De overheid biedt een financiële tegemoetkoming aan ouders of verzorgers voor de kosten van kinderen.
De overheid biedt ouders of verzorgers een financiële tegemoetkoming voor de kosten voor verzorging en opvoeding van kinderen op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de kinderbijslagvoorziening BES (Caribisch Nederland). Gezinnen met een laag of middeninkomen komen daarnaast in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van de Wet op het kindgebonden budget (WKB).
De Minister financiert de tegemoetkoming met uitkeringsregelingen. Zij is in deze rol verantwoordelijk voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
– de vaststelling van het niveau van de tegemoetkoming op grond van de AKW, de WKB en de kinderbijslagvoorziening BES;
– de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de AKW door de SVB;
– de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de WKB door Dienst Toeslagen.
Noodopvang
In 2022 zijn voorbereidingen getroffen om een binnen toeslagen prangend knelpunt op te lossen, namelijk om per 1 januari 2023 de feitelijke situatie leidend te maken voor ouders die in de noodopvang verblijven. Dat betekent dat een ouder, die door huiselijk geweld in de opvang terecht komt, automatisch de kinderbijslag en het kindgebonden budget ontvangt. Per 1 januari 2023 is er ook recht op de Alleenstaande ouderkop (ALO-kop). De inkomsten sluiten hiermee beter aan op de feitelijke situatie ten aanzien van de kindgerelateerde kosten. Dit is geregeld via het Belastingplan 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36 202).
Intensivering Kindgebonden budget
In 2022 is het maximumbedrag kindgebonden budget voor het tweede kind verhoogd. In 2022 zijn tevens de voorbereidingen getroffen om het kindgebonden budget in 2023 opnieuw te verhogen. De verhogingen in 2023 zijn onderdeel van het pakket aan koopkrachtmaatregelen 2023 en zijn wettelijk geregeld via het Belastingplan 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36 202). De genomen maatregelen maken daarmee onderdeel uit van de ambitie om kinderen in armoede beter te bereiken en het verlagen van het aantal huishoudens met kinderen dat onder de armoedegrens leeft.
Positieve uitzondering koppelingsbeginsel Kindgebonden budget
Gezinnen met kinderen waarin één van de partners geen verblijfstatus heeft, hebben geen recht op kindgebonden budget. Dat dit ook geldt voor kinderen die Nederlands zijn of een verblijfrecht hebben, is een onvoorzien gevolg van het koppelingsbeginsel. Ook de Nationale Ombudsman heeft hierover gerapporteerd in het rapport «Nederlandse kinderen ontkoppeld». Vanaf 2022 is voor een dergelijke situatie in het kindgebonden budget een uitzondering op het koppelingsbeginsel opgenomen. Hiermee is het onvoorziene gevolg verholpen.
Terugdraaien niet-indexeren kindbedragen kinderbijslag
Het kabinet is in 2022 afgestapt van het voornemen om de basisbedragen en het extra bedrag voor alleenstaanden of alleenverdienenden in de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) in 2022 en 2023 niet te indexeren en in 2024 deels niet te indexeren.
Verhoging Kinderbijslagvoorziening BES op Caribisch Nederland
Om toe te werken naar meer bestaanszekerheid op Caribisch Nederland moeten de inkomens worden verhoogd en de kosten van levensonderhoud worden verlaagd. In dit kader is de Kinderbijslagvoorziening (AKV) BES per 1 juli 2022 verhoogd met $10 per maand. De AKV BES is vervolgens per 1 januari 2023 verder verhoogd met nog eens $20 per maand.
Invoering Dubbele Kinderbijslag Intensieve Zorg op Caribisch Nederland
Het kabinet is voornemens om ouders woonachtig op Caribisch Nederland met een kind dat intensieve zorg behoeft per 1 januari 2024 recht te geven op dubbele kinderbijslag intensieve zorg. Hiermee wordt het bedrag dat deze ouders ontvangen voor de kinderbijslagvoorziening BES verdubbeld. Vooruitlopend op de invoering hebben deze gezinnen met een zorgintensief kind in 2022 al een eenmalig bedrag ontvangen via een tijdelijke regeling.
Realisatie | Vastgestelde begroting1 | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Verplichtingen | 5.493.447 | 5.936.534 | 6.553.288 | 6.525.745 | 6.850.451 | 6.479.308 | 371.143 |
Uitgaven | 5.493.447 | 5.936.534 | 6.553.288 | 6.525.745 | 6.850.451 | 6.479.308 | 371.143 |
Inkomensoverdrachten | |||||||
AKW | 3.360.989 | 3.635.727 | 3.648.851 | 3.678.956 | 3.935.401 | 3.653.862 | 281.539 |
Kinderbijslagvoorziening BES | 1.857 | 3.239 | 4.486 | 4.433 | 5.597 | 4.448 | 1.149 |
WKB | 2.130.601 | 2.297.568 | 2.899.951 | 2.842.356 | 2.909.453 | 2.820.998 | 88.455 |
Ontvangsten | 218.189 | 191.310 | 198.758 | 163.076 | 186.904 | 187.532 | ‒ 628 |
Ontvangsten | |||||||
Restituties | 218.189 | 191.310 | 198.758 | 163.076 | 186.904 | 187.532 | ‒ 628 |
Inkomensoverdrachten
Algemene Kinderbijslagwet (AKW)
De AKW biedt ouders of verzorgers een tegemoetkoming in de kosten die het opvoeden en verzorgen van kinderen onder de 18 jaar met zich mee brengt. De AKW wordt uitgevoerd door de SVB.
Budgettaire ontwikkelingen
De AKW-uitgaven voor 2022 vallen € 282 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de loon- en prijsbijstelling (€ 246 miljoen), is de realisatie € 36 miljoen hoger dan begroot. Deze bijstelling wordt vooral verklaard door het hogere aantal kinderen in de realisatie ten opzichte van de begroting 2022.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Begroting 2022 | Verschil 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal gezinnen AKW (x 1.000, jaargemiddelde) | 1.901 | 1.891 | 1.884 | 1.874 | 1.870 | 1.861 | 9 |
Aantal telkinderen AKW (x 1.000, jaargemiddelde)1 | 3.372 | 3.353 | 3.342 | 3.323 | 3.319 | 3.301 | 18 |
Aantal dubbele AKW uitkeringen ( x 1.000, ultimo jaar): | |||||||
Kind uitwonend vanwege onderwijsredenen | 1,3 | 1,1 | 1,0 | 0,9 | 0,9 | ‒2 | ‒ |
Kind thuiswonend met intensieve zorg | 29,0 | 31,0 | 32,2 | 32,0 | 34,2 | ‒2 | ‒ |
Kind uitwonend vanwege ziekte of handicap | 1,1 | 1,1 | 1,0 | 1,1 | 1,2 | ‒2 | ‒ |
Extra tegemoetkoming AKW (x 1.000) | 8,1 | 8,8 | 9,6 | 10,5 | 10,4 | ‒2 | ‒ |
Bron: SVB, jaarverslag of SVB, administratie.
Handhaving
De eisen die in de kinderbijslag worden gesteld aan 16- en 17-jarigen zijn per 1 januari 2020 afgeschaft. Het gaat om de bijverdiengrens en het verlies van het recht op tegemoetkomingen wanneer het kind gaat studeren aan het hoger onderwijs. Met deze wijzigingen kent de AKW te weinig verplichtingen om zinvol onderzoek te doen. Om deze reden maakt de kinderbijslag geen onderdeel meer uit van het onderzoek kennis der verplichtingen.
De afschaffing van deze eisen met ingang van 2020 heeft er ook toe geleid dat het aantal geconstateerde overtredingen en het benadelingsbedrag ten opzichte van 2019 afnemen en dit is gestabiliseerd in 2022. De incassoratio met betrekking tot terugvorderingen in cohort 2022 bedraagt 32%. Dit is lager dan voorgaande jaren, omdat de terugvorderingsperiode korter is.
Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Preventie1 | Gepercipieerde detectiekans (%) | 69 | 67 | ‒2 | ‒2 | ‒2 | |||
Kennis van de verplichtingen (%) | 73 | 72 | ‒2 | ‒2 | ‒2 | ||||
Opsporing3 | Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000) | 0,5 | 0,4 | 0,3 | 0,2 | 0,3 | |||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)4 | 2,2 | 9 | 3,0 | 1,9 | 1,9 | ||||
Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln) | 1,5 | 4,9 | 2,3 | 1,7 | 1,7 | ||||
Sanctionering3 | Aantal waarschuwingen (x 1.000) | 3,1 | 8,6 | 3,9 | 2,5 | 3 | |||
Aantal boetes (x 1.000) | 1,0 | 1,6 | 0,6 | 0,4 | 0,3 | ||||
Totaal boetebedrag (x € 1 mln) | 0,3 | 0,4 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | ||||
Ontstaansjaar vordering | |||||||||
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |||||
Terugvordering3 | Incassoratio fraudevorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2022 (%) | 63 | 59 | 55 | 58 | 32 |
Wet kinderbijslagvoorziening BES
De kinderbijslagvoorziening BES biedt ouders of verzorgers die op Bonaire, Sint Eustatius en Saba wonen een tegemoetkoming voor de kosten van opvoeding en verzorging van kinderen die nog geen 18 jaar zijn. De kinderbijslagvoorziening BES wordt uitgevoerd door de RCN-unit SZW namens de Minister van SZW.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitkeringslasten voor de kinderbijslagvoorziening BES vielen € 1,1 miljoen hoger uit dan voorzien bij de vastgestelde begroting. Dit wordt voornamelijk verklaard door de reguliere loon- en prijsbijstelling (€ 0,2 miljoen), een beleidsmatige verhoging per 1 juli (€ 0,3 miljoen) en een tegenvallende euro-dollar koers (circa € 0,3 miljoen).
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Begroting 2022 | Verschil 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal kinderen kinderbijslagvoorziening BES (x 1.000, ultimo) | 4,4 | 4,7 | 4,7 | 4,5 | 4,3 | 4,7 | ‒ 0,4 |
Bron: RCN-unit SZW.
Wet op het kindgebonden budget (WKB)
Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming van de overheid in de kosten van kinderen voor gezinnen tot een bepaald inkomen en vermogen. De WKB wordt uitgevoerd door Dienst Toeslagen. Indien sprake is van een aanvulling op buitenlandse gezinstoeslagen, is de SVB verantwoordelijk voor de uitbetaling van de WKB.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitkeringslasten WKB komen circa € 90 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 47 miljoen), is de realisatie € 43 miljoen hoger dan begroot.
De uitgaven voor het lopende toeslagjaar 2022 zijn circa € 130 miljoen lager uitgekomen ten opzichte van de ontwerpbegroting. Dit komt doordat bij het opstellen van de ontwerpbegroting nog rekening werd gehouden met een aanzienlijke impact van de coronapandemie op de inkomens van huishoudens met kinderen. Al vrij vroeg in 2022 bleek dit niet het geval te zijn. Vandaar dat de uitgaven neerwaarts zijn bijgesteld.
Verder is het voorschot wat in december 2022 wordt uitbetaald voor januari 2023 circa € 69 miljoen hoger dan voorzien. De verklaring is de forse intensivering van de WKB per 1 januari 2023, die ten tijde van de ontwerpbegroting 2022 nog niet bekend was.
Daarnaast zijn de nabetalingen over voorgaande toeslagjaren fors gestegen ten opzichte van de raming (circa € 102 miljoen). Uit de realisatiecijfers blijkt dat de Dienst Toeslagen per saldo steeds meer nabetaalt na afloop van het toeslagjaar. Daarnaast leidt de verhoging van de afbouwgrens voor paren vanaf het jaar 2020 tot fors meer nabetalingen. Met deze aanpassing hebben meer paren (circa 250.000) WKB ontvangen omdat hun inkomen binnen de afbouwgrens kwam te vallen. Met het effect hiervan op de nabetalingen was bij het opstellen van de ontwerpbegroting nog onvoldoende rekening gehouden. Een andere verklaring voor de hogere nabetalingen is dat steeds meer mensen afzien van een voorschot in het betreffende toeslagjaar. Dit leidt tot een verschuiving van uitgaven in lopende toeslagjaren naar nabetalingen. Oftewel lagere uitgaven in jaar t en hogere uitgaven in de jaren t+1 en verder over toeslagjaar t.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Begroting 2022 | Verschil 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal huishoudens WKB (x 1.000, jaargemiddelde) | 795 | 763 | 1.007 | 985 | 919 | 951 | ‒ 32 |
Aantal kinderen WKB (x 1.000, jaargemiddelde) | 1.473 | 1.415 | 1.843 | 1.829 | 1.718 | 1.763 | ‒ 45 |
Aantal alleenstaande ouders WKB (x 1.000, jaargemiddelde) | 340 | 341 | 344 | 343 | 337 | 340 | ‒ 3 |
Bron: Ministerie van Financiën, Toeslagen.
De cijfers in de tabel over oude jaren kunnen afwijken van de cijfers uit het jaarverslag 2021. Dit komt doordat het definitieve recht op kindgebonden budget pas na afloopafloopvan het jaar wordt vastgesteld (dit kan meerdere jaren duren). Daarnaast ziet circa 5% van de doelgroep in de eerste instantie af van een voorschot, waardoor de toekenning pas achteraf zichtbaar wordt.
Ontvangsten
De ontvangsten komen per saldo € 1 miljoen lager uit dan begroot.