Base description which applies to whole site

4.2 Niet-beleidsartikel 95. Apparaat Kerndepartement

Tabel 37 Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 95 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2023 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Verplichtingen

353.652

0

353.652

32.171

385.823

28.872

30.605

31.337

28.146

          

Uitgaven

351.652

0

351.652

34.171

385.823

30.872

32.605

33.337

30.146

          

Personele uitgaven

292.024

0

292.024

32.266

324.290

25.668

26.535

25.181

22.072

waarvan eigen personeel

279.963

0

279.963

31.567

311.530

25.186

26.063

24.725

21.600

waarvan externe inhuur

7.684

0

7.684

449

8.133

236

225

209

225

waarvan overige personele uitgaven

4.377

0

4.377

250

4.627

246

247

247

247

          

Materiële uitgaven

59.628

0

59.628

1.905

61.533

5.204

6.070

8.156

8.074

waarvan ICT

6.227

0

6.227

1.397

7.624

485

553

2.627

2.586

waarvan bijdrage aan SSO's

22.161

0

22.161

2.250

24.411

2.329

2.594

2.543

2.518

waarvan overige materiële uitgaven

31.240

0

31.240

‒ 1.742

29.498

2.390

2.923

2.986

2.970

Begrotingsreserve schatkistbankieren

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Ontvangsten

567

0

567

0

0

0

0

0

0

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 32,2 miljoen verhoogd.

Uitgaven

De uitgaven worden met € 34,2 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Personele uitgaven

Het budget wordt per saldo met € 32,3 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2023: € 16,5 miljoen (zie het algemeen deel);

  • diverse overlopende verplichtingen en kasschuiven (per saldo € 3,0 miljoen) om budget door te schuiven naar de jaren waarin de uitgaven plaatsvinden;

  • diverse interdepartementale overboekingen, waarvan het grootste deel van BZK komt: € 4,8 miljoen voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (naar aanleiding van de kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag);

  • diverse interne overboekingen (per saldo € 8,7 miljoen): het betreft hier voornamelijk uitvoeringskosten voor de programmadirectie Maatschappelijke Diensttijd (MDT) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) waarvoor het budget nog niet aan het apparaatsbudget was toegevoegd.

Materiële uitgaven

Het budget wordt per saldo met € 1,9 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023: € 5,0 miljoen (zie het algemeen deel);

  • diverse interdepartementale overboekingen naar andere departementen (€ 2,6 miljoen);

  • diverse interne overboekingen binnen de begroting van OCW (€ 0,5 miljoen).

Licence