Base description which applies to whole site

Rijkswaterstaat

Introductie

Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Rijkswaterstaat beheert en ontwikkelt de rijkswegen, -vaarwegen en -wateren en zet in op een duurzame leefomgeving.

Samen met anderen werkt Rijkswaterstaat aan een land dat beschermd is tegen overstromingen. Waar voldoende groen is en voldoende en schoon water. En waar je vlot en veilig van A naar B kunt. Samenwerken aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Dat is Rijkswaterstaat.

Het Ministerie van IenM kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. RWS fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleids-directoraten-generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn) beleidsdoelstellingen en kaders die door IenM worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

Producten en diensten

RWS treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuurnetwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realisator van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. RWS voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:

  • Verkeersmanagement: het inzetten van instrumenten en hulpmiddelen om vraag en aanbod op elk moment zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en om het verkeersaanbod zo goed mogelijk af te wikkelen. Het betreft vooral bediening van objecten als bruggen en sluizen, verstrekken van route-informatie en incidentmanagement.

  • Watermanagement: reguleren van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en van de kwaliteit daarvan, door het hanteren van de te onderscheiden categorieën «vasthouden/bergen/afvoeren» en «schoonhouden/scheiden/zuiveren».

  • Beheer, onderhoud en vervanging: instandhouding van objecten en areaal op een vooruitstrevende, toekomstgerichte manier, gericht op het ook in technische zin steeds verder ontwikkelen van het netwerk of systeem.

  • Aanleg: dit betreft investeringen om de functionaliteit van het netwerk te vergroten. Nieuwe verbindingen of verbreding van bestaande. Sleutelwoord: capaciteitsvergroting.

  • Beleidsondersteuning en -advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.

Leveren van kennis en expertise: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, milieu en leefomgeving, grote (aanleg)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.

De begroting van baten en lasten voor het jaar 2016 (x € 1.000)

Totaal

Realisatie 2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Baten

             

Omzet IenM

2.182.386

2.185.074

2.250.830

2.063.930

2.018.173

1.987.786

1.950.895

Omzet nutv werkzaamheden

 

276.318

0

0

0

0

0

Omzet overige departementen

43.041

28.833

24.925

24.925

24.925

24.925

24.925

Omzet derden

167.632

143.963

147.313

151.638

154.163

154.163

154.163

Rentebaten

600

800

800

800

800

800

800

Bijzondere baten

3.503

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Vrijval voorziening

3.087

           

Totaal baten

2.400.249

2.637.988

2.426.868

2.244.293

2.201.061

2.170.674

2.133.783

               

Lasten

             

Apparaatskosten

1.046.047

996.232

973.786

928.363

913.819

900.689

897.568

– Personele kosten

773.169

744.905

714.543

685.846

681.071

671.745

669.025

* waarvan eigen personeel

684.794

687.405

663.760

637.704

633.306

625.328

623.916

* waarvan externe inhuur

88.375

56.000

49.283

46.642

46.265

44.917

43.609

* waarvan overige p-kosten

 

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

– Materiele kosten

272.878

251.327

259.243

242.517

232.749

228.944

228.543

* waarvan apparaat ICT

34.181

45.000

45.000

45.000

45.000

45.000

45.000

* waarvan bijdrage aan SSO's

65.510

56.000

56.000

56.000

56.000

56.000

56.000

* waarvan overige M-kosten

173.187

150.327

158.243

141.517

131.749

127.944

127.543

Onderhoud

1.293.107

1.584.033

1.395.359

1.258.207

1.229.519

1.212.262

1.178.491

Rentelasten

5.597

8.748

8.748

8.748

8.748

8.748

8.749

Afschrijvingskosten

36.168

39.975

39.975

39.975

39.975

39.975

39.975

– materieel

35.424

38.500

38.500

38.500

38.500

38.500

38.500

waarvan apparaat ICT

5.334

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

– immaterieel

744

1.475

1.475

1.475

1.475

1.475

1.475

Dotaties

17.456

           

Bijzondere lasten

13.499

           

Totaal lasten

2.411.874

2.628.988

2.417.868

2.235.293

2.192.061

2.161.674

2.124.783

Saldo

– 11.625

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

Dotatie aan reserve Rijksrederij

9.153

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

te verdelen resultaat

– 20.778

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet IenM

De omzet IenM betreft de omzet uit hoofde van activiteiten (en de daarmee samenhangende producten) die RWS verricht voor IenM. De omzet IenM is onder andere een vergoeding voor:

  • het beheer en onderhoud van de infrastructuur en waterkwaliteit;

  • de apparaatskosten (personeel en materieel) van RWS die verband houden met de aanleg, verkeers- & watermanagement en onderhoud van infrastructuur;

  • de capaciteit die RWS levert in het kader van zijn kennis- en adviestaken en de activiteiten in het kader van RWS Directie Leefomgeving.

In de begroting 2014 is in de jaren 2016 en verder de taakstelling op het apparaat uit het regeerakkoord Rutte II verwerkt op zowel de omzet IenM als op de apparaatskosten. Deze taakstelling bedraagt voor RWS € 18 miljoen in 2016.

Verdeling Taakstelling Rutte II 2016–2018 (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

Structureel

Totale taakstelling RWS

0

– 18.289

– 37.972

– 53.100

– 53.100

Toelichting

De invulling van de taakstelling vindt plaats langs een aantal lijnen. RWS realiseert de taakstelling door 60% efficiencymaatregelen en 40% taakversobering. De efficiency zal worden gerealiseerd door doorzetting van maatregelen gericht op het functioneren als eenheid en efficiënt werken. De taakversobering wordt met name voorzien door uniformering en standaardisering. Daarnaast worden besparingen beoogd door extra inzet van eigen personeel (groei eigen personeel) voor werken voor derden en het omzetten van niet-kerntaken naar kerntaken (verlaging inhuur).

Specificatie omzet IenM (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Deltafonds artikel

399.489

455.758

390.648

401.303

391.910

383.501

Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

4.567

1.104

Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening

1.228

Artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging

144.148

169.073

120.381

127.519

120.803

94.105

Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

245.797

284.139

269.989

273.017

270.340

268.507

Artikel 7 Waterkwaliteit

3.749

1.442

278

767

767

20.889

Infrastructuurfonds

1.705.212

1.728.062

1.623.840

1.570.302

1.549.972

1.521.161

Artikel 12 Hoofdwegennet

933.232

1.104.906

1.030.231

1.005.118

995.695

967.896

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

556.206

623.156

593.608

565.183

554.277

553.266

Artikel 18 overige uitgaven

215.774

Hoofdstuk XII

80.372

67.010

49.442

46.568

45.904

46.233

Artikel 11 Integraal waterbeleid

17.419

17.144

16.451

15.459

16.063

16.392

Artikel 12 Waterkwaliteit

Artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling

19.859

15.214

9.163

9.221

9.105

9.105

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

3.691

2.958

2.958

2.958

2.958

2.958

Artikel 15 OV-keten

792

998

998

998

998

998

Artikel 17 Luchtvaart

11.926

8.979

48

48

48

48

Artikel 18 Scheepvaart en Havens

1.270

1.408

1.408

1.408

1.408

1.408

Artikel 19 Klimaat

5.876

4.532

4.076

3.461

3.179

3.179

Artikel 20 Lucht en geluid

2.453

2.127

1.964

1.847

1.646

1.646

Artikel 21 Duurzaamheid

9.866

7.261

6.581

6.472

6.444

6.444

Artikel 22 Omgevingsbeleid en milieurisico’s

6.613

5.780

5.186

4.087

3.446

3.446

Artikel 97 Algemeen departement

607

609

609

609

609

609

Totaal

2.185.074

2.250.830

2.063.930

2.018.173

1.987.786

1.950.895

Van totale omzet IenM

           

* apparaats- en afschrijvingskosten en rentelasten

1.005.167

980.171

931.723

914.654

901.524

898.404

* programma

1.179.907

1.270.659

1.132.207

1.103.519

1.086.262

1.052.491

Nog uit te voeren werkzaamheden

Dit betreffen middelen die RWS in 2014 van het moederdepartement heeft ontvangen en bestemd waren voor werkzaamheden die gepland waren in 2014, maar waarvan de uitvoering doorloopt in 2015 (€ 276 miljoen).

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen heeft betrekking op van andere ministeries ontvangen vergoedingen voor het gebruik van vaartuigen van de Rijksrederij.

Specificatie omzet overige departementen (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Ministerie van Defensie

16.798

12.891

12.891

12.891

12.891

12.891

Ministerie van Financiën

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Ministerie van Economische zaken

7.035

7.034

7.034

7.034

7.034

7.034

Totaal

28.833

24.925

24.925

24.925

24.925

24.925

Omzet derden

De omzet derden heeft betrekking op vergoedingen van onder meer provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van het beheer en onderhoud van de infrastructuur en de kennis- en adviesfunctie. Daarnaast bevat deze post de verwachte opbrengsten uit schaderijdingen en schadevaringen ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden, opbrengsten uit vergunningverlening, beheeropbrengsten op het areaal, opbrengsten voor de Nationale Bewegwijzeringsdienst en adviezen vanuit RWS Directie Leefomgeving aan onder meer gemeenten.

Specificatie omzet derden (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Schaderijdingen/schadevaringen

24.500

24.500

24.500

24.500

24.500

24.500

Vergunningen WVO

19.000

19.000

19.000

19.000

19.000

19.000

Vergoeding provincies etc.

43.075

43.075

43.075

43.075

43.075

43.075

Nationale Bewegwijzeringsdienst

15.700

15.750

16.275

16.300

16.300

16.300

Beheeropbrengsten areaal

32.400

33.200

34.500

34.500

34.500

34.500

Overig

9.288

11.788

14.288

16.788

16.788

16.788

Totaal

143.963

147.313

151.638

154.163

154.163

154.163

Bijzondere baten

De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.

Lasten

Personele kosten

Specificatie personele kosten
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Aantal FTE

8.430

8.544

8.643

8.379

8.249

8.184

8.164

Eigen Personeelskosten (x € 1.000)

684.794

687.405

663.760

637.704

633.306

625.328

623.916

Inhuur (x € 1.000)

88.375

56.000

49.283

46.642

46.265

44.917

43.609

Een aantal ontwikkelingen zorgt bij RWS in de komende jaren voor een toename van het aantal ambtelijke fte. De belangrijkste worden hieronder toegelicht.

  • Kasschuif apparaat: In de ontwerpbegroting 2014 heeft het kabinet besloten om op de fondsen te werken met een overprogrammering. Dit instrument heeft als doel om zorg te dragen dat vertragingen bij projecten niet onmiddellijk tot onderbesteding leidt op de fondsen. In de praktijk betekent dit dat Rijkswaterstaat eerder capaciteit voor projecten inzet dan er oorspronkelijk begroot was. Doordat de voorbereidende werkzaamheden voor deze projecten niet in een later stadium opnieuw hoeven te worden uitgevoerd is een kasschuif verwerkt van de apparaatsbudgetten vanuit de periode na 2020 naar voren. Het effect op de organisatieomvang bedraagt 250 fte in 2016 aflopend naar 0 fte in 2020.

  • Verwerking omzetting niet kerntaken:Uit analyse van Rijkswaterstaat is gebleken dat een beperkte bijstelling nodig is in de verdeling van taken die nu door de markt worden uitgevoerd en taken die door RWS met eigen personeel worden uitgevoerd. De complexiteit van aanleg- en onderhoudsprojecten neemt steeds verder toe. Dit komt onder meer door een meer integrale gebiedsontwikkeling, toename van de ICT-toepassingen in de infrastructuur en een groeiende renovatieopgave. De vraag naar specifieke kennis en ervaring op deze terreinen neemt de komende jaren verder toe. Zonder ingrijpen leidt dit tot een groeiende behoefte aan relatief dure inhuurcontracten en een te grote afhankelijkheid van de markt. Om haar rol als deskundig opdrachtgever richting de bouwbedrijven te kunnen blijven spelen, en bovenstaande ontwikkelingen het hoofd te bieden, wil RWS meer deskundig eigen personeel in dienst nemen. Het gaat dan om extra capaciteit ten behoeve van techniek, inkoop, projectbeheersing en inspecties ten behoeve van instandhoudingsadviezen van RWS objecten. Het effect op de omvang in 2016 hiervan is 40 fte.

  • Overdracht van taken binnen rijksoverheid: In 2015/16 komen taken over van Dienst Landelijk Gebied naar Rijkswaterstaat. Het effect op de organisatieomvang in 2016 bedraagt crica 35 fte.

  • Extra inzet werken derden: Een van de besparingsmaatregelen Rutte 2 betreft het extra inzetten van capaciteit voor werken van derden. Effect bedraagt circa 25 fte in 2016.

Eigen personeel

De kracht van Rijkswaterstaat ligt in de zakelijke en professionele wijze waarop het zijn kerntaken uitvoert. Om daarop te kunnen sturen is gedefinieerd welke taken RWS met eigen mensen uitvoert (de kerntaken) en welke taken aan de markt worden overgelaten (de niet-kern taken).

De bovengenoemde kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt en derhalve niet tot de apparaatskosten behoren. Omwille van de aansluiting op de Rijksbrede rapportages is ervoor gekozen om de daarmee samenhangende kosten ook hier afzonderlijk inzichtelijk te maken.

Inhuur apparaat (kerntaken)

RWS streeft ernaar om de inhuur van externen op kerntaken zoveel mogelijk te beperken vanuit het basisprincipe dat Rijkswaterstaat op kerntaken eigen mensen inzet, ter vermindering van de kwetsbaarheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van externen. Inhuur op kerntaken vindt in beginsel alleen plaats als er sprake is van piekbelasting in de directe productie of in geval van onderbezetting, ziekte of vervanging. Inhuur op kerntaken kan ook een keuze zijn als vanuit de arbeidsmarkt hele specifieke kennis/specialisme niet kan worden aangetrokken.

Bij inhuur op kerntaken wordt eerst nagegaan of de vacature binnen de eigen RWS organisatie kan worden ingevuld (met eigen medewerkers of vanuit de mobiliteitspool). Door deze maatregelen zal de inhuur op kerntaken de komende jaren gaan dalen.

 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Inhuur kerntaken (x € 1.000)

88.375

56.000

49.283

46.642

46.265

44.917

43.609

Inhuur programma (niet-kerntaken)

Gelet op de productieopgave van RWS blijft de inhuur op taken die bij de markt zijn gelegd (de Niet Kerntaken) in 2016 op ongeveer hetzelfde niveau als voorgaande jaren. Voor het betrekken van externe capaciteit op niet-kerntaken geldt dat deze zoveel mogelijk op basis van op productafspraken gebaseerde contracten zal worden gedaan, tenzij dat om inhoudelijke of aansturingsredenen niet doelmatig is.

Daarnaast is besloten om met ingang vanaf 2016 geleidelijk 100 fte aan niet-kerntaken, waarvoor veelal werd ingehuurd, om te zetten naar eigen personeel om de kennis binnen RWS verder te borgen en de afhankelijkheid van de markt te laten afnemen. Hierdoor zal de inhuur op niet-kerntaken de komende jaren geleidelijk gaan dalen. De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name onder de posten onderhoud en aanleg op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds verantwoord.

 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Inhuur niet-kerntaken (x € 1.000)

131.013

155.000

127.380

108.608

91.835

71.835

61.835

Materiële kosten

De materiële kosten omvatten onder andere ICT, huisvesting, bureaukosten en communicatie.

Onderhoud

De kosten beheer en onderhoud hebben betrekking op de kosten die in rekening worden gebracht door derden (met name aannemers en ingenieursbureaus). Deze voeren werkzaamheden uit die direct bijdragen aan het beheer en de instandhouding van de infrastructuur. Tevens vindt er een bijdrage van circa € 2 miljoen in 2016 aan het KNMI plaats.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2016 (x € 1.000)
   

realisatie 2014*

2015

2016

2017

2018

2019

2020

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2012+ stand depositorekening

394.129

481.795

195.365

219.040

248.415

270.690

280.765

2.

Totaal operationele kasstroom

114.853

– 258.570

48.975

48.975

48.975

48.975

48.975

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 33.162

– 55.860

– 33.600

– 29.400

– 60.900

– 60.900

– 60.900

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

13.552

3.

Totaal investeringskasstroom

– 19.610

– 55.860

– 33.600

– 29.400

– 60.900

– 60.900

– 60.900

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

8.700

7.300

7.300

15.800

14.200

6.000

8.600

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

– 31.779

– 32.500

– 31.000

– 34.000

– 38.000

– 42.000

– 42.000

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

15.500

53.200

32.000

28.000

58.000

58.000

58.000

4.

Totaal financieringskasstroom

– 7.579

28.000

8.300

9.800

34.200

22.000

24.600

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2012 + stand depositorekening) (=1+2+3+4)

481.793

195.365

219.040

248.415

270.690

280.765

293.440

 

(maximale roodstand € 0,5 miljoen)

             

Toelichting

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering. Meerjarig wordt gestreefd naar een stabiel saldo van baten en lasten.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS. Deels betreft het investeringen in activasoorten, zoals voertuigen, waarbij de omvang van de jaarlijkse investeringen op een constant niveau ligt.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. RWS doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van haar investeringen als agentschap. Daarnaast is in de begroting van het agentschap rekening gehouden met aflossing op deze leenfaciliteit. De storting door moederdepartement betreft de aflossing van de langlopende vordering die RWS heeft op het moederdepartement. De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het, op basis van de Regeling agentschappen, uitkeren van het surplus aan eigen vermogen aan de eigenaar. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de Voorjaarsnota 2014.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Omschrijving

2014 realisatie

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Apparaatskosten per eenheid areaal

             

Hoofdwegennet

25.460

24.502

26.088

24.865

24.453

23.744

23.452

Hoofdvaarwegennet

25.240

24.637

25.377

25.028

24.812

24.580

24.518

Hoofdwatersystemen

1.060

1.061

1.106

1.081

1.066

1.054

1.048

               

% Apparaatskosten tov omzet

             

% Apparaatskosten tov omzet

21%

22%

23%

21%

20%

19%

18%

               

Tarieven per FTE

             

Kosten per FTE

125.440

123.354

119.343

117.683

117.774

117.105

117.010

               

Omzet BLD per product

             

Hoofdwatersystemen

393.322

399.489

455.758

390.648

401.303

391.910

383.501

Hoofdwegen

974.671

933.232

1.104.906

1.030.231

1.005.118

995.695

967.896

Hoofdvaarwegen

560.165

556.206

623.156

593.608

565.183

554.277

553.266

Overig

254.228

296.146

67.010

49.442

46.568

45.904

46.233

TOTAAL

2.182.386

2.185.074

2.250.830

2.063.930

2.018.173

1.987.786

1.950.895

               

Bezetting

             

FTE formatie

8.672

8.544

8.643

8.379

8.249

8.184

8.164

% overhead

– 

13%

13%

13%

13%

13%

13%

               

Exploitatiesaldo

             

Exploitatiesaldo

– 0,5%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

               

Gebruikerstevredenheid

             

publieksgerichtheid

41%

70%

70%

70%

70%

70%

70%

gebruikerstevredenheid HWS

*

70%

70%

70%

70%

70%

70%

gebruikerstevredenheid HWN

81%

80%

80%

80%

80%

80%

80%

gebruikerstevredenheid HVWN

72%

75%

75%

75%

75%

75%

75%

               

Ontwikkeling pinwaarde

             

Hoofdwatersystemen

100

100

100

100

100

100

100

Hoofdwegen

100

100

98

98

98

98

98

Hoofdvaarwegen

100

100

100

100

100

100

100

Toelichting

Apparaatskosten per eenheid areaal

Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van RWS maakt voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal. Een dalende trend van de kosten per eenheid areaal geeft een indicatie van een toename in de efficiëntie van de organisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en Verkeersmanagement.

Percentage Apparaatskosten tov omzet

Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (incl. GVKA-gelden) van RWS. Het hogere percentage in 2016 wordt verklaard door een tijdelijke dip in de omzet in 2016.

Kosten per fte

Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (loonkosten en materiële kosten) per formatieve ambtelijke fte. Wanneer deze kosten dalen kan dit een indicatie van een toename in doelmatigheid van de organisatie zijn.

Omzet per productgroep

In de tabel is de Omzet IenM uitgesplitst naar de verschillende netwerken.

Organisatiegrootte in fte

Deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van RWS zich ontwikkelt.

Percentage overhead

Deze indicator geeft aan welk deel van het ambtelijke personeel (in fte) binnen RWS zich bezig houdt met de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bevat alle processen die ondersteunend zijn aan de organisatie. Het streven is daarbij voortdurend een optimale kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de bedrijfsvoering.

Exploitatiesaldo (% van de omzet)

Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het exploitatiesaldo als percentage van de omzet.

Gebruikerstevredenheid

Publieksgerichtheid: geeft aan hoe tevreden onze gebruikers en partners over RWS zijn als publieke dienstverlenende organisatie. Dan gaat het over zaken als «luisteren; verwachtingenmanagement; aanspreekbaarheid; houding en gedrag en de wijze waarop wij communiceren».

Gebruikerstevredenheid (per netwerk): geeft aan hoe tevreden onze gebruikers over de kwaliteit van de drie netwerken zijn. Denk daarbij aan veiligheid, doorstroming; kwaliteit infrastructuur en tijdige en betrouwbare informatievoorziening (gekoppeld aan de netwerken).

Ontwikkeling PIN-waarden

De ontwikkeling van de PIN-waarden (prestatieindicator-waarden) geeft een beeld hoe de ontwikkeling is in de toestand van het door RWS beheerde areaal. Het weergegeven cijfer betreft een index ten opzichte van het jaar 2015. De bijlage instandhouding op de begroting van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds biedt inzicht in instandhouding en de gehanteerde PIN-waarden.

Licence