Base description which applies to whole site

3.2 Duurzaam, betaalbaar, prettig en veilig wonen voor iedereen

BZK wil dat iedereen in Nederland prettig en betaalbaar kan wonen. Hiervoor zijn voldoende goede woningen op de juiste plek nodig, passend bij de wensen en financiële mogelijkheden. In de afgelopen jaren is een begin gemaakt met het verhogen en versnellen van de woningbouwproductie, het vergroten van de betaalbaarheid en toegankelijkheid van woningen en het verbeteren van de kwaliteit van de woningvoorraad.

Betaalbaar wonen in de huursector

Met de regeling voor de huisvesting van kwetsbare groepen zijn er extra woonplekken voor aandachtsgroepen gerealiseerd, zoals voor dak- en thuislozen en arbeidsmigranten. In 2021 hebben we een start gemaakt met het omzetten van het interbestuurlijke advies «Een thuis voor iedereen» in een meerjarige samenwerkingsagenda. Om dit te bereiken kiezen we voor een integrale aanpak van wonen en ondersteuning voor aandachtsgroepen.

Er is blijvend gebruik gemaakt van de heffingsvermindering in de verhuurderheffing voor de nieuwbouw van sociale huurwoningen. De Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties (TNW) heeft met ondersteuning van de RVO inspanningen geleverd om het traject rondom de realisatie van deze huurwoningen te monitoren en te ondersteunen. Uit de eerste TNW-rapportage van eind 2021 blijkt dat van alle betrokken partijen meer inspanningen nodig zijn om de beoogde 150.000 sociale huurwoningen te halen.

Om te zorgen dat iedereen prettig kan wonen ligt er een grote bouwopgave

Op basis van voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (de definitieve cijfers over 2021 worden in juni bekend) zijn er in 2021 68.600 nieuwbouwwoningen gerealiseerd en naar schatting komen daar nog 10.000 transformatiewoningen bij. De woningvoorraad is in 2021 gegroeid met 77.000. Dit betreft het saldo van alle toevoegingen minus alle sloop en onttrekkingen aan de woningvoorraad.

In 2021 zijn er twee tranches van de Woningbouwimpuls geweest. De Woningbouwimpuls ondersteunt projecten die een financieel tekort kennen door de combinatie van hoge publieke investeringen en relatief lage opbrengsten (door een programma met tenminste 50% betaalbare woningen). Met de tweede en derde tranche is gezamenlijk € 518 mln. incl. btw gehonoreerd aan 66 projecten. Hiermee wordt de bouw van bijna 90 duizend woningen ondersteund. De nieuwe, extra woningen worden nu versneld gebouwd, zijn betaalbaarder of er komen er meer dan oorspronkelijk gepland. Inclusief de eerste tranche uit 2020 leveren we een bijdrage aan de realisatie van 139.964 woningen.

Om de woningbouwopgave aan te pakken bouwen we voort op een brede aanpak

De woningbouwopgave vraagt vanwege de grote regionale verschillen naast een generieke aanpak ook om een gebiedsgerichte inzet in de regio’s waar de woningdruk hoog is. Dit krijgt vorm in 14 grootschalige woningbouwgebieden en woondeals met zes stedelijke regio's. In 2021 is er een investeringsraming opgesteld voor de ontwikkeling van deze 14 woningbouwgebieden en is er een gevoeligheidsanalyse gedaan op de uitkomsten van de geraamde investeringen (Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 758).

In verschillende gebieden in Nederland staat de leefbaarheid onder druk. Daarom is er in 2021 circa € 425 mln. incl. btw vrijgemaakt in de vorm van het Volkshuisvestingsfonds. Gemeenten en regio's kunnen met geld uit dit fonds investeren in leefbaarheid en verduurzaming van de woningvoorraad in de meest kwetsbare gebieden. In totaal kunnen hiermee bijna 22.000 woningen worden verbeterd. Het gaat bijvoorbeeld om de vervanging van bestaande woningen door nieuwe woningen. Verduurzaming maakt een belangrijk onderdeel uit van al deze plannen, omdat dit bijdraagt aan het realiseren van een toekomstbestendige woningvoorraad en aan lager energieverbruik.

Op gebiedsontwikkeling en woningbouw een sterkere regierol van het Rijk

In 2021 is interbestuurlijk gestart met de gezamenlijke opdracht voor het versterken van de regie op woningbouw. We hebben stappen gezet om te komen tot wederkerige afspraken over de brede woningbouwopgave (waaronder het aantal woningen, betaalbaarheid, sociale woningbouw, oplossen van knelpunten), de sturing op de realisatie van deze afspraken via monitoring en (bestuurlijke en juridische) interventies wanneer de voortgang stagneert. Om de samenwerking met medeoverheden te verbeteren is er in 2021 een start gemaakt met het Nationaal Woningbouwberaad. Hierin wordt de woningbouwopgave zo vormgegeven dat er op de juiste plek, sneller, duurzaam, en betaalbaar voor de juiste doelgroepen, wordt gebouwd.

Voor zeven stedelijke regio’s zijn in 2021 verstedelijkingsstrategieën opgesteld. Hierin maken Rijk en regio gezamenlijk de ruimtelijke hoofdkeuzes die nodig zijn om de grote woningbouwopgave, de daarmee samenhangende mobiliteitsopgave, de energietransitie, werklocaties, klimaatadaptatie en groen aan te pakken.

Ook zijn er in 2021 zorgen ontstaan over de capaciteit van de bouwsector en de beschikbaarheid van bouwmaterialen. We sturen samen met de sector aan op meer innovatie in de bouw, zoals industriële woningbouwproductie.

We verduurzamen de gebouwde omgeving om ook op lange termijn prettig te blijven wonen

De gebouwde omgeving moet in 2050 CO₂-arm zijn om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. Een gevarieerde aanpak is daarbij nodig: van een collectieve, gezamenlijke aanpak (wijkgericht) tot meer individueel gerichte acties. In 2021 hebben we langs deze lijnen invulling gegeven aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving.

Dat doen we in de wijk, dicht bij mensen

Eind 2021 hebben de meeste gemeenten hun transitievisies warmte vastgesteld waarmee inzichtelijk is gemaakt welke wijken voor 2030 voor collectieve verduurzaming (isolatie en/of aansluiting op een duurzame bron) in aanmerking kunnen komen.

Participatie in de transitie in de gebouwde omgeving heeft onder andere via het Programma Aardgasvrije Wijken en de Participatiecoalitie vorm gekregen. In samenwerking met betrokken partijen binnen de Uitvoeringstafel Gebouwde Omgeving zijn in 2021 Participatie Uitgangspunten voor een goed wijkproces vastgesteld. Uit onderzoek naar bewonerstevredenheid over de proeftuinen blijkt dat veel mensen bekend zijn met de thematiek van aardgasvrij en de aanpak in hun wijk. En dat zij dit overwegend steunen. Mensen hebben wel zorgen over de betaalbaarheid en de betrouwbaarheid van technieken.

In 2021 is het wetsvoorstel Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie in consultatie gebracht. Dit wetsvoorstel moet voorzien in een aantal belangrijke bevoegdheden van gemeenten in de energietransitie.

Maar ook individuele gebouweigenaren kunnen bijdragen aan de transitie

Om woningeigenaren en verhuurders te stimuleren te verduurzamen, zijn in 2021 verschillende instrumenten ingezet, zoals subsidie voor woningisolatie en financiering via het Warmtefonds. Zoals afgesproken in het Klimaatakkoord is de Standaard voor Woningisolatie ontwikkeld om gebouweigenaren te ondersteunen bij goede en toekomstvaste woningisolatie.

Daarnaast is het Nationaal Warmtefonds in 2021 gecontinueerd door het verstrekken van leningen met lange looptijden, lage rentes en zonder transactiekosten aan woningeigenaren, VvE’s en scholen die hun gebouwen verduurzamen. Sinds juli 2021 maakt het Nationaal Warmtefonds ook financiering mogelijk voor woningeigenaren met een hoge leeftijd en wordt een Energiebespaarhypotheek aangeboden.

Compensatie gestegen energieprijzen

Sinds de zomer van 2021 is er sprake van een uitzonderlijke situatie op de gasmarkt waarbij energieprijzen, en in het bijzonder die van gas, fors zijn gestegen. We hebben in 2021 daarom aangekondigd de prijsstijging in 2022 voor iedereen te dempen met twee tijdelijke aanpassingen in de energiebelastingen. Daarom hebben we in 2021 aanvullend op de belastingmaatregelen € 150 mln. in 2022 gereserveerd voor gemeenten om deze hard getroffen huishoudens op korte termijn gerichter te ondersteunen bij het verlagen van hun energierekening (Kamerstukken II 2021/22, 29023, nr. 272 en Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50).

De ruimtelijke keuzes die nodig zijn maken we in de NOVI en vragen om een gebiedsgerichte aanpak

De ruimtelijke keuzes en bijbehorende opgaven vragen om meer regie en richting vanuit het Rijk. Met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) nemen we als Rijk het voortouw in de ruimtelijke ontwikkeling en geven we weer hoe we alle ambities in de leefomgeving kunnen inrichten. In 2021 is gestart met de uitvoering van de NOVI. Zo is gestart met de gezamenlijke uitwerking (rijk-regio) van 8 NOVI-gebieden waar de opgaven en/of de samenhang tussen de opgaven dusdanig complex en urgent is. Ook zijn de bestaande gebiedsagenda’s omgebouwd tot bredere Omgevingsagenda’s. Hierbij is door provincies, gemeenten, waterschappen en het Rijk samen bepaald welke opgaven in het gebied aandacht en uitwerking vragen. In maart 2021 is de eerste jaarlijkse NOVI-conferentie met alle betrokken partijen georganiseerd.

De Omgevingswet gaat helpen om de opgaven in de omgeving aan te pakken

De Omgevingswet zorgt er in combinatie met de NOVI voor dat Rijk en medeoverheden meer in samenhang aan het beheer en de ontwikkeling van de fysieke omgeving werken en helpt om de opgaven voor de leefomgeving voortvarend op te pakken. Daarnaast verbindt de wet ook opgaven, zoals woningbouw en de energietransitie, met elkaar en biedt de wet mogelijkheden om inwoners te betrekken bij de inrichting van hun leefomgeving.

In de eerste helft van 2021 zijn de twee laatste aanvullingsbesluiten en de vier aanvullingsregelingen gepubliceerd. Daarmee zijn de geplande wetge­ vingsproducten van de stelselherziening afgerond. Samen met collega- departementen, overheden en betrokken partijen is gewerkt aan de afbouw, implementatie en het beheer en de doorontwikkeling van de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Vlak voor de zomer 2021 is, samen met de interbestuurlijke partners, besloten de inwerking­treding van de Omgevingswet uit te stellen naar 1 juli 2022 (Kamerstukken II 2020/21, 33118, nr. 190.). Hierdoor lopen veel activiteiten om het wettelijk stelsel en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) af te bouwen en te implementeren door in 2022.

Het stelsel Omgevingswet is een levend stelsel. Nationale en internationale ontwikkelingen beïnvloeden het stelsel van de Omgevingswet, waar wet- en regelgeving op mee moet bewegen. Daartoe is in 2021 het Verzamelbesluit Omgevingswet 2022 in procedure gebracht. De wet biedt het instrumentarium om in samenhang, met samenwerking en met de samenleving de actuele uitdagingen het hoofd te bieden. In 2021 zijn ruim 20 wijzigingen van het stelsel in prodedure gebracht en 17 wijzigingen gepubliceerd. Vanuit de stelselverantwoordelijkheid is meegedacht over deze wijzigingen.

Vooruitlopend op de inwerkingtreding wordt gewerkt met de Crisis- en herstelwet. In 2021 zijn de 21e, 22e en 23e tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet gepubliceerd.

Agenda Stad

In 2021 heeft Agenda Stad zich ingezet voor innovatie, leefbaarheid en economische groei in Nederlandse en Europese steden door het sluiten van de City Deals Energieke Wijken, Impact Ondernemen, Gezonde en Duurzame Voedselomgeving en Circulair en Conceptueel Bouwen. Hiermee geeft Agenda Stad samen met haar partners innovatief uitvoering aan bestuurlijke samenwerking om te komen tot oplossingen voor transitieopgaven. In de City Deal Openbare Ruimte doen we bijvoorbeeld samen met gemeenten onderzoek naar integrale financieringsmogelijkheden voor vergroening, klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezondheid in de openbare ruimte.

In de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving worden interventies en instrumenten ontwikkeld om effectief in te kunnen grijpen op een overmatig aanbod van niet-duurzame en ongezonde voeding rondom scholen en winkelstraten. Parallel wordt ingezet op het verbeteren van voedselvaardigheden/cultuur en korte voedselketens in kwetsbare gebieden.

Europese Agenda Stad

Voor de Europese Agenda Stad (Urban Agenda for the EU) stond 2021 in het teken van het Ljubljana Agreement waar we een belangrijke bijdrage aan hebben geleverd door de inzet van de Dutch Urban Envoy. Het Ljubljana Agreement garandeert de voortzetting van de Europese Agenda Stad tot en met 2026. Er komen vier nieuwe thematische Partnerschappen: Urban Greening, Sustainable Tourism, Food en Cities of Equality. Onze inbreng en positie hebben we nauw afgestemd met de medeoverheden. Die interbestuurlijke samenwerking wordt voortgezet, onder andere in de Taskforce Europese Agenda Stad.

In Groningen moeten mensen prettig en veilig kunnen wonen

In 2021 is er vooruitgang geboekt in de uitvoering van de publieke versterkingsoperatie onder regie van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). De NCG heeft, conform de ambitie van 1.500 adressen, het versterkingsproces voor 1.804 adressen afgerond (waarvan 656 bouwkundig versterkt). De situatie rondom het coronavirus heeft in het voorjaar tot vertraging geleid. Vanaf juli 2021 is de typologieaanpak ingevoerd en heeft de NCG bepaalde type woningen eenvoudiger en sneller kunnen opnemen en beoordelen.

In de bestuurlijke afspraken met de regio uit november 2020 is overeengekomen dat € 1,52 mld. beschikbaar wordt gesteld voor flankerend beleid. Dit is onder meer gericht op de versnelling van de versterkingsopgave en het bieden van keuzemogelijkheden. In 2021 zijn concrete stappen gezet in de uitvoering van deze afspraken voor de bewoners en de veiligheid van hun woningen in het aardbevingsgebied.

Naast de versterking is er in 2021 met het Nationaal Programma Groningen verder gewerkt aan een duurzaam toekomstperspectief voor Groningers. Op 3 februari 2021 de Toekomstagenda Groningen vastgesteld tussen Rijk en regio. Hiermee is het Rijk en de regio een langjarig partnerschap aangegaan met als doel de brede welvaart te vergroten en het imago van de provincie te verbeteren.

Grensregio’s

In 2021 is langs de vier sporen van het kabinetsbeleid verder gewerkt aan het benutten van kansen voor grensregio's. De regiodeals hebben geleid tot investeringen in de leefbaarheid van deze regio's, waaronder de subsidieregeling Onbegrensd waarmee jongerenevenementen zijn georganiseerd. Daarnaast zijn ook twee grensregionale NOVI-gebieden van start gegaan: North Sea Port Distric en Zuid-Limburg, waarin Rijk en regio, zo mogelijk ook met buurlanden, samen werken aan grensoverschijdende omgevingsopgaven. Ook is een evaluatie uitgevoerd van het Actieplan Bevolkingsdaling, waarvan de Decentralisatie Uitkering bevolkingsdaling tot en met 2022 is verlengd, en zijn aanbevelingen gedaan voor de vervolginzet.

Investeren in Zeeland (Wind in de zeilen)

Het in 2020 gesloten bestuursakkoord over het pakket Wind in de Zeilen tussen Rijk en Zeeuwse overheden, heeft in 2021 geleid tot de uitvoering van verschillende maatregelen uit dit pakket.

De eerste concrete resultaten worden zichtbaar, zoals blijkt uit de tweede en derde voortgangsrapportages die in juni en december 2021 met de betrokken overheden zijn gedeeld. Zo zijn de eerste vernieuwende bedrijven geholpen vanuit het investeringsfonds Zeeland en zijn de eerste omscholingsklassen (werkzoekenden richting nieuw werk) aan de slag. Daarnaast zijn er enkele onderdelen waarbij de uitvoering meer tijd kost dan van tevoren werd gedacht, namelijk de oprichting van het Delta Kenniscentrum en de realisatie van het Justitieel Complex Vlissingen (JCV). De intensieve samenwerking tussen de partijen heeft de onderlinge verhoudingen sterk verbeterd en alle partijen zijn positief over de verdere uitvoering van het pakket Wind in de Zeilen.

Licence