Artikel
Dit artikel bevat alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van SZW. In beleidsartikel 11 staat een verdere toelichting op de bijdragen aan ZBO’s.
Artikelonderdeel | Realisatie 2017 | Raming 2018 | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 274.694 | 315.381 | 332.063 | 346.237 | 364.283 | 375.661 | 372.945 | |
Uitgaven | 265.018 | 315.381 | 332.063 | 346.237 | 364.283 | 375.661 | 372.945 | |
Personele uitgaven | 206.042 | 248.657 | 263.339 | 276.495 | 293.565 | 304.700 | 303.342 | |
waarvan eigen personeel | 198.259 | 237.875 | 255.918 | 269.184 | 286.085 | 297.229 | 295.931 | |
waarvan externe inhuur | 5.004 | 7.410 | 4.636 | 4.526 | 4.695 | 4.686 | 4.626 | |
waarvan overige personele uitgaven | 2.779 | 3.372 | 2.785 | 2.785 | 2.785 | 2.785 | 2.785 | |
Materiële uitgaven | 58.976 | 66.724 | 68.724 | 69.742 | 70.718 | 70.961 | 69.603 | |
waarvan ICT | 5.556 | 9.421 | 12.551 | 12.659 | 12.874 | 12.873 | 13.006 | |
waarvan bijdrage aan SSO's | 38.187 | 43.476 | 43.065 | 43.468 | 43.673 | 43.645 | 42.426 | |
waarvan overige materiële uitgaven | 15.233 | 13.827 | 13.108 | 13.615 | 14.171 | 14.443 | 14.171 | |
Ontvangsten | 22.300 | 30.033 | 39.067 | 47.408 | 61.292 | 61.945 | 61.374 |
A. Personele en materiële uitgaven
Toelichting
De totale begrote apparaatsuitgaven voor het kerndepartement bedragen in 2019 € 332,1 miljoen. Hiervan heeft € 263,3 miljoen betrekking op personele uitgaven en € 68,7 miljoen op materiële uitgaven.
Meerjarig stijgen de uitgaven enerzijds vanwege de opbouw van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) en anderzijds vanwege het bij regeerakkoord toevoegen van meerjarige middelen aan de begroting van SZW voor het versterken van de handhavingsketen volgens het Inspectie Control Framework (ICF) (Tweede Kamer, 2016 - 2017, 34 550 XV, nr. 74). De handhavingsketen, met name de Inspectie SZW, wordt zo in staat gesteld beter toezicht te houden. Hierbij wordt er gestreefd naar het herstellen van de balans tussen ongevalsonderzoek en risicogerichte actieve programmering, vergroten van de capaciteit om met Brzo-partners meer gezamenlijk te inspecteren, meer informatiegestuurd werken en aanpakken van oneerlijk werk. Beleidsartikel 1 gaat verder in op het ICF.
B. Ontvangsten
De ontvangsten hebben voor het grootste deel betrekking op de facturering door RSO van schoonmaakkosten aan de afnemers. Daarnaast zijn er ontvangsten van andere departementen en de Europese Commissie voor de uitvoering van subsidieregelingen.
Rijksschoonmaakorganisatie (RSO)
De RSO is in 2016 gestart met het uitvoeren van de schoonmaakactiviteiten. De opbouw van de organisatie zal in de komende jaren geleidelijk plaatsvinden naar gelang er meer departementen aansluiten. De verwachting is dat vanaf 2021 alle beoogde departementen zijn aangesloten. De schoonmakers zijn in dienst van het Rijk. De bijbehorende uitgaven komen ten laste van de begroting van het Ministerie van SZW.
Op de begroting van SZW zijn taakstellende ontvangsten voor de RSO opgenomen. Facturering aan de opdrachtgevers vindt plaats op basis van meerjarige dienstverleningsafspraken. Dit houdt in dat de uitgaven voor schoonmaak zowel bij de departementen als bij SZW op de begroting staan. Ter financiering van aanloopkosten van de RSO is voor de eerste jaren een transitiebudget ingesteld, omdat de ontvangsten in de eerste jaren onvoldoende zijn om de uitgaven te dekken. Tabel 3.96.2 geeft een splitsing van de totale apparaatsbedragen in kerndepartement exclusief RSO en RSO.
Realisatie 2017 | Raming 2018 | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement exclusief RSO | |||||||
Uitgaven | 243.805 | 286.532 | 297.605 | 300.831 | 307.984 | 319.362 | 316.646 |
Ontvangsten | 2.396 | 5.753 | 8.254 | 7.642 | 6.295 | 6.948 | 6.377 |
Rijksschoonmaakorganisatie | |||||||
Uitgaven RSO | 21.213 | 28.849 | 34.458 | 45.406 | 56.299 | 56.299 | 56.299 |
Ontvangsten RSO | 19.904 | 24.280 | 30.813 | 39.766 | 54.997 | 54.997 | 54.997 |
Tabel 3.96.3 geeft een samenvatting van de apparaatsuitgaven van het kerndepartement en van de ZBO’s van het ministerie. Het Agentschap SZW is met ingang van 2018 niet meer een agentschap, maar een directie van het Ministerie van SZW. Daarom vallen de bijbehorende apparaatsuitgaven per 2018 ook onder het kerndepartement.
Realisatie 2017 | Raming 2018 | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 265.018 | 315.381 | 332.063 | 346.237 | 364.283 | 375.661 | 372.945 |
Totaal apparaatskosten agentschappen | 15.332 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal apparaatskosten ZBO’s/RWT’s1 | 2.021.872 | 1.959.429 | 2.026.291 | 2.108.953 | 2.149.890 | 2.230.824 | 2.285.413 |
UWV (inclusief BKWI) | 1.784.939 | 1.703.577 | 1.775.469 | 1.855.352 | 1.915.001 | 1.991.730 | 2.040.227 |
SVB | 230.224 | 249.252 | 244.268 | 247.047 | 228.335 | 232.540 | 238.632 |
IB | 6.709 | 6.600 | 6.554 | 6.554 | 6.554 | 6.554 | 6.554 |
In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven van het departement onderverdeeld naar de verschillende organisatieonderdelen. De uitgaven voor de RSO, huisvesting en ICT van het gehele kerndepartement vallen onder de plaatsvervangend SG.
2019 | |
---|---|
SG | 45.868 |
Plaatsvervangend SG (inclusief SSO’s) | 137.032 |
Waarvan RSO | 34.458 |
DG Sociale Zekerheid en Integratie | 26.753 |
DG Werk | 22.380 |
Inspectie SZW | 100.030 |
Totaal kerndepartement | 332.063 |
Personele ontwikkeling SZW-domein in meerjarig perspectief
Onderstaande grafieken laten de ontwikkeling van het aantal fte voor het kerndepartement SZW en voor het SZW-domein zien voor de periode 2006–2023. Het basisjaar is 2006, omdat in dat jaar ten behoeve van het programma Vernieuwing Rijksdienst een nulmeting heeft plaatsgevonden naar de personele omvang van de rijksdienst.
Figuur 3.96.1 fte-ontwikkeling kerndepartement SZW in- en exclusief RSO
De door achtereenvolgende kabinetten opgelegde taakstellingen op de apparaatsuitgaven laten voor het kerndepartement SZW vanaf 2006 een afname van het aantal fte’s zien. Daarnaast is er een overgang van fte’s naar het Ministerie van BZK door het onderbrengen van de uitvoering van de bedrijfsvoering in Shared Service Organisaties. Aan de andere kant is er na 2011 een uitbreiding van het aantal fte’s door de komst van beleidsterreinen en dienstonderdelen bij SZW (Kinderopvang in 2011, Integratie en maatschappelijke samenhang in 2012, Financieel Dienstencentrum in 2015, Leer- en Ontwikkelplein in 2017).
De stijging na 2017 houdt verband met de opbouw van de RSO en de versterking van de handhavingsketen vanwege het ICF.
Figuur 3.96.2 fte-ontwikkeling SZW-domein (inclusief UWV en SVB) in- en exclusief RSO
De periode 2006–2023 laat voor het gehele SZW-domein een zelfde beeld zien als voor het kerndepartement. De ontwikkeling betreft een saldo van de gevolgen van de taakstellingen op de apparaatsuitgaven en de uitvoeringskosten, de overgang van dienstonderdelen van en naar andere departementen, de in- en extensiveringen van beleid(suitvoering) en de oprichting van RSO. Daarbij hebben conjuncturele effecten op uitkeringsregelingen geleid tot een toename van het aantal fte bij het UWV in de jaren 2009/2010 en 2013/2015. Vanaf 2018 is er vooral het effect van de intensivering bij het UWV op de persoonlijke dienstverlening WW, WIA en Wajong en het effect van de implementatie van nieuwe wet- en regelgeving.