De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.
De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in artikel 76 en artikel 105.3 van de Grondwet en in de Comptabiliteitswet 2016.
Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.
De Algemeen Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.
De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt. Twee keer per jaar actualiseert en publiceert de Algemene Rekenkamer haar lopende onderzoeksagenda.
Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
Strategie
Voor de Algemene Rekenkamer was 2021 het eerste jaar van de nieuwe strategische periode 2021-2025 ‘ Vertrouwen in Verantwoording’ . De Algemene Rekenkamer kiest er net als voorheen voor om publiek geld scherp te volgen. In 2021 hebben de directies een start gemaakt met de tactisch-operationele vertaling van de nieuwe strategie voor de onderzoeksprogrammering. Verder is gewerkt aan verdere doorontwikkeling van het verantwoordingsonderzoek en versterking van het doelmatigheidsonderzoek. Hierbij wordt steeds meer gebruik gemaakt van nieuwe methoden en technieken van onderzoek.
Onderzoeksprogramma´s
De afgelopen jaren heeft de Algemene Rekenkamer een aantal terreinen en thema’s aangewezen die centraal staan in ons onderzoek. Deze onderwerpen komen onder andere tot uitdrukking in programma’s. Het programma Premiesectoren Zorg en Sociale Zekerheid (ZSZ) loopt in 2021 af, het programma Ontvangsten in 2022.
Resultaten
De coronacrisis heeft ook in 2021 grote impact gehad. Medewerkers werkten hoofdzakelijk vanuit huis, de samenwerking moest meer digitaal en anders plaatsvinden. Desondanks heeft de Algemene Rekenkamer vooruitgang gemaakt met de voor 2021 gestelde doelen.
Zo heeft de Algemene Rekenkamer in 2021 in totaal 68 publicaties opgeleverd:
-
– 37 rapporten waarvan 22 in het Verantwoordingsonderzoek;
-
– 12 updates van een webdossier;
-
– 19 brieven aan de Tweede Kamer, waarvan 13 begrotingsbrieven.
Op www.rekenkamer.nl heeft de Algemene Rekenkamer de onderzoeksrapporten, de brieven aan de Tweede Kamer en de jaarlijkse Verslagen gepubliceerd. Daar zijn ook de webdossiers te vinden. De Algemene Rekenkamer maakt de uitgaven (het grootboek) openbaar in de vorm van open data.
Verder is de toetsing van de kwaliteit van het onderzoek geïntensiveerd. Zo is in 2020 een peer review door buitenlandse rekenkamers afgerond. De aanbevelingen zijn in 2021 voortvarend opgepakt (o.a. werken met risico- en omgevingsanalyses). Verder beveelt de peer review aan om de onafhankelijkheid van de Algemene Rekenkamer in de ´financial audit´ te versterken. We hebben een brief hierover gestuurd naar de Eerste en Tweede Kamer en een toelichting gegeven. We zijn nog in afwachting van een reactie. Tenslotte is het organisatieontwikkelingstraject, gericht op het verbeteren van de interne beheersing en externe oriëntatie, voortgezet.
Samenvattend waren het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende beleidsresultaten het afgelopen jaar conform de verwachtingen. Tijdens de coronacrisis heeft wel een herprioritering van onderzoeken plaats gevonden. Er zijn evenwel geen grote afwijkingen of een noodzaak tot bijstelling aan het licht gekomen. Eerder ingezette doelen worden voortgezet.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2021 | |
Verplichtingen | 28.555 | 31.088 | 33.307 | 32.879 | 34.640 | 33.544 | 1.096 |
Uitgaven | 28.576 | 30.574 | 32.214 | 33.276 | 34.035 | 33.544 | 491 |
Institutionele inrichting | |||||||
Recht- en doelmatigheidsbevordering | 28.576 | 30.574 | 32.214 | 33.276 | 34.035 | 33.544 | 491 |
Ontvangsten | 1.153 | 1.592 | 1.584 | 1.136 | 1.240 | 1.017 | 223 |
2021 | |
---|---|
Totaal apparaat | 34.035 |
waarvan personeel | 29.091 |
Eigen personeel | 26.375 |
Externe inhuur | 2.716 |
Overig personeel | 0 |
waarvan materieel | 4.944 |
ICT | 2.291 |
Bijdrage aan SSO's | 886 |
Overig materieel | 1.767 |
Uitgaven
Institutionele inrichting
Recht- en doelmatigheidsbevordering
De oorspronkelijke uitgavenbegroting 2021 bedroeg € 33,5 mln. Bij de eerste en tweede suppletoire begroting 2021 is extra budget toegevoegd in verband met onder andere de loon- en prijsontwikkeling. De stand na de tweede suppletoire begroting 2021 bedroeg € 34,8 mln. Het restant bedraagt € 0,7 mln. De lagere uitputting is incidenteel en grotendeels te wijten aan de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus, waardoor verschillende uitgaven niet hebben kunnen plaatsvinden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om woon- en werkverkeer, internationale dienstreizen en catering. Verder was er sprake van vertraagde werving van personeel en is een deel van de bij eerste suppletoire begroting 2021 toegekende budgetten voor het actieplan ‘ Open op Orde’ niet tot besteding gekomen.
Ontvangsten
De ontvangstenbegroting voor 2021 bedroeg € 1 mln. De gerealiseerde ontvangsten waren afgerond € 1,2 mln.