Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties 2e suppletoire begroting (2) | Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | ||
Verplichtingen | 1 048 385 | 7 822 | 1 056 207 | |
Uitgaven | 1 035 285 | 20 922 | 1 056 207 | |
7.1.13 | Personele uitgaven | 656 372 | 27 953 | 684 325 |
7.1.13.1 | Eigen personeel | 644 372 | 27 953 | 672 325 |
7.1.13.2 | Inhuur extern | 12 000 | 0 | 12 000 |
7.1.13.3 | overige personeel | 0 | 0 | 0 |
7.1.14 | Materiele uitgaven | 378 913 | ‒ 7 031 | 371 882 |
7.1.14.1 | ICT | 72 197 | 1 004 | 73 201 |
7.1.14.2 | Bijdragen aan SSO's | 54 147 | 0 | 54 147 |
7.1.14.3 | Overige materieel | 252 569 | ‒ 8 035 | 244 534 |
7.2 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 42 771 | 8 700 | 51 471 | |
7.10 | Diverse ontvangsten | 42 771 | 3 700 | 46 471 |
7.11 | Koersverschillen | 0 | 5 000 | 5 000 |
Toelichting
VerplichtingenBinnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.
UitgavenArtikelonderdeel 7.1.13 Deze stijging van het budget met EUR 27,9 miljoen betreft een saldo van verschillende mutaties. Dit komt met name door een desaldering op het apparaatsbudget. Deze desaldering is onder andere het gevolg van een stijging van de ontvangsten door hogerere consulaire ontvangsten van EUR 19 miljoen op het gebied van visa's en paspoorten. Verder is EUR 5 miljoen hiervan afkomstig van koerswinsten en EUR 3,7 miljoen van ingevorderde loonkosten uit 2022.
Artikel onderdeel 7.1.14De mutatie op materiële uitgaven bestaat uit de volgende onderdelen:
– De onderuitputting op het huisvestingsbudget van EUR 10,1 miljoen wordt doorgeschoven naar de komende jaren via de middelenafspraak huisvesting. Vanwege vertragingen zal niet al het budget in 2023 worden uitgegeven.
– Verder wordt er een bedrag van EUR 2,7 miljoen overgeheveld van programma naar apparaat in verband met hogere uitgaven op materieel. In het jaar 2024 vindt een omgekeerde overheveling plaats.
OntvangstenArtikelonderdeel 7.10 Deze mutatie betreft een ontvangst van ingevorderde loonkosten uit 2022.
Artikelonderdeel 7.11 Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Dit saldo wordt verantwoord op het apparaatsartikel maar geldt voor de gehele BZ-begroting. Als gevolg van koersontwikkelingen ten opzichte van de Euro, zijn de koersverschillen vooralsnog per saldo EUR 5 miljoen positief.