anderszins versterken van de maatschappelijke betrokkenheid bij het beschermen, versterken en duurzaam benutten van natuur en biodiversiteit.
Stimuleren en faciliteren
• Ondersteunen van de positieversterking nationale parken.
• Helpen realiseren van innovatieve combinaties tussen natuur en maatschappelijke en economische activiteiten.
• Bevorderen van behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit in het agrarisch gebied en agroketens.
• Versterken van internationale aandacht voor regulering van handel in bedreigde soorten en tegengaan van illegale handel.
• Ontwikkeling en toepassing van natuurlijk-kapitaal-rekening in zowel publiek domein als bedrijfsleven en bevorderen dat bedrijven, financiële instellingen en de overheid transparant zijn over hun impact op en afhankelijkheid van natuurlijk kapitaal.
• Stimuleren van de inzet van de Nederlandse bos-, natuur- en houtsector in het energie- en klimaatbeleid en het bevorderen van de duurzame bijdrage van bos en natuur aan de groene grondstoffenvoorziening.
• Maatschappelijke initiatieven in lijn met de natuurvisie van het Rijk.
Regisseren
• Samen met andere overheden en bedrijfsleven inzetten op het bereiken van beleidsdoelen voor 2020 van het mondiale biodiversiteitsverdrag (Convention on Biological Diversity, CBD), de Europese Biodiversiteitsstrategie en de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling (Sustainable Development Goals) op het terrein van natuur en biodiversiteit.
• Ten behoeve van het ontwikkelen van een nieuw CBD raamwerk van beleidsdoelen voor de periode 2020-2030 , de Nederlandse inzet in internationaal overleg over natuur en biodiversiteit zó organiseren, dat publieke en private sectoren hun rol en verantwoordelijkheid kunnen nemen in de keten voor behoud en versterking van natuur en biodiversiteit.
• Versterken van natuurkwaliteit in de Grote Wateren.
Uitvoeren
• Met provincies nakomen van afspraken die gemaakt zijn in het Natuurpact en samen met provincies en IenW/RWS monitoren van de toestand van de natuur en biodiversiteit en benutting van natuur op land en in het water.
• Onderhouden en handhaven Wet natuurbescherming en Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming Caribisch Nederland.
• Voorbereiding en uitvoering van internationale en in EU-verband gemaakte afspraken over de internationale handel in bedreigde dieren en planten.
• Implementatie van het Europese exotenbeleid. De provincies zijn verantwoordelijk voor het beheer van invasieve exoten.
• Het doen uitvoeren - onder andere door de diensten (RVO.nl, NVWA) - van de in de Wet natuurbescherming vastgelegde rijkstaken.
• Het doen uitvoeren van regelingen en programma’s (zoals met provincies, en ministeries IenW en Defensie, Aanpak Stikstof, Programma naar een Rijke Waddenzee, de natuuronderdelen van de Mariene Strategie en het beheer van Kroondomeinen).
• Staatsbosbeheer, in samenhang met zijn maatschappelijke omgeving, in staat stellen uitvoering te geven aan zijn kerntaken en overige opgedragen taken, zoals bedoeld in de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer.
Uit onderzoek van onder meer het Planbureau van de Leefomgeving en het Centraal Bureau van de Statistiek en uit de rapportages die het Rijk in 2019 aan de EU en de VN heeft moeten aanleveren, is gebleken dat de natuur in natuurgebieden in Nederland gemiddeld genomen niet meer achteruit gaat, maar ook dat het herstel kwetsbaar is en dat de biodiversiteit in agrarisch gebied nog steeds een dalende lijn kent . De natuur staat nog onveranderd onder druk als gevolg van klimaatverandering en habitat verlies.
In 2019 is uit de klimaatenveloppe € 2,5 mln. toegevoegd aan de begroting voor het uitvoeren voor onderzoekprojecten op het gebied van klimaatslim bos- en natuurbeheer.
Verder is in 2019 uit deze enveloppe € 6 mln. toegevoegd aan de begroting voor pilots en onderzoek voor landgebruik op veenweiden, met als doel om te komen tot reductie van CO2-uitstoot en bodemdaling door het tegengaan van oxidatie van veen.
In 2019 zijn diverse evaluaties uitgevoerd en aangeboden aan de Tweede Kamer. Onder andere het Programma natuurlijk ondernemen (waaronder de Subsidieregeling innovatieve projecten biodiversiteit) (Kamerstuk 33 576, nr. 166 )), en de vijfde voortgangrapportage natuur (Kamerstuk 33 576, nr. 168 ). Een toelichting op deze evaluaties kunt u vinden in de evaluatiebijlage van dit jaarverslag.
Staatsbosbeheer
In 2019 bestaat circa 13% van de omzet van Staatsbosbeheer uit een bijdrage ten laste van de LNV begroting en is bedoeld voor de organisatiekosten en specifieke taken. Bij de uitvoering van het beleid door Staatsbosbeheer is de uitvoeringsagenda van het in 2014 met EZ afgesloten convenant een belangrijk uitgangspunt (zie: https://www.staatsbosbeheer.nl/~/media/07-over-staatsbosbeheer/convenant-staatsbosbeheer-maatschappelijke-onderneming-2014 ). De uitvoeringsagenda in 2019 bestond bijvoorbeeld onder andere uit Deltanatuur (uitvoering van het programma Nadere Uitwerking Rivieren Gebied (NURG), Natuurinclusieve landbouw en het Nationale Parken Bureau. Tot en met 2019 zijn 44 van de 55 NURG-projecten gereed gekomen waarmee ca 5.000 ha aan natuur- en hoogwaterbeschermingsgebieden is gerealiseerd. Op 15 mei 2019 is door het Nationale Parkenbureau in samenwerking met een externe partij een campagne gestart om drie natuurgebieden met internationale potentie in het buitenland onder de aandacht te brengen. Ook zijn er in 2019 diverse pilots gestart waarbij boeren extensiveren op eigen grond en daarbij tegen een lagere vergoeding bij Staatsbosbeheer grond kunnen pachten. Meer beleidsinformatie is te vinden in het jaarverslag 2019 van Staatsbosbeheer, dat beschikbaar is op hun website.
Beleidsinformatie
1995 | 2005 | 2017 | 2018 | 2019 |
61,4% | 61,2% | 60,8% | 60,8% | Nog niet bekend |
Bron: CBS
Deze indicator geeft het percentage soorten dat niet op de rode lijst van bedreigde soorten staat. Bij een waarde van 100% staan er geen zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën, libellen of vaatplanten meer op de rode lijst. Het percentage niet-bedreigde soorten is tot en met 2018 met 60,8% iets lager dan is gepresenteerd over de periode tot en met 2006 (was 61,2%). Dit komt voornamelijk door de berekening van de achteruitgang van hogere planten. Deze achteruitgang is niet in één keer in het afgelopen jaar gerealiseerd, maar heeft geleidelijk over de afgelopen jaren plaatsgevonden. De tijdreeks van de metingen aan hogere planten, sinds het verschijnen van de officiële Rode Lijst van planten (2012), was echter tot nu toe niet lang genoeg om veranderingen met statistische zekerheid vast te stellen. De cijfers voor 2019 zijn nog niet bekend en volgen in het jaarverslag 2020.
2005 | 2010 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
2.221 | 2.130 | 1.962 | 1.938 | 1.884 | 1.826 | Nog niet bekend |
Bron: Vroege Vogels Parade 1999, 2003, 2004, 2005 tot en met 2015; Tot 2003: Natuurmonumenten, de Landschappen, Wereld Natuur Fonds (WNF), Vogelbescherming. Gegevens ontleend aan Compendium voor de leefomgeving.
In 2018 is de totale aanhang van de vier grootste natuurorganisaties verder gedaald (1.826.391). Wereld Natuur Fonds (WNF) verloor 8% van haar leden. Bij Natuurmonumenten was sprake van een lichte stijging van het ledenaantal met 3%. WNF en Natuurmonumenten hebben de steun van circa 9% van de Nederlandse huishoudens. Particuliere natuurbeschermingsorganisaties spelen in Nederland een grote rol bij het beheer van natuurgebieden en het vormen van maatschappelijk draagvlak voor natuur en landschap. Natuurmonumenten en de gezamenlijke Provinciale Landschappen richten zich op beheer en aankoop van Nederlandse natuur. Het WNF richt zich op bescherming van wereldwijde natuur. Het aantal leden in 2019 is nog niet bekend en wordt opgenomen in het jaarverslag van 2020.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 111.508 | 110.568 | 697.136 | 113.864 | 583.272 | ||
Waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | |||||
Waarvan overige verplichtingen | 111.508 | 110.568 | 679.136 | 113.864 | 583.272 | ||
Uitgaven | 115.829 | 117.313 | 649.716 | 128.010 | 521.706 | ||
Waarvan juridisch verplicht (percentage) | 90% | ||||||
Subsidies | 8.225 | 2.594 | 36.211 | 2.515 | 33.696 | ||
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit | 6.106 | 1.037 | 1.000 | 1.037 | ‒ 37 | ||
Natuur en biodiversiteit op land | 1.329 | 772 | 1.143 | 693 | 450 | ||
Beheer Kroondomein | 790 | 785 | 790 | 785 | 5 | ||
Regio Deal | 33.278 | 0 | 33.278 | ||||
Leningen | 26.731 | 27.345 | 25.297 | 27.345 | ‒ 2.048 | ||
Rente en aflossingen voor bestaande leningen | 26.731 | 27.345 | 25.297 | 27.345 | ‒ 2.048 | ||
Opdrachten | 17.483 | 30.898 | 32.457 | 42.364 | ‒ 9.907 | ||
Natuur en Biodiversiteit Grote wateren | 5.547 | 7.412 | 9.336 | 11.311 | ‒ 1.975 | ||
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit | 6.099 | 3.371 | 4.256 | 5.859 | ‒ 1.603 | ||
Overige stelsel activiteiten | 1.543 | 1.569 | 4.068 | 1.599 | 2.469 | ||
Internationale Samenwerking | 3.479 | 3.341 | 2.495 | 3.715 | ‒ 1.220 | ||
Natuur en Biodiversiteit op land | 371 | 9.457 | 9.518 | 10.961 | ‒ 1.443 | ||
Caribisch Nederland | 443 | 423 | 2.572 | 419 | 2.153 | ||
Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit | 0 | 5.325 | 119 | 8.500 | ‒ 8.381 | ||
Regio deals | 93 | 0 | 93 | ||||
Bijdragen aan medeoverheden | 1.459 | 600 | 983 | 200 | 783 | ||
Caribisch Nederland | 1.459 | 600 | 983 | 200 | 783 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 34.140 | 27.892 | 25.597 | 27.893 | ‒ 2.296 | ||
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland | 24.311 | 18.338 | 18.512 | 18.336 | 176 | ||
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 9.829 | 9.554 | 7.085 | 9.557 | ‒ 2.472 | ||
Bijdragen aan ZBO’s /RWT’s | 26.688 | 26.646 | 27.814 | 26.505 | 1.309 | ||
Staatsbosbeheer | 26.688 | 26.646 | 27.814 | 26.505 | 1.309 | ||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 1.103 | 1.338 | 1.357 | 1.188 | 169 | ||
Contributies | 1.103 | 1.338 | 1.357 | 1.188 | 169 | ||
Storting begrotingsreserve | 500.000 | 0 | 500.000 | ||||
Storting begrotingsreserve stikstof | 500.000 | 0 | 500.000 | ||||
Ontvangsten | 65.691 | 57.180 | 44.249 | 45.861 | ‒ 1.612 | ||
Landinrichtingsrente | 40.581 | 37.259 | 36.712 | 34.940 | 1.772 | ||
Verkoop gronden | 20.000 | 15.000 | 5.000 | 5.000 | 0 | ||
Overige | 5.110 | 4.921 | 2.537 | 5.921 | ‒ 3384 |
Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2019, zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de staffel die te vinden is in de leeswijzer van dit jaarverslag.
Verplichtingen
De € 583 mln. aan hogere verplichtingen zijn voor € 500 mln. het gevolg van de storting in de begrotingsreserve voor stikstof naar aanleiding van de Kamerbrief Stikstof van 1 november 2019. Van de overgebleven € 83 mln. zijn onder meer meerjarig vastgestelde afspraken aangegaan in het kader van Regiodeal Rotterdam Zuid (€ 72 mln.). Daarnaast zijn extra verplichtingen aangegaan voor de meerjarige afspraken van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) (€ 11,3 mln.).
Uitgaven
Subsidies
Regiodeals
Naar aanleiding van het verantwoordingsonderzoek 2018 van de Algemene Rekenkamer over het gebruik van het uitkeringinstrument «decentralisatie- uitkering» is voor de tweede en volgende termijnen van de Regio Deal Rotterdam Zuid (totaal € 106 mln.) besloten om deze om te zetten van een decentralisatie uitkering via het Gemeentefonds naar een specifieke uitkering via de LNV begroting. Hierdoor vallen de uitgaven € 33,2 mln. hoger uit dan geraamd.
Leningen
Rente en aflossingen voor bestaande leningen
De uitgaven vallen € 2 mln. lager uit. Dit komt door de lage rentestand. Voor lopende leningen die voor een nieuwe rentevaste periode zijn overgesloten is minder rente betaald.
Opdrachten
Overige stelsel activiteiten
De uitgaven vallen € 2,5 mln. hoger uit. De hogere uitgaven ontstaan met name als gevolg van nieuwe meerjarige afspraken in het kader van het «Netwerk Ecologische Monitoring» (NEM) en een betaling aan de Nationale Databank Flora en Fauna, die om technische redenen eerder was uitgesteld.
Caribisch Nederland
De uitgaven vallen € 2,1 mln. hoger uit. Dit wordt met name veroorzaakt door inzet uit de regio enveloppes voor Bonaire en Saba.
Klimaatimpuls natuur en biodiversiteit
De uitgaven vallen € 8,3 mln. lager uit. Dit hangt met name samen met het overhevelen van € 6 mln. naar het provinciefonds, specifiek ten behoeve van het uitvoeren van de pilots klimaatslimme landbouw in veenweide gebieden in de in de provincies Friesland, Noord Holland en Utrecht. Daarnaast is er € 2,3 mln. overgeheveld naar Artikel 11 voor onderzoek met betrekking tot klimaatslim bos- en natuurbeheer door Wageningen Research.
Bijdragen aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De lagere uitgaven op de post Bijdrage aan de NVWA (€ 2,5 mln.) moeten in samenhang worden gezien met de hogere uitgaven bij Artikel 11 voor de bijdrage aan de NVWA. Het betreft één totaal opdracht voor de NVWA voor artikel 11 en 12 samen. De verdeling van de budgetten voor de NVWA over de beleidsartikelen 11 en 12 sluit nog niet precies aan bij de verdeling volgens de opdracht aan NVWA. Dit zal voor toekomstige begrotingen worden rechtgezet.
Storting begrotingsreserves
Storting begrotingsreserve stikstof
In het najaar van 2019 is een begrotingsreserve ingesteld waarin middelen worden gereserveerd ten behoeve van bron- en natuurherstelmaatregelen, samenhangend met de stikstofproblematiek. De reserve is gevuld met € 500 mln. die is gevonden in op dat moment voorziene onderuitputting op de Rijksbegroting. De middelen zijn bij tweede suppletoire begroting toegevoegd aan de LNV begroting en vervolgens in de begrotingsreserve gestort.
Ontvangsten
Overige
De ontvangsten vallen € 3,4 mln. lager uit. Dit komt met name door het vervallen van opbrengsten van taken die gedecentraliseerd zijn naar de provincies, zoals jachtakten (€ 1,0 mln.) en het Plattelands ontwikkelingsprogramma (POP2, € 2,8 mln.)
Toelichting op de begrotingsreserves
Stand 1/1/2019 (bedragen x € 1.000) | 0 |
+ Storting | 500.000 |
– Onttrekking | 0 |
Stand per 31/12/2019 | 500.000 |
Het kabinet zal mogelijk bron- en natuurherstelmaatregelen nemen om reductie van stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden te realiseren. Omdat de aard en timing van de eventuele aanvullende maatregelen nog onzeker is, heeft het kabinet besloten om voor deze eventuele maatregelen een tijdelijke begrotingsreserve in te stellen. De reserve loopt tot en met 2021. De reserve wordt in 2019 eenmalig gevuld met € 500 mln. Het Ministerie van LNV coördineert de ontwikkeling van de set aan maatregelen om stikstof te reduceren.