1. Algemene doelstelling
De zorg financieel toegankelijk houden.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister is verantwoordelijk voor:
Financieren:
-
– Financieren van de zorgtoeslag. Vaststellen van de hoogte van de zorgtoeslag en de vormgeving van het stelsel van wet- en regelgeving.
-
– De uitbetaling van de tegemoetkomingen Wtcg aan rechthebbenden waarvan het rekeningnummer in 2016 pas bekend wordt en de tegemoetkoming alsnog kan worden uitbetaald (Wtcg 2009 t/m Wtcg 2013)
-
– De tegemoetkoming voor personen die in de inkomstenbelasting hun uitgaven voor specifieke zorgkosten als gevolg van heffingskortingen niet of niet geheel kunnen verzilveren.
3. Beleidswijzigingen
Zorgtoeslag
Voor 2016 is de zorgtoeslag tijdelijk verhoogd. Deze verhoging wordt bereikt door de normpercentages die de hoogte van de zorgtoeslag bepalen eenmalig vast te stellen (0,26 procentpunt bij alleenstaanden en 0,52 procentpunt bij meerpersoonshuishoudens). Omdat in 2015 ook tot een tijdelijke verhoging besloten was (van 0,23 voor alleenstaanden en 0,46 procentpunt voor meerpersoonshuishoudens) stijgt de zorgtoeslag nu vrijwel evenveel als de standaardpremie.
Wtcg
Het wetsvoorstel dat leidde tot afschaffing van de tegemoetkoming Wtcg is door de Eerste Kamer aangenomen op 3 juni 2014 (EK 33 726, A). De Wtcg is daarmee met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 afgeschaft. Doordat de tegemoetkoming een jaar later wordt uitbetaald dan dat de rechten zijn opgebouwd, heeft eind 2014 de grote betaalronde van de tegemoetkomingen over 2013 plaatsgevonden. In 2015 vinden nog betalingen plaats, bijvoorbeeld aan personen van wie het rekeningnummer dan bekend wordt. Ook in 2016 zullen er nog betalingen worden gedaan aan rechthebbenden waarvan de rekeningnummers bekend worden.
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten (TSZ)
Conform het begrotingsakkoord 2014 blijft de fiscale aftrek mogelijk van uitgaven voor specifieke zorgkosten.
4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 5.296.989 | 4.157.911 | 4.432.332 | 4.905.439 | 5.214.827 | 5.488.492 | 5.662.138 |
Uitgaven | 5.296.989 | 4.157.911 | 4.432.332 | 4.905.439 | 5.214.827 | 5.488.492 | 5.662.138 |
Waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||
Inkomensoverdrachten | 5.296.989 | 4.157.911 | 4.432.332 | 4.905.439 | 5.214.827 | 5.488.492 | 5.662.138 |
1. Zorgtoeslag | 4.842.250 | 4.045.830 | 4.383.295 | 4.863.298 | 5.174.586 | 5.450.193 | 5.623.839 |
2. Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) | 408.792 | 59.782 | 7.738 | 3.842 | 1.942 | 0 | 0 |
3. Tegemoetkoming specifieke zorgkosten | 45.947 | 52.299 | 41.299 | 38.299 | 38.299 | 38.299 | 38.299 |
Ontvangsten | 786.389 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget 2016 ad circa € 4,4 miljard is 100% juridisch verplicht. Het betreft de wettelijke regelingen zorgtoeslag, Wtcg en TSZ.
5. Toelichting op de instrumenten
Inkomensoverdrachten
Zorgtoeslag
De Belastingdienst betaalt als tegemoetkoming in de kosten van de nominale premie Zvw en het gemiddeld eigen risico de zorgtoeslag uit aan alle burgers die daar recht op hebben en toeslag aanvragen (zie onderstaand figuur). Hierdoor betaalt idealiter niemand een groter dan aanvaardbaar deel aan Zvw-premie. De raming voor 2015 is circa € 4 miljard. De gemiddelde zorgtoeslag per huishouden was in 2014 € 828.
Kengetal: Ontwikkeling aantal ontvangers zorgtoeslag (aantallen afgerond op duizenden)
Bron: Belastingdienst
Dit is de stand van het aantal beschikkingen voor de zorgtoeslag voor het betreffende toeslagjaar.
De cijfers betreffen de stand op 11 augustus 2015. In de stand van het aantal beschikkingen zijn zowel definitieve als voorlopige beschikkingen meegenomen. Het aantal ontvangers zorgtoeslag in een jaar kan hoger of lager uitvallen, omdat de zorgtoeslag met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd. Als alle aanvragen definitief beschikt zijn, is pas duidelijk hoeveel rechthebbenden er zijn. Een huishouden heeft recht op zorgtoeslag als de nominale premie plus het gemiddelde eigen risico een bepaald deel van het huishoudinkomen te boven gaat. Het aantal rechthebbenden op zorgtoeslag is de laatste jaren gedaald. Deze ontwikkeling is enerzijds het gevolg van de gematigde premieontwikkeling en anderzijds van beleidsmatige ingrepen. De standaardpremie 2015 is lager dan de standaardpremie 2012, terwijl de inkomens in die tijd wel gestegen zijn. Dat leidt tot een dalend aantal rechthebbenden, met name in 2014, want van 2013 op 2014 daalde de standaardpremie circa € 150.
Daarnaast zijn ook de percentages die de hoogte van de zorgtoeslag bepalen aangepast. In 2011, 2012 en 2014 is het afbouwpercentage van de zorgtoeslag verhoogd, terwijl het normpercentage in 2011 is verlaagd en in 2012 en 2014 is verhoogd. Per saldo ontvangt een huishouden met een minimumloon in 2015 meer zorgtoeslag dan in 2012, maar is het maximale inkomen tot waar recht op zorgtoeslag bestaat gedaald. Dit laatste leidt tot een kleiner aantal rechthebbenden. Het aantal rechthebbenden is ook gedaald door de introductie van de vermogenstoets in de zorgtoeslag.
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)
Chronisch zieken en gehandicapten ontvangen een algemene tegemoetkoming in de meerkosten die zij hebben als gevolg van hun chronische ziekte of handicap. De raming voor 2016 is circa € 7,7 miljoen. Dit bedrag bestaat uit nabetalingen over de tegemoetkomingsjaren 2009 t/m 2013. Het betreft betalingen aan rechthebbenden waarvan het rekeningnummer (alsnog) beschikbaar is gekomen.
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten
De TSZ-regeling is een tegemoetkomingsregeling voor personen die in de inkomstenbelasting hun uitgaven voor specifieke zorgkosten als gevolg van heffingskortingen niet of niet geheel kunnen verzilveren. De raming voor 2016 is € 41,3 miljoen.