Base description which applies to whole site

10.2 Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

De Immigratie- en Naturalisatiedienst is dé toelatingsorganisatie van Nederland die, als uitvoeringsorganisatie, het vreemdelingenbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.

Tabel 72 Staat van baten en lasten IND (x € 1.000)
   

Verschil

 
   

realisatie en

 
   

vastgestelde

 
 

Vastgestelde

 

begroting

 

Omschrijving

begroting (1)

Realisatie (2)

(3 = 2 - 1)

Realisatie 2021

     

Baten

    

Omzet

532.144

577.943

45.799

526.823

Omzet moederdepartement

472.194

504.013

31.819

457.211

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

59.950

73.930

13.980

69.612

Rentebaten

0

369

369

0

Vrijval voorzieningen

0

110

110

5.061

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

532.144

578.422

46.278

531.883

     

Lasten

    

Apparaatskosten

453.594

532.580

78.986

495.637

-Personele kosten

390.000

427.973

37.973

398.919

Waarvan eigen personeel

330.000

341.221

11.221

313.106

Waarvan inhuur externen

55.000

82.704

27.704

84.387

Waarvan overige personele kosten

5.000

4.048

‒ 952

1.426

-Materiële kosten

63.594

104.607

41.013

96.718

Waarvan apparaat ICT

2.000

691

‒ 1.309

681

Waarvan bijdrage aan SSO's

56.000

61.993

5.993

61.515

Waarvan overige materiële kosten

5.594

41.923

36.329

34.522

Materiële programma kosten

65.000

57.507

‒ 7.493

45.289

Rentelasten

50

0

‒ 50

0

Afschrijvingskosten

13.500

5.467

‒ 8.033

8.974

-Materieel

2.500

1.626

‒ 874

1.858

waarvan apparaat ICT

0

1.524

1.524

58

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

2.500

101

‒ 2.399

1.800

-Immaterieel

11.000

3.842

‒ 7.158

7.116

Overige lasten

0

9.154

9.154

3.330

waarvan dotaties voorzieningen

0

9.149

9.149

3.212

waarvan bijzondere lasten

0

5

5

118

Totaal lasten

532.144

604.709

72.565

553.230

     

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 26.287

‒ 26.287

‒ 21.347

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 26.287

‒ 26.287

‒ 21.347

Mutatie POK/WaU-gelden

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming

0

‒ 26.287

‒ 26.287

‒ 21.347

Toelichting

In vergelijking met de oorspronkelijke begroting zijn de baten en lasten hoger dan begroot. Dit wordt onder meer veroorzaakt door:

  • De loon- en prijsontwikkelingen in 2022 door de nieuwe CAO Rijk en de inflatie. De IND heeft voor deze ontwikkeling aanvullend € 15,5 miljoen aan dekking ontvangen.

  • De werkzaamheden in het kader van de bescherming van Oekraïense ontheemden. De IND heeft hier aanvullend € 7 miljoen aan dekking voor ontvangen.

  • De hogere kosten in de uitvoering dan de dekking vanuit de kostprijzen. De oorzaak hiervan is te vinden in de hogere tarieven van tolken en de verhoogde kosten van vervoer vanwege het feit dat de asielzoekers verspreid zitten in de (crisis) noodopvang. Ook zijn de kosten voor externe inhuur hoger vanwege personeelstekort en krapte op de arbeidsmarkt. De IND heeft hier een incidentele aanvullende bijdrage van € 19,8 miljoen voor ontvangen.

  • In 2022 was de instroom asielzoekers dermate hoog dat de IND met de huidige werkwijze en het geldende beleid niet in staat was tijdig op alle asielaanvragen te beslissen. Op basis van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) is het financieel risico dwangsommen per eind 2022 gewaardeerd. In 2022 is daarvoor € 8,8 miljoen toegevoegd aan de voorziening dwangsommen. De dekking hiervoor komt uit de resterende Taskforce middelen op de IND balans. In 2022 is € 3,4 miljoen aan dwangsommen uitbetaald.

  • De vrijval van en de dotatie aan de voorzieningen, deze posten waren niet begroot.

Baten

Omzet moederdepartement

Uitgangspunt voor het berekenen van de totaal gerealiseerde baten zijn de vastgestelde bekostigingsafspraken en de IND kostprijzen 2022. Daarnaast is de IND nog separaat gefinancierd. Dit is vastgesteld in de opdrachtbrief 2022.

In 2022 is een omzet moederdepartement gerealiseerd van € 504 miljoen en is als volgt opgebouwd.

Tabel 73 Omzet moederdepartement (x € 1.000)

Specificatie omzet moederdepartement (Bedragen * € 1.000)

31-12-2022

31-12-2021

- Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten

391.244

349.973

- Waarvan productgroep Asiel

180.179

162.240

- Waarvan productgroep Naturalisatie

19.793

21.913

- Waarvan productgroep Ketenondersteuning

6.342

5.405

- Waarvan productgroep Regulier

184.929

160.415

- Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

184.700

173.252

   

Subtotaal:

575.944

523.226

- Waarvan omzet gecorrigeerd voor leges

‒ 71.931

‒ 66.015

- Waarvan omzet gecorrigeerd voor diversen

Totaal omzet moederdepartement

504.013

457.211

Totaal omzet direct gerelateerd aan geleverde producten

De totaal gerealiseerde pxq omzet bedraagt € 391,2 miljoen. Deze is bepaald op basis van de bekostigingsafspraken, de vastgestelde IND kostprijzen 2022 en de gerealiseerde productie aantallen in 2022. De pxq omzet in 2022 is toegenomen door een hogere productie en de jaarlijkse herijking van de kostprijzen.

Totaal omzet overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

Naast de pxq omzet wordt een lumpsumbijdrage en de bijdrage voor een aantal specifieke activiteiten van het moederdepartement ontvangen. De specifieke activiteiten zijn: het bieden van tijdelijke bescherming van ontheemden uit Oekraïne, de uitvoering van het programma Grenzen & Veiligheid, het werven en opleiden van personeel om in te zetten in het productieproces en de ondersteuning van Frontex. Tenslotte is nog een aanvullende bijdrage ontvangen voor dekking van de loonontwikkeling vanuit de nieuwe CAO Rijk en de prijsontwikkeling als gevolg van de inflatie.

Omzet gecorrigeerd

De omzet moederdepartement is volgens de bekostigingsafspraken gecorrigeerd voor de ontvangen leges.

Omzet derden

In de omzet derden worden onder andere de leges voor het aanvragen van vergunningen, de bijdrage uit internationale projecten en doorbelastingen voor huisvesting verantwoord. De omzet derden bedraagt tot en met december 2022 € 73,9 miljoen. De realisatie wijkt af van de begroting doordat meer leges en incidentele EU subsidies zijn ontvangen. De EU subsidies hebben geen structureel karakter en zijn om die reden niet meegenomen in de begroting.

Rentebaten

Rentebaten hangen samen met het gebruik maken van de depositofaciliteit van het ministerie van Financiën en over het positieve saldo gedurende het jaar van de rekening courant met het ministerie van Financiën. In 2022 heeft de IND € 369K aan rentebaten ontvangen.

Vrijval voorzieningen

In 2022 heeft er een vrijval plaatsgevonden inzake de reorganisatievoorzieningen VWNW, dwangsommen en BW/WW voor een bedrag ter grootte van € 110K.

Bijzondere baten

In 2022 zijn geen bijzondere baten verantwoord.

Lasten

Apparaatskosten

De apparaatskosten zijn onderverdeeld in 2 categorieën.

- personele kosten,

- materiële kosten.

Personele kosten

De ambtelijke bezetting van de IND bedraagt eind 2022 4.458 fte. De externe inhuur bedraagt eind 2022 835 fte.

De stijging wordt veroorzaakt door de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de bescherming van Oekraïense ontheemden. Deze werkzaamheden zijn voornamelijk met tijdelijk personeel uitgevoerd. Daarnaast is in 2022 extra capaciteit aangetrokken en opgeleid ter voorbereiding op de productiedoelstelling in 2023.

Het gemiddelde aantal fte’s ambtelijk personeel over 2022 bedraagt 4.334. De bijbehorende gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 77.259. De stijging van de gemiddelde loonsom wordt onder meer verklaard door de afspraken uit de nieuwe CAO Rijk.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan uit huisvestingskosten, de kosten voor in- en uitbesteding en de materiële programmakosten. De laatste hebben een directe relatie met de uitvoering van de IND taken, zoals tolkenkosten, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek, documenten en de kosten van automatisering voor het primair proces. Door de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van bescherming van Oekraïnse ontheemden zijn de materiele kosten gestegen (stickers voor paspoort, huren van locaties, beveiliging en transport en de huisvesting van tijdelijk IND personeel).

Daarnaast zijn de productiekosten (inzet tolken en vervoer) hoger als gevolg van de hogere productie bij de sporen en het hoger aantal vervoersbewegingen door een toename van het aantal COA locaties.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn in 2022 lager dan de afschrijvingskosten van 2021. De IND investeert steeds minder in activa doordat activiteiten op huisvesting en automatisering steeds meer via Rijksbrede Shared Service organisaties worden georganiseerd en aangeboden. Daarnaast zijn de afschrijvingskosten lager, omdat activa aan het einde van de afschrijvingstermijn zijn.

Overige lasten

In 2022 hebben er dotaties plaatsgevonden inzake de reorganisatievoorzieningen VWNW, dwangsommen en BW/WW voor een bedrag ter grootte van € 9,1miljoen.

Tabel 74 Balans per 31 december 2022 (x € 1.000)
 

31-12-2022

31-12-2021

Activa

  

Immateriële activa

4.734

8.431

Materiële vaste activa

3.554

2.598

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

357

139

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

3.197

2.459

Vlottende Activa

85.438

118.240

- Voorraden en onderhanden projecten

1.135

1.104

- Debiteuren

4.890

4.632

- Overige vorderingen en overlopende activa

6.021

10.288

- Liquide middelen

73.391

102.217

Totaal Activa

93.726

129.270

   

Passiva

  

Eigen vermogen

‒ 26.287

‒ 20.188

Exploitatiereserve

0

1.159

- Onverdeeld resultaat

‒ 26.287

‒ 21.347

Voorzieningen

7.729

3.254

Langlopende schulden

  

- Leningen bij het Ministerie van Financiën

3.437

8.027

Kortlopende schulden

108.846

138.176

- Crediteuren

9.778

19.015

- Belastingen en premies sociale lasten

0

0

- Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

1.537

2.017

- Overige schulden en overlopende passiva

97.531

117.144

Totaal Passiva

93.726

129.270

Toelichting op de debetzijde van de balans

Debiteuren

Tabel 75 Debiteuren, Nog te ontvangen (x € 1.000)
 

Moeder-

Andere

Derden

 
 

departement

Ministeries

(buiten het rijk)

Totaal

Debiteuren

38

223

5.988

6.249

Nog te ontvangen

1.834

1.003

3.184

6.021

     

Totaal

1.872

1.226

9.172

12.270

Toelichting op de creditzijde van de balans

Eigen vermogen

Tabel 76 Overzicht Eigen Vermogen (x € 1.000)
 

Exploitatiereserve

Onverdeeld resultaat

Totaal

Stand 01-01-2022

1.159

0

1.159

Onverdeeld resultaat 2021 (+/-)

‒ 21.347

0

‒ 21.347

Toevoeging door moederdepartement 2022 (+)

20.187

0

20.187

Storting aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

Onverdeeld resultaat 2022 (+/-)

0

‒ 26.287

‒ 26.287

Stand 31-12-2022

0

‒ 26.287

‒ 26.287

Storting door moederdepartement

Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar. De Regeling Agentschappen (artikel 27 lid 4c) schrijft voor dat het eigen vermogen van een agentschap niet groter mag zijn dan 5% van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen drie jaar.

In 2022 heeft het moederdepartement € 20,2 miljoen gestort om het negatieve eigen vermogen van 31 december 2021 aan te vullen.

Onverdeeld resultaat

Het onverdeelde saldo van baten en lasten over 2022 bedraagt € 26,3 miljoen negatief.

Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen 3 jaar

Het eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet van de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen). In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen 3 jaar opgenomen.

Tabel 77 Ontwikkeling eigen vermogen (x € 1.000)

Jaar

Omzet

Eigen vermogen

%

2022

578.422

‒ 26.287

‒ 5%

2021

531.883

‒ 20.188

‒ 4%

2020

495.922

‒ 1.016

0%

Voorzieningen

Tabel 78 Voorzieningen (x € 1.000)

Omschrijving voorziening

Stand per

Vrijval

Dotatie

Onttrekking

Stand per

 

1-1-2022

in 2022

in 2022

in 2022

31-12-2022

Voorziening Reorganisatie 2015 - Verplicht

0

0

0

0

0

Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Vrijwillig

0

0

0

0

0

Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Verplicht

3

0

0

3

0

Voorziening Maatwerk

211

10

321

200

321

Voorziening Remplacenten

412

0

0

411

0

Voorziening Wachtgeldverplichtingen (BW/WW)

1.035

43

64

539

517

Voorziening Dwangsommen

1.593

57

8.764

3.409

6.891

Totaal

3.254

110

9.149

4.563

7.729

De voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:

Reorganisatievoorzieningen (VWNW)

Vanaf 2014 zijn er diverse voorzieningen gevormd welke verband hielden met de nieuwe inrichting van de IND per 1 september 2015. Deze voorzieningen hebben betrekking op de medewerkers van de afdeling Facilitaire Bedrijfsvoering, de nog niet geplaatste medewerkers uit de verplichte fase van 2015 en remplaçanten. In 2022 is voor € 614K aan de voorziening onttrokken en is een bedrag van € 10K vrijgevallen. In 2022 is er voor € 321K aan de voorziening gedoteerd. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2022 € 321K.

Voorziening Wachtgeldverplichtingen (WW/BW)

De IND is eigenrisicodrager voor de WW en bovenwettelijke WW aanspraken van voormalige medewerkers. Alle lopende wachtgeldverplichtingen zijn opgenomen in een voorziening. De hoogte en looptijden van de uitkeringen zijn gebaseerd op opgaven van het UWV en APG. Voor alle medewerkers die in de berekening van de voorziening wachtgeldverplichtingen zijn meegenomen, is voorzichtigheidshalve de maximale uitkeringsduur gehanteerd aangezien geen betrouwbare inschatting is te maken over een eventuele tussentijdse uitstroom. Voor voormalige medewerkers die een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden, worden na verloop van tijd geen verplichtingen meer opgenomen. In 2022 is voor € 539K aan de voorziening onttrokken en is een voor € 43K vrijgevallen. In 2022 is er voor € 64K aan de voorziening gedoteerd. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2022 € 517K.

Voorziening Dwangsommen

Het betreft hier de voorziening met betrekking tot dwangsommen. Per 31 december 2019 is het financieel risico van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) gewaardeerd. In 2022 is voor € 3,4 miljoen aan dwangsommen betaald (onttrokken aan de voorziening) en is voor € 8,8 miljoen aan de voorziening gedoteerd. Aan vrijval van de voorziening is in 2022 € 57K geboekt. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2022 € 6,9 miljoen.

Crediteuren en kortlopende schulden

Niet opgenomen vakantie uren

Onderdeel van de kortlopende schulden zijn de niet opgenomen vakantieuren.

Tabel 79 Kortlopende schuld niet opgenomen vakantie uren (x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2022

31-12-2021

Vakantiedagen

29.275

25.507

Totaal

29.275

25.507

De stand van de niet opgenomen vakantie uren, de nog te betalen (resterende) verlofdagen, zijn als kortlopende schuld opgenomen op de balans. Naast vakantieverlof, zijn er binnen de overheid ook een aantal bijzondere verlofsoorten, zoals ouderschapsverlof en pasverlof, deze zijn buiten de berekening gelaten.

Crediteuren

Het saldo crediteuren bedraag per 31-12-2022 € 9,8 miljoen. Het saldo van deze post heeft betrekking op de (per balansdatum) nog te betalen facturen.

Tabel 80 Crediteuren en kortlopende schulden (x € 1.000)
 

Moeder-

Andere

Derden

 
 

departement

Ministeries

(buiten het rijk)

Totaal

Crediteuren

2.297

2.899

4.582

9.778

Overige schulden en overlopende passiva

28.294

22.327

46.910

97.531

Totaal

30.591

25.226

51.492

107.309

Tabel 81 Kasstroomoverzicht per 31 december 2022 (x € 1.000)
    

Verschil

    

realisatie en

  

Vastgestelde

 

vastgestelde

  

begroting

Realisatie

begroting

  

(1)

(2)

3 = (2) - (1)

1

Rekening Courant RHB 1 januari 2022 +/+ stand depositorekeningen

155.519

102.192

‒ 53.327

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+)

532.144

638.822

106.678

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 518.644

‒ 680.033

‒ 161.389

2

Totaal operationele kasstroom

13.500

‒ 41.211

‒ 54.711

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 810

‒ 2.733

‒ 1.923

 

Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+)

0

8

8

3

Totaal investeringskasstroom

‒ 810

‒ 2.725

‒ 1.915

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+)

0

20.188

20.188

 

Aflossing op leningen (-/-)

‒ 7.000

‒ 5.070

1.930

 

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

810

0

‒ 810

4

Totaal financieringskasstroom

‒ 6.190

15.118

21.308

5

Rekening-courant RHB 31 december 2022 +/+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

162.019

73.374

‒ 88.645

Algemeen

De realisatiecijfers van het kasstroomoverzicht zijn opgesteld volgens de directe methode.

Investeringen

De investeringen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op software/licenties, inventaris, installaties en hardware. Het bedrag aan gerealiseerde investeringen is hoger dan hetgeen voor 2022 is begroot.

Eenmalige storting door moederdepartement

Het totaal van het eigen vermogen mag volgens artikel 27 lid 4 e en f, niet minder bedragen dan nul. Per 31 december 2021 bedroeg het eigen vermogen van de IND € 20,2 miljoen negatief. Op grond van artikel 25 lid 2 van de regeling, is bij de eerste suppletoire wet (Voorjaarsnota) dit negatieve eigen vermogen in 2022 aangevuld. Deze storting is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt.

Aflossing op lening

De aflossing op de leningen is hoger uitgevallen dan de oorspronkelijke begroting.

Beroep op leenfaciliteit

In 2022 is er geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. Dit als gevolg van afnemende investeringen door onder andere het gebruik maken van diensten bij SSO’s.

Tabel 82 Doelmatigheidsindicatoren
     

oorspronkelijke

 

realisatie

realisatie

realisatie

realisatie

begroting

Omschrijving

2019

2020

2021

2022

2022

IND totaal

     

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

3.258

3.821

4.011

4.558

4.400

Saldo van baten en lasten (%)

‒ 5,1

‒ 9,7

‒ 4

‒ 5

0

Aantal klachten in %

0,10

0,15

0,16

0,21

      

Asiel:

     

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

81

79

78

73

90

Standhouden van beslissingen in %

92

90

84

81

85

Gemiddelde kostprijs (x €1 )

2.410

2.700

2.941

3.440

2.874

Omzet (x € mln.)

199

224

263

270

244

      

Regulier:

     

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

86

88

91

86

95

Standhouden van beslissingen in %

82

84

82

75

80

Gemiddelde kostprijs (x €1 )

689

743

736

796

670

Omzet (x € mln.)

225

203

229

277

253

      

Naturalisatie:

     

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

54

53

89

95

95

Gemiddelde kostprijs (x €1 )

638

625

554

570

510

Omzet (x € mln.)

23

32

31

30

29

Toelichting

Doorlooptijden

De tijdigheid van asiel producten is 73% binnen termijn. De norm wordt niet gerealiseerd. Tijdigheid is een resultante van instroom en de productieopdracht van de IND, waarbij het laatste is gebaseerd op wat de IND realistisch gezien aankan. In 2022 was er sprake van een instroomniveau dat de (huidige) verwerkingscapaciteit van de IND overstijgt. Oplopende werkvoorraden en langere doorlooptijden zijn daarvan het onvermijdelijke gevolg.

In 2022 is de gemiddelde doorlooptijd regulier gedaald naar 86% onder invloed van met name de kostprijsproducten Bezwaar Regulier en MVV-Nareis. Dit komt voornamelijk door de hogere instroom, krapte op de arbeidsmarkt, complex wordend beleid en onvoorziene ontwikkelingen (bijv. conflict in de Oekraïne) waarop door de organisatie geanticipeerd moest worden. Net als in de voorgaande jaren worden binnen veel reguliere domeinen de afgesproken tijdigheidsdoelen binnen de norm gehaald. Zo is in 2022 adequaat gereageerd op de substantieel hogere instroom kennismigranten welke is ontstaan vanwege de krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt en is de tijdigheid daarbij binnen de afgesproken kaders gebleven.

Bij naturalisatie is de ketentijdigheid (incl. aandeel gemeente en Kabinet van de Koning) gestegen naar 95%. Deze stijging is in de doelmatigheidsindicatoren van 2021 ook te zien. Dit is het resultaat van de maatregelen en investeringen die in de afgelopen jaren zijn gedaan om de meerjarige piekinstroom bij naturalisatie het hoofd te kunnen bieden. Deze meerjarige piekinstroom bij naturalisatie is het gevolg van de hoge reguliere en asielinstroom in de voorgaande jaren. Met de genomen maatregelen is het naturalisatieproces geoptimaliseerd en gedigitaliseerd, en er is veel aandacht gegeven aan de uitbreiding en begeleiding van het personeel en betere aansturing.

Gemiddelde kostprijs

De gemiddelde kostprijs Asiel is in 2022 gestegen door het hoge aantal afdoeningen van relatief arbeidsintensieve en daarmee dure producten(o.a. spoor 4). Dit heeft een verhogend effect heeft op de gemiddelde kostprijs. Het percentage van het veruit duurste asielproductie is in de afgelopen jaren opgelopen van 15 % van de totale asiel productie in 2020 tot 25% van de totale asiel productie in 2022. De gemiddelde kostprijs Regulier is ook gestegen. Door krapte op de arbeidsmarkt, complex wordend beleid en onvoorziene ontwikkelingen (bijv. conflict in de Oekraïne) is op sommige reguliere producten minder uitgestroomd dan begroot. Daarentegen zijn als gevolg van de substantiële stijging hoge instroom kennismigranten meer producten uitgestroomd dan begroot. Per saldo is de kostprijs gestegen.

De gemiddelde kostprijs naturalisatie is in 2022 gestegen (na een daling in 2021 als gevolg van de genomen efficiëntie verhogende maatregelen) vanwege de uitvoering van de regeling waarmee RANOV-vergunningshouders kunnen naturaliseren. Deze zaken zijn veel arbeidsintensiever gebleken dan de overige naturalisatieverzoeken.

Standhouding van beslissingen

Het percentage standhouden beslissingen is gedaald. De rechtspraak is naar aanleiding van de kinderopvangtoeslagen affaire, en de maatschappelijke ontwikkeling dat er meer aandacht uitgaat naar de menselijke maat, kritischer gaan kijken naar de besluiten van de bestuursorganen en is op sommige punten indringender gaan toetsen. Dit is ook terug te zien bij de toetsing van (asiel)besluiten van de IND. Er worden hoge eisen gesteld aan de motivering van de besluiten en indien de motivering van het besluit te kort schiet, wordt het besluit vernietigd.

De Afdeling heeft bovendien in 2022 een aantal belangwekkende uitspraken gedaan, die hebben gemaakt dat een groot aantal soortgelijke zaken niet in stand konden blijven. Hierbij wordt verwezen naar bijv. de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van 19 januari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:93 en ECLI:NL:RVS:2022:94) waarin de Afdeling geoordeeld heeft dat de geldende werkinstructie voor de beoordeling van afvalligheid niet voldoet en aangescherpt en verduidelijkt moet worden. Alle zaken waarbij afvalligheid als asielmotief was aangedragen en was afgedaan onder werkinstructie 2019/19 waren daardoor niet langer verdedigbaar. Een ander voorbeeld is de uitspraak van de Afdeling van 28 september 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2713) waarin de Afdeling verduidelijkt heeft op welke wijze de IND opvolgende aanvragen moet beoordelen van personen wiens bekering in eerdere procedure(s) ongeloofwaardig is bevonden en die hebben aangegeven dat er sprake is van geloofsgroei. Ook dit heeft tot groot aantal intrekkingen en gegrondverklaringen geleid omdat de IND uitgebreider moet horen en motiveren in dit soort zaken.

Klachten:

De klachten worden alleen IND totaal bijgehouden en gerapporteerd.

Licence