Base description which applies to whole site

4.5 Artikel 17 Luchtvaart

IenW werkt aan een veilige en duurzame luchtvaart die Nederland goed verbindt met de rest van de wereld en waarbij de kwaliteit van de leefomgeving rond de luchthavens wordt gewaarborgd.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 39 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid art.17
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

37.066

167.781

188.754

60.046

209.745

93.241

116.504

        

Uitgaven

28.695

33.366

26.662

22.536

81.118

46.693

34.425

        

1 Luchtvaart

28.695

33.366

26.662

22.533

81.118

46.693

34.425

        

Ontvangsten

1.631

1.086

2.104

3.256

7.631

5.167

2.464

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij Luchtvaart. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 40 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Stimuleren

De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van de kaders en voor het binnen deze kaders (doen) realiseren van de gewenste ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart.De rol stimuleren heeft betrekking op de volgende taken:- Het voortzetten van de samenwerking met de luchtvaartsector en kennisinstellingen aan de Duurzame Luchtvaarttafel. Daar volgt uitvoering van de verduurzamingsvoorstellen uit het Akkoord Duurzame Luchtvaart(2019) en de Luchtvaartnota (2020).- Het uitvoeren van het programma Luchtvaart in Transitie dat onderscheidende technologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigen stimuleert.- Samen met de luchtvaartsector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties werkt de Minister aan de uitvoering van de innovatiestrategie luchtvaart.- De Minister stimuleert meer en gerichter onderzoek naar niet-CO2-klimaateffecten van de burgerluchtvaart.- Nederland draagt bij aan de Europese strategie voor kennis en innovatie, met doorlopende inzet op optimale vormgeving en benutting van EUsubsidies voor verduurzaming van de luchtvaart.- De Minister stimuleert en faciliteert innovatieve ontwikkelingen van drones en onbemande luchtvaartuigen door experimenteren met nieuwe vervoersvormen mogelijk te maken en door de digitale infrastructuur op een robuuste wijze te implementeren.- De Minister vindt het van belang dat de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport zich ontwikkelen voor de regio’s waarin ze liggen en verwacht van de luchthavens dat zij ten behoeve van de luchthavenbesluiten samen met onder meer omwonenden, belangengroepen en regionale overheden de gewenste ontwikkelrichting van de luchthaven verkennen.

Regisseren

De rol regisseren heeft betrekking op de volgende taken:- De kaders voor de veiligheid van de burgerluchtvaart komen grotendeels internationaal tot stand bij de internationale burgerluchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties (ICAO). De implementatie vindt veelal plaats via regels die rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten. De Minister levert een actieve bijdrage aan de totstandkoming van de kaders op mondiaal en Europees niveau. Nederland zet in op een hoge compliance met deze kaders. De Minister neemt de regie om het Nederlandse luchtvaartveiligheidssysteem verder te versterken.- Regie voeren op de internationale verbondenheid voor Schiphol en de regionale luchthavens van nationale betekenis door de verbondenheid periodiek te beoordelen aan de hand van het beleidskader netwerkkwaliteit.- Regie voeren om te komen tot een hernieuwde balans in de omgeving van Schiphol. In de afweging van de publieke belangen rondom Schiphol heeft het voorrang de geluidsoverlast aan te pakken en tegelijk de economische functie van Schiphol te behouden.- In internationaal verband bijdragen aan de verdere implementatie van het mondiale langetermijndoel van netto-nul CO2-emissies in 2050 vastgesteld door ICAO voor de internationale burgerluchtvaart.- Nederland werkt samen met EU-lidstaten en met de European Civil Aviation Conference (ECAC) om de inzet in ICAO-verband voor te bereiden omtrent de periodieke evaluatie van CORSIA in 2024. Ook de aanscherping van de certificeringstandaard van nieuwe toestellen en motoren op gebied van emissies staat op de agenda.- Nederland blijft inzetten op het realiseren van een accijns voor luchtvaartbrandstoffen voor commercieel vliegverkeer binnen de EU, middels de herziening van de richtlijn energiebelastingen.- Het vaststellen van de (gewijzigde) luchthavenbesluiten voor de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport.- De Minister richt zich nationaal en internationaal op het veiligstellen en verbeteren van de inrichting, het beheer en het gebruik van het luchtruim en op de verbetering van de prestaties van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC),een intensievere samenwerking tussen civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties (integratie) en een betere samenwerking van internationale luchtverkeersleidingsorganisaties binnen het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC).- Regie voeren op verbetering van de samenwerking tussen Schiphol en de regionale luchthavens op de publieke belangen veiligheid, duurzaamheid, kwaliteit van de leefomgeving en verbondenheid.- Voorts zet de Minister in op een intensivering en stroomlijning van de inspanningen van alle overheden, belangenorganisaties en sectorpartijen betrokken bij bovenstaande beleidsopgaven.- Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).

(doen) uitvoeren

De rol uitvoeren heeft betrekking op de volgende taken:- Het uitvoeren van het Nederlandse luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024 met het Nederlands Actieplan voor Luchtvaartveiligheid (NALV) voor de jaren 2023–2026.- Het uitvoeren van de Actieagenda trein en luchtvaart in samenwerking met partners.- Het inzetten op betere internationale (nacht-)treinverbindingen die aansluiten op HSL-knooppunten over de grens.- Het uitvoeren van het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol.- In 2023 werkt IenW aan de effectuering van het hoofdlijnenbesluit Schiphol. Het doel hierbij is om de rechtspositie van omwonenden te herstellen en de geluidsoverlast rondom de luchthaven aan te pakken. Dit is geconcretiseerd in een vermindering van het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol, maar met behoud van de verbondenheid. Dit doet IenW door te werken aan het beëindigen van anticiperend handhaven (herstel rechtspositie), het vaststellen van een gewijzigd Luchthavenverkeerbesluit en door te werken aan de ontwikkeling van een nieuw normenstelsel voor de milieuruimte.- Het ontwikkelen van het nieuwe stelsel voor geluidnormen en aan de reductie van andere emissies.- Verdere invulling geven aan de Programmatische aanpak geluid en aan de uitvoering van de gebiedsagenda.- Het uitwerken van een CO2-plafond per luchthaven.- Verdere implementatie van de Europese bijmengverplichting (ReFuelEU Aviation) voor duurzame brandstoffen.- Het uitwerken van wijzigingen voor de Wet milieubeheer en het Besluit energie vervoer naar aanleiding van het in werking treden van de Europese richtlijn Renewable Energy Directive III (RED III).- Maatregelen nemen om een mondiaal kwantificeerbaar doel voor duurzame luchtvaartbrandstoffen vast te stellen.- Het uitvoeren van het programma Luchtruimherziening.- Het uitvoeren van een aantal projecten in Caribisch Nederland voor de borging van de luchtvaartveiligheid, zoals het aeronautical ground lightproject.

Onderstaand zijn de indicatoren en kengetallen opgenomen die inzicht geven in de mate waarin aan de algemene doelstelling wordt voldaan. De systeemmonitor luchtvaartveiligheid en de Staat van Schiphol geeft inzicht in het veiligheidssysteem. Het aantal passagiersbestemmingen van Luchthaven Schiphol schets een beeld van de mate waarin Nederland goed is verbonden met de rest van de wereld. Tot slot geeft de indicator CO2-uitstoot van vluchten vanuit Nederland inzicht in ontwikkelingen van duurzame luchtvaart ten opzichte van eerdere jaren. Scores op indicatoren kunnen aanleiding zijn om beleid bij te sturen. De kengetallen bieden met name belangrijke contextuele informatie.

Veilige luchtvaart

Voor veiligheid is het handelen van het ministerie of de veiligheid in al zijn facetten, niet in één overkoepelende indicator te vatten. Daarom verschijnt vanaf 2021 jaarlijks een systeemmonitor luchtvaartveiligheid, die vanuit de regierol van het ministerie in beeld brengt hoe het systeem functioneert. De ILT brengt jaarlijks de Staat van Schiphol uit, inzicht in hoe het is gesteld met de veiligheid en duurzaamheid op en rond de luchthaven Amsterdam Airport Schiphol (Schiphol).

Nederland goed verbonden

Tabel 41 Kengetal: Aantal passagiersbestemmingen waarnaar (> 2 x per jaar) met voornamelijk geregelde vluchten wordt gevlogen per luchthaven

Luchthaven

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Amsterdam

272

277

271

265

280

298

Frankfurt

322

319

295

285

309

321

London Heathrow

210

220

249

219

239

232

Parijs Charles de Gaulle

316

330

294

264

283

291

Brussel

204

203

191

181

185

185

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS), op basis van APG (t/m 2022) en OAG schedules data van AirportIS (per 2023)

Toelichting

In deze tabel is het aantal passagiersbestemmingen per luchthaven opgenomen waarvoor geldt dat deze meer dan twee keer per jaar worden aangevlogen. In 2023 biedt Frankfurt net als het voorgaande jaar de meeste passagiersbestemmingen aan. Schiphol staat op een tweede positie. Ten opzichte van 2022 is het aantal bestemmingen op Schiphol, Frankfurt en Parijs Charles de Gaulle toegenomen. Op Londen Heathrow is het aantal bestemmingen in 2023 gedaald en op Brussel blijft dit gelijk.

Duurzame luchtvaart

Tabel 42 Indicator: Duurzame Luchtvaart: CO2-uitstoot van vluchten vanuit Nederland
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

CO2-uitstoot (Mton)

12,4

12,1

6,7

7,4

9,7

n.n.b.

Bron: op basis van CBS-cijfers over getankte kerosine voor luchtvaart. (De gegevens over 2021 en 2022 zijn voorlopige cijfers. De definitieve cijfers voor 2021 worden bekend gemaakt in het Jaarverslag 2024.)

Toelichting

De CO2-uitstoot van vluchten (internationale luchtvaart) vertrekkend vanuit Nederland is berekend aan de hand van de CBS-cijfers over gebunkerde kerosine voor luchtvaart. Op basis van een emissiefactor kun je kg brandstof omrekenen naar kg CO2. De CO2-uitstoot afkomstig van fossiele kerosine wordt berekend aan de hand van de hoeveelheid verbrande brandstof met een emissiefactor van 3,16 (kg CO2/kg kerosine).

Voor de verbranding van duurzame luchtvaartbrandstoffen (SAFs) zal nul emissie worden gerekend binnen het CO2-plafond als deze brandstoffen voldoen aan de Europese Richtlijn voor Hernieuwbare Energie (RED-III). Zo zal het CO2-plafond aansluiten bij de huidige rekenregels binnen het EU ETS.

In het Akkoord Duurzame Luchtvaart is afgesproken om in 2030 de CO2-uitstoot van internationale vluchten vertrekkend vanuit Nederland terug te brengen tot het niveau van 2005 (11,1 Mton), in 2050 tot 50% t.o.v. 2005 (5,5 Mton) en in 2070 geen CO2-uitstoot. Deze doelen zijn overgenomen in de Luchtvaartnota.

Er is een toename in CO2-uitstoot in 2022 ten opzichte van 2021, omdat er in 2022 meer vliegtuigbewegingen hebben plaatsgevonden. De gegevens over 2023 waren nog niet beschikbaar ten tijde van het publiceren van dit jaarverslag. Deze informatie zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer bij de ontwerpbegroting 2025.

Het op artikel 17 uitgevoerde beleid is in hoge mate conform hetgeen in de begroting 2023 is opgenomen. Dit wordt hieronder nader toegelicht.

Veilige luchtvaart

Het verbeteren van de luchtvaartveiligheid is een continu proces. Er zijn in 2023 wederom stappen genomen om het luchtvaartveiligheidssysteem te versterken. Zo is in april het Nederlands Actieplan Luchtvaartveiligheid 2023-2026 (NALV) en in juli de systeemmonitor luchtvaartveiligheid (peildatum 1 januari 2023) gepubliceerd8. In het NALV zijn 110 veiligheidsinitiatieven opgenomen. Dit zijn deels de «member state tasks» uit internationale actieplannen, deels de belangrijkste risico’s uit de nationale veiligheidsanalyse 2022 en tot slot punten uit de systeemmonitor (peildatum 1 januari 2022).

In het kader van de versterking van de luchtvaartautoriteit is 16 oktober 2023 het externe onderzoeksrapport De luchtvaart centraal aan de Tweede Kamer aangeboden9. De aanpak van de ILT en beleidsdirectie om tot een versterking van de rol van de overheid in de luchtvaart te komen is kort in de begeleidende Kamerbrief bij het onderzoeksrapport geschetst. Ook is er in 2023 geïnvesteerd in extra capaciteit en deskundigheid voor regelgeving, vergunningverlening, toezicht, handhaving en reflectie.

Nederland goed verbonden

In 2022 is het Beleidskader Netwerkkwaliteit vastgesteld (Kamerstukken II 2022-2023, 31 936, nr. 1021). Het beleidskader is een nieuwe manier om de kwaliteit van de verbindingen die op luchthavens worden aangeboden objectief en eenduidig te meten. De hiervoor ontwikkelde indicatoren zijn gebaseerd op de zogenoemde GaWC-index (GaWC staat voor Globalization and World Cities). In de 2022-editie van de jaarlijkse monitor netwerkkwaliteit en staatsgaranties zijn de indicatoren van het Beleidskader Netwerkkwaliteit voor het eerst aanvullend opgenomen (Kamerstukken 2023-2024, 31 936, nr.1140). De 2023-editie van de monitor wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024 gepubliceerd.

In 2023 zijn verder bilaterale luchtvaartverdragen tussen Nederland en andere landen geactualiseerd; deze gemoderniseerde verdragen bieden luchtvaartmaatschappijen een juridische basis om bij te dragen aan de internationale bereikbaarheid van ons land.

Samenwerking met verschillende partijen heeft geleid tot een soepele luchthavenoperatie op de luchthaven Schiphol in de zomerperiode van 2023, waarbij ook de werkomstandigheden op de luchthaven zijn verbeterd.

In 2023 hebben de deelnemers van de Actieagenda Trein en Luchtvaart (Kamerstukken II, 2020-21, 29 984, nr. 916) hun samenwerking voortgezet. Zo is de evaluatie van de pilot voor de samenwerking tussen KLM en Thalys (inmiddels Eurostar) voor het aanbieden van een AirRail combinatieproduct met de Tweede Kamer gedeeld (Kamerstukken II, 2022-2023, 29 984, nr. 1124). Naar aanleiding van deze pilot is er een aantal acties geïdentificeerd om het product te verbeteren. Zo wordt er o.a. gewerkt aan het verbeteren van de klantcommunicatie en de overstapmomenten. Inmiddels is de pilotfase voorbij en heeft KLM sinds maart 2023 het AirRail product uitgebreid door meer capaciteit op de internationale trein in te kopen. Ook op de treinverbinding naar Berlijn is vooruitgang geboekt met een versnelling van een halfuur. Dit draagt bij aan het concurrerend maken van de trein als alternatief op het vliegtuig.

Een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving

In 2023 heeft het IenW middels meerdere onderzoeken inzichtelijk gemaakt in hoeverre luchtvaart bijdraagt aan de totale uitstoot van schadelijke stoffen. Ook is er onderzoek gedaan naar het verwachte effect van vlootvernieuwing op uitstoot van schadelijke stoffen en is gewerkt aan een uniforme rekenmethode om de invloed van de luchtvaart op luchtkwaliteit beter te kunnen berekenen. Uit deze onderzoeken kwam naar voren dat de bijdrage van luchtvaart op de lokale luchtkwaliteit beperkt is en vooral lokaal. Op 21 december 2023 is er een Kamerbrief uitgegaan waarin de Kamer wordt geïnformeerd over de onderzoeksresultaten en het vervolg (Kamerstukken II, 2023-2024, 31 936, nr. 1137).

Op het gebied van geluid is de ontwikkeling van een nieuw beleidsstelsel voortgezet, wat heeft gewerkt tot een eerste ambtelijke uitwerking van het zogenaamde systeemontwerp. Dit stelsel zal beter aansluiten bij de ervaren hinder van omwonenden, en zal het mogelijk maken te sturen op een afname van de hinder; beide zijn beleidsdoelen uit de luchtvaartnota. Daarnaast zijn in 2023 de laatste onderzoeken afgerond uit de Programmatische Aanpak Meten van Vliegtuiggeluid, waarmee het programma – op de laatste rapportages na – afgerond kan worden.

Programma Omgeving Luchtvaart Schiphol

In 2023 heeft IenW gewerkt aan de effectuering van het hoofdlijnenbesluit Schiphol. Het doel hierbij is om de rechtspositie van omwonenden te herstellen en de geluidsoverlast rondom de luchthaven aan te pakken. Dit is geconcretiseerd in een vermindering van het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol, maar met behoud van de verbondenheid. Dit doet IenW volgens drie sporen: in spoor 1 is gewerkt aan het beëindigen van anticiperend handhaven (herstel rechtspositie). Op 14 november is bekendgemaakt dat vanwege (internationale) discussie over de juiste te volgen procedure spoor 1 wordt opgeschort totdat de Hoge Raad zich daarover heeft gebogen (Kamerstukken II, 2023-2024, 29 665, nr. 488). In spoor 2 werkt IenW aan het vaststellen van een gewijzigd Luchthavenverkeerbesluit. Hiervoor wordt de Europese balanced approach-procedure, inzake exploitatiebeperkingen op luchthavens, gevolgd. In spoor 3 werkt IenW aan de ontwikkeling van een nieuw normenstelsel voor de milieuruimte. Daarnaast heeft IenW samen met collega-departementen en de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) een ontwikkelperspectief opgesteld voor de Schipholregio en afspraken gemaakt voor de toekomstige samenwerking in een uitvoeringsagenda.

Duurzame luchtvaart

Nederland heeft zich ingezet voor de totstandkoming van een mondiaal kwantitatief doel voor Sustainable Aviation Fuels (SAF) als uitkomst van de ICAO Conference on Aviation and Alternative Fuels (CAAF/3). Het resultaat hiervan is de formulering van het mondiale doel van 5% CO2-reductie door duurzame luchtvaartbrandstoffen in 2030. In aanloop naar CAAF/3 trad Nederland tevens op als host voor een regionaal seminar over duurzame luchtvaartbrandstoffen.

In Europees verband is een bijmengverplichting voor duurzame luchtvaartbrandstoffen vastgesteld: ReFuelEU Aviation. Onderdeel hiervan is de verplichting om in 2030 6% duurzame brandstoffen bij te mengen. Per 2035 gaat dit om 20% en per 2050 om 70%. Het kabinet blijft zich daarnaast inzetten voor Europese afspraken over het belasten van brandstoffen voor de luchtvaart. Om de productie van duurzame luchtvaartbrandstoffen in Nederland te stimuleren, is in 2023 een subsidie verleend aan SkyNRG voor de bouw van een duurzame kerosinefabriek in Delfzijl (DSL-01).

Een belangrijke mijlpaal van 2023 was de oplevering van de innovatiestrategie luchtvaart (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 1080). De innovatiestrategie beschrijft hoe de Nederlandse luchtvaartsector kan innoveren en welke rol de overheid daarin inneemt, om de publieke belangen te borgen. De strategie is opgesteld met inbreng en inzet van luchtvaartmaatschappijen, vliegvelden, kennisinstellingen, maatschappelijke partijen en overheden.

Ook zijn in 2023 de eerste subsidies verleend vanuit het programma Luchtvaart in Transitie (LiT), het toegekende voorstel uit het Nationaal Groeifonds. Met dit programma wordt geïnvesteerd in innovaties voor het vliegen op waterstof, het waterstof-elektrisch vliegen en doorbraaktechnologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigontwikkeling. Begin 2023 vond een groot startevenement plaats waarbij alle betrokken partijen van LiT aanwezig waren.

Voor niet-CO2-klimaateffecten is een prognosetool opgeleverd en een beleidsaanpak opgesteld: Nederland is daarmee het eerste land ter wereld. Het gaat dan om de gevolgen van uitstoot van bijvoorbeeld stikstofoxiden (NOx), roetdeeltjes en waterdamp tijden het vliegen (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 1050).

Tot slot heeft het kabinet in maart 2023 het principebesluit genomen om een CO2-plafond in te voeren (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 1047). Het CO2-plafond borgt de klimaatdoelen voor de luchtvaart door een duidelijke en handhaafbare grens te stellen aan de toegestane CO2-uitstoot. In december is de Kamer op de hoogte gesteld van de stand van zaken de verdere uitwerking en vormgeving van het CO2-plafond (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 1132).

Regionale luchthavens

De Tweede Kamer is per brief van 18 december 2023 (Kamerstukken II, 2023-2024, 31 936, nr. 1135) geïnformeerd dat vaststelling van de luchthavenbesluiten doorschuift naar de eerste helft van 2025. Reden is dat de aanvragen voor luchthavenbesluiten later worden gedaan vanwege het onderzoeken van extra alternatieven, de complexiteit van de nieuwe rekenmethode voor geluidbelasting (Doc29) en afstemming met regionale overheden. In 2023 zijn wel de formele procedures gestart om te komen tot luchthavenbesluiten voor Rotterdam The Hague Airport en Groningen Airport Eelde.

Programma Lelystad

Begin december heeft Lelystad Airport een vergunning aangevraagd in het kader van de Wet natuurbescherming bij het bevoegd gezag (Ministerie van LNV). Daarnaast heeft LVNL op verzoek van het Ministerie van IenW een voorstel van de luchthaven beoordeeld om het probleem van de laagvliegroutes op te lossen. De Kamer is over beide onderdelen geïnformeerd per brief op 20 december 2023 (Kamerstukken II, 2023-2024, 31 936, nr. 1138). In deze brief is tevens aangegeven dat een besluit over de luchthaven aan een nieuw kabinet is.

Luchtruimherziening

In 2023 is Programma Luchtruimherziening druk bezig geweest met de verdere uitwerking van het ontwerpproces: voorbereidende ontwerpstappen zijn uitgevoerd om publicatie Schetsontwerp en Ontwerpruimte in 2024 mogelijk te maken, technische briefings zijn ontwikkeld, het project Hoger Naderen Schiphol-1 (geluidsmijlpaal) is opgestart. In de Kamerbrief van 16 oktober 2023 is indicatief het proces van het programma Luchtruimherziening nader toegelicht. In de brief is toegezegd dat iedere besluitvormende stap aan de Tweede Kamer ‘in de geest van een voorhangprocedure’ wordt voorgelegd. Het is aan een nieuw kabinet om de vervolgstappen te bepalen. 

Onbemande Luchtvaart

In 2023 is het geactualiseerde actieplan Onbemande Luchtvaart 2023 ‒ 2025 aan de Tweede Kamer gestuurd10.

Een belangrijk onderdeel van het actieplan is het inbedden van de (nieuwe) Europese regelgeving gericht op een veilige operatie van onbemande luchtvaarttuigen en een veilige integratie in het luchtruim. In het kader hiervan is verder gewerkt aan de wet- en regelgevingstrajecten voor vliegen in Caribisch Nederland, markt- en producttoezicht, modelvliegen en (dynamische) zonering.

Andere onderdelen van het actieplan richten zich op de integratie in het luchtruim, het ontwikkelen van innovatiekracht, het verbreden van kennis en stimuleren van ontwikkeling, en het versterken van (inter)nationale samenwerking. Hiervoor zijn vervolg- en verdiepende onderzoeken uitgevoerd naar het realiseren van U-Space ( = luchtverkeersleidingsdiensten voor onbemande luchtvaart), is gestart met de ontwikkeling van een roadmap voor Beyond Visual Line of Sight-vliegen, zijn verkenningen gedaan naar vertiports en urban air mobility, en wordt een continue actieve bijdrage geleverd aan de organisatie en het programma van de Drone Council Nederland ( = publiek-privaat-maatschappelijk samenwerkingsgremium).

Tabel 43 Budgettaire gevolgen van beleid art. 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde Begroting

Verschil

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

 

Verplichtingen

37.066

167.781

188.754

60.046

209.745

93.241

116.504

1

         

Uitgaven

28.695

33.366

26.662

22.536

81.118

46.693

34.425

 
         

1 Luchtvaart

28.695

33.366

26.662

22.533

81.118

46.693

34.425

 

Opdrachten

12.223

11.672

9.925

9.254

19.680

14.582

5.098

2

Opdrachten GIS

909

50

965

918

2.647

1.210

1.437

 

Caribisch Nederland

1.397

1.364

940

287

223

465

‒ 242

 

Klimaatbeleid

0

0

0

0

1.346

404

942

 

Luchtruim Regio Luchthaven

0

0

0

0

1.350

1.549

‒ 199

 

Luchtruimherziening

0

0

0

0

368

2.243

‒ 1.875

 

Onbemande luchtvaart

0

0

0

0

1.268

1.637

‒ 369

 

Onderzoek luchtvaart

0

0

0

0

1.948

2.549

‒ 601

 

NGF-project Luchtvaart in transitie

0

0

0

0

266

0

266

 

Overige Opdrachten

9.917

10.258

8.020

8.049

10.264

4.525

5.739

 

Subsidies

3.953

3.080

3.417

3.250

48.557

28.702

19.855

3

Subsidies klimaatbeleid

0

0

0

0

2.875

2.850

25

 

Leefbaarheidsfonds

1.000

400

400

0

0

0

0

 

Subsidie tarieven Bonaire

649

691

425

420

286

0

286

 

Subsidie omploegen graan

1.441

1.361

1.444

1.436

1.649

0

1.649

 

NGF-project Luchtvaart in transitie

    

41.825

25.000

16.825

 

Overige Subsidies

863

628

1.148

1.394

1.922

852

1.070

 

Bijdragen aan agentschappen

4.649

6.809

6.443

6.568

7.027

117

6.910

4

Waarvan bijdrage aan KNMI

14

14

14

14

14

14

0

 

Waarvan bijdrage aan RWS

213

336

518

285

2.750

53

2.697

 

Waarvan bijdrage aan RWS (Caribisch Nederland)

4.422

6.411

5.806

5.058

3.435

0

3.435

 

Waarvan bijdrage aan RVO

0

48

105

383

396

0

396

 

Overige bijdrage aan agentschappen

0

0

0

828

432

50

382

 

Bijdragen aan medeoverheden

6.356

9.552

0

500

1.646

0

1.646

5

Bijdrage Caribisch Nederland

6.356

9.049

0

0

1.546

0

1.546

 

Overige bijdrage aan medeoverheden

0

503

0

500

100

0

100

 

Bijdragen aan internationale organisaties

1.255

1.058

1.563

2.399

1.598

1.481

117

 

Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization

1.120

938

1.454

1.900

1.334

1.311

23

 

Waarvan overige bijdrage aan (inter-) nationale organisaties

135

120

109

499

264

170

94

 

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

259

1.195

1.540

565

2.610

100

2.510

6

Leningen

0

0

3.774

0

0

1.711

‒ 1.711

7

         

Ontvangsten

1.631

1.086

2.104

3.256

7.631

5.167

2.464

8

Tabel 44 Uitsplitsing Verplichtingen art.17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

37.066

167.781

188.745

60.046

209.745

93.241

116.504

Waarvan garantieverplichtingen

0

140700

166.100

34.700

47.400

48.000

‒ 600

Waarvan overige verplichtingen

37.066

27.081

22.354

25.346

162.345

45.241

117.104

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. Op dit artikel is voor € 116,5 miljoen meer verplicht dan oorspronkelijk geraamd. Dit betreft een saldo van diverse mutaties waarvan de belagrijkste zijn:

    • Het naar voren halen van de verplichtingen voor de uitvoering van het project Luchtvaart in Transitie waarvoor in 2023 de verplichtingen zijn aangegaan (€ 100,5 miljoen).

    • Een verhoging van de verplichtingen voor de nadeelcompensatie te Rijdt (€ 4,1 miljoen).

    • Een verhoging van de verplichtingen door ontvangsten vanuit Bonaire voor voor bijdrage aan vervanging Airfield Ground Lightning installatie (€ 3,2 miljoen)

    • Diverse kleinere mutaties waardoor de aangegane verplichtingen per saldo € 8,7 miljoen hoger zijn uitgevallen dan geraamd.

  • 6. De hogere gerealiseerde uitgaven van € 5,1 miljoen zijn met name het gevolg de nadeelcompensatie Te Rijdt en planschade Lansingerland (€ 6,7 miljoen) en de eerste werkzaamheden voor geluidsisolatie (GIS-4) (€ 1,4 miljoen). Anderzijds zijn er lagere uitgaven gerealiseerd op het programma Luchtruimherziening (- € 1,8 miljoen), diverse onderzoeken (- € 0,6 miljoen), onbemande luchtvaart (- € 0,3 miljoen) en Caribisch Nederland (- € 0,2 miljoen).

  • 7. De hogere uitgaven van € 19,9 miljoen worden met name veroorzaakt door een hogere uitgave op de subsidieregeling Luchtvaart in Transitie (€ 16,8 miljoen), de subsidieregeling omploegen Graan (€ 1,6 miljoen) en diverse kleinere regelingen (€ 1,5 miljoen) als gevolg van hogere subsidieaanvragen dan aanvankelijk voorzien.

  • 8. De hogere bijdrage aan agentschappen van € 6,9 miljoen wordt met name veroorzaakt door een bijdrage aan RWS voor de aanleg van baanverlichting op Bonaire (€ 3,4 miljoen) en voor de afhandeling van de nadeelcompensatie Te Rijdt (€ 2,7 miljoen). En diversere kleinere bijdragen aan onder andere het RVO (€ 0,8 miljoen).

  • 9. De hogere bijdrage aan medeoverheden van (€ 1,6 miljoen) als gevolg van een bijdrage aan Caribisch Nederland voor Search and Rescue (SAR).

  • 10. De hogere bijdragen aan ZBO/RWT's (€ 2,5 miljoen) betreft met name een aanvullende bijdrage aan de LVNL voor de werkzaamheden die zij verrichten voor onder andere onbemande luchtvaart en luchtruimherziening.

  • 11. De ontvangen aflossing van de lening van WinAir is gedeeltelijk overgeboekt aan BZK (€ 1 miljoen) voor de afbetaling van hun aandeel in de oorspronkelijk verstrekte lening. Het restant is overgeboekt naar het instrument opdrachten (€ 0,7 miljoen).

  • 12. De hogere gerealiseerde ontvangsten van € 2,5 miljoen worden verklaard door enerzijds een ontvangst € 3,2 miljoen vanuit Bonaire Inernational Airport voor de vervanging van Ground Lightning installatie (GNL) en anderzijds lagere gerealiseerde ontvangsten vanuit regionale luchthavens (- € 0,7 miljoen).

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor de financiële instrumenten zoveel mogelijk aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het jaar 2023 is aangewend.

1. Luchtvaart (€ 81,1 miljoen)

De volgende financiële instrumenten zijn ingezet:

1. Opdrachten (€ 19,7 miljoen).

  • GIS 4 Heffing (€ 2,6 miljoen). Doel van het project Geluidsisolatie Schiphol fase 4 (GIS-4) is het verminderen van geluidshinder voor omwonenden van Schiphol door woningen van geluidsisolatie te voorzien. De uitgaven die in 2023 zijn gedaan, hebben betrekking op voorbereidende werkzaamheden, het aankopen van huizen in de geluidssloopzones en klachtenafhandeling.

  • Caribisch Nederland (€ 0,2 miljoen). Het betreft de financiering van diverse onderzoeken, opleidingen, workshops en de jaarlijks terugkerende kosten voor instandhouding van de luchtvaartpublicaties.

  • Opdrachten klimaatbeleid (€ 1,4 miljoen). De overheid beoogt de duurzame ontwikkeling van de luchtvaart te versterken. Opdrachten zijn in dit kader bedoeld voor fundamenteel onderzoek, het verrichten van haalbaarheidsstudies, het opzetten van pilots/demo’s en het creëren van de juiste randvoorwaarden voor zowel de productie van verschillende (nieuwe) typen duurzame brandstoffen als het versnellen van duurzame innovaties (zoals hybride/elektrische aandrijving, nieuwe voertuigontwerpen en materialen). De middelen zijn ook ingezet voor bredere kennisontwikkeling, bijvoorbeeld ten aanzien van de klimaatimpact van andere emissies dan CO2.

  • Opdrachten luchtruim regionale luchthavens (€ 1,4 miljoen). Opdrachten zijn in dit kader bedoeld voor regionale verkenningen voor Rotterdam The Hague Airport, Maastricht Aachen Airport en Eindhoven om de aanvraag voor het luchthavenbesluit voor te bereiden.

  • Opdrachten luchtruimherziening (€ 0,4 miljoen). Begin 2018 is het programma Luchtruimherziening van start gegaan. Op 14 oktober 2022 is de definitieve Voorkeursbeslissing vastgesteld. De Planuitwerkingsfase liep in 2023 en stond in het teken van de verdere uitwerking van het ontwerpproces.

  • Opdrachten onbemande luchtvaart (€ 1,3 miljoen). De komende jaren komen er stapsgewijs meer Europese regels. Het beleid voor onbemande luchtvaart is adaptief. Belangrijkste stappen zijn: implementeren van Europese voorschriften, waaronder dynamische kaarten, zonering, producteisen en het opleiden en registreren van operators en piloten. Integratie van drones in het luchtruim door in te zetten op de ontwikkeling van U-space conform nieuwe Europese regels.

  • Opdrachten onderzoek luchtvaart (€ 1,9 miljoen). Opdrachten hebben betrekking op de drie sporen van het programma omgeving luchtvaart Schiphol. Het gaat onder andere om het beëindigen van anticiperend handhaven (herstel rechtspositie), het vaststellen van een gewijzigd Luchthavenverkeerbesluit en aan de ontwikkeling van een nieuw normenstelsel voor de milieuruimte.

  • NGF-project Luchtvaart in Transitie (€ 0,3 miljoen). Naast de subsidies zijn er kleine onderzoeken gedaan voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie.

  • Overige opdrachten (€ 10,3 miljoen). Betreft onder andere:

    • OVV-follow-up. In 2023 is vervolg gegeven aan de implementatie van de aanbevelingen van het de OVV (Onderzoeksraad voor Veiligheid) rapport uit 2017 conform de aanpak zoals beschreven in de brief van het ministerie aan de OVV van 11 oktober 2017 (Bijlage bij Kamerstukken II 2017-2018, 29 665, nr. 242) en daarop volgende voortgangsrapportages. Met deze aanpak versterkt het ministerie de rol als eindverantwoordelijke voor de veiligheid.

    • Omgevingsmanagement en Projectbeheer. De middelen voor projectbeheer en omgevingsmanagement worden ingezet om de benodigde expertise aan te trekken, voor het organiseren van de participatie en voor en de verwerking van zienswijzen van de omgeving.

    • Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP). In 2023 is uitvoering gegeven aan het Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024. In het Nederlands Actieplan voor Luchtvaartveiligheid (NALV) worden de maatregelen opgenomen waarmee IenW samen met de sector werkt aan het continu verbeteren van de veiligheid van de burgerluchtvaart. Hierbij maken we onderscheid tussen de domeinen commerciële, kleine en onbemande luchtvaart en Caribisch Nederland.

    • Verminderen risico op vogelaanvaringen. Uit een in 2021 afgeronde evaluatie naar het toen geldende convenant over het verminderen van het vogelaanvaringsrisico op en rond Schiphol bleek dat de huidige genomen maatregelen om het risico van aanvaringen met vogels en met name ganzen te verminderen, effectief zijn en moeten worden gecontinueerd. Om die reden wordt het sinds 2012 toegepaste viersporenbeleid, met daaraan toegevoegd een gedegen monitoring, in een nieuw vastgesteld convenant, dat loopt tot april 2024, voortgezet. De vier sporen in dit beleid zijn de volgende: – Het technisch spoor: de inzet van en onderzoek naar technische middelen om vogels te detecteren en/of te verjagen.– Het ruimtelijk spoor: het voorkomen van nieuwe vogelaantrekkende bestemmingen rondom de luchthaven.– Het foerageer spoor: het beperken van het voedselaanbod voor vogels op en rondom de luchthaven.– Het populatie spoor: het beperken van de populatie en het aantal aanwezige overzomerende ganzen rondom Schiphol.

    • KDC. Er vindt opdrachtverlening plaats aan de Stichting Knowledge & Development Center (KDC) die kennis levert om innovatieve oplossingen te vinden voor de duurzame ontwikkeling van de Mainport Schiphol (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 200 XII, nr. 2 92).

    • Cybersecurity. Het vergroten van de cyberweerbaarheid bij luchtvaartorganisaties is een continu aandachtspunt. De primaire verantwoordelijkheid voor de continuïteit en weerbaarheid van netwerk- en informatiesystemen ligt bij de organisaties zelf. Het ministerie van IenW draagt vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid hieraan bij via algemene kaders (in beleid of in wet- en regelgeving, al dan niet voortvloeiend uit EU/internationaal verband) en initieert projecten/trajecten om de cyberweerbaarheid te verhogen.

2. Subsidies (€ 48,6 miljoen)

  • Subsidies klimaatbeleid (€ 2,9 miljoen). Om de productie van duurzame luchtvaartbrandstoffen in Nederland te stimuleren, is in 2023 een subsidie verleend aan SkyNRG voor de bouw van een duurzame kerosinefabriek in Delfzijl.

  • Subsidie tarieven Bonaire (€ 0,3 miljoen). Er is een subsidie aan DC-ANSP verstrekt ten behoeve van het verlagen van luchtverkeersdienstverleningstarieven. Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, heeft IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) gedekt via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap.

  • Subsidies omploegen graanresten (€ 1,6 miljoen). Eén van de sporen in de aanpak om het risico van vogelaanvaringen op Schiphol te reduceren is het beperken van voedselaanbod in de omgeving van de luchthaven. Sinds 2012 is er een subsidieregeling voor het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. Nagenoeg alle agrariërs in het werkingsgebied nemen deel aan de regeling.

  • Subsidie luchtvaart in transitie (NGF) (€ 41,8 miljoen). Deze middelen worden gebruikt om uiterlijk in 2050 een klimaatneutrale luchtvaart te kunnen realiseren. Er wordt ingezet op een duurzame luchtvaartsector en de ambitie om daarbij nieuwe toekomstbestendige banen te creëren. Specifieke maatregelen zijn:

    • De realisatie van een overkoepelde, decentraal georganiseerde datadeelinfrastructuur (BDI);

    • De ontwikkeling van nieuwe (digitale) infra-diensten;

    • De uitrol van een ‘transitieagenda’ om minimaal de helft van de Nederlandse bedrijven in de logistieke keten over de digitale streep te trekken.

  • Overige subsidies (€ 1,9 miljoen). Dit betreft diverse subsidies:

    • Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol en Commissies regionaal overleg. Dit betreft een financiële bijdrage aan de activiteiten van de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS) en de verschillende commissies regionaal overleg.

    • Subsidie Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordiging Regionale Luchthavens ABReL. IenW vindt het van belang dat bewonersorganisaties die zitting hebben in de Commissies regionaal overleg (CRO’s) en het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) een bijdrage kunnen leveren aan de uitwerking van (beleids-)vraagstukken uit de Luchtvaartnota. Dat is de reden dat een subsidie v beschikbaar wordt gesteld aan de Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordigers Regionale Luchthavens (ABReL), waardoor bewonersvertegenwoordigers extern ondersteuning kunnen inhuren die deze vrijwilligers adviseert en ontlast. Concreet ziet de subsidie toe op de bijdrage van ABReL aan de regionale verkenningen rond de regionale luchthavens, de bijdrage aan landelijke (beleids-)vraagstukken en deelname aan de nationale luchtvaarttafel.

3. Bijdragen aan agentschappen (€ 7 miljoen).

Dit betreft met name de bijdrage aan RWS voor beleidsondersteuning en advies (BOA) voor Schiphol, bijdrage voor de baanverlichting op Bonaire en uitvoeringskosten voor de nadeelcompensatieregeling Te Rijdt.

4. Bijdrage aan mede-overheden (€ 1,6 miljoen).

Er is een bijdrage aan Caribisch Nederland gegeven voor SAR (search and rescue).

5. Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties (€ 1,6 miljoen).

Dit betreft de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization (ICAO), aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS (de ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Kroatië, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal), en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC).

6. Bijdragen aan ZBO’s/RWT's (€ 2,6 miljoen).

Dit betreft bijdragen aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) voortvloeiend uit de afspraken die gemaakt zijn in de ‘Overeenkomst betreffende de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg’ wordt ten behoeve van het operationeel houden van de Soesterbergradar voor de vliegveiligheid op en rond de luchthaven Schiphol, een bijdrage voor onbemande luchtvaart, een bijdrage aan RDW voor digitale vliegbewijzen en een bijdrage aan CBR voor oa wijziging stelsel theorie examens beroepluchtvaart.

7. Ontvangsten (€ 7,6 miljoen)

Dit betreft voornamelijk de terugbetaling van de hypothecaire lening Winair en ontvangsten van Bonaire international airport voor de bijdrage aan de baanverlichting op Bonaire.

8

Kamerstukken II, 2023-2024, 31 936, nr. 1117, Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 1052, Kamerstukken II, 2022-2023, 29 665, nr. 476.

9

Kamerstukken II, 2023-2024, 24 803, nr. 198

10

Kamerstukken II, 2022-2023, 30 806, nr. 56

Licence