Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het Defensiebrede materieel. Dit artikel is voor zowel de investerings- als instandhoudingsuitgaven nauw gerelateerd aan delen van de beleidsdoelen en –instrumenten uit Beleidsartikel 6 (Investeringen) van de Begroting Hoofdstuk X. Daarnaast vallen de Defensiebrede materieel ontvangsten, over- en onderprogrammering, onzekerheidsreservering en uitgaven aan kennis en innovatie onder dit artikel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 747.089 | 647.904 | 620.133 | 705.060 | 769.500 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 669.194 | 796.997 | 491.898 | 571.538 | 558.270 |
waarvan juridisch verplicht | 102,6% | ||||||
Verwerving | |||||||
Opdrachten | 0 | 0 | 876.786 | 702.759 | 655.565 | 669.771 | 457.011 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 0 | 0 | 81.408 | 84.147 | 63.091 | 78.162 | 104.070 |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | 830 | 1.269 | 60.599 | 145.177 | 114.595 |
Verwerving: realisatie | 0 | 0 | 794.548 | 617.343 | 531.875 | 446.432 | 238.346 |
Instandhouding | |||||||
Opdrachten | 324.942 | 287.741 | 294.006 | 288.434 | 280.073 | ||
Instandhouding materieel | 0 | 0 | 324.942 | 287.741 | 294.006 | 288.434 | 280.073 |
Kennis en Innovatie | |||||||
Bekostiging | 0 | 0 | 32.066 | 32.080 | 32.080 | 32.080 | 32.080 |
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten | 0 | 0 | 3.019 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 |
Technologieontwikkeling | 0 | 0 | 22.546 | 22.559 | 22.559 | 22.559 | 22.559 |
Kennisgebruik | 0 | 0 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 |
Kort Cyclische Innovatie | 0 | 0 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 |
Onzekerheidsreservering | 16.192 | 12.385 | 12.505 | 2.222 | 2.236 | ||
Over-/ onderprogrammering | ‒ 580.792 | ‒ 237.968 | ‒ 502.258 | ‒ 420.969 | ‒ 213.130 | ||
Ontvangsten | 0 | 0 | 56.058 | 50.258 | 85.658 | 85.658 | 85.658 |
Overige ontvangsten materieel | 0 | 0 | 56.058 | 50.258 | 85.658 | 85.658 | 85.658 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 764.960 | 664.530 | 503.351 | 494.048 | 494.843 | 495.525 | 559.621 | 586.221 | 557.433 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 617.581 | 709.996 | 651.759 | 681.867 | 655.832 | 620.903 | 763.032 | 690.016 | 578.866 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Verwerving | |||||||||
Opdrachten | 498.613 | 383.950 | 189.044 | 183.339 | 205.088 | 188.800 | 174.525 | 273.105 | 252.582 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 148.358 | 108.840 | 97.973 | 80.058 | 97.479 | 85.579 | 70.815 | 138.978 | 57.854 |
Verwerving: onderzoeksfase | 121.639 | 117.697 | 8.282 | 3.167 | 3.167 | 3.187 | 3.083 | 3.083 | 3.083 |
Verwerving: realisatie | 228.616 | 157.413 | 82.789 | 100.114 | 104.442 | 100.034 | 100.627 | 131.044 | 191.645 |
Instandhouding | |||||||||
Opdrachten | 275.480 | 276.695 | 281.922 | 277.989 | 274.212 | 274.009 | 267.346 | 267.346 | 267.346 |
Instandhouding materieel | 275.480 | 276.695 | 281.922 | 277.989 | 274.212 | 274.009 | 267.346 | 267.346 | 267.346 |
Kennis en Innovatie | |||||||||
Bekostiging | 32.080 | 32.080 | 32.080 | 32.080 | 32.080 | 32.081 | 32.080 | 32.080 | 32.080 |
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 |
Technologieontwikkeling | 22.559 | 22.559 | 22.559 | 22.559 | 22.559 | 22.560 | 22.559 | 22.559 | 22.559 |
Kennisgebruik | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 |
Kort Cyclische Innovatie | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 |
Reserve valutaschommelingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onzekerheidsreservering | 5.987 | 305 | 305 | 640 | 305 | 635 | 85.670 | 13.690 | 5.425 |
Over-/ onderprogrammering | ‒ 194.579 | 16.966 | 148.408 | 187.819 | 144.147 | 125.378 | 203.411 | 103.795 | 21.433 |
Ontvangsten | 85.658 | 85.658 | 85.658 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 |
Overige ontvangsten materieel | 85.658 | 85.658 | 85.658 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 |
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2021 gaat het naar verwachting om 102,6 procent van het uitgavenbudget.
Aan te gane verplichtingen
De geraamde verplichtingen op artikel 1 betreffen zowel verplichtingen voor de verwerving als voor de instandhouding van Defensiebreed materieel. Verplichtingen leiden tot uitgaven. Bij instandhouding is dat doorgaans in het jaar waarin de verplichting wordt aangegaan. Bij verwervingsprojecten is dat vooral in de jaren volgend op het aangaan van de verplichting. In 2020 is Defensie bijvoorbeeld een verplichting van € 294 miljoen aangegaan voor het Combat Support Ship (CSS). Deze verplichting leidt in de periode 2020-2025 tot uitgaven op de begroting.
De raming van de verplichtingen is (deels) gebaseerd op het geplande moment dat voor een verwervingsproject een contract getekend wordt. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is daarmee nadrukkelijk een momentopname.
De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van materieel dat door alle operationele commando’s wordt ingezet en dat dus niet specifiek gericht is op maritiem, land- of luchtoptreden. Het betreft bijvoorbeeld kleding, kleinkaliberwapens, munitie en gevechtssimulatoren als het Mobile Combat Training Centre (MCTC). Ook betreft het de uitgaven aan de Kustwacht Nederland en Kustwacht Caribisch gebied.
Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.
Verwerving defensiebreed materieel - voorbereidingsfase
Er zijn geen verwervingsprojecten voor defensiebreed materieel boven € 100 miljoen die zich in de voorbereidingsfase bevinden.
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:
– Het Programma WTB is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan.
Verwerving defensiebreed materieel - onderzoeksfase
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en de planning van Kamerbrieven weergegeven van de Defensiebrede verwervingsprojecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Projecten in onderzoek | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) | 250-1.000 | B-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:
– Het Programma WTB is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan.
Projecten in onderzoek | Toelichting |
---|---|
Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) | Het programma Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) voorziet in de defensiebrede vervanging van deze operationele wielvoertuigen en gerelateerd materieel zoals aanhangwagens, opslag-, overslag- en distributiemiddelen. |
Verwerving defensiebreed materieel - realisatiefase
De volgende Defensiebrede projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Projecten in realisatie | Projectbudget | t/m 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden | 113,5 | 95,7 | 17,8 | − | − | − | − | − | − |
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) | 146,6 | 126 | 4,2 | 5,3 | 8,2 | 3 | ‒ | ‒ | ‒ |
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) | 228,5 | 31,0 | 46,7 | 86,3 | 37,1 | 27,3 | − | − | ‒ |
Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS) | 250-1.000 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) | 264,2 | 109,4 | 32,0 | 76,6 | 46,2 | − | − | − | ‒ |
Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) | 1.000-2.500 | Commercieel vertrouwelijk |
Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de Defensiebrede projecten in realisatiefase.
Projecten in realisatie | Toelichting |
---|---|
Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden | Om de inzetbaarheidsdoelstellingen te kunnen realiseren en de tijdige beschikbaarheid van munitie voor inzet te garanderen, zal Defensie de komende jaren gefaseerd munitievoorraden ophogen. Als gevolg van de gewijzigde veiligheidssituatie is voorts een hogere mate van gereedheid noodzakelijk. De behoefte betreft een kwantitatieve ophoging van inzetvoorraden van bij Defensie gangbare munitieartikelen ten behoeve van de tweede hoofdtaak waarmee de knelpunten bij huidige missies worden opgelost en op de te verwachten verbruiken bij voorziene missies wordt geanticipeerd. |
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) | Doel van het project MILSATCOM is het voorzien in de behoefte van de krijgsmacht aan satellietcommunicatiecapaciteit voor militair gebruik. Het project betreft de gegarandeerde beschikbaarheid van satellietcapaciteit (het ruimtesegment) in verschillende frequentiebanden, het realiseren van grondstations in Nederland en Curaçao (het statische grondsegment) en het verwerven van land- en scheepsterminals (het mobiele grondsegment). Het deelproject MILSATCOM voorziet in de zogenaamde AEHF-satellietcommunicatiecapaciteit met de bijbehorende AEHF-terminals. |
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) | Het project DBBS voorziet in de vervanging van de huidige bewakings- en beveiligingssystemen, teneinde de continuïteit van de ondersteuning binnen de bewakings- en beveiligingsoperatie te waarborgen, te verbeteren en hierbij kosten te besparen. Onder het bewakingssysteem vallen elektronische toegang, indringerdetectie en de meldkamersystemen. Het project DBBS is randvoorwaardelijk om toekomstvast en structureel betaalbaar de fysieke beveiliging uit te kunnen voeren van Defensielocaties. |
Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS) | Het project Defensie Operationeel Kledingsysteem betreft de invoering van nieuwe gevechtskleding voor de krijgsmacht. Het project dient om individuele militairen en eenheden beter te beschermen. De kleding is bestemd voor wereldwijd gebruik, in alle delen van het geweldsspectrum. Invoering van het Defensie Operationeel Kledingsysteem draagt bij tot een meer effectieve inzet van Nederlandse militairen. De defensiebrede invoering van een nieuw gevechtskledingsysteem leidt tot stroomlijning van de uitrustingspakketten en vereenvoudiging van de bevoorrading en instandhouding. |
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) | Het project VOSS past in het streven om te voorzien in betere bescherming van ingezette eenheden en het vermogen op te treden in netwerken (Network Enabled Capabilities) verder te vergroten. Met VOSS worden de operationele capaciteit van de individuele militair, maar ook van de lagere eenheden vergroot. |
Defensiebrede Vanvanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) | De defensiebrede behoefte betreft de vervanging van de operationele wielvoertuigen van Defensie die voor het merendeel zijn ingevoerd tussen 1980 en 2000. Deze wielvoertuigen vormen de basismobiliteit van nagenoeg alle expeditionaire, nationale, opleidings- en overige eenheden van alle operationele commando’s. Het toekomstige wielvoertuigenbestand zal gaan bestaan uit een licht, een middelzwaar en een zwaar type vrachtauto. |
De geraamde uitgaven voor instandhouding van defensiebreed materieel betreffen de instandhoudingsuitgaven van het Kleding- en Personele Uitrustingbedrijf (KPU-bedrijf) en het munitiebedrijf. Daarnaast is onder de instandhouding van defensiebreed materieel ook de bijdrage aan de NAVO opgenomen. De bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op uitgaven voor AWACS-vliegtuigen. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF. De instandhoudingsuitgaven van het defensiebrede verwervingsproject DVOW zijn opgenomen bij het Landmaterieel, omdat de Landmacht de instandhouding van deze voertuigen verzorgt.
De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2019 betreft het de realisatie. Voor 2020 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.
Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door DMO aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.
Wapensysteem | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Klein kaliber wapens | 57,6 | 59,6 | 60,9 | 60,9 | 60,9 | 60,9 | 60,9 | 60,9 |
Kleding- en persoonlijke uitrusting | 39,2 | 52,8 | 71,6 | 83,4 | 90,9 | 96,0 | 96,6 | 96,6 |
MILSATCOM | 11,1 | 12,5 | 12,6 | 12,5 | 12,7 | 12,5 | 12,3 | 12,3 |
De bekostiging van kennis en innovatie bestaat uit middelen voor de bijdrage aan grote onderzoeksfaciliteiten, technologie ontwikkeling, kennisgebruik en kort-cyclische innovatie. Deze uitgaven vallen binnen de investeringen en daarmee binnen het DMF. Daarnaast zijn er uitgaven aan kennis en innovatie in de reguliere Defensiebegroting, zoals de algemene Defensiebijdrage aan TNO, NLR en MARIN (onderdeel van artikel 9).
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten
Defensie draagt met deze middelen specifiek bij aan de instandhouding van grote onderzoeksfaciliteiten bij TNO, NLR en MARIN.
Technologie ontwikkeling
Het budget voor technologie-ontwikkeling wordt projectmatig ingezet op die gebieden waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie (inclusief MKB) en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS; Kamerstuk 31125, nr. 92) en het Rijksbrede topsectorenbeleid. Technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (NAVO, European Defence Agency) afgestemd en ingebed.
CODEMO
De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat bedoeld is voor innovatieve defensie-specifieke productontwikkeling door met name het nationale midden- en kleinbedrijf (MKB). Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, maximaal 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie, in de vorm van royalty’s over de verkoop van de ontwikkelde producten, worden beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty’s toegevoegd aan de oorspronkelijke € 10 miljoen, resulterend in een totaal van € 13,3 miljoen. In totaal is voor een bedrag van € 10,4 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd, wat resulteert in een resterend budget van € 2,9 miljoen.
Ingediende voorstellen | 91 |
Gehonoreerde voorstellen | 27 |
Afgewezen voorstellen | 64 |
Afgeronde voorstellen | 19 |
De gehonoreerde voorstellen betreffen drieëntwintig midden- en klein bedrijven en drie grootbedrijven, waarvan een MKB-bedrijf twee voorstellen gehoneerd heeft gekregen.
Kennisgebruik
De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonderdelen. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning.
Kort-cyclische innovatie
Onder kortcyclische innovatie vallen uitgaven die worden gedaan in het kader van centraal gestuurde innovatie, en het faciliteren van decentrale innovatie door de krijgsmachtdelen. Hiervoor kent Defensie een centrale innovatieorganisatie FRONT (Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking). Daarnaast organiseert Defensie bijvoorbeeld de jaarlijkse Defensie Innovatie Competitie en investeert in innovatie- en kennisnetwerken.
Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. De onzekerheidsreserveringen betreffen het gehele portfolio groot materieel en beslaan daarmee artikel 1 t/m 4. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s.
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2026 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.
Figuur 3 Defensiebreed materieel
De ontvangsten bestaan uit verkoopopbrengsten van materieel en overige ontvangsten.
Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:
– Pantserrupsvoertuigen en voorraad wielvoertuigen: dit betreft het afstoten van voertuigen als gevolg van de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;
– Overtollige voorraden, onderdelen, etc.: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.
De overige ontvangsten betreffen de overige ontvangsten van materieel door verkoopopbrengsten van civiele dienstauto’s (€ 9,5 miljoen) en ontvangsten voor medische investeringen (€ 1,5 miljoen).