Ontwerp-begroting 2023 (1) | Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2023 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 353.652 | 0 | 353.652 | 32.171 | 385.823 | 28.872 | 30.605 | 31.337 | 28.146 |
Uitgaven | 351.652 | 0 | 351.652 | 34.171 | 385.823 | 30.872 | 32.605 | 33.337 | 30.146 |
Personele uitgaven | 292.024 | 0 | 292.024 | 32.266 | 324.290 | 25.668 | 26.535 | 25.181 | 22.072 |
waarvan eigen personeel | 279.963 | 0 | 279.963 | 31.567 | 311.530 | 25.186 | 26.063 | 24.725 | 21.600 |
waarvan externe inhuur | 7.684 | 0 | 7.684 | 449 | 8.133 | 236 | 225 | 209 | 225 |
waarvan overige personele uitgaven | 4.377 | 0 | 4.377 | 250 | 4.627 | 246 | 247 | 247 | 247 |
Materiële uitgaven | 59.628 | 0 | 59.628 | 1.905 | 61.533 | 5.204 | 6.070 | 8.156 | 8.074 |
waarvan ICT | 6.227 | 0 | 6.227 | 1.397 | 7.624 | 485 | 553 | 2.627 | 2.586 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 22.161 | 0 | 22.161 | 2.250 | 24.411 | 2.329 | 2.594 | 2.543 | 2.518 |
waarvan overige materiële uitgaven | 31.240 | 0 | 31.240 | ‒ 1.742 | 29.498 | 2.390 | 2.923 | 2.986 | 2.970 |
Begrotingsreserve schatkistbankieren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 567 | 0 | 567 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2023" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2023» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 32,2 miljoen verhoogd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 34,2 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 32,3 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
• doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2023: € 16,5 miljoen (zie het algemeen deel);
• diverse overlopende verplichtingen en kasschuiven (per saldo € 3,0 miljoen) om budget door te schuiven naar de jaren waarin de uitgaven plaatsvinden;
• diverse interdepartementale overboekingen, waarvan het grootste deel van BZK komt: € 4,8 miljoen voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (naar aanleiding van de kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag);
• diverse interne overboekingen (per saldo € 8,7 miljoen): het betreft hier voornamelijk uitvoeringskosten voor de programmadirectie Maatschappelijke Diensttijd (MDT) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) waarvoor het budget nog niet aan het apparaatsbudget was toegevoegd.
Materiële uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 1,9 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
• doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023: € 5,0 miljoen (zie het algemeen deel);
• diverse interdepartementale overboekingen naar andere departementen (€ 2,6 miljoen);
• diverse interne overboekingen binnen de begroting van OCW (€ 0,5 miljoen).