A. Tabel Budgettaire gevolgen
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 147.901 | ‒ 147.901 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 139.050 | ‒ 139.050 |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 139.050 | ‒ 139.050 |
Loonbijstelling-programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.340 | ‒ 2.340 |
Loonbijstelling-apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.459 | ‒ 11.459 |
Prijsbijstelling apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.383 | ‒ 11.383 |
Programma onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 40.614 | ‒ 40.614 |
Apparaat onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 73.254 | ‒ 73.254 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
B. Toelichting op de instrumenten
Vanuit dit artikel wordt de toegekende loon- en prijsbijstelling naar de beleids- en apparaatsartikelen overgeboekt. Ook eventueel nieuw beschikbaar gestelde middelen worden in afwachting op nadere concretisering en toedeling soms tijdelijk op artikel 10 gezet. Dit gold bijvoorbeeld voor de middelen die zijn gereserveerd naar aanleiding van de kabinetsreactie «ongekend onrecht» en voor fiscale uitvoeringskosten. Dit artikel is tevens bedoeld om eventuele onzekere ontwikkelingen binnen de begroting van Financiën op te vangen.
Verplichtingen
De verplichtingenbegroting van artikel 10 is grotendeels gelijk aan de begroting van de kasuitgaven. Bij alle op- en afboekingen in 2022 waren de verplichtingen en de kas steeds aan elkaar gelijk. Vanwege het initieel iets hogere verplichtingenbudget in de ontwerpbegroting 2022 is daarmee alleen de vrijval bij de verplichtingen € 9 mln. hoger, dan bij de kasuitgaven. Zie hieronder de verdere toelichting onder uitgaven.
Uitgaven
Loon- en prijsbijstelling apparaat en programma
De prijsbijstelling tranche 2022 is ontvangen en verdeeld binnen de begroting. Het resterende budget voor 2022 komt niet meer tot besteding en valt vrij aan het generale beeld.
Programma onvoorzien
– Er is € 35 mln. doorgeschoven naar latere jaren om beter aan te sluiten bij het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.
– Voor het project Digitale Snelweg Douane (DSD) ten behoeve van het aangifteproces van de Douane zijn middelen gereserveerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Een deel van het budget (€ 18 mln.) komt naar verwachting niet tot besteding in 2022 maar in latere jaren en is als kasschuif opgenomen in de Ontwerpbegroting 2023.
Per saldo is € 2 mln. aan middelen niet aangewend en daarmee vrijgevallen.
Apparaat onvoorzien
Voor het programma Informatiehuishouding op Orde zijn de budgetten vrijgegeven (circa € 20 mln.) aan DG Toeslagen, DG Douane, DG Belastingdienst en het SG-cluster. Deze middelen worden gefinancierd uit de door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) beschikbaar gestelde budgetten en de POK-middelen op artikel 10. Een deel van de middelen (€ 15 mln.) voor informatiehuishouding op orde zijn niet in 2022 benodigd maar in 2023 en 2024 en worden daarom doorgeschoven. Dit naar aanleiding van de uitgewerkte plannen en besluitvorming vanuit BZK. Circa € 30 mln. van het budget is overgeheveld naar andere artikelen binnen de begroting voor het oplossen van budgettaire problematiek, zoals het opstarten van de invordering bij Toeslagen en extra fte's bij de verschillende organisatieonderdelen. € 4 mln. van het budget is vrijgevallen.