Base description which applies to whole site

Artikel 31. Nationale Politie

Algemene doelstelling

Een veilige samenleving met behulp van een goed functionerende politieorganisatie.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister heeft een financierende en regisserende rol ten aanzien van de nationale politie. Hierbij zijn drie verantwoordelijkheden te onderscheiden:

  • De eerste verantwoordelijkheid betreft de inrichting, werking en ontwikkeling van het politiebestel;

  • De tweede verantwoordelijkheid betreft de bevoegdheden en het beheer ten aanzien van de politie. Onder deze beheersverantwoordelijkheid van de Minister12 valt het vaststellen van de begroting, de meerjarenraming, de jaarrekening, het beheersplan, het jaarverslag en de operationele sterkte. De korpschef is belast met de leiding en het beheer van de politie. De korpschef opereert binnen de kaders die de Minister stelt. De Minister kan de korpschef te allen tijde over alle beheeraangelegenheden algemene en bijzondere aanwijzingen geven;

  • Tot slot stelt de Minister vanuit zijn beleidsverantwoordelijkheid, gehoord het College van procureurs-generaal en de regioburgemeesters, ten minste eens in de vier jaar de landelijke beleidsdoelstellingen van de politie vast

De Minister heeft ten aanzien van het politie- en brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Caribisch Nederland) een financierende en regisserende rol. De beheersverantwoordelijkheid voor het politie- en brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba, berust bij hem13.

Beleidswijzigingen

De rollen en verantwoordelijkheden binnen het politiebestel zijn, met de komst van de nationale politie, op onderdelen gewijzigd. Om de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Minister en de gezagsdragers te bekrachtigen is door de Minister, de regioburgemeesters en het college van procureurs generaal een Veiligheidsagenda opgesteld waarin voor de periode 2015–2018 de prioriteiten zijn benoemd.14 Onder meer om te komen tot uitvoering van de Veiligheidsagenda zijn de middelen uit de Regeerakkoordintensiveringsenveloppe Veiligheid overgeheveld naar de begroting van VenJ voor de jaren 2015 tot en met 2017.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 31.1 Budgettaire gevolgen van beleid art. 31 (x € 1.000)
   

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Verplichtingen

5.298.340

5.140.094

5.189.705

5.126.175

5.014.207

4.976.848

4.997.725

                 

Programma-uitgaven

5.265.815

5.149.579

5.199.190

5.127.123

5.014.207

4.976.848

4.997.725

Waarvan juridisch verplicht

   

99,01%

       

31.2 Bekostiging nationale politie

             
 

Bijdrage ZBO's/RWT's

             
 

Nationale Politie

4.971.272

4.870.304

4.939.208

4.872.903

4.761.714

4.724.355

4.745.232

 

Politieacademie

124.524

112.438

105.953

100.515

98.787

98.787

98.787

 

Bijdrage medeoverheden

             
 

BES brandweer- en politiekorps

20.485

20.888

17.992

17.992

17.992

17.992

17.992

 

Opdrachten

             
 

Gerechtstolken

0

9.383

11.843

12.000

12.000

12.000

12.000

                 

31.3 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie

           
 

Bijdrage ZBO's/RWT's

             
 

Internationale samenwerkingsoperaties

23.283

10.990

10.991

10.991

10.991

10.991

10.991

 

C2000 / GMS

102.703

105.242

93.896

93.878

93.879

93.879

93.879

 

overig Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT

870

794

794

794

794

794

794

 

Bijdrage medeoverheden

             
 

Bijdragen in het kader van de kwaliteit van de politiezorg

3.644

1.171

1.278

1.259

1.259

1.259

1.259

 

Subsidies

             
 

Opsporing

1.228

700

700

700

700

700

700

 

overig Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT

734

500

500

500

500

500

500

 

Opdrachten

             
 

Providers

9.167

9.956

9.958

9.514

9.514

9.514

9.514

 

overig Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT

3.116

2.691

1.552

1.552

1.552

1.552

1.552

 

Bijdragen Sociale fondsen

             
 

Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie

4.789

4.522

4.525

4.525

4.525

4.525

4.525

                 

Ontvangsten

1.431

500

500

500

500

500

500

Budgetflexibiliteit

Het juridisch verplichte deel betreft verplichtingen op grond van de politiewet en meerjarige opdrachten aan de telecomaanbieders in verband met tapkosten. Het niet-juridisch verplichte deel is gereserveerd voor uitgaven op het gebied van internationale politiesamenwerking (onder andere ten behoeve van uitzendingen).

31.2 Bekostiging nationale politie

Toelichting op de instrumenten

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Nationale politie

De politie levert een belangrijke bijdrage aan het handhaven en vergroten van de veiligheid in Nederland. De politie ontvangt daartoe bijdragen van de Minister15. De algemene bijdrage wordt als lumpsumbudget ter beschikking gesteld aan de politie en komt altijd volledig ten gunste van een adequate politiezorg. Het beleid is erop gericht de politie zoveel mogelijk flexibiliteit te geven om afgesproken doelen te realiseren. Het lumpsumdeel bedraagt ruim € 4,7 mld. in 2016. Bij uitzondering worden bijzondere bijdragen gegeven voor de realisatie van een bepaald doel zoals de bijdrage van ruim € 48 mln. voor de verkeershandhavingsteams, € 14 mln. voor cybercrime en voor de versterking van de veiligheidsketen als gevolg van het huidige dreigingsbeeld, in 2016 € 1,6 mln. voor extra observatieteams en de bijdrage van € 10,4 mln. voor DSI.

Daarnaast voert de politie een aantal taken uit die onder de verantwoordelijkheid vallen van het departement. Het gaat dan onder meer om het onderhoud van het communicatienetwerk C2000 en het uitzenden van politiefunctionarissen naar crisisgebieden. Deze taken worden apart begroot en verantwoord onder artikelonderdeel 31.3.

De politie voert een batenlastenstelsel. De personeelskosten voor de politie zijn voor 2016 geraamd op € 3,9 mld. Het overgrote deel zijn reguliere salariskosten van het operationele en niet-operationele personeel. Voor materiële kosten wordt ongeveer € 1,1 mld. begroot. Hiervan zijn de grootste posten huisvesting, vervoer, operationele kosten, beheer en verbindingen en automatisering.

In de jaren 2014 tot en met 2019 daalt de algemene bijdrage aan de politie met ruim 5%. De vorming van de nationale politie brengt frictiekosten met zich mee (voor bijvoorbeeld de reorganisatie) die zich voornamelijk in de startfase van de politie voordoen. Voor de dekking van deze kosten ontvangt de politie een bijzondere bijdrage met een totale omvang van € 230 mln. Na 2016 vervalt deze extra bijdrage, waardoor de totale bijdrage aan de politie daalt.

Verder gaat de vorming van de nationale politie gepaard met ombuigingen, voornamelijk door besparingen in de bedrijfsvoering die mogelijk zijn door centralisatie van deze taken. Dit resulteert in een daling van de algemene bijdrage in de komende jaren. Deze besparingen worden met de inrichting van de politie gerealiseerd, onder meer door een daling van de niet-operationele sterkte bij de politie.

De politie voert een Strategische Personeelsplanning, met name om de gebiedsgebonden politiezorg (GGP) op peil te houden dienen er meer aspiranten in te stromen dan in 2015 werd voorzien. Daarmee zal de omvang van de operationele sterkte de komende jaren minder snel dalen naar de met de Tweede Kamer afgesproken sterkte van 49.500 fte. Dit is weergegeven in onderstaande tabel.

Tabel 31.2 kengetal operationele sterkte nationale politie
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Operationele sterkte in fte

(incl. aspiranten)

51.442

51.341

50.617

50.472

50.230

49.894

49.665

Bron: begroting nationale politie 2016

Prestatie-indicatoren naar aanleiding van de Veiligheidsagenda 2015–2018 zijn opgenomen in een tabel direct na de beleidsagenda in deze VenJ-begroting.

De volledige begroting van de politie is als separate bijlage met de VenJ-begroting meegezonden.

Politieacademie

Na de inbedding van de Politieacademie in het politiebestel blijft de Politieacademie als zelfstandige organisatie, verantwoordelijk voor het verzorgen van het politieonderwijs, de uitvoering van wetenschappelijk onderzoek en de invulling van de kennisfunctie. De Minister bepaalt jaarlijks, op basis van de behoefte aan politieonderwijs, hoeveel sterkte en middelen door de korpschef feitelijk ter beschikking dient te worden gesteld aan de Politieacademie.

Bij de inwerkingtreding van de wet worden hiertoe de huidige sterkte en middelen van de Politieacademie – met uitzondering van directeur en zijn plaatsvervanger – ondergebracht bij de politie.

De Politieacademie maakt zich gereed voor de groeiende vraag naar opleidingen bij de academie. Er wordt in 2016 zelfs voorzien in een stijging van het aantal aspiranten ten opzichte van voorgaande jaren (1.300 aspiranten en 300 zij-instroom). De reorganisatie van de Politieacademie geeft niet alleen invulling aan de efficiencydoelstellingen, maar ook een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs. Onder meer wordt de uitwisseling van personeel tussen de academie en de politie vergemakkelijkt.

Bijdrage aan medeoverheden

Brandweer- en politiekorps Caribisch Nederland

De Minister is korpsbeheerder van het brandweer- en politiekorps Caribisch Nederland. Ter bekostiging van de personele en materiële uitgaven van de korpsen wordt een bijdrage verstrekt. Een bedrag van € 13,1 mln. is bestemd voor het politiekorps en een bedrag van € 4,9 mln. is bestemd voor het brandweerkorps. Met ingang van 2016 zijn door hervormingen van de governance van de Rijksdienst Caribisch Nederland de kosten voor dienstverlening overgeheveld naar de begroting van Koninkrijksrelaties. De jaarlijks vastgestelde begroting vormt de wettelijke grondslag voor de bekostiging van de beide korpsen van het Caribisch Nederland.

31.3 Kwaliteit, arbeidsvoorwaarden en ICT politie

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Internationale samenwerkingsoperaties

In opdracht van de Minister voert de politie activiteiten uit in het kader van internationale politiesamenwerking (IPS) en strategische landenprogramma’s (SLP’s). Ook coördineert de politie de uitzending van haar politiefunctionarissen naar internationale (civiele) missies en operaties, waarbij de politie en de Koninklijke Marechaussee waar mogelijk gebruik maken van elkaars faciliteiten. De Koninklijke Marechaussee levert een eigenstandige bijdrage aan de internationale politiesamenwerking en draagt vanuit Defensie bij aan uitzendingen.

C2000/GMS

Politie voert het beheer voor de verschillende multisystemen van de meldkamerorganisatie, waaronder C2000 en GMS. In het licht van de vorming van de Landelijke Meldkamerorganisatie moeten deze systemen straks in integraliteit kunnen functioneren. Om de systemen te laten voldoen aan de vereisten vanuit wet- en regelgeving en technische ontwikkelingen, vindt op de systemen continue doorontwikkeling plaats.

Bijdrage medeoverheden

Bijdragen in het kader van de kwaliteit van de politiezorg

Dit budget wordt grotendeels gebruikt voor de ondersteuning van de regioburgemeesters. Daarnaast is een klein deel bestemd voor bijdragen aan andere departementen.

Subsidies

Opsporing

Deze subsidie wordt verstrekt aan de onafhankelijke Stichting NL Confidential. De Minister is één van de belangrijkste financiers van deze stichting. NL Confidential beheert verschillende meldlijnen, maar ontvangt de subsidie hoofdzakelijk voor de exploitatie van de meldlijn Meld Misdaad Anoniem, zodat burgers makkelijker een bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding van criminaliteit in Nederland. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Opdrachten

Providers

De Staat heeft, op grond van de Regeling vergoeding kosten aftappen en gegevensverstrekking16, een overeenkomst gesloten voor 2014 tot en met 2016 met zes grote telecomaanbieders. Op grond van hoofdstuk 13 Telecommunicatiewet zijn telecomaanbieders verplicht om hun netwerken en diensten aftapbaar te maken en mee te werken aan aftappen en gegevensverstrekkingen over hun klanten. De Staat vergoedt bepaalde kosten die aanbieders maken in dit verband.

Bijdragen aan sociale fondsen

Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie (SAOP)

De Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie, het A&O fonds voor de sector politie, subsidieert, adviseert en registreert scholings-, arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsprojecten. Het primaire doel van de SAOP is het bevorderen van het goed functioneren van de arbeidsmarkt van de politie en het stimuleren van opleidingsactiviteiten. Dit doet de SAOP met behulp van de bijdrage die zij op basis van arbeidsvoorwaardelijke afspraken ontvangt van de Minister.

12

Vastgelegd in de Politiewet 2012

13

Veiligheidswet BES (Stb. 2010, 362)

15

Op basis van artikel 33, Politiewet 2012.

Licence