Base description which applies to whole site

Artikel 13 Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.

Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII over 2014 bij beleidsartikel 16 Spoor.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 13 Spoorwegen (x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Verplichtingen

2.050.436

3.108.240

2.018.957

2.329.930

2.521.753

1.594.841

1.604.672

Uitgaven

2.185.220

2.379.800

2.397.939

2.566.789

2.442.941

2.540.915

2.491.267

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

1.463.595

1.312.181

1.264.028

1.239.246

1.147.798

1.244.635

1.319.480

13.03 Aanleg

591.682

879.029

980.114

1.146.898

1.118.262

1.135.420

1.020.157

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

527.978

787.339

810.223

904.223

785.185

588.109

411.332

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

12.630

57.891

89.525

98.804

75.441

56.474

65.237

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

43.725

30.351

69.357

132.461

227.107

416.974

476.571

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

7.349

3.448

11.009

11.410

30.529

73.863

67.017

13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS

129.943

140.193

145.588

163.596

148.580

148.790

149.422

13.07 Rente en aflossing

 

48.397

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08 Investeringsruimte

   

– 8.388

452

11.704

– 4.527

– 14.389

Van totale uitgaven

             

– Bijdrage aan agentschappen

             

– Restant

2.185.220

2.185.220

2.185.220

2.185.220

2.185.220

2.185.220

2.185.220

13.09 Ontvangsten

72.526

224.323

65.249

236.789

180.483

193.076

194.509

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van de verkenning en planuitwerking worden de budgetten in 2014 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2014. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1.000
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

13

Spoorwegen

2.397.939

2.566.789

2.442.941

2.540.915

2.491.267

2.151.414

2.067.972

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

1.264.028

1.239.246

1.147.798

1.244.635

1.319.480

1.145.680

1.291.516

13.03

Aanleg

980.114

1.146.898

1.118.262

1.135.420

1.020.157

824.473

588.759

13.04

GIV/PPS

145.588

163.596

148.580

148.790

149.422

152.578

161.354

13.07

Rente en aflossing

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08

Investeringsruimte

– 8.388

452

11.704

– 4.527

– 14.389

12.086

9.746

                 

13.09

Ontvangsten

65.249

236.789

180.483

193.076

194.509

198.909

203.174

(vervolg) Bedragen x € 1.000
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

13

Spoorwegen

1.803.233

1.701.130

1.899.360

2.004.230

1.958.198

1.987.113

2.011.750

2.084.319

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

1.188.875

1.184.382

1.179.647

1.234.730

1.226.341

1.237.905

1.239.094

1.198.353

13.03

Aanleg

397.702

299.712

497.929

479.700

463.906

509.202

462.753

171.370

13.04

GIV/PPS

162.228

163.666

164.985

166.604

167.547

168.015

166.165

152.496

13.07

Rente en aflossing

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08

Investeringsruimte

37.831

36.773

40.202

106.599

83.807

55.394

127.141

545.503

                   

13.09

Ontvangsten

207.311

209.558

219.232

219.573

180.925

180.925

180.925

180.925

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.

De rijksbijdrage aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur.

Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenM afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatsverplichting. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De minister van IenM moet hiermee instemmen. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.

Producten

De beheer-, onderhoud- en vervangingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties betreffende de in de Beheerconcessie vastgelegde zorgtaken van ProRail. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met spoorverkeersleiding en activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland.

ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een bijdrage van het Rijk. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor beheer, onderhoud en vervanging wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding. De door ProRail te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven. In de uitgaven wordt een onderscheid gemaakt tussen beheer en onderhoud, vervanging en apparaatskosten.

Uitgaven (x € 1.000, op basis van de meerjarenramingen bij het Beheerplan 2013):
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Beheer en calamiteitenorganisatie

185.471

199.377

197.553

198.705

196.874

186.340

Grootschalig onderhoud

141.571

161.011

126.677

126.460

125.634

133.147

Kleinschalig onderhoud

329.120

326.552

305.093

288.729

291.464

291.592

Onderhoud transfer

82.280

81.523

80.398

80.703

80.901

81.149

Onderhoud Betuweroute

32.133

28.345

25.925

23.507

21.087

18.667

Verkenning en innovatie

4.312

4.311

4.311

4.067

4.067

4.067

Uitbesteed werk

774.887

801.119

739.957

722.171

720.027

714.962

             

Bovenbouwvernieuwingen

117.370

174.755

164.993

213.686

236.122

243.336

Vervanging overige systemen

343.259

271.966

375.392

270.969

358.470

442.533

Vervangingsinvesteringen

460.629

446.721

540.385

484.655

594.592

685.869

             

Apparaatskosten BOV

347.602

336.059

327.493

311.379

304.314

296.751

Apparaatskosten

347.602

336.059

327.493

311.379

304.314

296.751

             

Totaal uitgaven ProRail

1.583.118

1.583.899

1.607.835

1.518.205

1.618.933

1.697.582

             

Doorbelaste kosten aan derde-partijen

– 42.481

– 51.108

– 39.548

– 39.033

– 39.033

– 39.033

Gebruiksvergoeding vervoerders

– 261.997

– 268.763

– 329.041

– 331.374

– 335.265

– 339.069

Doorbelaste uitgaven

– 304.478

– 319.871

– 368.589

– 370.407

– 374.298

– 378.102

             

Rijksbijdrage aan ProRail

1.278.640

1.264.028

1.239.246

1.147.798

1.244.635

1.319.480

             

Reservering uitgaven actieplan groei op het spoor

33.541

         

Reservering voor overige uitgaven

33.541

         
             

Totaal artikel 13.02

1.312.181

1.264.028

1.239.246

1.147.798

1.244.635

1.319.480

Toelichting:

Uitbesteed werk

  • De activiteiten die worden uitgevoerd voor beheer en de calamiteitenorganisatie vormen de basis voor de prestaties die ProRail levert. Beheeractiviteiten die hieraan bijdragen zijn incidentenregie, beheer van netwerken, camera’s en verbindingen, softwareonderhoud, energietransportcapaciteit en verzekeringen.

  • Grootschalig onderhoud omvat die activiteiten die nodig zijn om de kwaliteit van de infrastructuur te handhaven en de theoretische levensduur in casu afschrijvingstermijn waar te maken. De activiteiten richten zich voornamelijk op het onderhouden en aanpassen van constructies, conserveren van objecten, slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden en maken van de sporen.

  • Kleinschalig onderhoud voorziet in de activiteiten die noodzakelijk zijn om de prestaties op het gebied van beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid te realiseren. Het gaat zowel om cyclische als incidentele onderhoudsactiviteiten. Deze activiteiten zijn onder andere gericht op inspecties en schouw van de infrastructuur, correctie van spoorligging, vervangen van kleine componenten, functieherstel bij storingen, herstel van vermoeiingsschade van contactvlak tussen wiel en rail en sanering van geluidsschermen.

  • Het onderhoud aan transfervoorzieningen realiseert in belangrijke mate de reizigerstevredenheid op het gebied van reinheid en sociale veiligheid. Onderhoud transfer omvat op hoofdlijnen schoonmaak, onderhoud energie, verzekeringen en onroerende zaak belasting.

  • Onderhoud Betuweroute betreft de aan Keyrail te betalen vergoeding voor de exploitatie van de Betuweroute.

  • Onder verkenning en innovatie vallen projecten en programma’s voor onderzoek naar verbetering van het spoorsysteem.

Vervangingsinvesteringen

  • Bovenbouwvernieuwing betreft voornamelijk het vervangen van spoorstaven, dwarsliggers, ballast en wissels.

  • Onder de overige systemen vallen onder andere het treinbeveiligingssysteem, treinbeheersing- en communicatiesystemen, energievoorziening, transfersystemen en kunstwerken.

Apparaatskosten

  • De apparaatskosten betreffen de lonen, salarissen, overige personeelskosten, inhuur en huisvestingskosten van ProRail. De apparaatskosten die samenhangen met de investeringen (MIRT-projecten) worden via een opslag voor algemene kosten gesubsidieerd vanuit artikel 13.03.

Doorbelaste uitgaven

  • Een deel van de jaarlijkse beheer-, onderhoud- en vervangingskosten wordt doorbelast aan derden, voornamelijk decentrale overheden. Het gaat dan voornamelijk om het onderhoud van de zogenaamde omgevingswerken. Derden hebben ook de mogelijkheid om het onderhoud van omgevingswerken eeuwigdurend af te kopen. Deze gelden staan bij ProRail op de balans geparkeerd als «voorziening derdenwerken» en het jaarlijkse onderhoud hieraan wordt hierop in mindering gebracht.

  • Een deel van de beheer-, onderhoud- en vervangingskosten, de gebruiksafhankelijke kosten, wordt aan de vervoerders doorbelast als gebruiksvergoeding. De tarieven worden jaarlijks door ProRail vastgesteld en gepubliceerd in de Netverklaring. Bij het bepalen van de hoogte van de rijksbijdrage voor ProRail wordt de te ontvangen gebruiksvergoeding in mindering gebracht op de verwachte uitgaven.

Actieplan groei op het spoor

  • Op artikel 13.02 zijn naast de uitgaven van ProRail ook middelen gereserveerd voor het actieplan groei op het spoor. Realisatie van deze uitgaven vindt plaats op de begroting hoofdstuk XII. Zodra verplichtingen zijn aangegaan, worden deze middelen overgeheveld naar de betreffende artikelen.

In bijlage 6 «Toelichting artikel 13 Spoorwegen» is nadere informatie opgenomen over de aansluiting tussen de middelen op het Infrastructuurfonds en de bestedingen door ProRail.

Prestaties ProRail

Meetbare gegevens

Op grond van de Beheerconcessie worden met ProRail afspraken gemaakt over de invulling van haar zorgplichten voor de spoorinfrastructuur. Dit gebeurt door voor de verschillende zorggebieden kernprestatie indicatoren (KPI’s) af te spreken met grenswaarden, zoals weergegeven in onderstaande tabel. In deze tabel zijn de KPI’s en grenswaarden opgenomen uit het Beheerplan 2013. Eind 2013 worden de afspraken voor 2014 gemaakt.

Prestaties ProRail
 

Realisatie

Afspraak

Prognose

Beheerplan 2013

2012

2013

2014

Punctualiteit < 3 min. Reizigersverkeer totaal

88,80%

87,00%

87,00%

Punctualiteit < 5 min. HRN

nvt

93,00%

93,00%

Punctualiteit < 3 min. Regionale series

92,40%

93,10%

93,10%

Punctualiteit < 3 min. Goederen

81,40%

81,00%

82,00%

Top-5 Aandachtseries

84,20%

83,00%

83,00%

       

Geleverde treinpaden

98%

98%

98%

       

Algemeen klantoordeel vervoerders

nvt

6,3

6,7

Areaalgegevens

In onderstaande tabel zijn de belangrijkste areaalgegevens voor de spoorweginfrastructuur weergegeven.

Areaalgegevens

Jaarverslag ProRail 2012

 

Netlengte – enkelsporig (km)

951

Netlengte – meersporig (km)

2.112

Totale spoorlengte (km)

7.033

Wissels (aantal)

7.195

Overwegen (aantal)

2.731

Seinen (aantal)

11.683

Beweegbare bruggen (aantal)

56

Tunnels (aantal)

17

Stations (aantal)

404

Stationsoppervlakte (1.000 m2)

1.885

13.03 Aanleg Spoor

Motivering

IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:

  • door ProRail uit te voeren planuitwerkingen;

  • door IenM uit te voeren planuitwerkingen;

  • voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;

  • uitvoering van deze projecten.

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor

Producten

wijzigingen

ERTMS pilot Amsterdam–Utrecht

Vanuit dit projectbudget is € 2,5 mln overgeboekt naar de begroting hoofdstuk XII voor onderzoek in het kader van de Railmap ERTMS.

Uitvoeringsprogramma geluid Emplacementen

De realisatie tot en met 2012 van dit project is verantwoord via artikel 13.02. In 2012 is sprake geweest van een onderbesteding van € 7 mln. Omdat de uitgaven vanaf 1 januari 2013 via het aanlegprogramma worden verantwoord is deze € 7 mln als restverplichting aan het aanlegbudget toegevoegd.

PHS

Het realisatiebudget is opgehoogd met € 267 mln. Deze verhoging wordt veroorzaakt doordat de voor de in het 2e kwartaal van 2013 afgegeven realisatiebeschikking DSSU (Doorstroomstation Utrecht) benodigde gelden zijn overgeboekt vanuit het planuitwerkingsbudget PHS naar het realisatiebudget PHS

Afdekking risico’s spoorprogramma

Vanuit dit projectbudget is € 10 mln overgeboekt naar artikel 17.3 (Hogesnelheidslijn-Zuid) voornamelijk bedoelt voor de financiering van de pilot geluidsmaatregelen Lansingerland (zie ook Voortgangsrapportage 31 HSL-Zuid TK 2012–2013 22 026, nr 366).

Akiplan en Veiligheidsknelpunten

Onderdeel van dit programma is het voormalig binnen Beheer, onderhoud en vervanging opgenomen project Zeist Dolderseweg. De realisatie tot en met 2012 van dit project is verantwoord via artikel 13.02. In 2012 is sprake geweest van een onderbesteding van € 10,3 mln. Omdat de uitgaven vanaf 1 januari 2013 via het aanlegprogramma worden verantwoord is deze € 10,3 mln als restverplichting aan het aanlegbudget toegevoegd.

Fietsparkeren Bij Stations

De realisatie tot en met 2012 van dit project is verantwoord via artikel 13.02. In 2012 is sprake geweest van een onderbesteding van € 6 mln. Omdat de uitgaven vanaf 1 januari 2013 via het aanlegprogramma worden verantwoord is deze € 6 mln als restverplichting aan het aanlegbudget toegevoegd.

Nazorg gereed gekomen lijnen en halten

Onder deze post worden de gerealiseerde uitgaven over het afgelopen jaar evenals de geprognosticeerde uitgaven over het lopende en de komende jaren voor nazorg van al gerealiseerde projecten gepresenteerd. Ten opzichte van de vorige begroting zijn de gerealiseerde uitgaven 2011 uit het projectbudget gehaald. Daarnaast is het projectbudget verlaagd omdat een aantal binnen deze post opgenomen reserveringen voor mogelijke risico’s niet nodig bleken te zijn en daarnaast werkzaamheden goedkoper zijn uitgevallen dan vooraf geraamd.

Toegankelijkheid stations

De realisatie tot en met 2012 van dit project is verantwoord via artikel 13.02. In 2012 is sprake geweest van een overbesteding van € 4 mln. Omdat de restverplichting vanaf 1 januari 2013 is ondergebracht bij het aanlegprogramma is vanuit dit projectbudget € 4 mln overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02.

Reistijdverbetering: aanleg Deventer zijperron

De realisatie tot en met 2012 van dit project is verantwoord via artikel 13.02. In 2012 is sprake geweest van een onderbesteding van € 6 mln. Omdat de uitgaven vanaf 1 januari 2013 via het aanlegprogramma worden verantwoord is deze € 6 mln als restverplichting aan het aanlegbudget toegevoegd.

Programma Kleine Functiewijzigingen

De realisatie tot en met 2012 van dit project is verantwoord via artikel 13.02. In 2012 is sprake geweest van een onderbesteding van € 24,9 mln. Omdat de uitgaven vanaf 1 januari 2013 via het aanlegprogramma worden verantwoord is € 24,9 mln als restverplichting aan het aanlegbudget toegevoegd. Daarnaast is door ProRail in het kader van het programma Kleine Functiewijzigingen een subsidie aangevraagd voor het project Zevenaar–Didam. Op het emplacement Zevenaar ligt infra die niet structureel wordt gebruikt. Er kan bespaard worden op de onderhoudskosten door het aanpassen van de huidige sporenlay-out. In de uitwerking is tevens voorzien dat alle relaiskasten, seinen en kabels worden vernieuwd. Dit project kent een directe interactie met het Zevenaar Oost (ERTMS, spanningssluis en 25 kV) en door beide projecten te combineren wordt een aanzienlijke besparing gerealiseerd door onder meer gebruik te maken van reeds aangevraagde grote buitendienststellingen. Om die reden is dit project aanvullend op het project Zevenaar beschikt en is het budget ad € 11,8 mln overgeboekt naar het realisatieproject Rotterdam–Genua (13.03.02). Per saldo leiden deze mutaties tot een toename van het programmabudget Kleine Functiewijzigingen met € 13 mln.

Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten

Een van de deelprojecten binnen dit programma is het project Zwolle Spoort. Het project «Zwolle Spoort» bestond uit een samenvoeging van drie afzonderlijke deelprojecten: de aanleg van het vierde perron, de verbreding van de perrontunnel en aanpassingen aan het emplacement voor snelheidsverbetering. De eerste twee projecten komen voort uit het Herstelplan Spoor tweede fase (nu «punctualiteits- en capaciteitsknelpunten») en het derde project uit de Motie Koopmans (Sporendriehoek Noord Nederland). Tot en met 2012 zijn de gerealiseerde uitgaven voor geheel «Zwolle Spoort» via een verdeelsleutel over deze drie onderdelen verdeeld. In 2012 heeft ProRail, mede gelet op de overbelastverklaring van Zwolle–Zwolle Herfte, besloten het project weer op te knippen in twee hoofdonderdelen: «Zwolle Spoort» als zijnde de voormalige Herstelplan-projecten en «Reistijdverbetering Zwolle» (Sporendriehoek Noord Nederland/Motie Koopmans). Hiertoe zijn de gerealiseerde uitgaven tot en met 2012 op een andere manier verdeeld over de verschillende onderdelen dan tot nu toe was gedaan. Het gevolg is dat van de totale uitgaven tot en met 2012 € 18,9 mln meer aan «Zwolle Spoort» wordt toegerekend en € 18,9 mln minder aan «Reistijdverbetering Zwolle». Dit wordt geëffectueerd door de gerealiseerde uitgaven op de projecten ongemoeid te laten (het gaat om afgesloten jaren) en voor 2013 € 18,9 mln aan budget over te hevelen van «Zwolle Spoort» naar «Reistijdverbetering Zwolle».

Tevens heeft de realisatie tot en met 2012 van dit voormalig binnen Beheer, onderhoud en vervanging opgenomen project heeft tot en met 2012 plaats gevonden op het bij dit programma behorende artikelonderdeel. In 2012 is sprake geweest van een overbesteding van € 1,3 mln. Om die reden is € 1,3 mln overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02. Daarnaast is een bedrag van € 53,6 mln overgeboekt naar het project OV SAAL MLT. Zie de toelichting onder 13.03.04.

Spoorwegovergang Soestdijkseweg

De realisatie tot en met 2012 van dit project is verantwoord via artikel 13.02. In 2012 is sprake geweest van een onderbesteding van € 3 mln. Omdat de uitgaven vanaf 1 januari 2013 via het aanlegprogramma worden verantwoord is deze € 3 mln als restverplichting aan het aanlegbudget toegevoegd.

Den Haag Emplacement

Na overleg met betrokken partijen is in 2011 besloten tot een heroverweging van het ontwerp. Bezien is in hoeverre de vervoerder sporen 11 en 12 nodig heeft voor het uitvoeren van de dienstregeling mede in relatie tot het Programma Hoogfrequent Spoor. Daarnaast is gekeken naar de mogelijkheden om de robuustheid van het ontwerp te vergroten. Uiteindelijk is vastgesteld dat 12 sporen wenselijk zijn en wordt het emplacement robuuster ontworpen. ProRail is gekomen tot een voorkeursvariant en zal hierop het ontwerp voor aanpassing van Den Haag emplacement maken. Volgens de meest recente planning is de verbouwing van het emplacement in 2018 gereed.

Regionale Lijnen Gelderland

Vanwege het afgeven van de realisatiebeschikking «Zutphen versnelling vertrek- een aankomsttijden» is € 3 mln overgeboekt vanuit het planuitwerkingsbudget (artikel 13.03.04) en toegevoegd aan het realisatiebudget.

Sporendriehoek Noord Nederland

Het projectbudget is opgehoogd met € 19 mln. Zie voor de toelichting de tekst opgenomen bij het project punctualiteits- en capaciteitsknelpunten.

Realisatie
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

later

huidig

vorig

Projecten nationaal

                       

Benutten

                       

ERTMS-pilot Amsterdam–Utrecht en ERTMS expertisecentrum1

39

42

1

16

22

1

       

2012/2013/2014

2012/2013/2014

Geluidsanering Spoorwegen

626

626

18

1

4

11

43

84

73

392

divers

divers

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

29

22

 

8

11

3

6

1

   

divers

divers

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

                       

PHS DSSU (inclusief voorinvestering)

278

11

4

33

67

85

79

11

   

2012/2015

2012

Vervanging Dieze brug Den Bosch

2

2

 

2

1

         

2014

2014

Stations en stationsaanpassingen

                       

Kleine stations

78

78

24

6

2

9

11

9

9

10

divers

divers

Overige projecten/programma's /lijndelen etc.

                     

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

397

387

306

13

26

28

20

4

   

divers

divers

Fietsparkeren bij stations

221

215

 

15

18

18

18

18

18

115

divers

divers

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

29

34

5

0

5

5

5

5

5

 

divers

divers

Ontsnippering

84

84

17

8

5

5

19

21

7

 

divers

divers

Programma Kleine Functiewijzigingen

589

576

 

40

89

154

89

82

65

70

divers

divers

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

319

392

 

77

73

33

41

26

26

43

divers

divers

Reistijdverbetering

12

6

 

6

5

1

       

2013

2013

Toegankelijkheid stations

503

507

 

44

44

45

46

46

43

235

divers

divers

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

                       

Amsterdam–Almere–Lelystad

                       

OV SAAL korte termijn

840

840

62

121

151

172

172

79

80

2

2016

2016

Stations en stationsaanpassingen

                       

Amsterdam CS, Cuypershal

38

38

4

5

12

10

4

2

   

2014/2015/2016

2014/2015/2016

Amsterdam CS, Fietsenstalling

35

35

3

1

8

8

7

6

2

 

2013/2018

2013/2018

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

185

184

124

22

15

10

3

7

4

 

divers

divers

Vleuten–Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

956

956

619

57

60

57

42

30

30

62

2005 e.v.

2005 e.v.

Stations en stationsaanpassingen

                       

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

346

346

141

65

53

51

27

9

   

2016

2016

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

37

34

12

2

6

8

5

4

   

2013/2015

2013/2015

Projecten Zuidvleugel

                   

Stations en stationsaanpassingen

                       

Den Haag CS (t.b.v. NSP)

117

117

84

23

9

         

2014

2014

Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

275

275

220

36

20

         

2013

2013

Den Haag CS perronsporen 11 en 12

38

38

3

1

1

7

11

11

4

1

2018

2015

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft

538

538

359

76

36

54

12

     

2015/2017

2015/2017

Projecten Brabant

                       

Stations en stationsaanpassingen

                       

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

56

56

26

9

8

5

5

3

   

2016/2017

2015

Projecten Oost Nederland

                       

Utrecht–Arnhem–Zevenaar

                       

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

108

108

80

14

8

3

2

     

2011/2014

2011/2014

Sporen in Arnhem

299

299

282

14

1

1

       

2011

2011

Traject Oost uitv. convenant DMB2

234

234

3

10

18

46

41

26

23

67

2019

2019

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Hanzelijn

1.020

1.020

934

59

8

4

6

8

   

2012

2012

Regionale lijnen Gelderland

14

11

2

2

3

1

4

2

1

 

divers

divers

Projecten Noord Nederland

                       

Partiële spooruitbreiding Groningen–Leeuwarden

5

5

2

2

1

0

           

Sporendriehoek Noord-Nederland

194

175

26

6

14

27

37

35

23

27

divers

divers

Totaal ProRail projecten

8.540

 

3.361

795

801

864

755

530

411

1.024

   

Overige (niet ProRail) projecten

                       

Afdekking risico's spoorprogramma's

29

39

   

15

13

 

2

   

n.v.t.

n.v.t.

Intensivering Spoor in steden (I)

246

246

184

9

13

13

13

14

       

Spoorzone Ede

42

42

2

 

19

13

9

         

Totaal overige (niet ProRail) Projecten

316

 

186

9

46

38

22

16

0

0

   

Programma Realisatie (IF 13.03.01)

8.856

 

3.546

804

847

902

776

546

411

1.024

   

Budget Realisatie (IF 13.03.01)

     

787

811

904

785

588

411

1.024

   

Overprogrammering (–)

     

– 17

– 36

2

9

42

   
1

Van het totale budget is € 6 mln aan Prorail beschikt. De overige kosten zijn voornamelijk bestemd voor ombouw materieel, opleidingskosten en de ontwikkeling van een referentiesysteem.

2

Inclusief uitgaven met betrekking tot planuitwerking verantwoord op IF 13.05.01

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam–Genua

Het projectbudget is opgehoogd met € 11,8 mln voor het project Zevenaar–Didam (zie voor de toelichting de tekst bij het programma Kleine functiewijzigingen onder 13.03.01).

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

later

huidig

vorig

ProRail Projecten

                       

Uitgaven mbt planuitwerking op Infrastructuurfonds 13.03.05

   

– 16

– 1

– 4

– 1

0

– 1

– 5

– 4

   

Projecten nationaal

                       

PAGE risico reductie

18

18

8

1

0

1

3

3

2

1

divers

divers

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam–Genua 1

170

158

15

21

37

47

29

8

9

5

2013 e.v.

2013 e.v.

Aslasten Cluster III realisatie

1

                     

Projecten Oost Nederland

                       

Uitv.progr Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NaNov)1

154

154

42

4

13

8

11

16

22

37

divers

divers

Projecten Zuidwestelijke delta

                       

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

27

27

9

1

1

6

4

6

   

2014/2016

2014

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding1

217

217

1

40

53

24

20

25

38

16

2014 e.v.

 

Overige projecten

                       

Nazorg gereedgekomen projecten

4

4

0

2

1

1

       

divers

divers

Totaal ProRail Projecten

557

 

59

67

102

86

67

56

65

55

   

Overige (niet ProRail) Projecten

       

0

0

0

0

0

0

   

Programma Realisatie (Infrastructuurfonds 13.03.02)

557

   

67

102

86

67

56

65

55

   

Budget Realisatie (Infrastructuurfonds 13.03.02)

     

59

90

98

75

56

65

55

   

Overprogrammering (–)

     

–8

–12

12

8

         
1

Inclusief uitgaven met betrekking tot planuitwerkingen verantwoord op Infrastructuurfonds 13.05.02/13.03.05

13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer

Nieuw opgenomen in het Planuitwerkingsprogramma

Programma Overwegen

In het Regeerakkoord Rutte-II is opgenomen dat er een landelijk verbeterprogramma komt om het aantal incidenten te verminderen. Het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen richt zich op het verbeteren van veilige doorstroming van trein en wegverkeer bij overwegen. In de huidige verkenningenfase wordt een nulmeting uitgevoerd voor alle overwegen, waarbij veiligheid en doorstroming per overweg in kaart worden gebracht. Vervolgens wordt bepaald waar de grootste knelpunten zich bevinden (de prioritaire overwegen) en wordt door middel van lokaal maatwerk samen met andere partijen een oplossing gezocht. Parallel hieraan wordt gekeken of generieke maatregelen gevonden kunnen worden om het aantal incidenten te verminderen. Vervolgens worden per prioritaire overweg afspraken over de maatregelen gemaakt en vastgelegd, waarna tot uitvoering wordt overgegaan. Co-financiering door decentrale overheden is een uitgangspunt.

Reservering opbouw compensatie NS

De reservering is met € 7,7 mln verhoogd door het indexeren naar prijspeil 2013.

ERTMS

In juni 2012 heeft het kabinet Rutte-I het principebesluit genomen tot invoering van het nieuwe treinbesturings- en beveiligingssysteem ERTMS (European Rail Traffic Management System). In het Regeerakkoord Rutte-II is aangegeven dat dit systeem vanaf 2016 met gebruikmaking van bestaande budgetten gefaseerd wordt ingevoerd. In februari 2013 is daarop de startbeslissing genomen, via de zogenaamde Railmap versie 1.0. Deze Railmap beschrijft onder andere het nadere onderzoek dat in de verkenningsfase gedaan moet worden om tot een voorkeursbeslissing te komen. Voor ERTMS is inmiddels € 2 mld gereserveerd.

ERTMS biedt naar verwachting voordelen op gebieden als capaciteit, snelheid, interoperabiliteit, veiligheid en betrouwbaarheid. Nadat in de verkenningsfase deze kansen, maar ook risico’s feitelijk in kaart zijn gebracht, kan aan de hand van een nadere uitwerking van de scenario’s uit de Railmap tot een voorkeursbeslissing worden gekomen.

PHS

Het projectbudget is eerst opgehoogd met € 5,9 mln voor de realisatie van een perronkap op het 7e perron voor Utrecht CS in het kader van het project DSSU (Doorstroomstation Utrecht). Deze perronkap behoorde niet tot de oorspronkelijke scope maar is noodzakelijk om de reizigersspreiding te bevorderen en hiermee de transferveiligheid te bewerkstelligen. Deze gelden zijn daarna met de voor de realisatiebeschikking benodigde gelden ad € 260,9 mln toegevoegd aan het realisatiebudget PHS DSSU.

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

De verlaging van het projectbudget wordt veroorzaakt door de overheveling van € 2,9 mln naar de BDU ten behoeve van de spoorlijn Roodeschool naar Eemshaven en een bedrag van € 6 mln naar de BDU als eenmalige bijdrage aan de verbinding Arnhem–Emmerich–Düsseldorf.

Amsterdam Zuidas WTC

De door ProRail gemaakte kosten voor planuitwerking en voorbereiding realisatie, ad € 2,7 mln tot medio 2013, voor het gemeenschappelijke weg- en spoorproject ZuidasDok worden door ProRail bij RWS in rekening gebracht. Om die reden is dit bedrag overgeheveld naar Infrastructuurfonds artikel 12.03.01.

Quick scan Decentraal Spoorvervoer Gelderland

De bijdrage van de provincie Gelderland ad € 1,5 mln voor het project «vrijleggen treindienst Zutphen–Winterswijk te Zutphen» is toegevoegd aan het projectbudget. Daarnaast is een bedrag van € 3 mln overgeboekt naar het in het realisatieprogramma opgenomen project Regionale Lijnen vanwege het afgeven van de realisatiebeschikking «Zutphen versnelling vertrek- een aankomsttijden».

OV SAAL MLT

In het Infrastructuurfonds 2013 is het voormalige, binnen het programma beheer, onderhoud en vervanging (BOV) geoormerkte programma punctualiteits- en capaciteitsknelpunten ondergebracht bij het aanlegprogramma personenvervoer. Binnen het BOV-programma waren middelen gereserveerd voor capaciteitsuitbreiding op de Flevolijn in Almere. Een deel van de middelen is daartoe inmiddels ook ingezet. De nog resterende middelen waren nog niet overgeheveld naar het aanlegprogramma maar werden door ProRail nog gereserveerd binnen het BOV programma tot duidelijk zou zijn of deze gelden inderdaad nodig waren voor de genoemde uitbreiding. Bij Voorjaarsnota 2013 zijn deze middelen toegevoegd aan het programma punctualiteits- en capaciteitsknelpunten. De middelen zijn nu vanuit dit programma toegevoegd aan OV SAAL MLT en binnen dit project wordt naar verdere noodzakelijke verbeteringen van de capaciteit en de kwaliteit op de OV SAAL-corridor gekeken en daartoe ook naar mogelijk noodzakelijke infrastructurele maatregelen op de Flevolijn. Het toegevoegde budget van € 53,6 mln wordt binnen OV SAAL geoormerkt voor eventuele infrastructurele oplossingen waarbij sprake is van (partiële) vier-sporigheid.

Bedrag x € 1 mln
 

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

Verplicht

554

     

Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma Infrastructuurfonds 13.03.01

0

2

nvt

nvt

Projecten Nationaal

       

Kleine projecten Personenvervoer

5

5

nvt

nvt

Reservering opbouw compensatie NS

152

144

nvt

nvt

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

Adam Zuidas station (NSP)

235

235

2016

2026

Adam Zuidas WTC/4-sp

119

121

2016

2026

Projecten Oost-Nederland

       

Quick scan decentraal spoor Gelderland

18

28

2013/2014

2014–2018

Traject Oost (Conv.DMB)

 

8

gereed

gereed

Lenteakkoordimpuls voor 4 spoorlijnen Oost-Nederland

25

25

2013

2014–2017

Gebonden

2.348

     

Projecten Nationaal

       

Grensoverschr. Spoorvervoer

29

38

div.

div.

Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA))

92

92

div.

div.

Grensoverschr. Spoorvervoer, fase 2

43

43

div.

2014–2018

Progr.Hoogfreq.Spoor (PHS)

1.334

1.595

div.

div.

Reservering Businesscase NSP

12

12

nvt

nvt

Programma overwegen

200

 

div.

div.

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

OV Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad

638

585

2015

2021

Bestemd

2.174

2.174

   

Projecten in voorbereding

       

Projecten Nationaal

       

– ERTMS

       

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde risico's

       

Totaal planuitwerkingsprogramma

5.076

     

Begroting (Infrastructuurfonds 13.03.04)

5.076

     

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2013–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.

Verk./Planuitw. Spoor (Periode 2013–2028)

Verk./Planuitw. Spoor (Periode 2013–2028)
13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer

Nieuw opgenomen in het planuitwerkingsprogramma

Calandbrug

De Calandbrug is een stalen hefbrug uit 1969 voor het trein-, auto- en fietsverkeer over het Calandkanaal in het Rotterdamse havengebied. De brug is in 2020 aan het einde van haar levensduur en moet dan grootschalig worden gerenoveerd. Daarvoor is een bedrag opgenomen van € 157 mln in de periode 2015–2020. Afhankelijk van de groei van het treinverkeer en de scheepvaart en de effectiviteit van capaciteitsvergroting door procesverbeteringen, kan de brug een capaciteitsknelpunt gaan vormen. Medio 2013 is een verkenning gestart, hierin wordt ook de capaciteitsproblematiek meegenomen. Als wordt gekozen ook het capaciteitsprobleem aan te pakken, is de kans groot dat het gereserveerde budget van € 157 mln onvoldoende is.

Spoorgoederen Bedrag x € 1 mln
 

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

Verplicht

17

     

Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma Infrastructuurfonds 13.03.02

17

16

   

Gebonden

179

     

Projecten Nationaal

       

Aslastencluster III

11

11

nvt

nvt

Europese ERTMS verbindingen

6

6

nvt

nvt

Projecten Zuidvleugel

       

Kleine project Goed

5

5

nvt

nvt

Calandbrug

157

 

2014

2019

Bestemd

6

216

   

Projecten in voorbereiding

       

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde Risico's

       

Totaal planuitwerkingsprogramma

202

     

Begroting (Infrastructuurfonds 13.03.05)

202

     

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2013– 2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.

Verk./Planuitw. Spoor (Periode 2013–2028)

Verk./Planuitw. Spoor (Periode 2013–2028)
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), volgens de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.

Producten

Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De PPS is bij de onderdelen infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand gekomen. Eind 2001 zijn de contracten met de infraprovider en de vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw gold dat de HSL-Zuid onderdelen gefaseerd werden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering op het noordelijke deel was in december 2005. De bovenbouw van het zuidelijke deel is opgeleverd in juli 2006 en het noordelijke deel in december 2006.

Meetbare gegevens

Projectoverzicht (bedragen x € 1 mln)
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                       

Infraprovider HSL-Zuid

                   

2007

2007

Reguliere beschikbaarheidsvergoeding

3.563

3.563

858

147

147

148

149

149

149

1.816

   

Rente- en belastingaanpassingen

0

 

– 8

– 7

– 1

16

           

Totaal

3.563

 

850

140

146

164

149

149

149

1.816

   

Begroting IF13.04

   

850

140

146

164

149

149

149

     
13.07 Rente en Aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is en in de toekomst gefinancierd wordt.

Bestaande leningen

Producten

In de periode 2005–2013 is voor € 1,8 mld aan leningen bij ProRail afgelost. Het grootste deel hiervan is gefinancierd met het in 2009/2010 uitgekeerde Superdividend van de NS. Deze schuldreducties hebben geleid tot een verlaging van de rentelasten van € 130 mln in 2005 tot € 17 mln in 2014. Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2012 bedroeg nog € 313 mln. Hiervan moet ProRail in 2017 € 166 mln aflossen, in 2020 € 75 mln en in 2027 € 72 mln. Nog niet is besloten of tot herfinanciering of schuldreductie wordt overgegaan. Om deze reden zijn voor deze leningen de rentekosten structureel in de begroting opgenomen (en geen aflossingen).

Nieuwe leningen

Een deel van het PHS wordt gefinancierd met een leenfaciliteit (TK 28 165, nr. 105, 26-11-2009) van € 875 mln. Rente en aflossing van de eerste € 675 mln van de leenfaciliteit, welke gekoppeld is aan een verlaging van het Infrastructuurfonds na 2020, zullen door het ministerie van Financiën worden gedragen en de resterende € 200 mln door IenM.

Uitgaven (x € 1.000)

13.07 Rente en aflossing leningen
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Rente leningen

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

Aflossing leningen

31.800

0

0

0

0

0

Totaal artikel 13.07

48.397

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

Artikel 13.08 - Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord.

In mijn brief van 13 februari 2013 over de invulling van de bezuinigingen op het Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) is per sector de ruimte afgeleid voor nieuwe investeringen en risico’s. Bij Voorjaarsnota 2013 zijn hiertoe vervolgens per modaliteit aparte artikelonderdelen «Investeringsruimte» geïntroduceerd.

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen betreffen de volgende zaken:

  • De investeringsruimte is verlaagd met € 5,9 mln voor de realisatie van een perronkap op het 7e perron voor Utrecht CS in het kader van het project DSSU (Doorstroomstation Utrecht). Deze perronkap behoorde niet tot de oorspronkelijke scope maar is noodzakelijk om de reizigersspreiding te bevorderen en hiermee de transferveiligheid te bewerkstelligen.

  • Voor de Calandbrug is de investeringsruimte verlaagd met € 157 mln. Deze brug is in 2020 aan het einde van haar levensduur en moet dan grootschalig worden gerenoveerd.

  • Vanuit het planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer is de bestemde ruimte ad € 226 mln toegevoegd aan de investeringsruimte van waaruit integrale afwegingen voor nieuwe investeringen kunnen plaatsvinden.

  • Vanwege een door NS betaalde boete, opgelegd naar aanleiding van achterblijvende prestaties ten opzichte van de in het vervoerplan 2011 afgesproken grenswaarden, is € 2,8 mln toegevoegd aan de investeringsruimte.

  • Vanuit de post Nazorg Personenvervoer is € 2,9 mln toegevoegd, omdat een aantal binnen deze post opgenomen reserveringen voor mogelijke risico’s niet nodig bleken te zijn en daarnaast werkzaamheden goedkoper zijn uitgevallen dan vooraf geraamd.

  • De investeringsruimte is met € 89,5 mln verhoogd door het indexeren van de concessievergoeding HSL-Zuid naar prijspeil 2013.

  • IenM dekt in de ontwerpbegroting over 2014 het budgettaire probleem dat is ontstaan door het niet uitkeren van de prijsbijstelling uit de resterende Investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasritmeprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk eerder bij een eerstvolgende herijking van het Investeringsprogramma.

13.08 Inv.ruimte Spoor x € 1.000
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Investeringsruimte

0

12.136

20.985

30.157

15.569

5.894

30.846

31.064

57.206

Kaseffect verwerking index 2013

0

– 20.524

– 20.531

– 18.455

– 20.096

– 20.283

– 18.760

– 21.318

– 19.375

Totaal

0

– 8.388

454

11.702

– 4.527

– 14.389

12.086

9.746

37.831

(vervolg) 13.08 Inv.ruimte Spoor
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal

Investeringsruimte

56.137

59.567

126.272

102.412

74.913

146.660

270.116

1.039.934

Kaseffect verwerking index2013

– 19.364

– 19.365

– 19.673

– 18.605

– 19.519

– 19.519

275.387

0

Totaal

36.773

40.202

106.599

83.807

55.394

127.141

545.503

1.039.934

13.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde-partijen voor spooruitgaven, die rechtstreeks aan IenM worden betaald, verantwoord. De gebruiksvergoeding van vervoerders en onderhoudsbijdragen van derde-partijen worden door ProRail geïnd en worden daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikel 13.02.

Wanneer verrekeningen (subsidievaststellingen) met ProRail plaatsvinden die betrekking hebben op afgesloten jaren mogen deze niet worden gesaldeerd met de uitgaven voor het lopende jaar, maar worden gedesaldeerd opgenomen in de ontvangsten en uitgaven.

Concessievergoedingen

Producten

Deze betreffen de vergoedingen die NS en HSA betalen voor de concessies voor het Hoofdrailnet en de HSL-Zuid. De daling ten opzichte van de vorige begrotingen houdt verband met de overdracht van reisinformatie van ProRail aan NS, welke is verwerkt in de concessievergoeding NS. Daarnaast is de vergoeding van HSA geïndexeerd naar prijspeil 2013.

Bijdragen van derden

Deze betreffen de bijdragen van derden aan (MIRT)projecten zoals Decentrale Lijnen, Schiedam–Rijswijk, Regionet en Traject Oost.

Afrekeningen ProRail

Deze betreffen de afrekeningen met betrekking tot aanlegprojecten van het vierde kwartaal 2012, de afrekening over 2012 van de functiewijzigingsprojecten die met ingang van 2013 zijn overgeheveld van beheer en onderhoud naar aanleg en de afrekeningen naar aanleiding van de subsidievaststellingen van beheer, onderhoud en vervanging voor 2011 en 2012.

Ontvangsten (x € 1.000)

13.09 Ontvangsten spoorwegen
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Concessievergoeding HRN

21.350

22.500

72.500

72.500

72.500

72.500

Concessievergoeding HSL-Zuid

43.549

42.137

107.983

107.983

115.576

122.009

Verrekening energieheffing

0

0

56.000

0

0

0

Concessievergoedingen

65.611

65.249

236.789

180.483

188.076

194.509

             

Decentrale lijnen

12.137

612

306

0

0

0

Regionet

1.009

0

0

0

0

0

Traject-Oost

555

0

0

0

0

0

Schiedam–Rijswijk

0

0

0

0

5.000

0

Bijdragen van derde-partijen aan projecten

13.089

0

0

0

5.000

0

             

MIRT-projecten 2012

13.639

0

0

0

0

0

Functiewijzigingsprojecten 2012

51.519

0

0

0

0

0

Kapitaallasten en onderhoud 2011

77.815

0

0

0

0

0

Kapitaallasten en onderhoud 2012

pm

0

0

0

0

0

Afrekeningen met ProRail

142.973

0

0

0

0

0

             

Boete NS 2011

2.750

0

0

0

0

0

Boete NS 2012

pm

0

0

0

0

0

Overige ontvangsten

2.750

0

0

0

0

0

             

Totaal ontvangsten spoorwegen

224.323

65.249

236.789

180.483

193.076

194.509

Licence