Base description which applies to whole site

10.2 Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

De Immigratie- en Naturalisatiedienst is dé toelatingsorganisatie van Nederland die, als uitvoeringsorganisatie, het vreemdelingenbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.

Tabel 71 Staat van baten en lasten IND (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde

 

Verschil

 

Omschrijving

begroting (1)

Realisatie (2)

(3=2-1)

Realisatie 2022

     

Baten

    

Omzet

579.320

796.433

217.113

577.943

Omzet moederdepartement

519.320

721.066

201.746

504.013

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

60.000

75.367

15.367

73.930

Vrijval voorzieningen

0

229

229

110

Bijzondere baten

0

0

0

0

Rentebaten

0

3.497

3.497

369

Totaal baten

579.320

800.160

220.840

578.422

     

Lasten

    

Apparaatkosten

528.270

620.247

91.977

532.580

- Personele kosten

433.792

500.359

66.567

427.973

Waarvan eigen personeel

371.292

402.380

31.088

341.221

Waarvan inhuur externen

57.500

93.587

36.087

82.704

Waarvan overige personele kosten

5.000

4.391

‒ 609

4.048

- Materiële kosten

94.478

119.889

25.411

104.607

Waarvan apparaat ICT

1.000

826

‒ 174

691

Waarvan bijdrage aan SSO's

60.000

72.115

12.115

61.993

Waarvan overige materiële kosten

33.478

46.948

13.470

41.923

Materiële programma kosten

44.000

85.965

41.965

57.507

Rentelasten

50

0

‒ 50

0

Afschrijvingskosten

7.000

3.634

‒ 3.366

5.467

- Materieel

2.000

1.163

‒ 837

1.626

Waarvan apparaat ICT

50

1.000

950

1.524

Waarvan overige materiele kosten

1.950

163

‒ 1.787

101

- Immaterieel

5.000

2.471

‒ 2.529

3.842

Overige lasten

0

29.677

29.677

9.154

- Dotaties voorzieningen

0

29.664

29.664

9.149

- Bijzondere lasten

0

13

13

5

Totaal lasten

579.320

739.524

160.204

604.709

     

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

60.636

60.636

‒ 26.287

Agentschapsdeel Vpb-lasten

 

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

60.636

60.636

‒ 26.287

In vergelijking met de oorspronkelijke begroting zijn de baten en lasten hoger dan begroot. Dit wordt onder meer verklaard door:

  • De hogere productie(afspraken) en de daarmee gepaard gaande hogere kosten als gevolg van de inzet van meer personeel en materieel. De hogere productie(afspraken) komen voort uit de jaarlijkse herijking van de Meerjaren Productie Prognose(MPP). Daarnaast is in 2023 gestart met project Bespoediging Afdoening Asiel (BAA) om een deel van de voorraad asielzaken versneld af te handelen. Voor de hogere productie(afspraken) is confrom de bekostigingsafspraken aanvullende dekking vanuit JenV ontvangen.

  • De loon- en prijsontwikkeling in 2023 als gevolg van de nieuwe CAO en de inflatie.

  • De werkzaamheden in het kader van de berscherming van ontheemden uit Oekraïne. De IND heeft hiervoor in 2023 € 6 miljoen aan kosten voor gemaakt, waarvoor een aanvullende dekking vanuit JenV is ontvangen.

  • In 2023 was de instroom van asielzoekers dermate hoog dat de IND niet in staat was om tijdig op alle asielverzoeken te beslissen. Op basis van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) is het financieel risico dwangsommen per eind 2023 gewaardeerd. In 2023 is € 29,1 miljoen toegevoegd aan de voorziening dwangsommen. Vanuit JenV is hiervoor een aanvullende bijdrage ontvangen.

Baten

Omzet moederdepartement

Uitgangspunt voor het berekenen van de totaal gerealiseerde baten zijn de vastgestelde bekostigingsafspraken en de IND kostprijzen 2023. Daarnaast is de IND nog separaat gefinancierd. Dit is vastgesteld in de opdrachtbrief 2023.

In 2023 is een omzet moederdepartement gerealiseerd van € 721 mln. en deze is als volgt opgebouwd.

Tabel 72 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)

Specificatie omzet moederdepartement

31-12-2023

31-12-2022

- Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten

589.329

391.244

- Waarvan productgroep Asiel

291.923

180.179

- Waarvan productgroep Naturalisatie

26.366

19.793

- Waarvan productgroep Ketenondersteuning

8.506

6.342

- Waarvan productgroep Regulier

262.534

184.929

- Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

202.630

184.700

   

Subtotaal:

791.959

575.944

- Waarvan omzet gecorrigeerd voor leges

‒ 70.893

‒ 71.931

- Waarvan omzet gecorrigeerd voor diversen

0

0

Totaal omzet moederdepartement

721.066

504.013

Totaal omzet direct gerelateerd aan geleverde producten

De totaal gerealiseerde pxq omzet bedraagt € 589,3 mln. Deze is bepaald op basis van de bekostigingsafspraken, de vastgestelde IND kostprijzen 2023 en de gerealiseerde productie aantallen in 2023. De pxq omzet in 2023 is toegenomen door een hogere productie en de jaarlijkse herijking van de kostprijzen. De hogere productieafspraken komen voor uit de bijstelling van de MPP alsmede afspraken vanuit project Bespoediging Afdoening Asiel.

Totaal omzet overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

Naast de pxq omzet wordt een lumpsumbijdrage en de bijdrage voor een aantal specifieke activiteiten van het moederdepartement ontvangen. De specifieke activiteiten zijn: het bieden van tijdelijke bescherming van ontheemden uit Oekraïne, de uitvoering van het programma Grenzen & Veiligheid en het werven en opleiden van personeel om in te zetten in het asielproces. Tenslotte is een specifieke bijdrage ontvangen voor de kosten die samenhangen met de uitkering van dwangsommen.

Omzet gecorrigeerd

De omzet moederdepartement is volgens de bekostigingsafspraken gecorrigeerd voor de ontvangen leges.

Omzet derden

In de omzet derden worden onder andere de leges voor het aanvragen van vergunningen, de bijdrage uit internationale projecten en doorbelastingen voor huisvesting verantwoord. De omzet derden 2023 bedraagt € 75,4 mln. De realisatie wijkt af van de begroting doordat meer leges en incidentele EU subsidies zijn ontvangen. De EU subsidies hebben geen structureel karakter en zijn om die reden niet meegenomen in de begroting.

Rentebaten

Rentebaten hangen samen met het gebruik maken van de depositofaciliteit van het ministerie van Financiën en over het positieve saldo gedurende het jaar van de rekening courant met het ministerie van Financiën. In 2023 heeft de IND € 3,5 mln. aan rentebaten ontvangen.

Vrijval voorzieningen

In 2023 heeft er een vrijval plaatsgevonden inzake de reorganisatievoorzieningen VWNW, dwangsommen en BW/WW voor een bedrag ter grootte van € 229K.

Bijzondere baten

In 2023 zijn geen bijzondere baten verantwoord.

Lasten

Apparaatskosten

De apparaatskosten zijn onderverdeeld in 2 categorieën.

- personele kosten,

- materiële kosten.

Personele kosten

De ambtelijke bezetting van de IND is eind 2023 5.067 fte. De externe inhuur is eind 2023 972 fte.

Om op de grote instroom in te spelen, heeft de IND de capaciteit verder uitgebreid, meer dan begroot.

Het gemiddelde aantal fte’s ambtelijk personeel over 2023 bedraagt 4.880. De bijbehorende gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 80k. De stijging van de gemiddelde loonsom wordt onder meer verklaard door de afspraken uit de nieuwe CAO Rijk.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan uit huisvestingskosten, de kosten voor in- en uitbesteding en de materiële programmakosten. De laatste hebben een directe relatie met de uitvoering van de IND taken, zoals tolkenkosten, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek, documenten en de kosten van automatisering voor het primair proces. Door de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van bescherming van Oekraïnse ontheemden zijn de materiele kosten gestegen (stickers voor paspoort, huren van locaties, beveiliging en transport en de huisvesting van tijdelijk IND personeel).

Daarnaast zijn de productiekosten (inzet tolken en vervoer) hoger als gevolg van de hogere productie bij de sporen en het hoger aantal vervoersbewegingen door een toename van het aantal COA locaties.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn in 2023 lager dan de afschrijvingskosten van 2022. De IND investeert steeds minder in activa doordat activiteiten op huisvesting en automatisering steeds meer via Rijksbrede Shared Service organisaties worden georganiseerd en aangeboden. Daarnaast zijn de afschrijvingskosten lager, omdat activa aan het einde van de afschrijvingstermijn zijn.

Overige lasten

In 2023 hebben er dotaties plaatsgevonden inzake de reorganisatievoorzieningen VWNW, dwangsommen en BW/WW voor een bedrag ter grootte van € 29,7 mln.

Tabel 73 Balans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2023

31-12-2022

Activa

  

Vaste activa

13.790

8.288

Immateriële activa

5.974

4.734

Materiële vaste activa

7.816

3.554

waarvan grond en gebouwen

23

0

waarvan installaties en inventarissen

449

357

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

7.344

3.197

Vlottende Activa

223.456

85.438

Voorraden en onderhanden projecten

862

1.135

Debiteuren

4.542

4.890

Overige vorderingen en overlopende activa

18.434

6.021

Liquide middelen

199.618

73.391

Totaal Activa

237.246

93.726

   

Passiva

  

Eigen vermogen

60.636

‒ 26.287

Exploitatiereserve

0

0

Onverdeeld resultaat

60.636

‒ 26.287

Voorzieningen

25.515

7.729

Langlopende schulden

814

3.437

Leningen bij het Ministerie van Financiën

814

3.437

Kortlopende schulden

150.281

108.846

Crediteuren

17.136

9.778

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

1.108

1.537

Overige schulden en overlopende passiva

132.037

97.531

Totaal Passiva

237.246

93.726

Toelichting op de debetzijde van de balans

Debiteuren

Tabel 74 Debiteuren, Nog te ontvangen (bedragen x € 1.000)
 

Moeder-

Andere

Derden

 
 

departement

Ministeries

(buiten het rijk)

Totaal

Debiteuren

317

89

4.700

5.107

Nog te ontvangen

9.883

1.375

7.175

18.434

     

Totaal

10.200

1.465

11.875

23.541

Toelichting op de creditzijde van de balans

Eigen vermogen

Tabel 75 Overzicht Eigen Vermogen (bedragen x € 1.000)
 

Exploitatiereserve

Onverdeeld resultaat

Totaal

Stand 01-01-2023

0

0

0

Onverdeeld resultaat 2022 (+/-)

‒ 26.287

0

‒ 26.287

Toevoeging door moederdepartement 2023 (+)

26.287

0

26.287

Storting aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

Onverdeeld resultaat 2023 (+/-)

0

60.636

60.636

Stand 31-12-2023

0

60.636

60.636

Storting door moederdepartement

Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar. De Regeling Agentschappen (artikel 27 lid 4c) schrijft voor dat het eigen vermogen van een agentschap niet groter mag zijn dan 5% van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen drie jaar.

In 2023 heeft het moederdepartement € 26,3 mln. gestort om het negatieve eigen vermogen per 31 december 2022 aan te vullen.

Onverdeeld resultaat

Het onverdeelde saldo van baten en lasten over 2023 bedraagt € 60,6 mln. positief.

Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen 3 jaar

Het eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet van de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen). In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen 3 jaar opgenomen.

Tabel 76 Ontwikkeling eigen vermogen (bedragen x € 1.000)

Jaar

Omzet

Eigen vermogen

%

2023

800.160

60.636

8%

2022

578.422

‒ 26.287

‒ 5%

2021

531.883

‒ 20.188

‒ 4%

Voorzieningen

Tabel 77 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving voorziening

Stand per

Vrijval

Dotatie

Onttrekking

Stand per

 

1-1-2023

in 2023

in 2023

in 2023

31-12-2023

Voorziening Reorganisatie 2015 - Vrijwillig

0

0

0

0

0

Voorziening Reorganisatie 2015 - Verplicht

0

0

0

0

0

Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Vrijwillig

0

0

0

0

0

Voorziening Reorganisatie 2016 FM - Verplicht

0

0

0

0

0

Voorziening Maatwerk

321

229

0

67

24

Voorziening Remplacenten

0

0

0

0

0

Voorziening Wachtgeldverplichtingen BW/WW

517

0

126

313

330

Voorziening Wachtgeldverplichtingen RVU

0

0

444

0

444

Voorziening Dwangsommen

6.891

0

29.094

11.268

24.717

Totaal

7.729

229

29.664

11.648

25.515

De voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:

Reorganisatievoorzieningen (VWNW)

Vanaf 2014 zijn er diverse voorzieningen gevormd welke verband hielden met de nieuwe inrichting van de IND per 1 september 2015. Deze voorzieningen hebben betrekking op de medewerkers van de afdeling Facilitaire Bedrijfsvoering, de nog niet geplaatste medewerkers uit de verplichte fase van 2015. In 2023 is voor € 67K aan de voorziening onttrokken en is een bedrag van € 229K vrijgevallen. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2023 € 24K.

Voorziening Wachtgeldverplichtingen (WW/BW)

De IND is eigenrisicodrager voor de WW en bovenwettelijke WW aanspraken van voormalige medewerkers. Alle lopende wachtgeldverplichtingen zijn opgenomen in een voorziening. De hoogte en looptijden van de uitkeringen zijn gebaseerd op opgaven van het UWV en APG. Voor alle medewerkers die in de berekening van de voorziening wachtgeldverplichtingen zijn meegenomen, is voorzichtigheidshalve de maximale uitkeringsduur gehanteerd aangezien geen betrouwbare inschatting is te maken over een eventuele tussentijdse uitstroom. Voor voormalige medewerkers die een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden, worden na verloop van tijd geen verplichtingen meer opgenomen. In 2023 is voor € 313K aan de voorziening onttrokken. In 2023 is er voor € 126K aan de voorziening gedoteerd. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2023 € 330K.

Voorziening Regeling voor vervroegde uittreding(RVU)

Vanaf 2023 kan men gebruik maken van de regeling RVU. Per 2023 is er op deze voorziening € 444K gedoteerd. Dit is ook de stand van de voorziening

Voorziening Dwangsommen

Het betreft hier de voorziening met betrekking tot dwangsommen. Per 31 december 2019 is het financieel risico van de ingediende ingebrekestelling (IGS) en beroep niet tijdig beslissen (BNTB) gewaardeerd. In 2023 is voor € 11,3 mln. aan dwangsommen betaald (onttrokken aan de voorziening) en is voor € 29,1 mln. aan de voorziening gedoteerd. De stand van de voorziening bedraagt per 31-12-2023 € 24,7 mln.

Voorziening Dienstjubilea

Het is om de volgende redenen niet doelmatig om een voorziening te treffen. Ten eerste vanwege het feit dat de omvang van toevoegingen en onttrekkingen aan de voorziening met elkaar in lijn liggen en de financiële impact in enig jaar beperkt is en ten tweede omdat de adminstratieve lasten hoog zijn.

Crediteuren en kortlopende schulden

Niet opgenomen vakantie uren

Onderdeel van de kortlopende schulden zijn de niet opgenomen vakantieuren.

Tabel 78 Kortlopende schuld niet opgenomen vakantie uren (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2023

31-12-2022

Vakantiedagen

42.853

29.275

Totaal

42.853

29.275

De stand van de niet opgenomen vakantieuren, de nog te betalen (resterende) verlofdagen, zijn als kortlopende schuld opgenomen op de balans. Naast vakantieverlof, zijn er binnen de overheid ook een aantal bijzondere verlofsoorten, zoals ouderschapsverlof en pasverlof, deze zijn buiten de berekening gelaten.

Crediteuren

Het saldo crediteuren bedraag per 31-12-2023 € 17,1 mln. Het saldo van deze post heeft betrekking op de (per balansdatum) nog te betalen facturen.

Tabel 79 Crediteuren en kortlopende schulden (bedragen x € 1.000)
 

Moeder-

Andere

Derden

 
 

departement

Ministeries

(buiten het rijk)

Totaal

Crediteuren

6.598

3.985

6.553

17.136

Overige schulden en overlopende passiva

60.484

22.046

49.507

132.037

Totaal

67.082

26.031

56.060

149.173

Tabel 80 Kasstroomoverzicht per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde

 

Verschil

  

begroting (1)

Realisatie (2)

(3=2-1)

1

Rekening Courant RHB 1 januari 2023 +/+ stand depositorekeningen

109.932

73.374

‒ 36.558

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+)

579.320

876.712

297.392

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 572.320

‒ 764.581

‒ 192.261

2

Totaal operationele kasstroom

7.000

112.132

105.132

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 710

‒ 9.153

‒ 8.443

 

Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+)

0

16

16

3

Totaal investeringskasstroom

‒ 710

‒ 9.137

‒ 8.427

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+)

0

26.287

26.287

 

Aflossing op leningen (-/-)

‒ 7.000

‒ 3.053

3.947

 

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

710

0

‒ 710

4

Totaal financieringskasstroom

‒ 6.290

23.234

29.524

5

Rekening-courant RHB 31 december 2023 +/+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

109.932

199.602

89.670

Algemeen

De realisatiecijfers van het kasstroomoverzicht zijn opgesteld volgens de directe methode.

Investeringen

De investeringen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op software/licenties, inventaris, installaties en hardware. Het bedrag aan gerealiseerde investeringen is hoger dan hetgeen voor 2023 is begroot.

Eenmalige storting door moederdepartement

Het totaal van het eigen vermogen mag volgens artikel 27 lid 4 e en f, niet minder bedragen dan nul. Per 31 december 2022 bedroeg het eigen vermogen van de IND € 26,3 miljoen negatief. Op grond van artikel 25 lid 2 van de regeling, is bij de eerste suppletoire wet (Voorjaarsnota) dit negatieve eigen vermogen in 2023 aangevuld. Deze storting is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt.

Aflossing op lening

De aflossing op de leningen is lager uitgevallen dan de oorspronkelijke begroting.

Beroep op leenfaciliteit

In 2023 is er geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. Dit als gevolg van afnemende investeringen door onder andere het gebruik maken van diensten bij SSO’s.

Tabel 81 Doelmatigheidsindicatoren
     

oorspronkelijke

 

realisatie

realisatie

realisatie

realisatie

begroting

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

2023

IND totaal

     

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

3.821

4.011

4.558

5.067

4.900

Saldo van baten en lasten (%)

‒ 9,7

‒ 4

‒ 5

8,2

0

Aantal klachten in %

0,15

0,16

0,21

0,23

      

Asiel:

     

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

79

78

73

78

90

Standhouden van beslissingen in %

90

84

81

85

85

Gemiddelde kostprijs (x €1 )

2.700

2.941

3.440

4.418

3.228

Omzet (x € mln.)

224

263

270

398

271

      

Regulier:

     

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

88

91

86

83

95

Standhouden van beslissingen in %

84

82

75

79

80

Gemiddelde kostprijs (x €1 )

743

736

796

912

753

Omzet (x € mln.)

203

229

277

358

273

      

Naturalisatie:

     

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

53

89

95

94

95

Gemiddelde kostprijs (x €1 )

625

554

570

663

522

Omzet (x € mln.)

32

31

30

36

29

Toelichting - Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2023

Doorlooptijden

De tijdigheid van asiel producten is 78% binnen termijn. Dit is een stijging van de tijdigheid is ten opzichte van vorig jaar. Tijdigheid is een resultante van de instroom en de productieopdracht van de IND, waarbij het laatste is gebaseerd op wat de IND realistisch gezien aankan. In 2023 was er sprake van een instroomniveau dat de (huidige) verwerkingscapaciteit van de IND overstijgt. Oplopende werkvoorraden en langere doorlooptijden -en daarmee het niet realiseren van tijdigheidsnormen- zijn daarvan het onvermijdelijke gevolg.

In 2023 is de gemiddelde doorlooptijd regulier gedaald naar 83% onder invloed van met name producten Bezwaar Regulier en MVV-Nareis.

Bij deze inhoudelijk complexe producten ondervindt de productie hinder van de hogere instroom, steeds complex wordend beleid en het onvoldoende snel kunnen aantrekken en inzetten van gekwalificeerd personeel

Net als in de voorgaande jaren worden bij veel andere producten binnen het reguliere domein de afgesproken tijdigheidsdoelen binnen de norm gehaald.

Bij naturalisatie bedraagt de ketentijdigheid (incl. aandeel gemeente en Kabinet van de Koning) 94%. Sinds 2021 is een stijging in gang gezet; in 2020 was de tijdigheid nog 53% Dit is het resultaat van de maatregelen en investeringen die in de afgelopen jaren zijn gedaan. Met de genomen maatregelen is het naturalisatieproces geoptimaliseerd en gedigitaliseerd en is er veel aandacht gegeven aan de uitbreiding en begeleiding van het personeel en betere aansturing.

Gemiddelde kostprijs

De gemiddelde kostprijs Asiel is in 2023 gestegen door het hoge aantal afdoeningen van relatief arbeidsintensieve en daarmee dure producten (o.a. spoor 4 zaken). Dit heeft een verhogend effect heeft op de gemiddelde kostprijs. Het percentage van de veruit duurste asielproductie is in de afgelopen jaren opgelopen van 15 % van de totale asiel productie in 2020 tot ruim 25% van de totale asiel productie in 2023.

De gemiddelde kostprijs 2023 van Regulier en Naturalisatie is gestegen tov de begroting door met name niet begrote prijsstijgingen (waaronder personele en materiële kosten) en een toename van de uitstroom van producten met een relatief hoge kostprijs.

Standhouding van beslissingen

Het percentage instandhoudingen van zowel reguliere als asiel beslissingen is gestegen ten opzichte van 2023. Nog steeds zien we dat de rechtspraak kritischer kijkt naar de besluiten van de IND, op sommige punten indringender is gaan toetsen en eerdere uitgezette lijnen verlaat. Er worden hoge eisen gesteld aan de motivering van de besluiten en indien de motivering van het besluit te kort schiet, wordt het besluit vernietigd.

De Afdeling heeft in 2022 een tweetal belangwekkende uitspraken gedaan, die hebben gemaakt dat een groot aantal reguliere zaken niet in stand konden blijven, dit heeft ook zijn doorwerking gehad in 2023 omdat de besluiten pas in dat jaar door de rechtbanken en de Afdeling getoetst werden. Het gaat om een uitspraak die de IND dwingt vaker horen in de bezwaarfase (uitspraak 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1918). En een uitspraak van 13 juli 2022 waarin de Afdeling oordeelde dat de toetsing van artikel 8 van het EVRM fundamenteel anders moet worden uitgevoerd (uitspraak 13 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2006).

De omstandigheid dat Italië sinds december 2022 diverse malen heeft aangegeven dat het overdragen van asielzoekers op grond van de Dublinverordening tijdelijk moet worden opgeschort vanwege het gebrek aan opvangfaciliteiten heeft gemaakt dat een groot aantal overdrachtsbesluiten die zagen op Italië niet in stand zijn gebleven. De Afdeling heeft in de uitspraken van 26 april 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1654 en ECLI:NL:RVS:2023:1655) geoordeeld dat op grond hiervan niet langer van het interstatelijke vertrouwensbeginsel mag worden uitgegaan en vooralsnog niet aan Italië mag worden overgedragen.

Ook uitspraken over bijvoorbeeld geloofsgroei uit september 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2713) en de opdracht aan de IND om nader onderzoek te doen naar wat de ondervraging door de Iraanse autoriteiten op het vliegveld betekent voor het risico op vervolging of onmenselijke behandeling bij terugkeer voor die vreemdelingen die een religieus asielmotief ten grondslag hebben gelegd aan hun asielaanvraag (zie o.a. ECLI:NL:RVS:2022:93) heeft tot er toe geleid dat een groot aantal besluiten niet in stand zijn gebleven. Maar ook bijvoorbeeld het op 7 juli 2023 ingestelde besluit- en vertrekmoratorium voor Sudan, en de daar voorafgaande verslechterde veiligheidssituatie, heeft gemaakt dat de IND tot een groot aantal intrekkingen heeft moeten overgaan.

Klachten

De klachten worden alleen IND totaal bijgehouden en gerapporteerd.

Licence