Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.
Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII over 2019 bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.810.157 | 1.756.776 | 1.610.625 | 1.539.625 | 1.717.372 | 1.634.165 | 1.619.437 |
Uitgaven | 2.154.280 | 2.097.151 | 2.009.388 | 2.064.005 | 1.918.372 | 1.912.531 | 1.819.026 |
Waarvan juridisch verplicht: | 97% | ||||||
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 1.372.035 | 1.422.117 | 1.379.109 | 1.343.023 | 1.261.866 | 1.305.767 | 1.271.121 |
13.03 Aanleg | 604.096 | 505.871 | 460.265 | 546.730 | 481.426 | 429.315 | 368.820 |
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer | 534.509 | 420.228 | 352.049 | 423.357 | 295.422 | 327.331 | 326.189 |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer | 28.178 | 56.663 | 41.301 | 34.657 | 63.176 | 49.739 | 30.741 |
13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer | 38.142 | 22.670 | 58.991 | 87.852 | 98.810 | 29.857 | 11.890 |
13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer | 3.267 | 6.310 | 7.924 | 864 | 24.018 | 22.388 | 0 |
13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS | 161.552 | 159.173 | 160.024 | 164.262 | 165.090 | 167.459 | 169.095 |
13.07 Rente en aflossing | 16.597 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 |
13.08 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.09 Ontvangsten | 242.727 | 255.903 | 195.388 | 188.979 | 194.640 | 200.206 | 205.029 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, zijn de budgetten in 2019 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2019.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2032 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2032.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13 | Spoorwegen | Uitgaven | 2.097.151 | 2.009.388 | 2.064.005 | 1.918.372 | 1.912.531 | 1.819.026 | 1.809.753 | 1.711.101 |
13.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 1.422.117 | 1.379.109 | 1.343.023 | 1.261.866 | 1.305.767 | 1.271.121 | 1.268.029 | 1.268.206 | |
13.03 | Aanleg | 505.871 | 460.265 | 546.730 | 481.426 | 429.315 | 368.820 | 360.527 | 260.448 | |
13.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 159.173 | 160.024 | 164.262 | 165.090 | 167.459 | 169.095 | 171.207 | 172.457 | |
13.07 | Rente en aflossing | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | |
13.08 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
13.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 255.903 | 195.388 | 188.979 | 194.640 | 200.206 | 205.029 | 191.761 | 315.284 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2018–2032 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13 | Spoorwegen | Uitgaven | 1.536.948 | 1.529.045 | 1.493.446 | 1.500.296 | 1.532.486 | 1.525.763 | 1.460.850 | 25.920.161 |
13.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 1.279.925 | 1.298.807 | 1.294.318 | 1.316.932 | 1.316.719 | 1.410.157 | 1.450.411 | 19.886.507 | |
13.03 | Aanleg | 73.531 | 47.109 | 37.196 | 90.249 | 121.328 | 64.683 | 449 | 3.847.947 | |
13.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 173.502 | 173.139 | 151.942 | 83.125 | 84.449 | 40.933 | 0 | 2.035.857 | |
13.07 | Rente en aflossing | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 9.990 | 149.850 | |
13.08 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
13.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 198.642 | 198.642 | 198.642 | 198.642 | 198.642 | 198.642 | 198.642 | 3.137.684 |
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Op grond van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 kan een beheerder voor de spoorweginfrastructuur worden aangewezen en kunnen lidstaten financiële middelen verstrekken aan de beheerder om te voldoen aan zijn taken. De Minister van IenW heeft op 14 december 2014 aan ProRail een concessie verleend voor het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur in de periode 2015 tot en met 2024. In de beheerconcessie staan de afspraken tussen de overheid en ProRail over het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze afspraken gaan onder meer over de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en kwaliteit van de hoofdspoorweginfrastructuur en de daarmee samenhangende voorzieningen, maar ook over de kwaliteit van de informatievoorziening. Jaarlijks wordt aan ProRail subsidie verstrekt voor de instandhouding van de hoofdspoorweginfrastructuur, overeenkomstig het bepaalde in de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds.
De beheerconcessie geeft invulling aan de beleidsambities uit de Lange Termijn Spooragenda deel 2 (LTSA 2), namelijk scherpere sturing door de concessieverlener. Hiertoe bevat de concessie instrumenten als prestatie-indicatoren, programma’s en maatregelen, audits en reviews, verplichtingen om informatie aan IenW te verstrekken en/of besluiten voor te leggen en verplichtingen met betrekking tot samenwerking en transparantie. De ruggengraat van de concessie is de jaarcyclus waarmee in het beheerplan jaarlijks afspraken worden gemaakt tussen de Minister van IenW en ProRail over de te bereiken prestaties en de te nemen maatregelen. De Minister van IenW geeft jaarlijks in de beleidsprioriteitenbrief aan welke prestaties het komende jaar van ProRail worden verwacht. ProRail stelt op basis van de beleidsprioriteitenbrief een beheerplan op en consulteert belanghebbenden over de hoofdlijnen van het ontwerp beheerplan. Vervolgens legt ProRail het beheerplan ter instemming voor aan de Minister van IenW.
Nadat de Minister van IenW heeft ingestemd met het beheerplan, wordt deze toegezonden aan de Tweede Kamer. Na afloop van het jaar legt ProRail op grond van de Concessie verantwoording af in de jaarrapportage en op grond van het Besluit Infrastructuurfonds in het jaarverslag en de jaarrekening. Zodra deze documenten zijn vastgesteld worden ook deze aan de Tweede Kamer toegezonden.
Producten
De beheer-, onderhoud- en vervangingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties per prestatiegebied zoals opgenomen in de beheerconcessie. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met verkeersleiding en capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland. ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een bijdrage van het Rijk. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor beheer, onderhoud en vervanging wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding die ProRail ontvangt van de vervoerders en eventuele bijdragen van andere partijen voor onderhoudsactiviteiten.
Het Beheerplan 2019 wordt uiterlijk 15 november 2018 door ProRail ingediend en wordt in december 2018, nadat de Minister van IenW daar mee heeft ingestemd, aan de Tweede Kamer toegezonden.
ProRail ontvangt van IenW gemiddeld € 1,3 miljard subsidie per jaar (inclusief btw) ter dekking van de instandhoudingskosten van de hoofdspoorweginfrastructuur. Daarnaast ontvangt ProRail van vervoerders (gebruiksvergoeding) en andere derden (doorbelaste onderhoudskosten) gemiddeld € 0,3 miljard per jaar, waarmee het totale budget voor de jaarlijkse instandhoudingskosten voor ProRail uitkomt op € 1,6 miljard inclusief btw. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar Bijlage 4 Instandhouding en Bijlage 5 ProRail.
13.03 Aanleg Spoor
IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:
-
• door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
-
• door IenW uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
-
• voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;
-
• uitvoering van deze projecten.
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor
Afgesloten projecten
Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het projectbudget Nazorg gereedgekomen lijnen en halten:
-
• Schiphol: Maatregelen korte termijn
-
• Fietsenstalling Amsterdam Centraal Noordwest en Zuidoost
-
• NSP Breda OV-Terminal en geluidschermen
-
• Ermelo aanpassen overweg Telgterweg (onderdeel Programma Overwegen)
-
• Traject Oost Bunnik
-
• Regionet: Maatregelen Beverwijk
-
• Zutphen–Winsterwijk (onderdeel van Decentraal Spoor Oost Nederland)
Nieuw opgenomen projecten
Overwegenaanpak
Vanaf de Begroting 2019 zijn de lopende overwegenprogramma’s en projecten samengevoegd onder één begrotingspost en één pagina in het MIRT-overzicht. Hierdoor wordt het overzicht op de totale overwegenaanpak vergroot. De MIRT-bladen Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO), Programma Niet Actief Beveiligde Overweg (NABO) en Automatische Knipperlicht Installaties (AKI) en veiligheidsknelpunten komen hiermee te vervallen. Het nieuwe blad in het MIRT-overzicht bevat informatie over de volgende overwegenprogramma’s:
-
• AKI-aanpak en veiligheidsknelpunten;
-
• Landelijk Verbeterprogramma Overwegen;
-
• Programma Niet Actief Beveiligde Overweg;
-
• Overwegenaanpak (risicogestuurd).
In de brief van 12 juli 2018 (Kamerstukken II 2017–2018, 29 893, nr. 217) is de Tweede Kamer geïnformeerd om middelen in te zetten voor de overwegenaanpak. In totaal gaat het om € 50 miljoen (zie hieronder).
In de huidige scope van het Programma NABO worden de meest risicovolle niet actief beveiligde overwegen aangepakt; de openbare en openbaar toegankelijke niet actief beveiligde overwegen op het reizigersnet. Mede naar aanleiding van de motie Van der Graaf c.s. (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 A, nr. 36) is de scope van het Programma NABO uitgebreid met het aanpakken van 30 particuliere huisaansluitingen. Om de totale scope van het Programma NABO te kunnen realiseren, wordt in deze begroting vanuit de investeringsruimte Spoorwegen een aanvullend budget van € 25 miljoen beschikbaar gesteld.
In lijn met de aanpak van het Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) wordt op basis van het met risicokenmerken aangevulde overwegenregister van ProRail ingezet op het aanpakken van de meest risicovolle overwegen. Hiervoor wordt in deze begroting € 25 miljoen vanuit de investeringsruimte Spoorwegen in de begroting opgenomen. Met € 25 miljoen voor deze overwegenaanpak, aangevuld met regionale cofinanciering, wordt in de komende periode een substantiële slag gemaakt in het reduceren van risico’s op overwegen.
Overige wijzigingen
Den Haag CS perronsporen 11 en 12
Bij MIRT-projecten wordt gewerkt met een bandbreedte rondom indienststelling. Conform deze werkwijze is bij project Den Haag CS perronsporen 11 en 12 een bandbreedte toegepast rondom de verwachte indienststelling.
Overboeking PHS en OV SAAL naar Art. 17.10 (groot project)
Op 24 januari 2018 is aan de Tweede Kamer voorgesteld om PHS aan te wijzen als groot project (Kamerstukken II 2017–2018, 32 404, nr. 82). De kamer heeft hiermee op 6 februari 2018 ingestemd. Derhalve zijn de budgetten van PHS en de budgetten voor OV SAAL (welke onder de scope van PHS valt) vanaf ontwerpbegroting 2019 overgeheveld naar artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer, artikelonderdeel 17.10 Programma Hoogfrequent Spoor. Hier zijn ook de mutaties ten opzichte van de vorige begroting toegelicht.
Verbeteraanpak stations
De aanbesteding van schermen moet in 2018 opnieuw worden gedaan, waardoor de uitrol van de schermen ook in tijd naar achteren schuift en grotendeels in 2019 zal plaatsvinden. Voor de informatiepunten is besloten eerst in 2018 pilots uit te voeren om reizigersbeleving te meten, waarna bij positieve bevindingen de uitrol kan plaatsvinden in 2019 en 2020.
Programma Behandelen en Opstellen
Om de treindienst veilig en robuust te kunnen uitvoeren is aanvullende opstel- en behandelcapaciteit nodig. Hiervoor wordt vanuit de investeringsruimte Spoorwegen € 150 miljoen extra beschikbaar gesteld bovenop het reeds beschikbare budget. Omdat de looptijd en de reikwijdte van het programma hierdoor verandert, wordt de naam van het programma «Opstellen Reizigerstreinen KT» gewijzigd in «Programma Behandelen en Opstellen».
Middelen uit het programma worden ingezet om in het hele land kosteneffectieve optimalisaties van bestaande emplacementen door te voeren en om op een beperkt aantal locaties uitbreiding van capaciteit te realiseren. Het programma heeft een adaptief karakter, zodat de precieze locaties nog niet allemaal vast staan en kunnen wijzigen wanneer dat voor de functionaliteit van het netwerk gewenst is. Bij beoordeling van locaties wordt afgewogen op kosten, omgevingseffecten en toekomstvastheid.
Vervolgfase Beter en Meer
NS en ProRail hebben in beeld gebracht waar de toenemende vervoersvraag aanleiding geeft voor een frequentieverhoging en op welk moment dat mogelijk is gezien de infrastructuur die beschikbaar is en komt. Zowel op de corridor Schiphol–Utrecht–Nijmegen als Breda–Eindhoven zal de vervoersvraag de huidige vervoerscapaciteit gaan overstijgen. Om overvolle treinen te voorkomen en bestaande en toekomstige reizigers een comfortabele en betrouwbare reis te kunnen bieden is een frequentieverhoging noodzakelijk. De infrastructurele maatregelen zijn voorzien in het Programma Hoogfrequent Spoor (artikelonderdeel 17.10). Door NS en ProRail is in beeld gebracht welke verbetermaatregelen noodzakelijk zijn voor een succesvolle frequentieverhoging. Voor uitvoering van dit maatregelenpakket is een investering nodig van ongeveer € 70 miljoen. De bijdrage van NS bedraagt ongeveer € 27 miljoen. Gezien het belang van een succesvolle frequentieverhoging op beide corridors en het verwerken van het groeiende reizigersvervoer, wordt vanuit IenW € 43,3 miljoen beschikbaar gesteld aan ProRail. Hiervan was € 32 miljoen reeds begroot binnen Beter en Meer. Daarnaast wordt € 11,3 miljoen toegevoegd vanuit de investeringsruimte Spoorwegen.
Fietsparkeren bij Stations
Het projectbudget is verhoogd met € 74 miljoen vanuit de investeringsruimte Spoorwegen. Het Rijk wil door meer en betere fietsparkeervoorzieningen bij stations de combinatie fiets-trein bevorderen. Bij de prioritering van een rijksbijdrage voor nieuwe projecten wordt de snelheid waarmee het project kan starten meegewogen. Gezien de ervaring met de doorlooptijden van complexe stallingenprojecten wordt het jaar 2025 aangehouden als uiterste termijn waarop gestart moet zijn met de bouw. Hierop is ook de doorlooptijd van het programma aangepast. Daarnaast is € 2 miljoen overgeboekt naar het programma Beheer, onderhoud en vervanging (artikelonderdeel 13.02) ter dekking van de beheer- en onderhoudskosten van de in beheer genomen programmaonderdelen.
Programma Kleine functiewijzigingen
Het projectbudget is vanuit de investeringsruimte Spoorwegen verhoogd met € 75 miljoen. Het doel van het programma kleine functiewijzingen is om snel maatregelen door te kunnen voeren die op korte termijn noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de treindienst. Het gaat hierbij om kleine maatregelen om tot een betere dienstregeling te komen (bijvoorbeeld perronverlenging, inpassingsmaatregelen en veiligheidsmaatregelen). Voor deze nieuwe tranche vraagt IenW aan ProRail om bij voorgestelde maatregelen te onderbouwen dat dit de meest doelmatige oplossingen zijn om de voorziene vervoervraag tot 2030 (NMCA van 2017) te accommoderen.
Nazorg gereed gekomen lijnen en halten
Op basis van een inventarisatie van nog uit te voeren werkzaamheden en rekening houdend met de resterende risico’s is het verantwoord om het projectbudget te verlagen met € 6,8 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte Spoor (artikelonderdeel 20.05). Daarnaast is € 0,5 miljoen overgeboekt naar het project Naarden–Bussum op artikelonderdeel 17.10 (zie toelichting daar).
Amsterdam CS Fietsenstalling
Het project is per 1 januari 2018 afgesloten en de subsidie definitief vastgesteld. De resterende werkzaamheden zijn inclusief bijbehorend budget ondergebracht bij het MIRT project Nazorg gereedgekomen lijnen en halten. Het niet benodigde budget onvoorzien (€ 2,3 miljoen) is overgeboekt naar de investeringsruimte Spoor (artikelonderdeel 20.05).
Projectbudget | Kasbudget | Indienststelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | later | huidig | vorig |
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Benutten, betrouwbaarheid en capaciteit | ||||||||||||
Be- en bijsturing toekomst | 15 | 15 | 5 | 3 | 4 | 4 | 2019 | 2019 | ||||
ERTMS pilot Amsterdam–Utrecht en expertisecentrum | 9 | 9 | 6 | 2 | 1 | 2015 | 2015 | |||||
600 | 592 | 43 | 34 | 42 | 42 | 49 | 120 | 123 | 147 | divers | divers | |
196 | 43 | 1 | 6 | 11 | 14 | 8 | 23 | 40 | 94 | divers | 2020 | |
30 | 30 | 12 | 1 | 3 | 4 | 4 | 5 | divers | divers | |||
12 | 12 | 2 | 2 | 4 | 4 | 2020 | 2018 | |||||
50 | 50 | 18 | 15 | 3 | 14 | 2018/2019 | 2019 | |||||
44 | 32 | 0 | 3 | 6 | 10 | 10 | 3 | 12 | divers | divers | ||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
Cameratoezicht op stations | 13 | 13 | 12 | 1 | 1 | 1 | 2017 | 2017 | ||||
17 | 17 | 6 | 9 | 2 | divers | divers | ||||||
493 | 488 | 196 | 38 | 40 | 38 | 35 | 28 | 24 | 93 | divers | divers | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||||||
68 | 67 | 1 | 13 | 15 | 16 | 18 | 5 | 1 | divers | 2023 | ||
18 | 20 | 16 | 1 | 1 | 2017 | 2017 | ||||||
4 | 4 | 1 | 2 | divers | divers | |||||||
341 | 264 | 86 | 27 | 30 | 33 | 34 | 32 | 28 | 70 | divers | divers | |
Kleine projecten personenvervoer | 28 | 28 | 8 | 5 | 9 | 2 | 1 | 1 | 2 | divers | divers | |
Nazorg gereedkomen lijnen/halten | 14 | 23 | 6 | 3 | 3 | 2 | divers | divers | ||||
683 | 628 | 378 | 42 | 47 | 64 | 46 | 43 | 30 | 30 | divers | divers | |
80 | 79 | 36 | 11 | 11 | 8 | 7 | 6 | divers | divers | |||
Programma aanpak suicidepreventie | 15 | 14 | 3 | 4 | 5 | 2 | 2021 | 2021 | ||||
460 | 381 | 178 | 25 | 25 | 24 | 22 | 22 | 22 | 142 | divers | divers | |
180 | 179 | 170 | 4 | 3 | 1 | 1 | divers | divers | ||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
26 | 26 | 17 | 2 | 3 | 2 | 2 | 2020 | 2020 | ||||
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) | 413 | 412 | 375 | 27 | 5 | 4 | 1 | 2016 | 2016 | |||
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||||||
911 | 910 | 857 | 27 | 19 | 8 | divers | divers | |||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
39 | 39 | 10 | 1 | 1 | 1 | 1 | 5 | 10 | 11 | 2023–2025 | 2022 | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||||||
607 | 607 | 588 | 6 | 6 | 6 | 2017 | 2017 | |||||
Projecten Oost Nederland | ||||||||||||
237 | 235 | 93 | 34 | 25 | 26 | 23 | 18 | 10 | 8 | divers | divers | |
Regionale lijnen Gelderland | 15 | 15 | 15 | divers | divers | |||||||
208 | 205 | 16 | 25 | 42 | 53 | 36 | 16 | 19 | 2021 | 2021 | ||
Projecten Noord Nederland | ||||||||||||
50 | 49 | 23 | 3 | 24 | 2020 | divers | ||||||
136 | 135 | 60 | 6 | 14 | 23 | 17 | 11 | 6 | divers | divers | ||
Afrondingen | 1 | 3 | 1 | 1 | – 1 | 1 | ||||||
Totaal ProRail projecten | 5.999 | 5.606 | 3.213 | 366 | 378 | 446 | 319 | 349 | 324 | 617 | ||
Overige (niet ProRail) projecten | ||||||||||||
NS compensatie | 161 | 160 | 103 | 58 | ||||||||
Totaal overige (niet ProRail) projecten | 161 | 160 | 103 | 58 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Totaal uitvoeringsprogramma | 6.160 | 5.766 | 3.316 | 424 | 378 | 446 | 319 | 349 | 324 | 617 | ||
Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking | – 22 | – 6 | – 23 | – 24 | – 22 | – 18 | ||||||
Afrekening voorschotten | 38 | |||||||||||
Programma Realisatie | 6.160 | 5.766 | 3.316 | 440 | 372 | 423 | 295 | 327 | 306 | 617 | ||
Budget Realisatie (IF 13.03.01) | 6.160 | 5.766 | 3.316 | 420 | 352 | 423 | 295 | 327 | 326 | 637 | ||
Overprogrammering (–) | – 20 | – 20 | 20 | 20 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Na openstelling vinden er in de regel nog (na)betalingen plaats, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Afgesloten projecten
Onderstaand project is afgesloten en de resterende werkzaamheden zijn toegevoegd aan het projectbudget Nazorg gereedgekomen projecten:
-
• Realisatie 2e fase programma NaNov
Overige wijzigingen
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam–Genua
Het programma Rotterdam–Genua bestaat uit een aantal deelprojecten. Bij het deelproject «Zevenaar opheffen systeemeiland» is sprake van een aanbestedingsmeevaller en is het, op basis van een inventarisatie van de nog te verwachten kosten en de nog aanwezige risico’s, verantwoord om het projectbudget te verlagen met € 6,1 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 20.05). Het deelproject «Kijfhoek: opheffen ATB eiland» is in dienst gesteld en het resterende budget ad € 0,6 miljoen is toegevoegd aan de post Nazorg gereedgekomen projecten.
Geluidsmaatregelen Zeeuwselijn
De geluidsschermen worden momenteel gebouwd en worden eind 2018 opgeleverd, met uitzondering van een scherm in Kapelle (oplevering 2019 mits positieve uitspraak rechtbank) en twee schermen in Goes (oplevering 2021). Hiertoe is de indienststelling gewijzigd van 2018 naar divers.
Uitvoeringsprogramma Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NANOV)
De planning is aangepast op de maatregelen bij Borne. Daarmee wijzigt de einddatum van het programma.
Nazorg gereedgekomen projecten
Op basis van een inventarisatie van nog uit te voeren werkzaamheden en rekening houdend met de mogelijke risico’s is het verantwoord om het projectbudget te verlagen met € 1,8 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte Spoor (artikelonderdeel 20.05).
Projectbudget | Kasbudget | Indienststelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | later | huidig | vorig |
ProRail Projecten | ||||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Kleine projecten goederenvervoer | 1 | 2 | 1 | divers | divers | |||||||
169 | 169 | 120 | 27 | 2 | 3 | 9 | 9 | divers | divers | |||
19 | 19 | 8 | 1 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | divers | divers | ||
59 | 58 | 1 | 5 | 14 | 7 | 5 | 7 | 4 | 15 | divers | 2020 | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
160 | 159 | 118 | 20 | 22 | 2020/2021 | 2020 | ||||||
27 | 27 | 13 | 8 | 3 | 2 | 1 | divers | 2018 | ||||
222 | 220 | 72 | 2 | 7 | 12 | 45 | 30 | 15 | 39 | divers | divers | |
Projecten Oost Nederland | ||||||||||||
Uitvoeringsprogramma Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NANOV) | 140 | 139 | 81 | 14 | 15 | 11 | 9 | 8 | 1 | 1 | divers | 2021 |
Overige projecten | ||||||||||||
Nazorg gereedgekomen projecten | 1 | 3 | divers | divers | ||||||||
Afrondingen | 1 | 1 | ||||||||||
Totaal uitvoeringsprgramma | 797 | 796 | 413 | 58 | 42 | 35 | 83 | 72 | 31 | 64 | ||
Planuitwerkingskosten realisatieprogramma t.l.v. IF 13.03.05 | – 2 | – 1 | – 20 | – 22 | ||||||||
Afrekening voorschotten | 1 | |||||||||||
Programma Realisatie | 797 | 796 | 413 | 57 | 41 | 35 | 63 | 50 | 31 | 64 | ||
Budget Realisatie (IF 13.03.02) | 797 | 796 | 413 | 57 | 41 | 35 | 63 | 50 | 31 | 64 | ||
Overprogrammering (–) |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Na openstelling vinden er in de regel nog (na)betalingen plaats, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor
Nieuw opgenomen projecten
Sporen Schiedam–Rotterdam
In het BO MIRT van najaar 2017 is een voorkeur uitgesproken voor de aanpassing van de sporen bij station Schiedam. ProRail heeft daarvoor gekeken naar de mogelijkheden hoe de sporen bij Station Schiedam, na afkoppeling van de Hoekse lijn, kunnen worden ingericht. Een viersporige variant heeft daarbij de voorkeur (plan D). Tevens wordt onderzocht of en met welke maatregelen station Schiedam Centrum een IC-halte kan blijven. In deze begroting wordt vanuit de Investeringsruimte Spoor € 24 miljoen onttrokken.
Studie- en innovatiebudget
Om de komende jaren verdere stappen te kunnen zetten naar een slimmer en duurzamer openbaar vervoer wordt vanuit de investeringsruimte Spoorwegen een meerjarig budget van € 25 miljoen opgenomen in de begroting. Uit deze begrotingspost kunnen onder andere pilots en onderzoeken worden gefinancierd die hier een bijdrage aan leveren, waaronder een verdiepend onderzoek naar 3kV en een eventuele pilot en initiatieven op het vlak van MaaS en verduurzaming van het OV.
Overige wijzigingen
Grensoverschrijdend Spoorvervoer
In het BO MIRT van najaar 2017 is afgesproken dat Rijk en regio beide € 10 miljoen reserveren voor de ontwikkeling van Eindhoven Centraal. Onderdeel hiervan is de verbinding Eindhoven–Düsseldorf. Deze middelen worden overgeboekt vanuit de investeringsruimte Spoorwegen.
Budget1 | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | PB of TB | Indienststelling |
Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | 0 | – 82 | ||
Projecten Nationaal | ||||
Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA)) | 26 | 26 | divers | |
60 | 49 | divers | ||
Kleine projecten Personenvervoer | 4 | 2 | divers | |
200 | 196 | divers | ||
Reizigersfonds | 3 | 3 | nvt | |
Geluidsmaatregelen HSL-Zuid | 72 | 71 | divers | |
Prestatieverbetering HSL-Zuid | 61 | 60 | divers | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
25 | 0 | |||
Projecten Oost-Nederland | ||||
20 | 20 | divers | ||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
256 | 253 | divers | ||
Overige projecten en reserveringen Studie en innovatiebudget | 28 | 3 | ||
Projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde risico's | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 755 | 601 | ||
Begroting (IF 13.03.04) | 755 | 601 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen.
Legenda:
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
13.03.05 Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer
Budget1 | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | PB of TB | Indienststelling |
Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.02 | 45 | 46 | ||
Projecten Nationaal | ||||
Kleine projecten Goederenvervoer | 17 | 16 | nvt | divers |
Overige projecten en reserveringen | ||||
Projecten in voorbereiding | ||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde Risico's | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 62 | 62 | ||
Begroting (IF 13.03.05) | 62 | 62 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen.
Legenda:
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
De Staat betaalt volgens de contractuele overeenkomst met Infraspeed voor de beschikbaarheid van de HSL-Zuid infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw) tot en met 2031. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenW.
Producten
Projectoverzicht behorende bij 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS Spoorwegennet (bedragen x € 1 mln.)
Projectbudget | Kasbudget | Indienststelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | later | huidig | vorig |
Beschikbaarheidsvergoeding1 | 3.632 | 3.632 | 1.639 | 151 | 153 | 162 | 163 | 164 | 166 | 1.034 | 2007 | 2007 |
Rente- en belastingaanpassingen2 | – 139 | – 139 | – 119 | – 11 | – 12 | – 11 | – 10 | 3 | 3 | 18 | ||
Diverse afrekeningen etc.3 | 91 | 91 | 28 | 19 | 19 | 13 | 12 | |||||
Totaal | 3.584 | 3.584 | 1.548 | 159 | 160 | 164 | 165 | 167 | 169 | 1.052 | ||
Begroting (IF 13.04) | 159 | 160 | 164 | 165 | 167 | 169 | 1.052 |
13.07 Rente en Aflossing
Motivering
Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.
Producten
Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2017 bedraagt nog € 148 miljoen. Hiervan moet ProRail in 2020 € 75 miljoen aflossen en in 2027 € 73 miljoen. Er is nog niet besloten of tot herfinanciering of schuldreductie wordt overgegaan.
13.08 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2032 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan. Deze ruimte is onder meer beschikbaar voor risico’s en (toekomstige) ambities.
De in de begroting 2018 opgenomen stand van de beschikbare programmaruimte tot en met 2031 bedroeg € 1.050 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de begroting 2019 € 1.772 miljoen tot en met 2032. Dit saldo wordt overgeboekt naar het nieuwe begrotingsartikel 20 onder de modaliteit specifieke investeringsruimte van Spoorwegen (artikelonderdeel 20.05.2).
-
• In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor een inhaalslag in infrastructuur. Het aandeel van Spoorwegen bedraagt € 1.156 miljoen. Deze middelen worden ingezet voor de in het regeerakkoord genoemde prioriteiten. De extra middelen worden als volgt ingezet: Grensoverschrijdend Spoorvervoer (€ 10,0 miljoen), Fietsparkeren (€ 74,0 miljoen), Programma Behandelen en Opstellen (€ 150,0 miljoen), Programma Kleine Functiewijzigingen (€ 75,0 miljoen), Programma Overwegen (€ 50,0 miljoen), Programma Spoorgoederenvervoer (€ 70 miljoen), studie en innovatiebudget (€ 25,0 miljoen), Vervolgfase Beter en Meer (€ 11,0 miljoen) en vijfde en zesde spoor Amsterdam Zuid (€ 165 miljoen). Om deze nieuwe MIRT-projecten en nieuw te verwachte MIRT-projecten uit het regeerakkoord mogelijk te maken worden middelen beschikbaar gesteld voor apparaatsuitgaven op Hoofdstuk XII (– € 14,0 miljoen). Het restant wordt nog niet direct aangewend en komt ten gunste van de investeringsruimte voor Spoorwegen.
-
• Verwerking van de vrijval na subsidievaststelling IJ-tram (+ € 7,8 miljoen) en vrijval op de GSM-R subsidieregeling (+ € 12,3 miljoen).
-
• Extrapolatie van de concessieopbrengsten naar 2032 (+ € 197,6 miljoen).
-
• Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma (€ 30,5 miljoen).
-
• Aanvullend budget voor prestatieverbetering HSL-Zuid (– € 60,0 miljoen) en zettingenproblematiek HSL-Zuid (– € 6,4 miljoen).
-
• Perronaanpassingen Rotterdam Centraal Station in verband met de aanlanding Eurostar (– € 6,5 miljoen) en toegankelijker maken van de Sprinters (– € 5,7 miljoen).
-
• Bijdrage (verwachte) prijsstijging Beheer, onderhoud en vervanging (– € 63 miljoen)
-
• Ophoging van het budget voor Programma Hoogfrequent Spoorvervoer voor Amsterdam Centraal (€ 150 miljoen).
-
• In het BO MIRT van najaar 2017 is afgesproken om extra middelen beschikbaar te stellen voor de aanpassing van de spoorconfiguratie van het emplacement Schiedam (– € 24,2 miljoen).
-
• De Kustwacht voert een aantal structurele taken uit die voortvloeien uit wet- en regelgeving. Tot op heden heeft IenW haar bijdrage aan deze taken steeds incidenteel gedekt. Om voor luchtsurveillance en de benodigde personele capaciteit structureel te dekken, zijn middelen vrijgemaakt vanuit de investeringsruimte van de modaliteiten. Het aandeel van Spoorwegen bedraagt € 40,2 miljoen.
-
• Verwerking van de niet specifiek aan projecten toegewezen prijsbijstelling (+ € 54,3 miljoen) en het restantbudget Beter Benutten (+ € 14,2 miljoen).
-
• Het vorige kabinet heeft bij de verlenging van het Infrastructuurfonds tot en met 2030 besloten een deel van de investeringsruimte apart te zetten voor een volgend kabinet, de zogenoemde beleidsruimte. Met het aantreden van het kabinet-Rutte III kan de beleidsruimte betrokken worden bij de budgettaire besluitvorming. De middelen tot 2030 worden verdeeld over de modaliteiten middels de gebruikelijke verdeelsleutel (conform regeerakkoord kabinet-Rutte III). Het aandeel van Spoorwegen bedraagt € 205,0 miljoen.
-
• Bijdrage aan programma voor slimme en duurzame mobiliteit (– € 10,3 miljoen).
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2018–2032 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.09 Ontvangsten
Motivering
Dit artikelonderdeel bevat de verantwoording van de bijdragen van derde partijen rechtstreeks aan IenW voor spooruitgaven. ProRail int de gebruiksvergoeding van vervoerders en het grootste deel van de onderhoudsbijdragen van derde partijen, deze zijn daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikelonderdeel 13.02. Terugbetalingen van subsidievoorschotten door ProRail die betrekking hebben op afgesloten jaren zijn niet gesaldeerd met de uitgaven voor het lopende jaar, maar zijn gedesaldeerd opgenomen in de ontvangsten en uitgaven.
Concessievergoedingen
Producten
Dit betreft de concessieprijs die NS betaalt voor de vervoerconcessie hoofdrailnet (artikel 66 van de Concessie HRN 2015–2025) en de HSL-heffing die NS betaalt ter dekking van de uitgaven voor de aanleg van de HSL-Zuid infrastructuur (Besluit HSL-heffing 2015), alsmede de betaling van de uitgestelde concessievergoeding HSL-Zuid 2009–2014 (Onderhandelakkoord tussen IenW en de NS in 2011).
Prestatieboetes NS en ProRail
Dit betreft de boetes die NS en ProRail moeten betalen wanneer de afgesproken prestaties niet zijn behaald. Deze ontvangsten worden toegevoegd aan het «reizigersfonds» op artikelonderdeel 13.03.
Terugbetaling voorschotten ProRail
Dit betreffen de terugbetalingen van subsidievoorschotten voor aanlegprojecten en beheer, onderhoud en vervanging over afgesloten begrotingsjaren.
Bijdragen van derden
Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten en onderhoud.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Concessievergoedingen | 191.966 | 188.334 | 188.479 | 194.140 | 199.706 | 204.029 |
Prestatieboetes NS en ProRail | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Terugbetaling voorschotten ProRail | 55.734 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen van derden | 8.203 | 7.054 | 500 | 500 | 500 | 1.000 |
Ontvangsten spoor | 255.903 | 195.388 | 188.979 | 194.640 | 200.206 | 205.029 |