Base description which applies to whole site

Artikel 23 Kennis en innovatie

A. Algemene doelstelling

De Minister van LNV streeft naar een goed functionerende kennis-, innovatie- en onderzoeksinfrastructuur op het terrein van landbouw, voedsel en natuur die bijdraagt aan een duurzaam, concurrerend en ecologisch houdbaar landbouw- en voedselsysteem met maximale benutting van circulariteit en bijdraagt aan maatschappelijke opgaven op het terrein van klimaat, biodiversiteit, energie en water.

B. Rol en verantwoordelijkheid

  • De Minister van LNV is medeverantwoordelijk voor de instandhouding van een groene kennis- en onderzoeksinfrastructuur ten behoeve van het landbouw-, natuur- en voedseldomein.

  • De Minister van LNV is verantwoordelijk voor de inzet en verspreiding van kennis en innovatie gericht op de verdere verduurzaming van de land- en tuinbouw en visserij en het voedselsysteem, inclusief het sluiten van kringlopen, het benutten van reststromen en met respect voor de biodiversiteit en natuurlijke ecosystemen.

  • De Minister van LNV is als penvoerder verantwoordelijk voor de inhoudelijke programmering van Wageningen Research op basis van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek.

  • De Minister van LNV is als vakminister medeverantwoordelijk, met de Minister van OCW, voor de invulling en de inzet van het groen onderwijs ten behoeve van de maatschappelijke opgaven op het terrein van landbouw, voedsel, water en klimaat.

De Minister van LNV is (mede)verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Het bevorderen van kennisontwikkeling, kennisbenutting en kennisverspreiding, nieuwe technologieën (ICT) en educatie voor de bijdrage aan de maatschappelijke opgaven op het terrein van verduurzaming landbouw en visserij, voedsel, behoud en versterking biodiversiteit en natuur, klimaat, water en de economische concurrentiekracht van de Nederlandse agro- en tuinbouwsector.

  • Het bevorderen van publiek-private samenwerking gericht op het opstellen en (laten) uitvoeren van meerjarige missiegedreven innovatieprogramma’s voor Landbouw, Water en Voedsel.

  • Het bevorderen van de inzet van kennis en innovatie binnen het domein van Landbouw, Water en Voedsel, in het bijzonder in de topsectoren Agri&Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen op basis van een meerjarige kennis- en innovatieagenda (KIA) en een kennis- en innovatieconvenant (KIC).

  • Het bevorderen van educatie en kennisverspreiding over voedsel richting scholen.

  • Het bevorderen van educatie en kennisverspreiding naar agrarische ondernemers.

  • Het stimuleren van internationale samenwerkingsprogramma’s voor onderzoek gericht op de maatschappelijke opgaven op het terrein van landbouw, voedsel, water, milieu en klimaat.

  • Het stimuleren van het ontwikkelen van praktijkkennis voor structureel natuurherstel en -beheer via het kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN).

  • Het stimuleren van startups bij het ontwikkelen van innovatieve manieren van werken bij het oplossen van maatschappelijke opgaven op het terrein van landbouw, voedsel, natuur, biodiversiteit, water en klimaat.

Financieren

  • Het financieren van de kennisbasis van Wageningen Research, op basis van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek.

Regisseren

  • Regievoering op de subsidieverlening aan Wageningen Research en de opdrachtverlening RIVM voor het groene domein.

  • Het regisseren van meerjarige missiegedreven programmering van kennis en innovatie met stakeholders ten behoeve van de maatschappelijke opgaven op het terrein van landbouw, voedsel, natuur, biodiversiteit en klimaat.

Uitvoeren

  • Het uitvoering geven aan het Groenpact, samen met het groene onderwijs en het bedrijfsleven.

  • De uitvoering van wettelijke onderzoekstaken door Wageningen Research gericht op genetische bronnen, voedselveiligheid, besmettelijke dierziekten, economische informatievoorziening, natuur en milieu en visserij.

Onderstaand wordt ingegaan op de belangrijkste gerealiseerde beleidsresultaten in 2022.

Innovatie op het boerenerf

Binnen het programma ‘Innovatie op het boerenerf’ zijn in 2022 een dertigtal demobedrijven van start gegaan in tien provincies. Demobedrijven hebben als doel om (collega-)boeren te inspireren en hen te leren over duurzame omschakeling Demobedrijven per provincie | Groeien naar morgen. In het kader van de Sabe-regeling (Subsidiemodule bedrijfsadvisering en educatie) zijn opnieuw een aantal praktijkleernetwerken ondersteund, waarin boeren samen werken en kennis delen over kringlooplandbouwthema’s die relevant zijn in de eigen regio. Er zijn 4160 Sabe-vouchers voor onafhankelijk advies gericht op kringlooplandbouw en stikstofreductie verstrekt en zijn twee nieuwe cursussen voor boeren en adviseurs geïntroduceerd die met Sabe-vouchers kunnen worden gevolgd. Deze hebben als onderwerpen natuurinclusief ondernemen en precisielandbouw en worden net als de eerder ontwikkelde cursussen voor adviseurs en boeren op het terrein van stikstof door de groene hogeronderwijsinstellingen verzorgd. Met de Vereniging voor Agrarische Bedrijfsadviseurs (VAB) zijn afspraken gemaakt over het opzetten van een systeem voor permanente educatie voor de in het bedrijfsadviseringssysteem (BAS-register) geregistreerde adviseurs. Hiermee wordt de kwaliteit van het agrarisch advies verder verhoogd en geborgd. 

Programma Jong Leren Eten

Steeds meer scholen hebben aandacht voor voedseleducatie. Het programma Jong Leren Eten brengt daarbij duurzaam voedsel en gezonde voeding bij elkaar. Er is meer ingezet op voedseleducatie in het speciaal onderwijs en bij de oudere doelgroepen (18-24 jaar), zowel via generieke als vakspecifieke opleidingen. Het primaire en voortgezette onderwijs is zoals in voorgaande jaren ondersteund met subsidie om voedseleducatie te implementeren. In 2022 is ingezet op borging door ondersteuning van de Alliantie Schooltuinen, Boerderijeducatie Nederland en Boer in de klas en verdere verbetering van de kwaliteit van het onderwijsmateriaal.

Beleidsinformatie

Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 23 (bedragen x €1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Omschrijving

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

0

0

0

265.621

449.055

229.587

219.468

        

Uitgaven

0

0

 

244.170

253.210

244.539

8.671

        

Subsidies (regelingen)

       

Beleidsondersteunend onderzoek

0

0

 

54.086

50.725

28.844

21.881

Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid

0

0

 

57.077

58.579

66.784

‒ 8.205

Kennisverspreiding en groen onderwijs

0

0

 

16.244

23.703

24.465

‒ 762

Opdrachten

       

Kennisontwikkeling en innovatie

0

0

 

9.570

12.296

14.546

‒ 2.250

Bijdrage aan agentschappen

       

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

0

0

 

12.455

11.697

8.060

3.637

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

       

Wageningen Research

0

0

 

94.738

96.210

101.825

‒ 5.615

ZonMw

0

0

 

0

0

15

‒ 15

        

Ontvangsten

0

0

0

12.240

11.643

12.107

‒ 464

        

Ontvangsten

       

Kennisontwikkeling en innovatie

0

0

0

12.240

11.643

12.107

‒ 464

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2022 zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de staffel die te vinden is in de leeswijzer van dit jaarverslag.

Op artikel 23 is in 2022 € 448,6 mln. aan verplichtingen gerealiseerd. Het verschil van € 219,0 mln. ten opzichte van de vastgestelde begroting wordt verklaard door het meerjarig verplichten van enkele (meerjarige) onderzoeksprogramma’s van Wageningen Research, zoals enkele programma’s met wettelijke onderzoekstaken (WOT-programma’s) en het nationaal kennisprogramma stikstof (NKS). Hiervoor is het verplichtingenbudget 2022 bij 2e suppletoire begroting 2022 verhoogd.

Subsidies

Beleidsondersteunend onderzoek

De realisatie van de uitgaven beleidsondersteunend onderzoek vallen in 2022 € 21,8 mln. hoger uit. Dit komt doordat er meer subsidie is verstrekt aan Wageningen Research voor uitvoering van beleidsondersteunend onderzoek dan oorspronkelijk begroot. Het ging hierbij onder andere om nieuw onderzoek ten behoeve van klimaatprogramma’s zoals integrale aanpak van methaan- en ammoniakemissies (€ 5,1 mln.), voerpilots in melkveehouderij (€ 3,0 mln.), Kas als Energiebron (€ 2,9 mln.) en het onderzoeksprogramma ERRAZE (€ 0,8 mln.) ten behoeve van het Nationaal Actieplan Versterken Zoönosenbeleid. Voor de overige € 10,0 mln. gaat het om aanvullend beleidsondersteunend onderzoek door Wageningen Research dat werd gefinancierd uit andere begrotingsartikelen van LNV.

Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid

Op het budget missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid vallen de uitgaven in 2022 met € 8,2 mln. lager uit. Deze middelen zijn ingezet voor onder andere beleidsondersteunend onderzoek door WR binnen begrotingsartikel 23 Kennis en innovatie.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Wageningen Research

De bijdrage aan Wageningen research valt binnen het budget op dit begrotingsartikel in 2022 met € 5,6 mln. lager uit. Dit wordt veroorzaakt door een overboeking naar artikel 24. Het budget is bedoeld voor NVWA ter financiering van handhavingsonderzoek dat door WR wordt uitgevoerd binnen het programma Voedselveiligheid van de wettelijke onderzoekstaken (WOT-Voedselveiligheid). De NVWA wordt gefinancierd via artikel 24.

Licence