De grondslag voor het in de begroting opnemen van het niet-beleidsartikel «Nominaal en onvoorzien» staat in artikel 6, lid 1c van de Comptabiliteitswet 2001 (CW). Dit niet-beleidsartikel wordt uitsluitend gebruikt voor het tijdelijk «parkeren» van nog te verdelen loon- en prijsbijstellingen, andere nog te verdelen middelen en nog te verdelen taakstellingen.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 14.819 | 20.137 | 20.483 | 20.508 | 19.720 | – 244.894 |
Uitgaven | 0 | 14.819 | 20.137 | 20.483 | 20.508 | 19.720 | – 244.894 |
Loonbijstelling | |||||||
– waarvan programma | |||||||
– waarvan apparaat | |||||||
Prijsbijstelling | |||||||
– waarvan programma | |||||||
– waarvan apparaat | |||||||
Onvoorzien | 0 | 14.819 | 20.137 | 20.483 | 20.508 | 19.720 | – 244.894 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Het negatieve saldo in het jaar 2022 wordt veroorzaakt door een post van € 267 mln. negatief. Dit bedrag is het onderdeel van de kasschuif Pensioenregeling politie uit de tabel van de belangrijkste beleidsmatige mutaties. De dekking van deze kasschuif vindt plaats in de jaren na 2022.