De Immigratie- en Naturalisatiedienst is dé toelatingsorganisatie van Nederland die, als uitvoeringsorganisatie, het vreemdelingenbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.
Verschil | ||||
---|---|---|---|---|
realisatie en | ||||
vastgestelde | ||||
Vastgestelde | begroting | |||
Omschrijving | begroting (1) | Realisatie (2) | (3 = 2 - 1) | Realisatie 2021 |
Baten | ||||
Omzet | 532.144 | 577.943 | 45.799 | 526.823 |
Omzet moederdepartement | 472.194 | 504.013 | 31.819 | 457.211 |
Omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omzet derden | 59.950 | 73.930 | 13.980 | 69.612 |
Rentebaten | 0 | 369 | 369 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 110 | 110 | 5.061 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 532.144 | 578.422 | 46.278 | 531.883 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 453.594 | 532.580 | 78.986 | 495.637 |
-Personele kosten | 390.000 | 427.973 | 37.973 | 398.919 |
Waarvan eigen personeel | 330.000 | 341.221 | 11.221 | 313.106 |
Waarvan inhuur externen | 55.000 | 82.704 | 27.704 | 84.387 |
Waarvan overige personele kosten | 5.000 | 4.048 | ‒ 952 | 1.426 |
-Materiële kosten | 63.594 | 104.607 | 41.013 | 96.718 |
Waarvan apparaat ICT | 2.000 | 691 | ‒ 1.309 | 681 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 56.000 | 61.993 | 5.993 | 61.515 |
Waarvan overige materiële kosten | 5.594 | 41.923 | 36.329 | 34.522 |
Materiële programma kosten | 65.000 | 57.507 | ‒ 7.493 | 45.289 |
Rentelasten | 50 | 0 | ‒ 50 | 0 |
Afschrijvingskosten | 13.500 | 5.467 | ‒ 8.033 | 8.974 |
-Materieel | 2.500 | 1.626 | ‒ 874 | 1.858 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 1.524 | 1.524 | 58 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 2.500 | 101 | ‒ 2.399 | 1.800 |
-Immaterieel | 11.000 | 3.842 | ‒ 7.158 | 7.116 |
Overige lasten | 0 | 9.154 | 9.154 | 3.330 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 9.149 | 9.149 | 3.212 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 5 | 5 | 118 |
Totaal lasten | 532.144 | 604.709 | 72.565 | 553.230 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | ‒ 26.287 | ‒ 26.287 | ‒ 21.347 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 26.287 | ‒ 26.287 | ‒ 21.347 |
Mutatie POK/WaU-gelden | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming | 0 | ‒ 26.287 | ‒ 26.287 | ‒ 21.347 |
Toelichting
In vergelijking met de oorspronkelijke begroting zijn de baten en lasten hoger dan begroot. Dit wordt onder meer veroorzaakt door:
• De loon- en prijsontwikkelingen in 2022 door de nieuwe CAO Rijk en de inflatie. De IND heeft voor deze ontwikkeling aanvullend € 15,5 miljoen aan dekking ontvangen.
• De werkzaamheden in het kader van de bescherming van Oekraïense ontheemden. De IND heeft hier aanvullend € 7 miljoen aan dekking voor ontvangen.
• De hogere kosten in de uitvoering dan de dekking vanuit de kostprijzen. De oorzaak hiervan is te vinden in de hogere tarieven van tolken en de verhoogde kosten van vervoer vanwege het feit dat de asielzoekers verspreid zitten in de (crisis) noodopvang. Ook zijn de kosten voor externe inhuur hoger vanwege personeelstekort en krapte op de arbeidsmarkt. De IND heeft hier een incidentele aanvullende bijdrage van € 19,8 miljoen voor ontvangen.
• In 2022 was de instroom asielzoekers dermate hoog dat de IND met de huidige werkwijze en het geldende beleid niet in staat was tijdig op alle asielaanvragen te beslissen. Op basis van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) is het financieel risico dwangsommen per eind 2022 gewaardeerd. In 2022 is daarvoor € 8,8 miljoen toegevoegd aan de voorziening dwangsommen. De dekking hiervoor komt uit de resterende Taskforce middelen op de IND balans. In 2022 is € 3,4 miljoen aan dwangsommen uitbetaald.
• De vrijval van en de dotatie aan de voorzieningen, deze posten waren niet begroot.
Baten
Omzet moederdepartement
Uitgangspunt voor het berekenen van de totaal gerealiseerde baten zijn de vastgestelde bekostigingsafspraken en de IND kostprijzen 2022. Daarnaast is de IND nog separaat gefinancierd. Dit is vastgesteld in de opdrachtbrief 2022.
In 2022 is een omzet moederdepartement gerealiseerd van € 504 miljoen en is als volgt opgebouwd.
Specificatie omzet moederdepartement (Bedragen * € 1.000) | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
---|---|---|
- Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten | 391.244 | 349.973 |
- Waarvan productgroep Asiel | 180.179 | 162.240 |
- Waarvan productgroep Naturalisatie | 19.793 | 21.913 |
- Waarvan productgroep Ketenondersteuning | 6.342 | 5.405 |
- Waarvan productgroep Regulier | 184.929 | 160.415 |
- Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement | 184.700 | 173.252 |
Subtotaal: | 575.944 | 523.226 |
- Waarvan omzet gecorrigeerd voor leges | ‒ 71.931 | ‒ 66.015 |
- Waarvan omzet gecorrigeerd voor diversen | ‒ | ‒ |
Totaal omzet moederdepartement | 504.013 | 457.211 |
Totaal omzet direct gerelateerd aan geleverde producten
De totaal gerealiseerde pxq omzet bedraagt € 391,2 miljoen. Deze is bepaald op basis van de bekostigingsafspraken, de vastgestelde IND kostprijzen 2022 en de gerealiseerde productie aantallen in 2022. De pxq omzet in 2022 is toegenomen door een hogere productie en de jaarlijkse herijking van de kostprijzen.
Totaal omzet overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement
Naast de pxq omzet wordt een lumpsumbijdrage en de bijdrage voor een aantal specifieke activiteiten van het moederdepartement ontvangen. De specifieke activiteiten zijn: het bieden van tijdelijke bescherming van ontheemden uit Oekraïne, de uitvoering van het programma Grenzen & Veiligheid, het werven en opleiden van personeel om in te zetten in het productieproces en de ondersteuning van Frontex. Tenslotte is nog een aanvullende bijdrage ontvangen voor dekking van de loonontwikkeling vanuit de nieuwe CAO Rijk en de prijsontwikkeling als gevolg van de inflatie.
Omzet gecorrigeerd
De omzet moederdepartement is volgens de bekostigingsafspraken gecorrigeerd voor de ontvangen leges.
Omzet derden
In de omzet derden worden onder andere de leges voor het aanvragen van vergunningen, de bijdrage uit internationale projecten en doorbelastingen voor huisvesting verantwoord. De omzet derden bedraagt tot en met december 2022 € 73,9 miljoen. De realisatie wijkt af van de begroting doordat meer leges en incidentele EU subsidies zijn ontvangen. De EU subsidies hebben geen structureel karakter en zijn om die reden niet meegenomen in de begroting.
Rentebaten
Rentebaten hangen samen met het gebruik maken van de depositofaciliteit van het ministerie van Financiën en over het positieve saldo gedurende het jaar van de rekening courant met het ministerie van Financiën. In 2022 heeft de IND € 369K aan rentebaten ontvangen.
Vrijval voorzieningen
In 2022 heeft er een vrijval plaatsgevonden inzake de reorganisatievoorzieningen VWNW, dwangsommen en BW/WW voor een bedrag ter grootte van € 110K.
Bijzondere baten
In 2022 zijn geen bijzondere baten verantwoord.
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten zijn onderverdeeld in 2 categorieën.
- personele kosten,
- materiële kosten.
Personele kosten
De ambtelijke bezetting van de IND bedraagt eind 2022 4.458 fte. De externe inhuur bedraagt eind 2022 835 fte.
De stijging wordt veroorzaakt door de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de bescherming van Oekraïense ontheemden. Deze werkzaamheden zijn voornamelijk met tijdelijk personeel uitgevoerd. Daarnaast is in 2022 extra capaciteit aangetrokken en opgeleid ter voorbereiding op de productiedoelstelling in 2023.
Het gemiddelde aantal fte’s ambtelijk personeel over 2022 bedraagt 4.334. De bijbehorende gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 77.259. De stijging van de gemiddelde loonsom wordt onder meer verklaard door de afspraken uit de nieuwe CAO Rijk.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan uit huisvestingskosten, de kosten voor in- en uitbesteding en de materiële programmakosten. De laatste hebben een directe relatie met de uitvoering van de IND taken, zoals tolkenkosten, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek, documenten en de kosten van automatisering voor het primair proces. Door de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van bescherming van Oekraïnse ontheemden zijn de materiele kosten gestegen (stickers voor paspoort, huren van locaties, beveiliging en transport en de huisvesting van tijdelijk IND personeel).
Daarnaast zijn de productiekosten (inzet tolken en vervoer) hoger als gevolg van de hogere productie bij de sporen en het hoger aantal vervoersbewegingen door een toename van het aantal COA locaties.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn in 2022 lager dan de afschrijvingskosten van 2021. De IND investeert steeds minder in activa doordat activiteiten op huisvesting en automatisering steeds meer via Rijksbrede Shared Service organisaties worden georganiseerd en aangeboden. Daarnaast zijn de afschrijvingskosten lager, omdat activa aan het einde van de afschrijvingstermijn zijn.
Overige lasten
In 2022 hebben er dotaties plaatsgevonden inzake de reorganisatievoorzieningen VWNW, dwangsommen en BW/WW voor een bedrag ter grootte van € 9,1miljoen.
31-12-2022 | 31-12-2021 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële activa | 4.734 | 8.431 |
Materiële vaste activa | 3.554 | 2.598 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 357 | 139 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 3.197 | 2.459 |
Vlottende Activa | 85.438 | 118.240 |
- Voorraden en onderhanden projecten | 1.135 | 1.104 |
- Debiteuren | 4.890 | 4.632 |
- Overige vorderingen en overlopende activa | 6.021 | 10.288 |
- Liquide middelen | 73.391 | 102.217 |
Totaal Activa | 93.726 | 129.270 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | ‒ 26.287 | ‒ 20.188 |
Exploitatiereserve | 0 | 1.159 |
- Onverdeeld resultaat | ‒ 26.287 | ‒ 21.347 |
Voorzieningen | 7.729 | 3.254 |
Langlopende schulden | ||
- Leningen bij het Ministerie van Financiën | 3.437 | 8.027 |
Kortlopende schulden | 108.846 | 138.176 |
- Crediteuren | 9.778 | 19.015 |
- Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 |
- Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 1.537 | 2.017 |
- Overige schulden en overlopende passiva | 97.531 | 117.144 |
Totaal Passiva | 93.726 | 129.270 |
Toelichting op de debetzijde van de balans
Debiteuren
Moeder- | Andere | Derden | ||
---|---|---|---|---|
departement | Ministeries | (buiten het rijk) | Totaal | |
Debiteuren | 38 | 223 | 5.988 | 6.249 |
Nog te ontvangen | 1.834 | 1.003 | 3.184 | 6.021 |
Totaal | 1.872 | 1.226 | 9.172 | 12.270 |
Toelichting op de creditzijde van de balans
Eigen vermogen
Exploitatiereserve | Onverdeeld resultaat | Totaal | |
---|---|---|---|
Stand 01-01-2022 | 1.159 | 0 | 1.159 |
Onverdeeld resultaat 2021 (+/-) | ‒ 21.347 | 0 | ‒ 21.347 |
Toevoeging door moederdepartement 2022 (+) | 20.187 | 0 | 20.187 |
Storting aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Onverdeeld resultaat 2022 (+/-) | 0 | ‒ 26.287 | ‒ 26.287 |
Stand 31-12-2022 | 0 | ‒ 26.287 | ‒ 26.287 |
Storting door moederdepartement
Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar. De Regeling Agentschappen (artikel 27 lid 4c) schrijft voor dat het eigen vermogen van een agentschap niet groter mag zijn dan 5% van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen drie jaar.
In 2022 heeft het moederdepartement € 20,2 miljoen gestort om het negatieve eigen vermogen van 31 december 2021 aan te vullen.
Onverdeeld resultaat
Het onverdeelde saldo van baten en lasten over 2022 bedraagt € 26,3 miljoen negatief.
Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen 3 jaar
Het eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet van de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen). In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen 3 jaar opgenomen.
Jaar | Omzet | Eigen vermogen | % |
---|---|---|---|
2022 | 578.422 | ‒ 26.287 | ‒ 5% |
2021 | 531.883 | ‒ 20.188 | ‒ 4% |
2020 | 495.922 | ‒ 1.016 | 0% |
Voorzieningen
Omschrijving voorziening | Stand per | Vrijval | Dotatie | Onttrekking | Stand per |
---|---|---|---|---|---|
1-1-2022 | in 2022 | in 2022 | in 2022 | 31-12-2022 | |
Voorziening Reorganisatie 2015 - Verplicht | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Vrijwillig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Verplicht | 3 | 0 | 0 | 3 | 0 |
Voorziening Maatwerk | 211 | 10 | 321 | 200 | 321 |
Voorziening Remplacenten | 412 | 0 | 0 | 411 | 0 |
Voorziening Wachtgeldverplichtingen (BW/WW) | 1.035 | 43 | 64 | 539 | 517 |
Voorziening Dwangsommen | 1.593 | 57 | 8.764 | 3.409 | 6.891 |
Totaal | 3.254 | 110 | 9.149 | 4.563 | 7.729 |
De voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:
Reorganisatievoorzieningen (VWNW)
Vanaf 2014 zijn er diverse voorzieningen gevormd welke verband hielden met de nieuwe inrichting van de IND per 1 september 2015. Deze voorzieningen hebben betrekking op de medewerkers van de afdeling Facilitaire Bedrijfsvoering, de nog niet geplaatste medewerkers uit de verplichte fase van 2015 en remplaçanten. In 2022 is voor € 614K aan de voorziening onttrokken en is een bedrag van € 10K vrijgevallen. In 2022 is er voor € 321K aan de voorziening gedoteerd. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2022 € 321K.
Voorziening Wachtgeldverplichtingen (WW/BW)
De IND is eigenrisicodrager voor de WW en bovenwettelijke WW aanspraken van voormalige medewerkers. Alle lopende wachtgeldverplichtingen zijn opgenomen in een voorziening. De hoogte en looptijden van de uitkeringen zijn gebaseerd op opgaven van het UWV en APG. Voor alle medewerkers die in de berekening van de voorziening wachtgeldverplichtingen zijn meegenomen, is voorzichtigheidshalve de maximale uitkeringsduur gehanteerd aangezien geen betrouwbare inschatting is te maken over een eventuele tussentijdse uitstroom. Voor voormalige medewerkers die een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden, worden na verloop van tijd geen verplichtingen meer opgenomen. In 2022 is voor € 539K aan de voorziening onttrokken en is een voor € 43K vrijgevallen. In 2022 is er voor € 64K aan de voorziening gedoteerd. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2022 € 517K.
Voorziening Dwangsommen
Het betreft hier de voorziening met betrekking tot dwangsommen. Per 31 december 2019 is het financieel risico van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) gewaardeerd. In 2022 is voor € 3,4 miljoen aan dwangsommen betaald (onttrokken aan de voorziening) en is voor € 8,8 miljoen aan de voorziening gedoteerd. Aan vrijval van de voorziening is in 2022 € 57K geboekt. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2022 € 6,9 miljoen.
Crediteuren en kortlopende schulden
Niet opgenomen vakantie uren
Onderdeel van de kortlopende schulden zijn de niet opgenomen vakantieuren.
Omschrijving | 31-12-2022 | 31-12-2021 |
---|---|---|
Vakantiedagen | 29.275 | 25.507 |
Totaal | 29.275 | 25.507 |
De stand van de niet opgenomen vakantie uren, de nog te betalen (resterende) verlofdagen, zijn als kortlopende schuld opgenomen op de balans. Naast vakantieverlof, zijn er binnen de overheid ook een aantal bijzondere verlofsoorten, zoals ouderschapsverlof en pasverlof, deze zijn buiten de berekening gelaten.
Crediteuren
Het saldo crediteuren bedraag per 31-12-2022 € 9,8 miljoen. Het saldo van deze post heeft betrekking op de (per balansdatum) nog te betalen facturen.
Moeder- | Andere | Derden | ||
---|---|---|---|---|
departement | Ministeries | (buiten het rijk) | Totaal | |
Crediteuren | 2.297 | 2.899 | 4.582 | 9.778 |
Overige schulden en overlopende passiva | 28.294 | 22.327 | 46.910 | 97.531 |
Totaal | 30.591 | 25.226 | 51.492 | 107.309 |
Verschil | ||||
---|---|---|---|---|
realisatie en | ||||
Vastgestelde | vastgestelde | |||
begroting | Realisatie | begroting | ||
(1) | (2) | 3 = (2) - (1) | ||
1 | Rekening Courant RHB 1 januari 2022 +/+ stand depositorekeningen | 155.519 | 102.192 | ‒ 53.327 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+) | 532.144 | 638.822 | 106.678 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 518.644 | ‒ 680.033 | ‒ 161.389 | |
2 | Totaal operationele kasstroom | 13.500 | ‒ 41.211 | ‒ 54.711 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 810 | ‒ 2.733 | ‒ 1.923 | |
Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+) | 0 | 8 | 8 | |
3 | Totaal investeringskasstroom | ‒ 810 | ‒ 2.725 | ‒ 1.915 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+) | 0 | 20.188 | 20.188 | |
Aflossing op leningen (-/-) | ‒ 7.000 | ‒ 5.070 | 1.930 | |
Beroep op leenfaciliteit (+/+) | 810 | 0 | ‒ 810 | |
4 | Totaal financieringskasstroom | ‒ 6.190 | 15.118 | 21.308 |
5 | Rekening-courant RHB 31 december 2022 +/+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 162.019 | 73.374 | ‒ 88.645 |
Algemeen
De realisatiecijfers van het kasstroomoverzicht zijn opgesteld volgens de directe methode.
Investeringen
De investeringen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op software/licenties, inventaris, installaties en hardware. Het bedrag aan gerealiseerde investeringen is hoger dan hetgeen voor 2022 is begroot.
Eenmalige storting door moederdepartement
Het totaal van het eigen vermogen mag volgens artikel 27 lid 4 e en f, niet minder bedragen dan nul. Per 31 december 2021 bedroeg het eigen vermogen van de IND € 20,2 miljoen negatief. Op grond van artikel 25 lid 2 van de regeling, is bij de eerste suppletoire wet (Voorjaarsnota) dit negatieve eigen vermogen in 2022 aangevuld. Deze storting is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt.
Aflossing op lening
De aflossing op de leningen is hoger uitgevallen dan de oorspronkelijke begroting.
Beroep op leenfaciliteit
In 2022 is er geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. Dit als gevolg van afnemende investeringen door onder andere het gebruik maken van diensten bij SSO’s.
oorspronkelijke | |||||
---|---|---|---|---|---|
realisatie | realisatie | realisatie | realisatie | begroting | |
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 |
IND totaal | |||||
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 3.258 | 3.821 | 4.011 | 4.558 | 4.400 |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 5,1 | ‒ 9,7 | ‒ 4 | ‒ 5 | 0 |
Aantal klachten in % | 0,10 | 0,15 | 0,16 | 0,21 | ‒ |
Asiel: | |||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 81 | 79 | 78 | 73 | 90 |
Standhouden van beslissingen in % | 92 | 90 | 84 | 81 | 85 |
Gemiddelde kostprijs (x €1 ) | 2.410 | 2.700 | 2.941 | 3.440 | 2.874 |
Omzet (x € mln.) | 199 | 224 | 263 | 270 | 244 |
Regulier: | |||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 86 | 88 | 91 | 86 | 95 |
Standhouden van beslissingen in % | 82 | 84 | 82 | 75 | 80 |
Gemiddelde kostprijs (x €1 ) | 689 | 743 | 736 | 796 | 670 |
Omzet (x € mln.) | 225 | 203 | 229 | 277 | 253 |
Naturalisatie: | |||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) in % | 54 | 53 | 89 | 95 | 95 |
Gemiddelde kostprijs (x €1 ) | 638 | 625 | 554 | 570 | 510 |
Omzet (x € mln.) | 23 | 32 | 31 | 30 | 29 |
Toelichting
Doorlooptijden
De tijdigheid van asiel producten is 73% binnen termijn. De norm wordt niet gerealiseerd. Tijdigheid is een resultante van instroom en de productieopdracht van de IND, waarbij het laatste is gebaseerd op wat de IND realistisch gezien aankan. In 2022 was er sprake van een instroomniveau dat de (huidige) verwerkingscapaciteit van de IND overstijgt. Oplopende werkvoorraden en langere doorlooptijden zijn daarvan het onvermijdelijke gevolg.
In 2022 is de gemiddelde doorlooptijd regulier gedaald naar 86% onder invloed van met name de kostprijsproducten Bezwaar Regulier en MVV-Nareis. Dit komt voornamelijk door de hogere instroom, krapte op de arbeidsmarkt, complex wordend beleid en onvoorziene ontwikkelingen (bijv. conflict in de Oekraïne) waarop door de organisatie geanticipeerd moest worden. Net als in de voorgaande jaren worden binnen veel reguliere domeinen de afgesproken tijdigheidsdoelen binnen de norm gehaald. Zo is in 2022 adequaat gereageerd op de substantieel hogere instroom kennismigranten welke is ontstaan vanwege de krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt en is de tijdigheid daarbij binnen de afgesproken kaders gebleven.
Bij naturalisatie is de ketentijdigheid (incl. aandeel gemeente en Kabinet van de Koning) gestegen naar 95%. Deze stijging is in de doelmatigheidsindicatoren van 2021 ook te zien. Dit is het resultaat van de maatregelen en investeringen die in de afgelopen jaren zijn gedaan om de meerjarige piekinstroom bij naturalisatie het hoofd te kunnen bieden. Deze meerjarige piekinstroom bij naturalisatie is het gevolg van de hoge reguliere en asielinstroom in de voorgaande jaren. Met de genomen maatregelen is het naturalisatieproces geoptimaliseerd en gedigitaliseerd, en er is veel aandacht gegeven aan de uitbreiding en begeleiding van het personeel en betere aansturing.
Gemiddelde kostprijs
De gemiddelde kostprijs Asiel is in 2022 gestegen door het hoge aantal afdoeningen van relatief arbeidsintensieve en daarmee dure producten(o.a. spoor 4). Dit heeft een verhogend effect heeft op de gemiddelde kostprijs. Het percentage van het veruit duurste asielproductie is in de afgelopen jaren opgelopen van 15 % van de totale asiel productie in 2020 tot 25% van de totale asiel productie in 2022. De gemiddelde kostprijs Regulier is ook gestegen. Door krapte op de arbeidsmarkt, complex wordend beleid en onvoorziene ontwikkelingen (bijv. conflict in de Oekraïne) is op sommige reguliere producten minder uitgestroomd dan begroot. Daarentegen zijn als gevolg van de substantiële stijging hoge instroom kennismigranten meer producten uitgestroomd dan begroot. Per saldo is de kostprijs gestegen.
De gemiddelde kostprijs naturalisatie is in 2022 gestegen (na een daling in 2021 als gevolg van de genomen efficiëntie verhogende maatregelen) vanwege de uitvoering van de regeling waarmee RANOV-vergunningshouders kunnen naturaliseren. Deze zaken zijn veel arbeidsintensiever gebleken dan de overige naturalisatieverzoeken.
Standhouding van beslissingen
Het percentage standhouden beslissingen is gedaald. De rechtspraak is naar aanleiding van de kinderopvangtoeslagen affaire, en de maatschappelijke ontwikkeling dat er meer aandacht uitgaat naar de menselijke maat, kritischer gaan kijken naar de besluiten van de bestuursorganen en is op sommige punten indringender gaan toetsen. Dit is ook terug te zien bij de toetsing van (asiel)besluiten van de IND. Er worden hoge eisen gesteld aan de motivering van de besluiten en indien de motivering van het besluit te kort schiet, wordt het besluit vernietigd.
De Afdeling heeft bovendien in 2022 een aantal belangwekkende uitspraken gedaan, die hebben gemaakt dat een groot aantal soortgelijke zaken niet in stand konden blijven. Hierbij wordt verwezen naar bijv. de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van 19 januari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:93 en ECLI:NL:RVS:2022:94) waarin de Afdeling geoordeeld heeft dat de geldende werkinstructie voor de beoordeling van afvalligheid niet voldoet en aangescherpt en verduidelijkt moet worden. Alle zaken waarbij afvalligheid als asielmotief was aangedragen en was afgedaan onder werkinstructie 2019/19 waren daardoor niet langer verdedigbaar. Een ander voorbeeld is de uitspraak van de Afdeling van 28 september 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2713) waarin de Afdeling verduidelijkt heeft op welke wijze de IND opvolgende aanvragen moet beoordelen van personen wiens bekering in eerdere procedure(s) ongeloofwaardig is bevonden en die hebben aangegeven dat er sprake is van geloofsgroei. Ook dit heeft tot groot aantal intrekkingen en gegrondverklaringen geleid omdat de IND uitgebreider moet horen en motiveren in dit soort zaken.
Klachten:
De klachten worden alleen IND totaal bijgehouden en gerapporteerd.