Inleiding
SSC-ICT is partner van en voor het Rijk. Samen met zeven ministeries werkt SSC-ICT aan een eigentijdse en compacte Rijksdienst. Naast de werkplekautomatisering wordt gewerkt aan de ontwikkeling en het beheer van applicaties, housing en hosting, en ICT-infrastructuren voor rijksgebouwen en tijdens evenementen. 50.000 ambtenaren werken via de ICT-omgeving. SSC-ICT beheert verder ruim 2.000 applicaties en ondersteunt internationale missies.
In 2023 is SSC-ICT verder gegaan met het faciliteren van het hybride werken in de vorm van het verstevigen van netwerkverbindingen en het uitrollen van vergadervoorzieningen over de vergaderzalen in het verzorgingsgebied. Hiermee is het tijd-, plaats- en apparaat onafhankelijk kunnen werken verder verbeterd. Daarbij heeft SSC-ICT last van krapte op de arbeidsmarkt in het algemeen en die op het gebied van ICT in het bijzonder.
Na beëindiging van het transitieprogramma is gestart met de transformatie. Het doel is te werken aan het verhogen van de klantgerichtheid, het optimaliseren en moderniseren van de dienstverlening, het versterken van de digitale weerbaarheid en het verder ontwikkelen van talent en organisatie. In 2023 is meer aandacht gekomen voor de gehele transformatie, dus niet alleen de projecten die onder de transformatie vallen. De governance van de transformatie is hiervoor gewijzigd: er is naast het Transformatieboard een Transformatieprojectenboard gekomen. Hierdoor kunnen zowel de projecten als de verandering/transformatie voldoende worden besproken. Daarnaast hebben we diverse verbetermaatregelen doorgevoerd, zo worden de afnemers veel meer betrokken bij de projecten van SSC-ICT. Eén van de voorbeelden is dat bij het bepalen van de Microsoft tenantstrategie (gedeeld of eigen tenant), een klantentaskforce is opgezet voor input en voortgangsmelding.
Staat van baten en lasten
Omschrijving | (1) vastgestelde begroting2023 | (2) Realisatie 2023 | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | (4)Realisatie 2022 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 324.405 | 370.959 | 46.554 | 323.685 |
waarvan omzet moederdepartement | 89.727 | 111.482 | 21.755 | 92.410 |
waarvan omzet overige departementen | 233.778 | 258.479 | 24.701 | 230.479 |
waarvan omzet derden | 900 | 998 | 98 | 796 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 2.328 | 2.328 | 107 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 324.405 | 373.287 | 48.882 | 323.792 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 292.440 | 321.367 | 28.927 | 273.377 |
- Personele kosten | 160.272 | 164.320 | 4.048 | 143.392 |
waarvan eigen personeel | 98.057 | 100.858 | 2.801 | 89.398 |
waarvan inhuur externen | 56.881 | 58.581 | 1.700 | 51.988 |
waarvan overige personele kosten | 5.334 | 4.881 | ‒ 453 | 2.006 |
- Materiële kosten | 132.168 | 157.047 | 24.879 | 129.985 |
waarvan apparaat ICT | 108.294 | 133.195 | 24.901 | 107.291 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 20.858 | 19.399 | ‒ 1.459 | 21.190 |
waarvan overige materiële kosten | 3.016 | 4.453 | 1.437 | 1.504 |
Rentelasten | 0 | 1.321 | 1.321 | 441 |
Afschrijvingskosten | 43.515 | 50.045 | 6.530 | 42.294 |
- Materieel | 35.682 | 42.894 | 7.212 | 37.496 |
waarvan apparaat ICT | 35.682 | 42.894 | 7.212 | 37.496 |
waarvan overige materiële afschrijvingskostenkosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 7.833 | 7.151 | ‒ 682 | 4.798 |
Overige lasten | 0 | 3.151 | 3.151 | 5.496 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 2.461 | 2.461 | 4.735 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 690 | 690 | 761 |
Totaal lasten | 335.955 | 375.884 | 39.929 | 321.608 |
Saldo van baten en lasten uit alle activiteiten | ‒ 11.550 | ‒ 2.597 | 8.953 | 2.184 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | ‒ 1 | ‒ 1 | ‒ 3 |
Saldo van baten en lasten na belastingen | ‒ 11.550 | ‒ 2.598 | 8.952 | 2.181 |
Programmakosten transitie SSC-ICT | 0 | 0 | 0 | 6.984 |
Programmakosten transformatie SSC-ICT | 11.550 | 14.803 | 3.253 | 2.837 |
Saldo van baten en lasten uit reguliere activiteiten | 0 | 12.205 | 12.205 | 12.002 |
Toelichting
In de jaarrekening worden, naast de reguliere activiteiten ook de kosten voor het Programma transformatie verantwoord terwijl de dekking hiervan via het bestemmingsfonds op de balans verloopt. Deze kosten zijn meegenomen in de begroting en realisatie van 2023. Het bestemmingsfonds komt per 1-1-2024 te vervallen. Het financiële resultaat, inclusief de realisatie van de kosten voor de transformatie komt uit op € 2,6 mln. negatief. Na verrekening van de, via het bestemmingsfonds gedekte, transformatiekosten á € 14,8 mln. komt het resultaat van de reguliere activiteiten over 2023 uit op € 12,2 mln. positief.
Baten
Omzet
De realisatie van de totale baten voor 2023 komt uit op € 373,3 mln. tegen een begroting van € 324,4 mln. Het verschil van € 48,9 mln. wordt veroorzaakt door een hogere omzet (€ 46,6 mln.) in de afname van mobiele apparatuur, accounts en vergadervoorzieningen en als resultaat van prijsstijgingen. Ook wordt dit veroorzaakt door een correctie op de omzet van € 4,7 mln. met betrekking tot voorgaande boekjaren. De omzet is onderverdeeld in drie categorieën: generiek, gemeenschappelijk en klantspecifiek.
Omschrijving | Vastgestelde begroting 2023 | Realisatie 2023 | Realisatie 2022 |
---|---|---|---|
Generiek | 9.732 | 9.930 | 8.839 |
Gemeenschappelijk | 278.988 | 326.143 | 280.823 |
Klantspecifiek | 35.685 | 34.886 | 34.023 |
Totaal | 324.405 | 370.959 | 323.685 |
Omzet generiek en gemeenschappelijk
De realisatie van generiek en gemeenschappelijk komt uit op € 336,1 mln. tegen een begroting van € 288,7 mln. Het verschil van € 47,4 mln. wordt voornamelijk verklaard door een toename in uitgifte van extra voorzieningen vanwege het hybride werken waaronder mobiele apparaten, accounts en audiovisuele dienstverlening op locaties. In de begroting was beperkt rekening gehouden met een stijging van het aantal gebruikers.
Omzet klant specifiek
Voor klant specifieke baten is de realisatie € 34,9 mln. tegen een begroting van € 35,7 mln. Een verschil van € 0,8 mln. Dit komt met name omdat de hoeveelheid projecten zijn verminderd t.o.v. 2022. Ook wordt dit veroorzaakt door een correctie op de omzet van € 4,7 mln. met betrekking tot voorgaand boekjaar.
Vrijval voorzieningen
De vrijval voorziening dubieuze debiteuren betreft 2 disputen over facturen van 2022 welke zijn gecrediteerd in 2023. De vrijval voorziening onderhoud licenties betreft de Oracle licenties voor eigen gebruik en welke zijn uitgegeven als bruikleen.
Lasten
Personele kosten
De realisatie van de personele lasten komt uit op € 164,3 mln. Dit is totaal € 4,0 mln. hoger dan de begroting. Het verschil wordt vooral veroorzaakt door de kosten voor ambtelijk personeel. Deze komen € 2,8 mln. hoger uit dan begroot. Voor het transformatieprogramma is in totaal € 12,4 mln. aan personele kosten verwerkt in de realisatie.
Eigen personeel
De gerealiseerde kosten voor eigen personeel komt uit op € 100,9 mln. ten opzichte van de begroting van € 98,1 mln. Dit is in totaal € 2,8 mln. hoger dan geraamd. Dit komt vooral door een stijging in de gemiddelde kosten per ambtenaar (€ 4,5 mln.) als gevolg van de effecten van de nieuwe CAO. Met name de nieuwe regels omtrent verlof- en IKB uren hebben de gemiddelde kosten verhoogd. De gerealiseerde bezetting is gelijk aan de begroting.
Inhuur externen
De kosten voor externe inhuur zijn begroot op € 56,9 mln. De realisatie is € 58,6 mln. Dit is € 1,7 mln. hoger dan begroot. Dat komt onder andere door meer externe inhuur dan begroot (€ 5,7 mln.) en de lagere gemiddelde kosten per fte inhuur (€ 4,4 mln.). In de realisatie is € 12,4 mln. verwerkt voor externe inhuur in het kader van de transformatie, € 0,8 mln. hoger dan begroot (€ 11,6 mln.).
Overige personeelskosten
De overige personeelskosten betreft voornamelijk reiskosten woon-werkverkeer en opleidingskosten.
Materiële kosten
De realisatie van de totale materiële kosten komt uit op € 157,0 mln. en is met € 24,9 mln. hoger dan de begroting.
Apparaat ICT en overige materiele kosten
De realisatie van de apparaatskosten ICT en de overige materiële kosten tezamen komt uit op € 137,6 mln. Dit is € 26,3 mln. meer dan de begroting. Dit is het gevolg van onder andere stijging van licentiekosten en onderhoudskosten aan apparatuur.Hiermee is eveneens deels rekening gehouden bij de tariefstelling 2023, hetgeen ook is verwerkt in de 1e suppletoire begroting. Desondanks zijn de lasten hoger uitgevallen gegeven de hogere omzet.
Bijdrage aan SSO's
De realisatie van de bijdragen aan SSO’s is € 19,4 mln. Dit is € 1,5 mln. lager dan geraamd. Dit komt met name omdat de overige dienstverlening BZK en de huur van onroerende goederen lager zijn dan begroot.
Rentelasten
Het ministerie van Financiën berekent per september 2022 rekening-courantrente. Over 2023 komt dit uit € 1,3 mln.
Afschrijvingskosten
De realisatie van de afschrijvingslasten, materieel en immaterieel, komt uit op € 50,0 mln. In de begroting was hiervoor € 43,5 mln. begroot. Het verschil wordt met name verklaard in de toename in investeringen in activa zoals laptops, datacenter, hardware voor hosting en hardware voor connectivity, waardoor de afschrijvingen toenemen.
Dotaties voorzieningen
Totaal is € 2,5 mln. gedoteerd aan de voorzieningen. Onderhoud licenties heeft betrekking op de licenties die per 31 december niet in eigen gebruik zijn genomen of in bruikleen zijn uitgegeven aan afnemers.
Bijzondere lasten
Hiervoor was in de begroting geen bedrag opgenomen. De realisatie van de bijzondere lasten komt op uit op € 0,7 mln. materiële desinvesteringen van voornamelijk storage, die vervroegd is afgeschreven.
Saldo van baten en lasten
Het resultaat van de reguliere activiteiten komt uit op € 12,2 mln. positief. Dit wordt met name veroorzaakt door een hogere omzet van € 46,6 mln. t.o.v. de begroting. Bij de tariefstelling 2023 is hier deels al rekening mee gehouden (verwerkt in 1e suppletoire begroting). Desondanks is de hoeveelheid geleverde producten en diensten nóg hoger uitgevallen. De begroting voor de lasten, inclusief € 11,6 mln. transformatiekosten, is € 336,0 mln. Exclusief transformatie is de begroting € 324,4 mln. De realisatie exclusief transformatiekosten komt uit op € 361,1 mln. Dit is € 36,7 mln. hoger dan de begroting. Dat komt met name door het resultaat van prijsstijgingen en een stijging in de afname van met name mobiele apparatuur, accounts en vergadervoorzieningen.
De realisatie van de totale baten voor 2023 komt uit op € 373,3 mln. tegen een begroting van € 324,4 mln. Het verschil van € 48,9 mln. wordt veroorzaakt door een hogere omzet (€ 46,6 mln.) in de afname van mobiele apparatuur, accounts en vergadervoorzieningen en als resultaat van prijsstijgingen. Ook wordt dit veroorzaakt door een correctie op de omzet van € 4,7 mln. met betrekking tot voorgaande boekjaren. De omzet is onderverdeeld in drie categorieën: generiek, gemeenschappelijk en klantspecifiek.
De gerealiseerde totale lasten, inclusief transformatie, komen uit op € 375,9 mln. ten opzichte van de geraamde € 336,0 mln. in de begroting. Dit is een verschil van € 39,9 mln. In de realisatie is € 14,8 mln. meegerekend voor de uitvoering van het transformatieprogramma. De totale kosten voor de reguliere activiteiten komen uit op € 361,1 mln. Dit is € 36,7 mln. hoger dan begroot. Dit is met name het gevolg van hogere apparaatskosten ICT. Hiermee is eveneens deels rekening gehouden bij de tariefstelling 2023, hetgeen ook is verwerkt in de 1e suppletoire begroting. Desondanks zijn de lasten logischerwijze hoger uitgevallen gegeven de hogere omzet.
Balans
Balans 2023 | Balans 2022 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 100.936 | 86.291 |
Immateriële vaste activa | 6.589 | 7.658 |
Materiële vaste activa | 94.347 | 78.633 |
waarvan installaties en inventarissen | 5.183 | 5.526 |
waarvan overige materiële vaste activa | 89.164 | 73.107 |
Vlottende activa | 74.164 | 78.569 |
Voorraden en onderhanden projecten | 6.818 | 13.124 |
Debiteuren | 9.281 | 8.049 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 49.902 | 45.093 |
Liquide middelen | 8.163 | 12.303 |
Totaal activa | 175.100 | 164.860 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 28.422 | 30.951 |
Exploitatiereserve | 15.054 | 14.534 |
Bestemmingsfonds | 15.966 | 14.237 |
Onverdeeld resultaat | ‒ 2.598 | 2.180 |
Voorzieningen | 1.752 | 1.398 |
Langlopende schulden | 50.099 | 44.776 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 50.099 | 44.776 |
Kortlopende schulden | 94.827 | 87.735 |
Crediteuren | 12.755 | 17.058 |
Belastingen en premies sociale lasten | 52 | 132 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 37.416 | 34.183 |
Overige schulden en overlopende passiva | 44.604 | 36.362 |
Totaal passiva | 175.100 | 164.860 |
Toelichting
Debiteuren
De stand van de debiteuren kan als volgt worden gespecificeerd:
Omschrijving | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
---|---|---|
Debiteuren moederdepartement | 4.968 | 4.248 |
Debiteuren overige departementen | 5.153 | 6.887 |
Debiteuren derden | 2 | 251 |
10.123 | 11.386 | |
-/- Voorziening dubieuze debiteuren | ‒ 842 | ‒ 3.337 |
Totaal | 9.281 | 8.049 |
Per vordering wordt bezien of er dispuut bestaat over de betaling van de vordering en wat de kans is dat de vordering niet betaald wordt. Het bedrag wat hieruit volgt eind 2022 is € 3,3 mln. Voor 2023 betreft dat € 0,8 mln.
Overige vorderingen en overlopende activa
Omschrijving | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
---|---|---|
Vooruitbetaalde kosten | 37.654 | 33.860 |
Overige vorderingen | 3.561 | 3.599 |
Nog te factureren bedragen | 8.687 | 7.634 |
Totaal | 49.902 | 45.093 |
x € 1.000 | ||
Omschrijving | 31-12-2023 | 31-12-2022 |
Overige vorderingen en overlopende activa moederdepartement | 3.788 | 68 |
Overige vorderingen en overlopende activa overige departementen | 4.894 | 7.693 |
Overige vorderingen en overlopende activa derden | 41.220 | 37.332 |
49.902 | 45.093 |
In de vooruitbetaalde kosten zijn onder andere facturen opgenomen voor licenties € 33,6 mln., onderhoud en supportkosten € 2,3 mln., en leasekosten € 0,2 mln. welke een looptijd hebben van langer dan een jaar. De vooruitbetaalde kosten zijn € 3,8 mln. hoger dan 2022. Dat komt met name door een stijging van de vooruitbetaalde licentiekosten. De vooruitbetaalde leasekosten zijn afgenomen t.o.v. 2022 omdat de leases sinds 2023 maandelijks worden gefactureerd waardoor geen transitorische post ontstaat.
Eigen vermogen
Ontwikkeling van het eigen vermogen 2023
Het eigen vermogen is ten opzichte van 2022 gedaald met € 2,5 mln. Dat komt met name door het saldo van baten en lasten over 2023 (€ 2,6 mln. negatief). Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeeld resultaat uit het verslagjaar. Op grond van 5% van de gemiddelde omzet over de jaren 2020 tot en met 2023, bedraagt de maximaal toegestane stand van het eigen vermogen € 16,553 mln. Conform artikel 25 van de regeling Agentschappen zal het surplus eigen vermogen worden hersteld bij de 1e suppletoire begrotingswet. Dit herstel vindt plaats door afstorting naar het moederdepartement. De afstorting van het moederdepartement bedraagt € 10,707 mln.
2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|
Saldo per 1 januari | 24.726 | 33.446 | 30.952 |
Foutherstel | 0 | 0 | 0 |
Gecorrigeerd saldo per 31 december | 24.726 | 33.446 | 30.952 |
Saldo van baten en lasten | 3.076 | 2.181 | ‒ 2.598 |
Directe mutaties in het eigen vermogen | |||
Uitkering aan het moederdepartement | ‒ 3.356 | ‒ 17.676 | ‒ 11.480 |
Bijdrage door het moederdepartement | 0 | 5.000 | 11.550 |
Bijdrage door overige departementen | 9.000 | 8.000 | 0 |
Saldo per 31 december | 33.446 | 30.952 | 28.422 |
Berekening surplus/tekort eigen vermogen | |||
Saldo Programmakosten Transitie SSC-ICT | 15.270 | 6.984 | 0 |
Saldo Programmakosten Transformatie SSC-ICT | 0 | 2.837 | 14.803 |
Saldo Bestemmingsfonds per 31 december | ‒ 16.506 | ‒ 14.237 | ‒ 15.966 |
Toevoeging aan Bestemmingsfonds | 0 | 0 | 0 |
Maximale exploitatiereserveop grond van 5% van de gemiddelde omzet over de jaren 2021 tot en met 2023 | ‒ 14.534 | ‒ 15.054 | ‒ 16.553 |
17.676 | 11.482 | 10.706 |
Bestemmingsfonds
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft, na een afspraak in 2023 met het Ministerie van Financiën, de door de afnemers toegezegde bijdragen aan de kosten van het transitieprogramma van € 11,55 mln. in 2023 gestort in het bestemmingsfonds. Daarnaast is bevat het bestemmingsfonds een restant uit het transitieprogramma van € 4,45 mln.
Voorzieningen
Omschrijving | Stand per31-12-2022 | Vrijval 2023 | Dotatie 2023 | Onttrekking 2023 | Stand per31-12-2023 |
---|---|---|---|---|---|
Voorziening onderhoud licenties | 1.398 | ‒ 1.398 | 1.752 | 0 | 1.752 |
Totaal | 1.398 | ‒ 1.398 | 1.752 | 0 | 1.752 |
Totaal is € 2,5 mln. gedoteerd aan de voorzieningen. Onderhoud licenties heeft betrekking op de licenties die per 31 december niet in eigen gebruik zijn genomen of in bruikleen zijn uitgegeven aan afnemers.
Kortlopende schulden
Crediteuren
De post crediteuren betreft de gefactureerde bedragen die SSC-ICT nog moet betalen aan haar leveranciers. Het saldo van deze post heeft betrekking op de (per balansdatum) nog te betalen facturen.
De specificatie naar afnemersgroep is als volgt:
Omschrijving | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
---|---|---|---|
Crediteuren moederdepartement | 1.416 | 11 | |
Crediteuren overige departementen | 248 | 482 | |
Crediteuren derden | 11.091 | 16.565 | |
Totaal | 12.755 | 17.058 |
Overige schulden en overlopende passiva
De specificatie is als volgt:
Omschrijving | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |
---|---|---|---|
Nog te ontvangen facturen | 24.379 | 24.549 | |
Nog te verrekenen | 5.575 | 1.391 | |
Vooruit gefactureerde bedragen | 450 | 770 | |
Opgebouwde rechten personeel | 14.200 | 9.652 | |
Totaal | 44.604 | 36.362 | |
x € 1.000 | |||
31-12-2023 | 31-12-2022 | ||
Overige verplichtingen en overlopende passiva moederdepartement | 26.116 | 16.890 | |
Overige verplichtingen en overlopende passiva overige departementen | 6.191 | 812 | |
Overige verplichtingen en overlopende passiva derden | 12.297 | 18.660 | |
44.604 | 36.362 |
Kasstroomoverzicht
(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie 2023 | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2023 + stand depositorekeningen | 14.397 | 12.302 | ‒ 2.095 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 324.405 | 388.685 | 64.280 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 292.440 | ‒ 337.162 | ‒ 44.722 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 31.965 | 51.523 | 19.558 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 60.000 | ‒ 64.977 | ‒ 4.977 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 690 | 690 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 60.000 | ‒ 64.287 | ‒ 4.287 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | ‒ 11.480 | ‒ 11.480 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 11.550 | 11.550 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 40.500 | ‒ 38.005 | 2.495 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 60.000 | 46.560 | ‒ 13.440 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 31.050 | 8.625 | ‒ 22.425 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2023 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is 0,5 miljoen €. | 17.412 | 8.163 | ‒ 9.249 |
Toelichting
Investeringskasstroom
Het totaal van de investeringen in ICT-goederen (hard- en software) in 2023 bedroeg € 64,3 mln. De investeringen zijn per saldo hoger dan begroot. Immateriële investeringen betrof licenties en software € 7,7 mln. Materiele investeringen betrof € 58,9 mln. vergadervoorzieningen, mobiele apparatuur, datalijnen, bekabeling, dataopslagruimte- en apparatuur en ontwikkelplatforms.
Financieringskasstroom
De eenmalige uitkering aan moederdepartement betreft de afdracht van ons surplus van het eigen vermogen per 31 december 2022, conform de regeling Agentschappen.
De storting door het moederdepartement betreft € 11,6 mln. (conform de afspraak met het Ministerie van Financiën).
SSC-ICT roept enkele keren per jaar de leningen af. Voor 2023 bedraagt het beroep op de leenfaciliteit € 46,6 mln. De stand van de rekening courant RHB per 31 december 2023 ad € 8,2 mln. is de resultante van het behaalde resultaat en het saldo van de in de jaren opgebouwde vorderingen- en schuldenpositie. De daling van het saldo op de Rekening Courant Rijkshoofdboekhouding t.o.v. de begroting wordt onder andere verklaard door het niet volledig afroepen van leningen voor de gedane investeringen in 2023. In 2023 heeft SSC-ICT, na verrekening van desinvesteringen, voor € 64,3 mln. geïnvesteerd en voor € 46,6 mln. beleend bij het ministerie van Financiën. SSC-ICT heeft voor € 17,7 mln. zelf gefinancierd waardoor het saldo liquide middelen negatief beïnvloed is. Door de hogere omzet is de impact op de liquiditeit beperkt gebleken.
Doelmatigheidsindicatoren
Omschrijving generiek deel | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Vastgestelde begroting 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Fte-totaal (excl. Externe inhuur) | 986,4 | 984,5 | 980,5 | 1.040,1 | 1.040,0 |
Aantal externe fte's in % van de totale fte's | 20,9% | 20,4% | 23,4% | 22,7% | |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 1,4% | 1,0% | 0,7% | ‒ 0,7% | ‒ 4,0% |
Klanttevredenheid (KTO) | 6,0 | n.b. | n.b. | n.b. | 7,0 |
Gebruikerstevredenheid beleving (GTO) | 6,5 | 7,3 | 7,2 | 7,5 | 7,0 |
Medewerkertevrededenheid (MTO) | 6,5 | 6,7 | n.b | 6,8 | 7,0 |
Kostprijs | |||||
Digitale werkomgeving basis | 720 | 570 | 850 | 1.245 | 884 |
Digitale werkomgeving on-line | 710 | 730 | 595 | 535 | 619 |
Digitale werkomgeving light | 260 | 255 | 270 | 255 | 281 |
Basis inrichting kantoorpand | 73 | 66 | 63 | 69 | |
Fatclient DWR special | 810 | 845 | 975 | 879 | |
Kiosk PC incl monitor | 520 | 720 | 750 | 730 | 780 |
Omzet per productgroep (PxQ) (bedragen x € 1.000) | |||||
Generiek | 8.649 | 10.835 | 8.839 | 9.930 | 9.732 |
Gemeenschappelijk | 246.141 | 259.830 | 280.823 | 326.143 | 278.988 |
Klantspecifiek | 26.259 | 27.850 | 34.023 | 34.886 | 35.685 |
Totaal | 281.049 | 298.515 | 323.685 | 370.959 | 324.405 |
Omschrijving specifiek deel | |||||
Beschikbaarheid kernsystemen | 99,7% | 99,8% | 99,6% | 99,9% | 99,5% |
Grote incidenten | n.b | 63 | 56 | 58 | 75 |
Geleverd binnen gestelde termijn | n.b | 95,4% | 95,8% | 84,0% | 95,0% |
Life Cycle Management hardware in support | n.b | 98,7% | 90,0% | 90,0% | 80,0% |
Life Cycle Management Software in Support | n.b | 89,4% | 90,7% | 60,6% | 90,0% |
Toelichting
Generiek deel
Fte in- en extern totaal
De gemiddelde bezetting van intern personeel over 2023 is 1040,1 fte en voor externe inhuur 306,2 fte. Het aantal externen ten opzichte van de totale personele bezetting komt uit op een gemiddelde van 22,7%. Dit is hoger dan 1,4% lager welke in de begroting was vastgelegd. Dit wordt veroorzaakt door minder extern personeel dan begroot.
Saldo van baten en lasten
De realisatie van de baten over 2023 is € 373,29 mln. De lasten over 2023 voor de reguliere activiteiten komen uit op € 361,08 mln. Het saldo baten en lasten uit reguliere activiteiten is € 12,21 mln. positief. Het saldo van baten en lasten na belastingen (incl. Transformatie) komt uit op 2,6 mln. negatief.
Klant- en MedewerkerstevredenheidDe klanttevredenheid is in 2023 niet gemeten. Dit wordt in 2024 weer opgepakt.
Gebruikerstevredenheid
Het gemiddelde cijfer in zaken gebruikerstevredenheid voor de gehele dienstverlening van SSC-ICT is uitgekomen op een 7,5 per november 2023. Het meest tevreden zijn alle departementen over de klanttevredenheid en de digitale werkomgeving. Het minst tevreden zijn alle departementen over Microsoft Teams. Echter is deze tevredenheid wel gestegen sinds medio 2023.
MedewerkerstevredenheidDit onderzoek wordt eens in de twee jaar gehouden. In het begin van 2023 is een BZK-breed MTO uitgevoerd. De gemiddelde score bij SSC-ICT kwam uit op 6,8. Dat is een stijging van 0,1 ten opzichte van 2021. Thema’s m.b.t. het individu zoals werkdruk, regeldruk, herstelbehoefte en betrokkenheid, kenden een lagere score dan thema’s op gebied van de inhoud van het werk.
Kostprijzen
De Rijkswerkplekdiensten en de locatie gebonden services vallen onder de standaard dienstverlening. Deze producten worden geleverd als een nutsvoorziening met een jaarlijkse gebruikersvergoeding. Op basis van een inschatting c.q. planning van het gebruik wordt hier vooraf met de klanten een inschatting gemaakt van de jaarkosten die op basis van het feitelijk gebruik worden afgerekend. Als gevolg van het invoeren van een nieuw kostprijsmodel, waarmee beter inzicht wordt verkregen in de daadwerkelijke kosten van de producten en diensten van SSC-ICT, is de kostprijs voor de backend werkomgeving is vanaf 2021 gedifferentieerd naar kostprijzen voor de digitale werkomgeving basis, -online en –light. Deze differentiatie geeft meer inzicht in de mogelijkheden die beschikbaar zijn voor het plaats- en tijd onafhankelijk werken. Via meerdere apparaten is toegang mogelijk tot applicaties en bedrijfsdata.
Omzet
De realisatie van de totale baten voor 2023 komt uit op € 373,3 mln. tegen een begroting van € 324,4 mln. Het verschil van € 48,9 mln. wordt veroorzaakt door een hogere omzet (€ 46,6 mln.) in de afname van mobiele apparatuur, accounts en vergadervoorzieningen en als resultaat van prijsstijgingen. De omzet is onderverdeeld in drie categorieën: generiek, gemeenschappelijk en klantspecifiek. Vrijval voorzieningen betreft een dispuutfactuur.
Specifiek deel
Beschikbaarheid kernsystemen
De beschikbaarheid van de basisinfra wordt gemeten over een vaste set aan kernsystemen, diensten en -platforms. Dit betreft de beschikbaarheid van de Rijks Werkomgeving (RWO) 100%%, Kritische panden 100,0%, Applicatieomgeving 100% en Datacenter Netwerk Diensten 100%. Het niet beschikbaar zijn van een kernsysteem leidt altijd tot een Major Incident waarbij wordt vastgelegd hoe lang een systeem niet beschikbaar is. Gemiddeld kwam de beschikbaarheid uit op 100%.
Grote incidenten
Dit betreft het totaal aantal grote incidenten vanaf het begin van het kalenderjaar. Een groot incident wordt als zodanig gedefinieerd als de urgentie (intolerantie van uitstel), de impact (hoeveel gebruikers zijn geraakt) en het escalatierisico (verspreiding) hoog zijn. De norm voor 2023 is 75 grote incidenten per jaar. De score kwam uit op 58.
Gemiddelde hersteltijd storingen
Hierop heeft in 2023 geen meting plaatsgevonden.
Geleverd binnen gestelde termijn
Dit betreft de doorlooptijd van aanvragen van item uit de Producten en Diensten catalogus (PDC – Servicegroep Werkomgeving) met een afgesproken maximale levertijd. De meeste gebruikers werken al vanaf 2020 thuis. In 2023 kwam de score uit op 84,0% t.o.v. de norm van 95%. In 2022 was de realisatie 95,8%.
LCM hardware
De norm is dat 80% van de gedefinieerde en geregistreerde hardware in support is bij de leverancier. Meting vindt plaats voor netwerkcomponenten, servers en storage. De realisatie komt uit op 90,0%. De server hardware in support blijft hiermee boven de afgesproken norm. Om deze KPI te verbeteren wordt gefocust op het versneld verwerken van de LCM achterstand, waarbij de afhankelijkheid van de te migreren applicaties de beperkte factor is.
LCM software
Dit betreft het percentage softwarecomponenten waarvoor de leverancier beveiliging updates (support) levert. De software-componenten worden hier bepaald als operating-systems (Windows, Linux), runtimes (Java, .net) en applicatie-componenten (incl. databases). Per applicatielandschap is gedefinieerd welke servers daaraan gekoppeld zijn. Per server is inzichtelijk welke softwarecomponenten daarop draaien en tot wanneer zij in support zijn. De norm is 80%. Over 2023 is de realisatie 60,6%.