De Immigratie- en Naturalisatiedienst is dé toelatingsorganisatie van Nederland die, als uitvoeringsorganisatie, het vreemdelingenbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.
Verschil | ||||
---|---|---|---|---|
realisatie en | ||||
vastgestelde | ||||
Vastgestelde | begroting | |||
Omschrijving | begroting (1) | Realisatie (2) | (3 = 2 - 1) | Realisatie 2020 |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 424.913 | 457.211 | 32.298 | 399.720 |
Omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omzet derden | 59.950 | 69.612 | 9.662 | 67.952 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 5.061 | 5.061 | 28.250 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 484.863 | 531.883 | 47.020 | 495.922 |
Lasten | ||||
Apparaatksosten | 408.000 | 495.637 | 87.637 | 446.193 |
-Personele kosten | 352.000 | 398.919 | 46.919 | 365.552 |
Waarvan eigen personeel | 326.000 | 313.106 | ‒ 12.894 | 284.620 |
Waarvan inhuur externen | 21.000 | 84.387 | 63.387 | 78.403 |
Waarvan overige personele kosten | 5.000 | 1.426 | ‒ 3.574 | 2.528 |
-Materiële kosten | 56.000 | 96.718 | 40.718 | 80.641 |
Waarvan apparaat ICT | 2.000 | 681 | ‒ 1.319 | 1.030 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 50.000 | 61.515 | 11.515 | 49.481 |
Waarvan overige materiële kosten | 4.000 | 34.522 | 30.522 | 30.130 |
Materiële programma kosten | 60.000 | 45.289 | ‒ 14.711 | 45.782 |
Rentelasten | 50 | 0 | ‒ 50 | 1 |
Afschrijvingskosten | 16.813 | 8.974 | ‒ 7.839 | 14.925 |
-Materieel | 3.000 | 1.858 | ‒ 1.142 | 2.081 |
waarvan apparaat ICT | 1.500 | 58 | ‒ 1.442 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 1.500 | 1.800 | 300 | 0 |
-Immaterieel | 13.813 | 7.116 | ‒ 6.697 | 12.845 |
Overige lasten | 0 | 3.330 | 3.330 | 36.937 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 3.212 | 3.212 | 36.936 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 118 | 118 | 1 |
Totaal lasten | 484.863 | 553.230 | 68.367 | 543.838 |
Saldo van baten en lasten reguliere bedrijfsuitoefening | 0 | ‒ 21.347 | ‒ 21.347 | ‒ 47.916 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 21.347 | ‒ 21.347 | ‒ 47.916 |
Toelichting
In vergelijking met de oorspronkelijke begroting zijn de baten en lasten hoger dan begroot. Dit wordt onder meer veroorzaakt door:
• Bij Voorjaarsnota 2021 zijn door het Kabinet extra middelen aan het opdrachtgeversbudget toegevoegd. Deze middelen zijn onder andere ingezet voor de uitvoering van de Taskforce. Deze waren in de oorspronkelijkvastgestelde begroting niet opgenomen.
• De vrijval van en de dotatie aan de voorzieningen, deze posten zijn niet begroot.
Baten
Omzet moederdepartement
Uitgangspunt voor het berekenen van de totaal gerealiseerde baten zijn de vastgestelde bekostigingsafspraken en de IND kostprijzen 2021. Daarnaast is de IND nog separaat gefinancierd. Dit is vastgesteld in de opdrachtbrief 2021.
In 2021 is een omzet moederdepartement gerealiseerd van € 457,2 miljoen en is als volgt opgebouwd.
Specificatie omzet moederdepartement (Bedragen * € 1.000) | 31-12-2021 | 31-12-2020 |
---|---|---|
- Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten | 349.973 | 284.511 |
- Waarvan productgroep Asiel | 162.240 | 120.268 |
- Waarvan productgroep Naturalisatie | 21.913 | 21.888 |
- Waarvan productgroep Ketenondersteuning | 5.405 | 3.670 |
- Waarvan productgroep Regulier | 160.415 | 138.685 |
- Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement | 173.252 | 175.253 |
Subtotaal: | 523.226 | 459.764 |
- Waarvan omzet gecorrigeerd voor leges | ‒ 66.015 | ‒ 51.629 |
- Waarvan omzet gecorrigeerd voor diversen | ‒ | ‒ 8.415 |
Totaal omzet moederdepartement | 457.211 | 399.720 |
Totaal omzet direct gerelateerd aan geleverde producten
De totaal gerealiseerde pxq omzet bedraagt € 350,0 miljoen. Deze is bepaald op basis van de bekostigingsafspraken, de vastgestelde IND kostprijzen 2021 en de gerealiseerde productie aantallen in 2021. In 2021 is de productie en daarmee de pxq omzet, hoger dan in 2020. Door corona was de instroom en productie lager in 2020.
Totaal omzet overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement
Deze omzet bestaat uit een lumpsumbijdrage van het moederdepartement en de bijdrage voor een aantal specifieke activiteiten. Naast de lumpsumbijdrage is hier ook de bijdrage voor de afhandeling van de Brexit aanvragen, de vernieuwing IV, de Evenredigheidstoets en het programma Grenzen & Veiligheid verantwoord. Daarnaast is een bijdrage van € 39,5 miljoen ontvangen voor de uitvoering van de Taskforce. Hiervan is € 30,6 miljoen als omzet verantwoord. Na het beëindigen van de Taskforce wordt de resterende voorraad van 1.550 zaken door de IND afgehandeld. Hiervoor zijn de de resterende middelen ingezet.
Omzet gecorrigeerd
In 2020 is de omzet moederdepartement volgens de bekostigingsafspraken gecorrigeerd voor de omzet ontvangen leges en de AMIF subsidiebijdrage 2019. In 2021 is de omzet niet gecorrigeerd, omdat geen subsidiebijdragen zijn ontvangen voor activiteiten die vanuit opdrachtgever al zijn gefinancierd.
Omzet derden
In de omzet derden worden onder andere de leges voor het aanvragen van vergunningen, de bijdrage uit internationale projecten en doorbelastingen voor huisvesting verantwoord. De omzet derden bedraagt tot en met december 2021 € 69,6 miljoen. De realisatie wijkt af van de begroting doordat meer leges en incidentele EU subsidies zijn ontvangen. De EU subsidies hebben geen structureel karakter en zijn om die reden niet meegenomen in de begrote omzet derden.
Rentebaten
In 2021 zijn geen rentebaten ontvangen.
Vrijval voorzieningen
In 2021 heeft er een vrijval plaatsgevonden inzake de reorganisatievoorzieningen VWNW, dwangsommen en BW/WW voor een bedrag ter grootte van € 5,1 miljoen.
Bijzondere baten
In 2021 zijn geen bijzondere baten verantwoord.
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten zijn onderverdeeld in 2 categorieën.
- personele kosten,
- materiële kosten.
Personele kosten
De vaste ambtelijke bezetting van de IND bedraagt ultimo 2021 4.011 fte, in vergelijking met ultimo 2020 een stijging van 190 fte.
De stijging van de personele kosten wordt verklaard door de stijging van de IND capaciteit, zowel ambtelijk als externe inhuur. De stijging van externe inhuur heeft vooral betrekking op de inhuur van uitzendkrachten als gevolg van het instellen van de Taskforce. Deze zijn ingezet voor het wegwerken van oude voorraden en de toenemende instroom. Daarnaast is de externe inhuur hoger, omdat door krapte op de arbeidsmarkt lastig is om vaste capaciteit aan te trekken op met name de IV functies.
Daarnaast zijn de personele kosten gestegen door de nieuwe cao afspraken.
Het gemiddelde aantal fte’s ambtelijk personeel over 2021 bedraagt 4.011 De bijbehorende gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 75.463. De stijging van de gemiddelde loonsom wordt onder meer verklaard door de cao-stijging.
Materiële kostenDe materiële kosten bestaan uit huisvestingskosten, de kosten voor in- en uitbesteding en de materiële programmakosten. De laatste hebben een directe relatie met de uitvoering van de IND taken, zoals tolkenkosten, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek, documenten en de kosten van automatisering voor het primair proces.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn in 2021 lager dan de afschrijvingskosten van 2020. Dit als gevolg van de afnemende investeringen in de afgelopen jaren.
Overige lasten
In 2021 is een bedrag van ongeveer € 0,8 miljoen gedoteerd aan onder andere de diverse reorganisatievoorzieningen die betrekking hebben op de inrichting van de IND conform het goedgekeurd O&F rapport van 2015 en een voorziening voor de wachtgeldverplichtingen van voormalige medewerkers.
In 2019 is het financieel risico van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) gewaardeerd. Als dekking van dit financieel risico heeft de IND in 2019 een voorziening gevormd voor een bedrag van € 26,5 miljoen. In 2021 is de voorziening herijkt en dit heeft geleid tot een dotatie van € 2,4 miljoen.
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële activa | 8.431 | 13.808 |
Materiële vaste activa | 2.598 | 3.923 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 2 |
waarvan installaties en inventarissen | 139 | 88 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 2.459 | 3.834 |
Vlottende Activa | 118.240 | 165.714 |
- Voorraden en onderhanden projecten | 1.104 | 1.254 |
- Debiteuren | 4.632 | 3.837 |
- Overige vorderingen en overlopende activa | 10.288 | 10.583 |
- Liquide middelen | 102.217 | 150.040 |
Totaal Activa | 129.270 | 183.446 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | ‒ 20.188 | ‒ 1.016 |
Exploitatiereserve | 1.159 | 46.900 |
- Onverdeeld resultaat | ‒ 21.347 | ‒ 47.916 |
Voorzieningen | 3.254 | 24.468 |
Langlopende schulden | ||
- Leningen bij het Ministerie van Financiën | 8.027 | 13.083 |
Kortlopende schulden | 138.176 | 146.911 |
- Crediteuren | 19.015 | 9.599 |
- Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 |
- Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 2.017 | 2.900 |
- Overige schulden en overlopende passiva | 117.144 | 134.412 |
Totaal Passiva | 129.270 | 183.446 |
Toelichting op de debetzijde van de balans
Debiteuren
Moeder- | Andere | Derden | ||
---|---|---|---|---|
departement | Ministeries | (buiten het rijk) | Totaal | |
Debiteuren | 70 | 295 | 5.449 | 5.814 |
Nog te ontvangen | 1.715 | 3.089 | 5.484 | 10.288 |
Totaal | 1.785 | 3.384 | 10.933 | 16.102 |
Toelichting op de creditzijde van de balans
Eigen vermogen
Exploitatiereserve | Onverdeeld resultaat | Totaal | |
---|---|---|---|
Stand 01-01-2021 | 46.900 | 0 | 46.900 |
Onverdeeld resultaat 2020 (+/-) | ‒ 47.916 | 0 | ‒ 47.916 |
Toevoeging door moederdepartement 2021 (+) | 2.175 | 0 | 2.175 |
Storting aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Onverdeeld resultaat 2021 (+/-) | 0 | ‒ 21.347 | ‒ 21.347 |
Stand 31-12-2021 | 1.159 | ‒ 21.347 | ‒ 20.188 |
Storting door moederdepartement
Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar. De Regeling Agentschappen (artikel 27 lid 4c) schrijft voor dat het eigen vermogen van een agentschap niet groter mag zijn dan 5% van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen drie jaar.
Door de impact van de corona crisis heeft de IND in 2021 schade geleden. De geleden schade is berekend op een bedrag van € 2,2 miljoen en is geclaimd bij het moederdepartement. Het moederdepartement heeft deze claim gehonoreerd en is in overeenstemming met de Regeling verantwoord als een rechtstreekse vermogensmutatie
Onverdeeld resultaat
Het onverdeelde saldo van baten en lasten over 2021 bedraagt € 21,3 miljoen negatief.
Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen 3 jaar
Het eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet van de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen). In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen 3 jaar opgenomen.
Jaar | Omzet | Eigen vermogen | % |
---|---|---|---|
2021 | 531.883 | ‒ 20.188 | ‒ 4% |
2020 | 495.922 | ‒ 1.016 | 0% |
2019 | 459.066 | ‒ 992 | 0% |
Voorzieningen
Omschrijving voorziening | Stand per | Vrijval | Dotatie | Onttrekking | Stand per |
---|---|---|---|---|---|
1-1-2021 | in 2021 | in 2021 | in 2021 | 31-12-2021 | |
Voorziening Reorganisatie 2015 - Verplicht | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Vrijwillig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Verplicht | 204 | 178 | 23 | 3 | |
Voorziening Maatwerk | 442 | 156 | 388 | 211 | |
Voorziening Remplacenten | 314 | 43 | 412 | 271 | 412 |
Voorziening Wachtgeldverplichtingen (BW/W) | 1.609 | 240 | 814 | 1.035 | |
Voorziening Dwangsommen | 21.899 | 4.840 | 2.404 | 17.870 | 1.593 |
Totaal | 24.468 | 5.061 | 3.212 | 19.366 | 3.254 |
De voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:
Reorganisatievoorzieningen (VWNW)
Vanaf 2014 zijn er diverse voorzieningen gevormd welke verband hielden met de nieuwe inrichting van de IND per 1 september 2015. Deze voorzieningen hebben betrekking op de medewerkers van de afdeling Facilitaire Bedrijfsvoering, de nog niet geplaatste medewerkers uit de verplichte fase van 2015 en remplaçanten. In 2021 is voor € 682K aan de voorziening onttrokken en is een bedrag van € 221K vrijgevallen. In 2021 is er voor € 568K aan de voorziening gedoteerd. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2021 € 626K.
Voorziening Wachtgeldverplichtingen (WW/BW)
De IND is eigenrisicodrager voor de WW en bovenwettelijke WW aanspraken van voormalige medewerkers. Alle lopende wachtgeldverplichtingen zijn opgenomen in een voorziening. De hoogte en looptijden van de uitkeringen zijn gebaseerd op opgaven van het UWV en APG. Voor alle medewerkers die in de berekening van de voorziening wachtgeldverplichtingen zijn meegenomen, is voorzichtigheidshalve de maximale uitkeringsduur gehanteerd aangezien geen betrouwbare inschatting is te maken over een eventuele tussentijdse uitstroom. Voor voormalige medewerkers die een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden, worden na verloop van tijd geen verplichtingen meer opgenomen. In 2021 is voor € 814K aan de voorziening onttrokken en is er voor € 240K aan de voorziening gedoteerd. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2021 € 1 miljoen.
Voorziening Dwangsommen
Het betreft hier de voorziening met betrekking tot dwangsommen. Per 31 december 2019 is het financieel risico van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) gewaardeerd. De stand van de voorziening dwangsommen. In 2021 is voor € 17,9 miljoen aan de voorziening onttrokken en voor € 2,4 miljoen gedoteerd. Aan vrijval van de voorziening is in 2021 € 4,8 miljoen geboekt. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2021 zo’n € 1,6 miljoen.
Crediteuren en kortlopende schulden
Niet opgenomen vakantie uren
Onderdeel van de kortlopende schulden zijn de niet opgenomen vakantieuren.
Omschrijving | 31-12-2021 | 31-12-2020 |
---|---|---|
Vakantiedagen | 25.507 | 14.537 |
Totaal | 25.507 | 14.537 |
De stand van de niet opgenomen vakantie uren, de nog te betalen (resterende) verlofdagen, zijn als kortlopende schuld opgenomen op de balans. Naast vakantieverlof, zijn er binnen de overheid ook een aantal bijzondere verlofsoorten, zoals ouderschapsverlof en pasverlof, deze zijn buiten de berekening gelaten.
Crediteuren
Het saldo crediteuren bedraag per 31-12-2021 € 19 miljoen. Het saldo van deze post heeft betrekking op de (per balansdatum) nog te betalen facturen.
Moeder- | Andere | Derden | ||
---|---|---|---|---|
departement | Ministeries | (buiten het rijk) | Totaal | |
Crediteuren | 10.412 | 2.991 | 5.612 | 19.015 |
Overige schulden en overlopende passiva | 56.542 | 19.989 | 40.614 | 117.145 |
Totaal | 66.954 | 22.980 | 46.226 | 136.160 |
Verschil | ||||
---|---|---|---|---|
realisatie en | ||||
Vastgestelde | vastgestelde | |||
begroting | Realisatie | begroting | ||
(1) | (2) | 3 = (2) - (1) | ||
1 | Rekening Courant RHB 1 januari 2021 +/+ stand depositorekeningen | 97.673 | 150.018 | 52.345 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+) | 484.863 | 612.907 | 128.044 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 468.050 | ‒ 654.696 | ‒ 186.646 | |
2 | Totaal operationele kasstroom | 16.813 | ‒ 41.789 | ‒ 58.602 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 4.100 | ‒ 2.401 | 1.699 | |
Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+) | 0 | 128 | 128 | |
3 | Totaal investeringskasstroom | ‒ 4.100 | ‒ 2.273 | 1.827 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+) | 0 | 2.175 | 2.175 | |
Aflossing op leningen (-/-) | ‒ 8.000 | ‒ 7.564 | 436 | |
Beroep op leenfaciliteit (+/+) | 4.100 | 1.625 | ‒ 2.475 | |
4 | Totaal financieringskasstroom | ‒ 3.900 | ‒ 3.764 | 136 |
5 | Rekening-courant RHB 31 december 2021 +/+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 106.486 | 102.192 | ‒ 4.294 |
Algemeen
De realisatiecijfers van het kasstroomoverzicht zijn opgesteld volgens de directe methode.
Investeringen
De investeringen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op software/licenties, inventaris, installaties en hardware. Het bedrag aan gerealiseerde investeringen is minder dan hetgeen voor 2021 is begroot. Dit als gevolg van afnemende investeringen door onder andere gebruik te maken van diensten bij SSO’s.
Eenmalige storting door moederdepartement
Het totaal van het eigen vermogen mag volgens artikel 27 lid 4 e en f, niet minder bedragen dan nul. Per 31 december 2020 was het eigen vermogen van de IND € 1 miljoen negatief. Ondanks artikel 25 lid 2 van de regeling, is bij de eerste suppletoire wet (Voorjaarsnota) dit negatieve eigen vermogen niet aangevuld. Dit dient alsnog bij de Voorjaarsnota 2022 te worden aangevuld.
Er is een eenmalige uitkering van € 2,2 miljoen ontvangen inzake het te verwachten verlies als gevolg van de corona-pandemie. Deze storting is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt.
Aflossing op lening
De aflossing op de leningen is nagenoeg gelijk aan de begroting.
Beroep op leenfaciliteit
In 2021 is het beroep op de leenfaciliteit lager dan begroot. Dit als gevolg van afnemende investeringen door onder andere het gebruik maken van diensten bij SSO’s.
oorspronkelijke | |||||
---|---|---|---|---|---|
realisatie | realisatie | realisatie | realisatie | begroting | |
Omschrijving | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 |
IND totaal | |||||
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 2.937 | 3.258 | 3.821 | 4.011 | 4.400 |
Saldo van baten en lasten (%) | 5.8 | ‒ 5,1 | ‒ 9,7 | ‒ 4,0 | 0 |
Aantal klachten in % | 0,10 | 0,10 | 0,15 | 0,16 | ‒ |
Asiel: | |||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 87 | 81 | 79 | 78 | 90 |
Standhouden van beslissingen in % | 90 | 92 | 90 | 84 | 85 |
Gemiddelde kostprijs (x €1 ) | 2.406 | 2.410 | 2.700 | 2.941 | 2.495 |
Omzet (x € mln.) | 157 | 199 | 224 | 263 | 226 |
Regulier: | |||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 83 | 86 | 88 | 91 | 95 |
Standhouden van beslissingen in % | 84 | 82 | 84 | 82 | 80 |
Gemiddelde kostprijs (x €1 ) | 811 | 689 | 743 | 736 | 608 |
Omzet (x € mln.) | 235 | 225 | 203 | 229 | 223 |
Naturalisatie: | |||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 68 | 54 | 53 | 89 | 95 |
Gemiddelde kostprijs (x €1 ) | 616 | 638 | 625 | 554 | 565 |
Omzet (x € mln.) | 15 | 23 | 32 | 31 | 30 |
Toelichting
Doorlooptijden
De gemiddelde doorlooptijd asiel producten is 78% binnen termijn. De norm wordt niet gerealiseerd, door de werkvoorraden die in voorgaande jaren zijn ontstaan. In 2020 is een taskforce ingericht voor het wegwerken van de asielvoorraden. De werkzaamheden van de taskforce zijn in 2021 voortgezet tot 1 juli. Het wegwerken van de oude voorraden heeft een negatief effect op de gemiddelde doorlooptijd. Deze is gebaseerd op de totale uitstroom Asiel inclusief de zaken van de taskforce.
In 2021 is de gemiddelde doorlooptijd regulier gestegen naar 91%. Onder andere de doorlooptijd van MVV-nareis en VVR1a/Wijziging beperking zijn verbeterd.
Bij naturalisatie is de ketentijdigheid (incl. aandeel gemeente en Kabinet van de Koning) gestegen naar 89%. Dit komt mede door de verbetering van de doorlooptijden op naturalisatieverzoeken en naturalisatie bezwaren.
Gemiddelde kostprijs
De gemiddelde kostprijs asiel stijgt door het hoge aantal afhandelingen van relatief ‘dure’ producten wat een verhogend effect heeft op het gemiddelde (o.a. spoor 4 zaken).
De gemiddelde kostprijs regulier is licht gedaald. De uitstroomaantallen zijn op enkele producten met een lage kostprijs zoals omwisseling gestegen en op enkele producten met een hoge kostprijs zoals MVV nareis eveneens gestegen. Ook doet zich bij enkele producten een daling in de uitstroomaantallen voor. Hier zijn de producten VVR intrekking en bezwaar regulier voorbeelden van. De wijzigingen ten opzichte van de kostprijzen en de uitstroomaantallen 2020 middelen zich uit waardoor het verschil in de gemiddelde kostprijs gering is.
De gemiddelde kostprijs naturalisatie is conform begroting 2021 verder gedaald. Dit is gelegen in een stijging van de uitstroomaantallen, dit is het gevolg van genomen efficiëntie verhogende maatregelen om de hoge instroom het hoofd te kunnen bieden.
Standhouding van beslissingen
Het normpercentage voor instandhouding van beslissingen is gerealiseerd.