Op dit begrotingsartikel worden de uitgaven geraamd die niet via de Dienst van het Koninklijk Huis lopen, maar wel deel uitmaken van de uitgaven die functioneel samenhangen met het koningschap. Het gaat om de uitgaven in het kader van de voorlichting (Rijksvoorlichtingsdienst), het Militaire Huis als onderdeel van de Dienst van het Koninklijk Huis en de uitgaven van het Kabinet der Koningin. Deze uitgaven ontstaan (en worden betaald) onder de verantwoordelijkheid van de desbetreffende minister. De uitgaven worden primair geraamd en verantwoord ten laste van desbetreffende begrotingen en zullen vervolgens door de minister (rechtstreeks) worden doorbelast aan de begroting van de Koning, die daarvoor een raming bevat. Daartegenover ontstaat dan een ontvangstenraming op desbetreffende begroting.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2012 | 5 597 | 5 601 | 5 548 | 5 548 | 5 529 | ||
Mutatie eerste suppletoire begroting 2012 | 24 | ||||||
Nieuwe mutaties: | |||||||
1. Extrapolatie | 5 512 | ||||||
2. Loon- en prijsbijstelling | 60 | 60 | 59 | 59 | 59 | 59 | |
3. Incidentele bijstelling RVD | 98 | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2013 | 5 960 | 5 779 | 5 661 | 5 607 | 5 607 | 5 588 | 5 571 |
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2012 | nihil | nihil | nihil | nihil | nihil | nihil | |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2012 | 105 | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2013 | nihil | 105 | nihil | nihil | nihil | nihil | nihil |
In de begroting van de Koning 2012 (Kamerstuk 33 000 I, nr. 2) werd melding gemaakt van incidentele extra uitgaven bij de RVD in 2011, ten behoeve van de bouw van de nieuwe website over het koninklijk huis. Deze nieuwe site is online gegaan op 15 februari 2012. Omdat de bouw van de site niet in 2011, maar in 2012 is voltooid, zijn niet alle uitgaven in 2011 verantwoord, zoals reeds aangegeven in het jaarverslag van de Koning 2011 (Kamerstuk 33 240 I, nr. 1). De incidenteel overlopende uitgaven van € 98 000 worden in 2012 verantwoord. De dekking hiervan vindt plaats binnen de totaaluitgaven van de begroting van het ministerie van Algemene Zaken. Hierdoor gaat per saldo de rijksbegroting als geheel niet omhoog.
In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de verschillende onderdelen binnen begrotingsartikel 3 over 2013. Het begrotingsartikel bestaat uit een personele en een materiële component.
2013 | |
---|---|
Doorbelaste personele uitgaven | 3 810 |
Doorbelaste materiële uitgaven | 1 851 |
Totaal | 5 661 |
w.v. RVD | 1 390 |
w.v. Militaire Huis | 1 869 |
w.v. Kabinet der Koningin | 2 402 |
De personele en materiële uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) hebben betrekking op de communicatie over en de begeleiding van publieke optredens van de Koningin, de Prins van Oranje en zijn echtgenote. Bij de communicatie over deze, en eventueel overige, leden van het koninklijk huis wordt zorg gedragen voor een goed evenwicht tussen tijdige en feitelijke voorlichting enerzijds en bescherming van de persoonlijke levenssfeer anderzijds. De personeelsinzet voor de uitvoering van deze activiteiten bedraagt 11,5 fte.
Het Militaire Huis is een integraal onderdeel van de Dienst van het Koninklijk Huis en is belast met het (mede) organiseren van evenementen voor en begeleiding van de Koning en de leden van het koninklijk huis. Ook onderhoudt het Militaire Huis de niet-politieke contacten tussen het koninklijk huis en het ministerie van Defensie en is het verantwoordelijk voor het militaire ceremonieel aan het hof. De geraamde personele inzet voor 2013 betreft 16 fte. Echter, vanwege een aankomende reorganisatie bij het ministerie van Defensie, zal de komende jaren ook binnen het Militaire Huis vorm worden gegeven aan een inkrimping van de personele inzet.
Het Kabinet der Koningin heeft tot taak de Koning ten behoeve van de uitoefening van diens constitutionele taken te ondersteunen inzake:
-
a. het verkeer tussen de Koning en de overige leden van de regering;
-
b. contacten met andere organen van de overheid, ontvangsten, bezoeken en overige toegang tot de Koning;
-
c. verzoekschriften aan de Koning;
-
d. de zorg voor het registreren, bewaren en overdragen van wetten, koninklijke besluiten en andere staatsstukken.
De personele inzet voor de uitvoering van deze taken bedraagt 25,5 fte.