Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijkswegen verantwoord. Dit betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de begroting Hoofdstuk XII.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3.607.433 | 3.712.894 | 3.129.096 | 3.618.634 | 2.099.983 | 2.280.293 | 2.694.571 |
Uitgaven | 2.231.569 | 2.618.729 | 3.099.638 | 2.948.574 | 3.035.173 | 2.797.301 | 3.075.252 |
Waarvan juridisch verplicht: | 83% | ||||||
12.01 Verkeersmanagement | 4.498 | 3.736 | 3.737 | 3.736 | 3.733 | 3.730 | 3.729 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 4.498 | 3.736 | 3.737 | 3.736 | 3.733 | 3.730 | 3.729 |
12.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 595.154 | 695.374 | 675.177 | 643.081 | 755.369 | 678.135 | 701.736 |
12.02.01 Beheer en onderhoud | 543.124 | 641.810 | 539.748 | 469.466 | 539.604 | 432.655 | 434.416 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 543.125 | 641.810 | 539.748 | 469.466 | 539.604 | 432.655 | 434.416 |
12.02.04 Vervanging | 52.030 | 53.564 | 135.429 | 173.615 | 215.765 | 245.480 | 267.320 |
12.03 Aanleg | 429.918 | 671.618 | 1.466.966 | 1.242.849 | 1.282.609 | 1.068.518 | 1.447.044 |
12.03.01 Realisatie | 415.269 | 529.629 | 935.840 | 1.181.822 | 1.070.237 | 723.471 | 692.892 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 30.750 | 31.088 | 20.647 | 10.283 | 11.894 | 0 | 0 |
12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen | 14.649 | 141.989 | 531.126 | 61.027 | 212.372 | 345.047 | 754.152 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 10.301 | 19.200 | 19.800 | 23.000 | 23.000 | 16.727 | 12.500 |
12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 638.739 | 672.417 | 371.112 | 470.583 | 416.348 | 500.715 | 379.519 |
12.06 Netwerkgebonden kosten HWN | 563.260 | 575.584 | 582.646 | 588.325 | 577.114 | 546.203 | 543.224 |
12.06.01 Apparaatskosten RWS | 454.675 | 455.796 | 469.022 | 473.905 | 459.569 | 446.224 | 443.259 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 454.675 | 455.808 | 469.004 | 473.887 | 459.551 | 446.206 | 443.241 |
12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 108.585 | 119.788 | 113.624 | 114.420 | 117.545 | 99.979 | 99.965 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 94.385 | 113.758 | 105.024 | 105.820 | 108.945 | 91.479 | 91.465 |
12.07 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
12.09 Ontvangsten | 150.898 | 107.338 | 73.126 | 112.388 | 104.763 | 135.217 | 58.297 |
12.09.01 Ontvangsten | 150.898 | 107.338 | 73.126 | 112.388 | 104.763 | 112.378 | 14.665 |
12.09.02 Tolopgave | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 22.839 | 43.632 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, zijn de budgetten in 2019 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2019.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2032 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2032.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12 | Hoofdwegennet | Uitgaven | 2.618.729 | 3.099.638 | 2.948.574 | 3.035.173 | 2.797.301 | 3.075.252 | 2.720.389 | 2.712.607 |
12.01 | Verkeersmanagement | 3.736 | 3.737 | 3.736 | 3.733 | 3.730 | 3.729 | 3.728 | 3.726 | |
12.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 695.374 | 675.177 | 643.081 | 755.369 | 678.135 | 701.736 | 668.994 | 614.035 | |
12.03 | Aanleg | 671.618 | 1.466.966 | 1.242.849 | 1.282.609 | 1.068.518 | 1.447.044 | 1.146.476 | 1.192.832 | |
12.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 672.417 | 371.112 | 470.583 | 416.348 | 500.715 | 379.519 | 372.285 | 370.717 | |
12.06 | Netwerkgebonden kosten HWN | 575.584 | 582.646 | 588.325 | 577.114 | 546.203 | 543.224 | 528.906 | 531.297 | |
12.07 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 107.338 | 73.126 | 112.388 | 104.763 | 135.217 | 58.297 | 70.217 | 44.860 |
Overige ontvangsten | 107.338 | 73.126 | 112.388 | 104.763 | 112.378 | 14.665 | 26.585 | 1.228 | ||
Tolopgave | 0 | 0 | 0 | 0 | 22.839 | 43.632 | 43.632 | 43.632 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2018–2032 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12 | Hoofdwegennet | Uitgaven | 2.546.040 | 2.451.374 | 1.815.429 | 2.085.269 | 2.118.375 | 1.372.463 | 1.379.772 | 36.776.385 |
12.01 | Verkeersmanagement | 3.726 | 3.726 | 3.734 | 3.734 | 3.734 | 3.734 | 3.734 | 55.977 | |
12.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 535.555 | 490.941 | 767.246 | 777.514 | 815.366 | 480.129 | 480.129 | 9.778.781 | |
12.03 | Aanleg | 1.093.094 | 1.089.201 | 171.718 | 478.319 | 650.211 | 36.095 | 32.816 | 13.070.366 | |
12.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 384.305 | 342.934 | 341.982 | 299.116 | 122.478 | 325.919 | 336.532 | 5.706.962 | |
12.06 | Netwerkgebonden kosten HWN | 529.360 | 524.572 | 530.749 | 526.586 | 526.586 | 526.586 | 526.561 | 8.164.299 | |
12.07 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 44.812 | 44.132 | 48.332 | 43.632 | 43.632 | 43.634 | 39.571 | 1.013.951 |
Overige ontvangsten | 1.180 | 500 | 4.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 558.851 | ||
Tolopgave | 43.632 | 43.632 | 43.632 | 43.632 | 43.632 | 43.634 | 39.571 | 455.100 |
12.01 Verkeersmanagement
Motivering
Met verkeersmanagement streeft IenW naar een optimaal en veilig gebruik van de beschikbare weginfrastructuur en het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Daarmee worden de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Nederland, binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid, bevorderd.
Verkeersmanagement
Producten
De uitgaven voor verkeersmanagement hebben betrekking op het verspreiden van verkeersdata en op besturingssoftware voor informatiepanelen en andere apparatuur. Samen met de weginspecteurs van Rijkswaterstaat resulteert dit in:
-
• Verkeersgeleiding bij grote drukte, inclusief grootschalige evenementen en crisissituaties zoals bij een weeralarm.
-
• Hulpverlening, bevorderen doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement).
-
• Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, bijvoorbeeld ter voorkoming van bumperkleven en het negeren van rode kruizen.
-
• Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.
De meeste van deze maatregelen zijn ingezet vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door toepassing van gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking.
De activiteiten die door Rijkswaterstaat (RWS) centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit het budget voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in bijlage 4 Instandhouding bij deze begroting.
Meetbare gegevens
Areaalomschrijving | Eenheid | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|
Verkeerssignalering | km op rijbaan | 2.777 | 2.803 | 2.803 |
Verkeerscentrales | aantal | 6 | 6 | 6 |
Spits- en plusstroken | km | 321 | 311 | 307 |
Toelichting
In 2019 zal naar verwachting een tweetal korte spitsstroken vervallen, namelijk bij de start van de projecten A10 Zuidasdok (zuidbaan) en A15 Papendrecht–Sliedrecht. Deze spitsstroken zullen in de verbreding worden vervangen door reguliere rijstroken.
realisatie 2016 | realisatie 2017 | Streefwaarde 2018 | Streefwaarde 2019 | |
---|---|---|---|---|
Levering verkeersgegevens: op alle bemeten wegvakken wordt betrouwbare reis en routeinformatie ingewonnen en tijdig geleverd aan de serviceproviders (1) | ||||
a. beschikbaarheid data voor derden: % van de RWS-meetlocaties dat goed functioneert | 93% | 93% | 90% | 90% |
b. actualiteit data voor derden: % van de gegevens van een meetminuut, dat binnen 75 sec. daarna door RWS wordt geleverd aan NDW | 98% | 98% | 95% | 95% |
Toelichting:
De indicator kent twee aspecten, namelijk de mate van beschikbaarheid van de RWS-meetlocaties en de mate waarin meetgegevens tijdig (binnen 75 seconden) verstuurd zijn naar de Nationale Databank Wegverkeergegevens (NDW). Tot en met 2017 werden beide aspecten hier in één gemiddelde waarde gecombineerd gerapporteerd. Vanaf 2018 worden beide aspecten afzonderlijk gerapporteerd.
Ad 1:
Tot en met 2017 is een streefwaarde van 90% gehanteerd voor het indicator-onderdeel «actualiteit data voor derden». In het kader van de nieuwe meerjarige prestatieafspraken (2018–2021) tussen de directoraten-generaal en Rijkswaterstaat over het Beheer en Onderhoud, is ervoor gekozen om met ingang van het jaar 2018 een hogere streefwaarde te hanteren (95%), die beter aansluit bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de informatievoorziening over het Hoofdwegennet.
12.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Het rijkswegennet en de onmiddellijke omgeving daarvan in een dusdanige staat houden dat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van vlot, veilig en comfortabel vervoer van personen en goederen, onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen regulier beheer en onderhoud enerzijds en vervangingen en renovaties anderzijds.
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, kunstwerken (zoals bruggen, tunnels en viaducten), verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement (zoals signalering en verkeerscentrales).
Vervanging en renovatie (VenR) betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en wegen, waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende is. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw zijn veel kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
In bijlage 4 «Instandhouding» van deze begroting wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
12.02.01 Beheer en Onderhoud
Voor het gebruik van het wegennet zet IenW in op een optimale beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid over de levenscyclus van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales en verkeersvoorzieningen. Daarbij gelden de eisen ten aanzien van het landschap en het milieu rond de rijkswegen als randvoorwaarden. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder het beheer en onderhoud.
De uitgaven voor het beheer en onderhoud bestaan hoofdzakelijk uit:
-
• Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan.
-
• Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken.
-
• Uitgaven voor onderhoud aan DVM-systemen zoals matrixborden, informatiepanelen en verkeerscentrales.
-
• Klein variabel en vast onderhoud aan verkeersvoorzieningen, zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting.
-
• Uitgaven voor geluidmaatregelen (landschap en milieu) als gevolg van naleving van geluidproductieplafonds voor zover geen onderdeel van een aanlegproject.
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor verhardingen, kunstwerken (bruggen en viaducten), DVM, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu. Deze percentages zijn gebaseerd op een langjarig gemiddelde.
Eenheid | 2017 | 2018 | 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|
Rijbaanlengte | Hoofdrijbaan | km | 5.804 | 5.837 | 5.837 |
Rijbaanlengte | Verbindingswegen en op- en afritten | km | 1.677 | 1.703 | 1.703 |
Areaal asfalt | Hoofdrijbaan | km2 | 76 | 77 | 77 |
Areaal asfalt | Verbindingswegen en op- en afritten | km2 | 15 | 15 | 15 |
Groen areaal | km2 | 181 | 181 | 181 |
Toelichting:
De toenames in 2018 door de voorziene openstellingen van met name N18 Varsseveld–Enschede, A27/A1 Utrecht Noord–Knpt. Eemnes–Bunschoten en N35 Zwolle–Wijthmen zijn verwerkt. Daarnaast is het voor 2019 voorziene nieuwe areaal A6 versneld in 2018 in gebruik genomen. In 2019 komt er geen verhardingenareaal bij; er volgt alleen nog een herindeling/ reconstructie van het bestaande asfalt.
Areaal | Eenheid | Omvang 2019 | Budget 2019 (x € 1.000) | |
---|---|---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling | Oppervlakte wegdek1 | km2 | 92 | 539.748 |
eenheid | realisatie 2016 | realisatie 2017 | streefwaarde 2018 | streefwaarde 2019 | |
---|---|---|---|---|---|
Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (1): – t/m 2017: De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud ten opzichte van totale verstoringen (in km. min). – vanaf 2018: Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (in voertuigverliesuren) | % % | 3% – | 4% – | – 10% | – 10% |
Technische Beschikbaarheid: deel van lengte en tijd (%) dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rij- of vluchtstroken zijn afgesloten als gevolg van aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden of falen van areaal. | % | 99% | 99% | 90% | 90% |
Veiligheid (2): | |||||
a. voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) | % | 99,8% | 99,8% | 99,7% | 99,7% |
b. voldoen aan norm gladheidbestrijding (binnen 2 uur preventief strooien). | % | 99% | 99% | 95% | 95% |
Ad 1.
In het kader van de nieuwe prestatieafspraken, vanaf 2018, is gekozen voor indicatoren die beter aansluiten bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het Hoofdwegennet:
-
• De indicator uit de voorgaande begrotingen wordt tot en met 2017 uitgedrukt in een percentage van de totale «filezwaarte» (eenheid kilometerminuten). Bij deze definitie wordt alleen gekeken over welke lengte de snelheid lager is dan 50 km/uur, zonder rekening te houden met de snelheid in de file, het aantal voertuigen, het aantal rijstroken.
-
• Vanaf 2018 wordt deze indicator uitgedrukt in een percentage van het totale «reistijdverlies» (eenheid voertuigverliesuren). Deze wordt berekend op basis van de gereden snelheid ten opzichte van de normsnelheid (100 km/uur), de hoeveelheid verkeer per rijstrook, het aantal rijstroken en de lengte waarover langzamer gereden wordt. Wanneer de snelheid daalt, neemt het reistijdverlies toe. Wanneer de hoeveelheid langzaam rijdend verkeer toeneemt, neemt ook het reistijdverlies toe. Opgeteld geeft dit de extra reistijd die de weggebruikers gezamenlijk ondervinden door files, ten opzichte van de reistijd bij een normsnelheid van 100 km/uur.
Ad 2.
De indicator kent twee onderdelen, namelijk in hoeverre de verhardingen voldoen aan bepaalde normen en de mate waarin wordt voldaan aan de norm voor preventief strooien. Tot en met 2017 werden beide aspecten hier in één waarde gecombineerd gerapporteerd. Vanaf 2018 worden beide aspecten afzonderlijk gerapporteerd. Bij de nieuwe prestatieafspraken is er voor gekozen om vanaf 2018 de norm van «Stroefheid en spoorvorming» (onderdeel a) aan te passen van 99,9% naar 99,7%. Dit voorkomt het onnodig vroeg uitvoeren van preventief onderhoud.
12.02.04 Vervanging
Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het Hoofdwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt.
Op dit artikel staat het merendeel van de beschikbare budgetten voor Vervanging en Renovatie van het Hoofdwegennet. Op begrotingsartikel 18 staan de VenR middelen voor 2031 en 2032, die nog moeten worden toebedeeld. In het MIRT projectenoverzicht4 worden onderliggende projecten inzichtelijk gemaakt. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet.
Deze werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 4 Instandhouding.
12.03 Aanleg
Motivering
Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt, met als doel om de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.
12.03.01 Realisatie
Producten
In 2019 wil IenW de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Openstelling | – A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere (deeltraject A6 Almere) |
Start realisatie | – A1 Apeldoorn Azelo |
– A15 Papendrecht Sliedrecht | |
– A16 Rotterdam | |
– N33 Zuidbroek–Appingedam |
Overige maatregelen
Meer Veilig
In het kader van Meer Veilig worden maatregelen gerealiseerd voor de programma’s Meer Veilig 3 en Veilige Bermen. In het programma Meer Veilig 3 wordt gewerkt aan het realiseren van kosteneffectieve maatregelen waarmee locaties met een relatief hoog veiligheidsrisico worden aangepakt. Concrete voorbeelden van maatregelen zijn het aanleggen van een rotonde, het plaatsen van geleiderail of het aanpassen van invoegers, uitvoegers en de belijning. Van de derde tranche van het servicepakket Meer Veilig zijn inmiddels 25 maatregelen gerealiseerd. Er worden nog 55 maatregelen uitgevoerd. Hiervan staan er 50 gepland voor 2018/2019. Vier projecten zijn doorgeschoven naar 2020 en één naar 2021. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2016 (Kamerstukken II 2016–2017, 34 550 A, nr. 9) geïnformeerd over een reservering van € 30 miljoen voor een vervolgaanpak Meer Veilig. Met deze middelen wordt het programma Veilige Bermen uitgevoerd. Dit programma richt zich volledig op het veiliger makken van de bermen langs autosnelwegen door obstakels in de berm te verwijderen, verplaatsen of af te schermen. Dit met als doel om het relatief grote aantal eenzijdige ongevallen met ernstige afloop, als gevolg van een botsing met een obstakel in de berm terug te dringen. In 2018 wordt gestart met de voorbereiding van de uitvoering van een eerste tranche maatregelen. In 2019 is dit programma in uitvoering.
Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen
Dit pakket is gericht op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter)nationale vrachtcorridors. Binnen dit pakket worden landelijk ruim 300 extra parkeerplaatsen voor vrachtwagens gecreëerd en zijn nog eens ruim 400 parkeerplaatsen meerjarig gehuurd. Daarnaast wordt ingezet op een structurele kwaliteitsverbetering van naar verwachting 35 tot 40 verzorgingsplaatsen. Het totaal hiervoor beschikbare budget bedraagt € 25 miljoen. In de periode 2019–2020 zal naar verwachting de laatste tranche aan maatregelen in Zuid-Nederland worden uitgevoerd. In Limburg zal Grensemplacement Venlo-Zuid worden gerenoveerd en in Noord-Brabant zullen enkele verzorgingsplaatsen kwalitatief worden verbeterd. In de provincie Zuid-Holland wordt langs de A4, A12 en A15 de capaciteit met in totaal 55–60 parkeerplaatsen uitgebreid.
Meer Kwaliteit Leefomgeving
Dit pakket betreft het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO). In de periode 2016–2018 is gewerkt aan de voorbereiding en uitvoering van de laatste tranche maatregelen. De geplande werkzaamheden binnen het MJPO zijn in 2018 grotendeels afgerond maar enkele maatregelen lopen door in 2019 en 2020. Een voorbeeld van een ontsnipperingsmaatregel is het plaatsen van een ecoduct of een wildtunnel onder de (spoor)weg door. Hierdoor kunnen dieren zich weer bewegen tussen twee natuurgebieden die gescheiden zijn geraakt (versnipperd) door de aanleg van Rijksinfrastructuur en worden aanrijdingen met dieren beperkt. In maart 2018 zijn ecoduct en faunatunnel Kootwijkerzand feestelijk geopend. In de zomer van 2018 is een pakket aan kleinere faunavoorzieningen opgeleverd en is er verder gewerkt aan o.a. de ecoducten Duinpoort (nabij Zandvoort), de Groene Schakel (nabij Hilversum), Asselsche Heide (Kroondomein Het Loo) en De Mortelen (nabij Boxtel). Informatie over het programma, zoals de maatregelen, zijn ook te vinden op de website van het MJPO5.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• ZSM 1+2 Spoedwet Wegverbreding: De afname van budget wordt verklaard doordat inmiddels vrijwel alle projecten van de spoedwet wegverbreding zijn afgerond. Dit leidt tot een overschot dat is toegevoegd aan de investeringsruimte (€ 55 miljoen).
-
• A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere: De toename van € 738 miljoen wordt grotendeels verklaard door de budgetoverheveling van verkenning en planuitwerkingen naar het realisatie programma voor het deelproject A9–Badhoevedorp–Holendrecht (€ 717 miljoen) en deels verklaard door prijsindexering naar prijspeil 2018 (€ 21 miljoen).
-
• De budgetspanning SAA is ten opzichte van vorig jaar afgenomen van € 210 miljoen naar € 100 miljoen. De afgenomen spanning is voor het grootste gedeelte gerealiseerd door de vrijval van het aanbestedingsresultaat bij het project A1/A6. Het programma SAA heeft ook de komende jaren nog te maken met diverse onzekerheden binnen de verschillende projecten (Gaasperdammertunnel; verdiepte liggingen A9 Badhoevedorp–Holendrecht; wisselstroken bij de A9 Gaasperdammerweg en Badhoevedorp–Holendrecht). Inmiddels is besloten om de maatregelen die nodig zijn om aan de eisen van brandwerendheid te voldoen bij de Gaasperdammertunnel te financieren uit het programma onvoorzien. De budgetspanning blijft daarbij gelijk, omdat de post onvoorzien voor het opvangen/beperken van tegenvallers al onderdeel uitmaakt van de raming. De inspanningsverplichting om SAA binnen het taakstellend budget te realiseren, wordt hiermee wel verzwaard, maar door strakke sturing op de risico’s behoort dit nog steeds tot de mogelijkheden.
-
• A2 Holendrecht: Het project is inmiddels opgeleverd. Nu blijkt dat er minder risico's zijn opgetreden, waardoor het overschot is toegevoegd aan de investeringsruimte (€ 6 miljoen).
-
• A28 Utrecht–Amersfoort: Het project is inmiddels opgeleverd. Nu blijkt dat er minder risico's zijn opgetreden, waardoor het overschot is toegevoegd aan de investeringsruimte (€ 7 miljoen).
-
• Het project A4 Delft–Schiedam is afgerond. Onderdeel van het aanlegcontract is het beheer en onderhoud van de tunnel technische installaties voor de eerste 8 jaar. Het hiervoor gereserveerde budget wordt overgeheveld naar het artikelonderdeel 12.02 Beheer, onderhoud en vervanging.
-
• A67 Aanpak toerit Someren: het project is inmiddels opgeleverd. Nu blijkt dat er minder risico's zijn opgetreden, waardoor het overschot is toegevoegd aan de investeringsruimte (€ 1 miljoen).
-
• N31 Leeuwarden (De Haak): Er is sprake van hogere ontvangsten (€ 2 miljoen).
-
• A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2: De opdrachtnemer verwacht twee jaar vertraging voor openstelling door langere voorbereidings- en uitvoeringstijd.
De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van prijsindexering.
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | later | huidig | vorig |
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 36 | 50 | 8 | 2 | 1 | 25 | 16 | nvt | nvt | |||
Programma 130 km | 45 | 44 | 35 | 2 | 1 | 1 | 6 | – | – | |||
Programma aansluitingen | 116 | 114 | 38 | 32 | 26 | 15 | 2 | 3 | nvt | nvt | ||
Quick Wins Wegen | 12 | 12 | 11 | 1 | – | – | ||||||
ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding) | 1.490 | 1.544 | 1.473 | 3 | 2 | 2 | 9 | 2016 | 2016 | |||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||
A1 Bunschoten–Knooppunt Hoevelaken | 20 | 20 | 19 | 1 | 2015 | 2015 | ||||||
2.094 | 1.356 | 711 | 65 | 109 | 148 | 228 | 178 | 168 | 487 | 2025–2027 | 2024–2026 | |
A10 Amsterdam praktijkproef FES | 51 | 51 | 29 | 4 | 5 | 4 | 9 | 2018 | 2018 | |||
305 | 301 | 24 | 38 | 63 | 59 | 41 | 23 | 6 | 49 | 2028 | 2028 | |
A2 Holendrecht – Oudenrijn | 1.210 | 1.216 | 1.207 | 1 | 2 | 2012 | 2012 | |||||
A28 Knooppunt Hoevelaken | 774 | 763 | 80 | 19 | 26 | 119 | 181 | 93 | 226 | 30 | 2023–2025 | 2023–2025 |
A7/A8 Purmerend – Zaandam – Coenplein | 21 | 21 | 20 | 1 | 2015 | 2015 | ||||||
A9 Badhoevedorp | 328 | 327 | 255 | 15 | 2 | 56 | 2017 | 2017 | ||||
N50 Ens – Emmeloord | 20 | 20 | 19 | 1 | 2016 | 2016 | ||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
998 | 984 | 43 | 58 | 26 | 81 | 157 | 309 | 157 | 167 | 2022–2024 | 2022–2024 | |
789 | 785 | 58 | 84 | 222 | 256 | 144 | 23 | 2 | 2022–2024 | 2022–2024 | ||
A4 Burgerveen – Leiden | 548 | 548 | 541 | 7 | 2015 | 2015 | ||||||
A4 Delft – Schiedam | 639 | 659 | 637 | 2 | 2015 | 2015 | ||||||
16 | 16 | 6 | 10 | 2020–2022 | 2020–2022 | |||||||
566 | 558 | 58 | 117 | 124 | 165 | 52 | 36 | 14 | Regio | Regio | ||
N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid) | 11 | 11 | 1 | 5 | 6 | 2020 | 2020 | |||||
N61 Hoek–Schoondijke | 111 | 111 | 107 | 4 | 2015 | 2015 | ||||||
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||||||
A2 Passage Maastricht | 679 | 679 | 668 | 6 | 1 | 4 | 2016 | 2016 | ||||
A4 Dinteloord–Bergen op Zoom | 258 | 258 | 256 | 2 | 2014 | 2014 | ||||||
59 | 59 | 45 | 14 | Regio | Regio | |||||||
Projecten Oost-Nederland | ||||||||||||
A1 Apeldoorn Zuid – Beekbergen | 32 | 32 | 28 | 1 | 1 | 2 | 2017 | 2017 | ||||
A50 Ewijk – Valburg | 271 | 271 | 269 | 1 | 1 | 2017 | 2017 | |||||
N35 Combiplan Nijverdal | 319 | 321 | 316 | 1 | 2 | 2015 | 2015 | |||||
N35 Wijthmen – Nijverdal | 15 | 15 | 2 | 8 | 4 | 1 | 1 | 2018 | 2018 | |||
N35 Zwolle – Wijthmen | 54 | 53 | 25 | 10 | 3 | 1 | 3 | 6 | 6 | 2018 | 2018 | |
Projecten Noord-Nederland | ||||||||||||
689 | 681 | 105 | 96 | 142 | 121 | 104 | 41 | 17 | 63 | 2021–2023 | 2019–2021 | |
N31 Leeuwarden (De Haak) | 219 | 217 | 216 | 2 | 1 | 2014 | 2014 | |||||
Overige maatregelen | ||||||||||||
Meer kwaliteit leefomgeving | 178 | 177 | 127 | 21 | 21 | 10 | ||||||
49 | 49 | 27 | 10 | 12 | ||||||||
Afrondingen | 1 | – 1 | 1 | 2 | ||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 13.022 | 12.321 | 7.447 | 601 | 790 | 997 | 954 | 720 | 693 | 838 | ||
Realisatieuitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking | 105 | 146 | 110 | 15 | 3 | |||||||
Programma Realisatie | 706 | 936 | 1.107 | 969 | 723 | 693 | 838 | |||||
Budget Realisatie (IF 12.03.01) | 530 | 936 | 1.182 | 1.070 | 723 | 693 | 838 | |||||
Overprogrammering (–) | – 176 | 75 | 101 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen.
12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• Beter Benutten: vanuit het programma Beter Benutten zijn overboekingen gedaan naar decentrale overheden voor de uitvoering van de maatregelen die in het programma zijn vastgelegd. In 2019 vinden voor de regiopakketten de laatste overboekingen naar de decentrale overheden plaats. De regionale programma’s worden in 2018 afgesloten. De bijdragen zullen uiterlijk in de Voorjaarsnota 2019 overgeboekt worden naar de regio’s.
-
• Reserveringen voor Life Cycle Costs (LCC): deze zijn geactualiseerd voor de verlenging van het Infrastructuurfonds van 2031 naar 2032.
-
• Snelfietsroutes: in het regeerakkoord is eenmalig € 100 miljoen opgenomen voor fietsinfrastructuur. Hieruit zijn middelen beschikbaar gesteld voor snelfietsroutes (provinciale investeringen in fietsinfrastructuur) (€ 26 miljoen) en zijn overboekingen gedaan naar decentrale overheden voor de uitvoering van de maatregelen die in het programma zijn vastgelegd. Tevens is € 6 miljoen toegevoegd aan het taakstellend budget van A27 Houten–Hooipolder om een fietsbrug over de Lek mee te nemen in de scope van het project.
-
• Vervolgprogramma Meer Veilig: in de MIRT-brief van het najaar 2017 is aangegeven dat € 50 miljoen is gereserveerd vanuit de investeringsruimte Wegen voor het Vervolgprogramma Meer Veilig in het kader van verkeersveiligheid op N-wegen. Met de brief van 23 april 2018 (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 A, nr. 64) is aangegeven hoe deze middelen ingezet zullen worden. De financiële middelen zijn toegevoegd aan het bestaande programma Meer Veilig op artikel 12.03.02.
-
• Voorbereiding vrachtwagenheffing: Voorbereiding vrachtwagenheffing: in het regeerakkoord is opgenomen dat er zo spoedig mogelijk een vrachtwagenheffing wordt ingevoerd. De inkomsten uit de heffing worden in overleg met de sector teruggesluisd naar de vervoerssector. Om dit mogelijk te maken is in 2018 besloten € 4 miljoen (exclusief € 1 miljoen apparaatskosten) uit het Infrastructuurfonds vooralsnog ter beschikking te stellen voor de voorbereidingskosten en onderzoekskosten voor dit nieuwe beleid.
-
• A27 Houten–Hooipolder: zoals aangekondigd in de Kamerbrief over de vervanging van de bruggen op dit traject (23 oktober 2017, Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 A, nr. 9) wordt er € 56 miljoen toegevoegd aan het taakstellend budget omdat een grotere overspanning van de Merwedebrug noodzakelijk is om te voldoen aan de Akte van Mannheim.
-
• N35 knooppunt Raalte: in het BO MIRT najaar 2017 is bestuurlijk afgesproken om de eerder toegezegde Rijksbijdrage van € 12,5 miljoen beschikbaar te stellen zonder de meevallers op de andere projecten op de N35 af te wachten.
-
• N59 Verkeersveiligheidsmaatregelen: in het BO MIRT najaar 2017 is bestuurlijk afgesproken dat het Rijk maximaal € 5 miljoen beschikbaar stelt voor verkeersveiligheidsmaatregelen op de N59.
Budget | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | TB | Openstelling |
Realisatieuitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | – 380 | – 356 | nvt | nvt |
Projecten Nationaal | ||||
322 | 353 | nvt | ||
263 | 260 | nvt | ||
Kosten voorbereiding tol | 29 | 29 | nvt | |
Lucht – weg (NSL Hoofdwegennet) | 201 | 198 | nvt | |
Reservering voor LCC | 298 | 289 | nvt | |
34 | 13 | nvt | ||
109 | 108 | nvt | ||
80 | 30 | nvt | ||
Voorbereiding vrachtheffing | 4 | nvt | ||
Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen | 185 | 166 | nvt | |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
1.171 | 1.153 | |||
300 | 300 | 2017 | 2024–2026 | |
Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport: Aansluiting A6 | 13 | 13 | ||
Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport: Verbreding A6 | 52 | 51 | ||
171 | 168 | 2020 | 2021–2023 | |
Stedelijke Bereikbaarheid Almere | 27 | 26 | nvt | Regio |
Projecten Zuidwest-Nederland | nvt | nvt | ||
16 | 15 | |||
178 | 175 | 2018 | 2026 | |
50 | 50 | 2020 | ||
460 | 453 | 2021 | ||
Rijksbijdrage aan kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding | 23 | 23 | 2020 | 2026–2028 |
N59 Verkeersveiligheid | 5 | nvt | nvt | |
Projecten Zuid-Nederland | nvt | nvt | ||
269 | 265 | 2019 | 2025–2027 | |
1.345 | 1.263 | 2019 | 2027–2030 | |
5 | 5 | 2019 | 2022 | |
Landzijdige Bereikbaarheid Eindhoven Airport | 26 | 25 | 2020 | |
99 | 98 | nvt | ||
154 | 152 | 2023 | ||
412 | 405 | 2020 | ||
31 | 30 | 2020 | 2022–2024 | |
Projecten Oost-Nederland | nvt | nvt | ||
440 | 429 | |||
2018 | Fase 1: 2020–2022 | |||
10 | 10 | Fase 2: 2026–2028 | ||
554 | 547 | 2017 | 2022–2024 | |
107 | 105 | 2017 | 2022–2024 | |
N35 Raalte | 13 | 2018 | 2022–2024 | |
N50 Kampen – Kampen Zuid | 5 | 5 | ||
Reservering terugbetaling voorfinanciering A1 Apeldoorn – Azelo | 29 | 29 | 2021 | 2022 – 2024 |
Projecten Noord-Nederland | nvt | nvt | ||
99 | 97 | 2019 | 2021–2023 | |
Overige projecten en reserveringen | 120 | 125 | ||
Projecten in voorbereiding | ||||
Projecten Nationaal | ||||
Studiebudget Verkenningen / MIRT onderzoeken | ||||
Programma DUMO | ||||
Programma Fiets | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 7.327 | |||
Begroting (IF 12.03.02) | 7.327 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen.
12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private Opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na openstelling van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de Opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.
De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 12.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven. Het eerste DBFM-contract loopt af in 2022: de N31 Leeuwarden–Drachten.
Inmiddels is duidelijk dat mijlpalen rond tijdige beschikbaarheid bij DBFM-projecten gehaald zijn. Ook de hoeveelheid meerwerk gedurende de bouwfase is beperkt gebleven. In de DBFM(O)-Voortgangsrapportage 2016–2017 (Kamerstukken II 2016–2017, 28 753, nr. 43) zijn indicatoren opgenomen om de prestaties van (het contractmanagement van) DBFM te monitoren. Het gaat daarbij om prestatie indicatoren zoals tijdigheid (openstelling van het project), beschikbaarheid, wijzigingen en kortingen. Het kabinet heeft daarbij de ambitie geformuleerd om de KPI’s verder uit te breiden en te ontwikkelen, de komende jaren te monitoren en de trendontwikkeling te analyseren.
In de Voortgangsrapportage is ook aangegeven dat de risicoverdeling in het standaardcontract mogelijk op een aantal punten zal worden bijgesteld ten aanzien van enkele specifieke risico’s, zoals het management van stakeholders, waarmee marktpartijen in het verleden op moeilijkheden stuitten. Eerder was al besloten om niet langer gebruik te maken van lijstrisico’s. Op deze wijze wordt proactief gezocht naar een betere verdeling van de risico’s, waarbij alle betrokkenen hun mogelijkheden inbrengen om risico’s zo veel mogelijk te beperken.
Producten
Bij de projecten N31 Leeuwarden–Drachten, A12 Lunetten–Veenendaal, 2e Coentunnel en N33 Assen–Zuidbroek, A15 Maasvlakte–Vaanplein, A12 Veenendaal–Ede–Grijsoord, A1/A6 Diemen–Almere Havendreef en de N18 Varsseveld–Enschede is sprake van volledige beschikbaarheidsvergoedingen. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
De projecten A9 Holendrecht–Diemen (Gaasperdammerweg), A27/A1 Utrecht Noord-Eemnes–Bunschoten, A6 Almere, A16 Rotterdam en A24 Blankenburgverbinding verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald.
Voorts zijn de projecten A9 Badhoevedorp–Holendrecht en A12/A15 Ressen–Oudbroeken (ViA15) in aanbesteding. De DBFM-conversie, overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg (artikelonderdeel 12.03) en onderhoud (artikelonderdeel 12.02) naar dit begrotingsartikel, zal plaatsvinden na de «financial close» van deze contracten. Na afloop van het DBFM-contract zal het budget voor Beheer en Onderhoud weer worden toegevoegd aan artikelonderdeel 12.02. Beheer, Onderhoud en Vervanging. Bij verlenging van de periode van het Infrastructuurfonds worden deze budgetten gezien als een doorlopende verplichting.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• Bij het project Maasvlakte–Vaanplein treden extra werkzaamheden bij de afbouw van de Botlekbrug op als gevolg van de realisatie van het spoordeel, ter voorkoming van het mislopen van de treinvrije periode dienen de extra werkzaamheden terstond aan te vangen.
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | Eind contract | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | later | huidig | vorig | |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||||||||
1.798 | 1.774 | 489 | 78 | 62 | 99 | 59 | 59 | 59 | 893 | 2019 | 2019 | 2042 | |
A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (deeltraject A6 Almere) | 381 | 374 | 4 | 9 | 9 | 47 | 63 | 17 | 17 | 215 | 2020 | 2020 | 2040 |
A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (deeltraject A9 Gaasperdammerweg) | 1.122 | 1.102 | 54 | 205 | 52 | 59 | 50 | 103 | 49 | 550 | 2020 | 2021 | 2038 |
A10 Tweede Coentunnel | 2.162 | 2.141 | 1.124 | 56 | 53 | 53 | 53 | 53 | 53 | 717 | 2013 | 2013 | 2037 |
A12 Lunetten – Veenendaal | 677 | 670 | 321 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 206 | 2012 | 2012 | 2033 |
354 | 348 | 18 | 8 | 29 | 14 | 17 | 14 | 14 | 240 | 2018–2020 | 2018–2020 | 2044 | |
Aflossing tunnels | 944 | 939 | 615 | 47 | 47 | 48 | 48 | 33 | 29 | 77 | – | – | – |
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||||||||
A15 Maasvlakte – Vaanplein | 2.230 | 2.111 | 1.206 | 186 | 56 | 85 | 57 | 126 | 56 | 457 | 2015 | 2015 | 2035 |
Projecten Zuid-Nederland | |||||||||||||
A59 Rosmalen – Geffen | 277 | 277 | 268 | 1 | 1 | 2 | 5 | 2005 | 2005 | – | |||
Projecten Oost-Nederland | |||||||||||||
A12 Ede – Grijsoord | 171 | 169 | 35 | 12 | 9 | 9 | 9 | 9 | 9 | 79 | 2016 | 2016 | 2032 |
N18 Varsseveld – Enschede | 450 | 446 | 161 | 26 | 8 | 10 | 10 | 22 | 10 | 203 | 2018 | 2018 | 2043 |
Projecten Noord-Nederland | |||||||||||||
N31 Leeuwarden – Drachten | 167 | 166 | 131 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 2007 | 2007 | 2022 | |
N33 Assen – Zuidbroek | 335 | 331 | 102 | 15 | 14 | 13 | 13 | 13 | 13 | 152 | 2014 | 2014 | 2034 |
Afrondingen | |||||||||||||
Tolgefinancierde uitgaven (NCW) | |||||||||||||
234 | 230 | 21 | 516 | nvt | nvt | nvt | |||||||
Tolgefinancierde uitgaven A12/A15 Ressen – Oudbroeken (ViA15) | 293 | 289 | 19 | 19 | 447 | nvt | nvt | nvt | |||||
Afrondingen | – 2 | 1 | 1 | 2 | nvt | nvt | nvt | ||||||
Totaal | 11.595 | 11.367 | 4.528 | 672 | 371 | 471 | 416 | 501 | 380 | 4.752 | |||
Begroting (IF 12.04) | 672 | 371 | 471 | 416 | 501 | 380 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Bij DBFM-projecten worden na de openstelling de beschikbaarheidsvergoedingen betaald, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
12.07 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2032 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan. Deze ruimte is onder meer beschikbaar voor risico’s en (toekomstige) ambities.
De in de begroting 2018 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2031 bedroeg € 663 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de begroting 2019 nu € 1.924 miljoen tot en met 2032. Dit saldo wordt overgeboekt naar het nieuwe begrotingsartikel 20 onder de modaliteit specifieke investeringsruimte van Hoofdwegennet (artikelonderdeel 20.05.1).
-
• In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor een inhaalslag in infrastructuur. Het aandeel van wegen bedraagt € 1.466 miljoen. Deze middelen worden ingezet voor de in het regeerakkoord genoemde prioriteiten. Bij het BO MIRT in het najaar van 2017 zijn de eerste afspraken gemaakt over de invulling van deze middelen uit het regeerakkoord. De extra middelen worden als volgt ingezet: A2 Den Bosch–Deil (€ 449,9 miljoen); A15 Papendrecht–Gorinchem (€ 100,0 miljoen); A58 Breda–Tilburg (€ 35,0 miljoen); Fietssnelwegen (€ 26,0 miljoen), Korte termijnaanpak files (€ 100,0 miljoen) en Meer veilig (€ 50,0 miljoen). Om deze nieuwe MIRT-projecten en nieuw te verwachte MIRT-projecten uit het regeerakkoord mogelijk te maken worden middelen beschikbaar gesteld voor apparaatsuitgaven op Hoofdstuk XII (– € 14,0 miljoen) en apparaatsuitgaven voor Rijkswaterstaat (– € 97,9 miljoen). Het restant wordt nog niet direct aangewend en komt ten gunste van de investeringsruimte voor Hoofdwegennet.
-
• Verder zijn bij het BO MIRT in het najaar van 2017 afspraken gemaakt over de N35 knooppunt Raalte (– € 12,0 miljoen) en verkeersveiligheidsmaatregelen op de N59 (– € 5,0 miljoen).
-
• Het Eurovignetverdrag wordt gewijzigd. De wijziging van het verdrag leidt tot hogere heffingsontvangsten voor de Nederlandse overheid. De geraamde meeropbrengsten worden toegevoegd aan de investeringsruimte van Hoofdwegennet (+€ 416,0 miljoen).
-
• In het regeerakkoord staat opgenomen dat er zo spoedig mogelijk een vrachtwagenheffing wordt ingevoerd. Om dit mogelijk te maken zijn voor 2018 middelen ingezet voor de voorbereidingskosten en onderzoekskosten voor dit nieuwe beleid (– € 5,3 miljoen, waarvan € 1,2 miljoen aan apparaatskosten). Dit wordt voorgefinancierd uit de investeringsruimte Wegen. Besluitvorming over definitieve dekking uit de toekomstige ontvangsten uit de vrachtwagenheffing moet nog plaatsvinden.
-
• In het Regeerakkoord staat opgenomen dat er zo spoedig mogelijk een vrachtwagenheffing wordt ingevoerd. Om dit mogelijk te maken zijn voor 2018 vooralsnog middelen uit de investeringsruimte wegen ingezet voor de voorbereidingskosten en onderzoekskosten voor dit nieuwe beleid (– € 5 miljoen, waarvan € 1 miljoen aan apparaatskosten). Voor de inzichtelijkheid wordt deze reservering zichtbaar gemaakt op de investeringsruimte van Hoofdwegennet op artikel 20.
-
• Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma (€ 75,5 miljoen), met name veroorzaakt door het positieve restant van de Spoedwet Wegverbreding (€ 55 miljoen).
-
• Verwerking van de niet specifiek aan projecten toegewezen prijsbijstelling (€ 73,6 miljoen) en het restantbudget Beter Benutten (€ 30,1 miljoen).
-
• Periodiek worden prestatieafspraken gemaakt met Rijkswaterstaat over beheer en onderhoud van het hoofdwegen- en Hoofdvaarwegennet, de zogenoemde Service Level Agreement (SLA). Wegens enkele endogene en exogene ontwikkelingen, namelijk hogere wegsleepkosten als gevolg van toename van het verkeer, onverwachte reparaties aan de Merwedebrug, de sanering van grond bij steunpunten, en hogere ICT-uitgaven, wordt € 65,5 miljoen toegevoegd aan de beheer- en onderhoud budgetten van Hoofdwegennet.
-
• In de Kamerbrief van 23 oktober 2017 (Kamerstukken II 2017–2018, 34 775 A, nr. 9) is aangeven dat er middelen zijn toegevoegd aan het taakstellend budget van het project A27 Houten–Hooipolder omdat een grotere overspanning van de Merwedebrug noodzakelijk is (– € 56,0 miljoen).
-
• Om een betere relatie te leggen tussen de gevraagde productie en de daarvoor benodigde capaciteit is binnen IenW voor RWS het instrument Strategisch Capaciteitsmanagement ontwikkeld. Daarbij wordt jaarlijks op basis van vastgestelde normen, rekenregels en tarieven voor alle werkprocessen van RWS doorgerekend wat de benodigde capaciteit voor de komende 5 jaar is op basis van de huidige verwachte producten en prestatieopgaven. Op basis van de uitkomsten van de berekening voor de begroting 2019 is besloten om RWS de komende jaren voor regulier onderhoud, M-fase DBFM, Vervanging en Renovatie en de uitvoering van het regeerakkoord extra capaciteit te kennen. Dit resulteert de komende jaren in een tijdelijke toename van het aantal FTE (– € 18,4 miljoen).
-
• Het vorige kabinet heeft bij de verlenging van het Infrastructuurfonds tot en met 2030 besloten een deel van de investeringsruimte apart te zetten voor een volgend kabinet, de zogenoemde beleidsruimte. Met het aantreden van het kabinet-Rutte III kan de beleidsruimte betrokken worden bij de budgettaire besluitvorming. De middelen tot 2030 worden verdeeld over de modaliteiten middels de gebruikelijke verdeelsleutel (conform regeerakkoord kabinet-Rutte III). Het aandeel van Hoofdwegennet bedraagt € 277,7 miljoen.
-
• De Kustwacht voert een aantal structurele taken uit die voortvloeien uit wet- en regelgeving. Tot op heden heeft IenW haar bijdrage aan deze taken steeds incidenteel gedekt. Om luchtsurveillance en de benodigde personele capaciteit structureel te dekken, zijn middelen vrijgemaakt vanuit de investeringsruimte van de modaliteiten. Het aandeel van Hoofdwegennet bedraagt € 54,4 miljoen.
-
• Bij het project Maasvlakte–Vaanplein treden extra werkzaamheden bij de afbouw van de Botlekbrug op als gevolg van de realisatie van het spoordeel, ter voorkoming van het mislopen van de treinvrije periode dienen de extra werkzaamheden terstond aan te vangen (– € 102 miljoen).
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2018–2032 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
12.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijkswegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.
Bijdragen van derden
Producten
Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten in de investeringen van Rijkswegenprojecten.
Totaal geraamde inkomsten tol
Met de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15, die op 15 maart 2016 in werking is getreden, is vastgelegd dat bij de projecten A24 Blankenburgverbinding en A12/A15 Ressen–Oudbroeken (ViA15) tol geheven kan worden. De toekomstige tolontvangsten zijn geraamd op artikel 12.09. Bij tolheffing wordt uitgegaan van een periode van 25 jaar. Als de tolopgave op een wegdeel eerder wordt gerealiseerd, dan zal de tolheffing op dat wegdeel worden beëindigd en vice versa.
Projectomschrijving | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
Bijdragen van derden | 107 | 73 | 112 | 105 | 112 | 15 |
Totaal geraamde inkomsten tol | 23 | 44 | ||||
Totaal | 107 | 73 | 112 | 105 | 135 | 59 |