Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties 2e suppletoire begroting (2) | Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | ||
Verplichtingen | 842 132 | ‒ 128 191 | 713 941 | |
Uitgaven: | ||||
Programma-uitgaven totaal | 433 839 | ‒ 63 985 | 369 854 | |
waarvan juridisch verplicht | 100% | |||
5.1 | Multilaterale samenwerking | 319 553 | 24 674 | 344 227 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||
UNIDO | 1 531 | 0 | 1 531 | |
UNDP | 28 250 | 1 750 | 30 000 | |
UNICEF | 31 250 | 1 750 | 33 000 | |
Speciale multilaterale activiteiten | 13 577 | ‒ 4 322 | 9 255 | |
Assistent deskundigenprogramma | 9 000 | ‒ 1 592 | 7 408 | |
Internationale Financiële Instellingen | 8 000 | 1 592 | 9 592 | |
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen | 79 789 | 0 | 79 789 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken | 8 156 | ‒ 1 504 | 6 652 | |
Bijdrage aan IFI's voor steun Oekraine | 140 000 | 27 000 | 167 000 | |
Nog te verdelen | ||||
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | |
5.2 | Overig armoedebeleid | 103 216 | ‒ 15 963 | 87 253 |
Subsidies (regelingen) | ||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 8 385 | ‒ 105 | 8 280 | |
Nationale SDG Implementatie | 650 | ‒ 70 | 580 | |
Opdrachten | ||||
Nationale SDG Implementatie | 155 | ‒ 71 | 84 | |
Programmamiddelen Oekraine - ln-kind steun | 5 300 | ‒ 541 | 4 759 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||
UNESCO | 4 337 | 0 | 4 337 | |
Diverse ondersteunende activiteiten | 23 874 | ‒ 23 342 | 532 | |
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 2 529 | ‒ 8 | 2 521 | |
Schuldverlichting | 57 736 | 4 604 | 62 340 | |
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking | 250 | ‒ 140 | 110 | |
Verdragsmiddelen Suriname | 0 | 3 710 | 3 710 | |
5.4 | Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 11 070 | ‒ 72 696 | ‒ 61 626 |
Ontvangsten | 45 088 | 10 350 | 55 438 | |
5.20 | Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen | 22 182 | 0 | 22 182 |
5.21 | Ontvangsten OS | 21 176 | 0 | 21 176 |
5.22 | Koersverschillen OS | 0 | 10 000 | 10 000 |
5.23 | Diverse ontvangsten non-ODA | 1 730 | 350 | 2 080 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen op artikel 5 nemen af. Dit komt doordat een aantal verplichtingen pas in 2024 wordt aangegaan, waardoor deze in 2023 vrijvallen. Het gaat dan om bijvoorbeeld de kapitaalaanvulling van de IBD. Daarnaast is op het gebied van schuldverlichting rekening gehouden met een hogere verplichtingenstand dan nodig bleek, daarom wordt dit ook naar beneden bijgesteld.
Uitgaven
Artikelonderdeel 5.1
De uitgaven voor dit subartikel nemen toe. Dit komt voornamelijk door de steun aan Oekraïne ter hoogte van EUR 27 miljoen in het kader van het derde steunpakket. Dit bestaat uit EUR 7 miljoen voor technische assistentie van het IMF en EUR 20 miljoen voor een funded guarantee aan de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) voor gasaankopen.
Daarnaast vindt een aantal overboekingen plaats tussen budgetten binnen het subartikel.
Artikelonderdeel 5.2
De uitgaven op dit subartikel nemen per saldo af. Dit komt voornamelijk doordat de reservering voor de verdragsmiddelen Suriname voor 2023 naar beneden is bijgesteld en is overgeheveld naar een aparte budgetregel. De rest van de middelen wordt in de Eerste suppletoire begroting van 2024 in het juiste kasritme geplaatst, omdat niet alle middelen in 2023 uitgegeven konden worden. Het budget dat in 2023 vrijvalt, vloeit naar het verdeelartikel 5.4.
Artikelonderdeel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Op dit artikelonderdeel wordt ook overprogrammering geregistreerd. Overprogrammering houdt in dat er meer programma’s of bijdragen worden gepland dan waarvoor budget beschikbaar is, in de verwachting dat over het algemeen de uitvoering van programma’s en/of betalingen vertraging oploopt. De uitvoering van het beleid leert dat bijvoorbeeld (geo)politieke ontwikkelingen en uitvoeringsmogelijkheden in landen waarin programma’s worden uitgevoerd gedurende het jaar kunnen leiden tot vertragingen in de uitputting van de ODA-middelen. Indien er sprake is van overprogrammering is dat zichtbaar als een negatieve stand op het verdeelartikel. Over de verdere werking van dit artikel verwijs ik u naar de Kamerbrief als reactie op Motie van der Graaf c.s. (Kamerstuk II, 36200 XVII nr. 32) over fluctuaties van het ODA-budget.
De beginstand van het verdeelartikel is inclusief het aangenomen amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15), welke is aangenomen op de suppletoire begroting Prinsjesdag.
Om de informatievoorziening aangaande de mutaties op het verdeelartikel te verbeteren wordt onderstaande tabel opgenomen in de suppletoire begrotingen van BHOS.
Beginstand (A) | 11.070 |
Verdeling amendement Grinwis c.s. | ‒ 70.000 |
Humanitaire hulp Palestijnse gebieden | ‒ 10.000 |
Eerstejaarsopvang asielzoekers | ‒ 10.700 |
Desaldering ontvangsten | 10.000 |
ODA-meevallers | 8.758 |
Overig | ‒ 754 |
Totaal mutaties (B) | ‒ 72.696 |
Eindstand (A+B) | ‒ 61.626 |
Ontvangsten
De ontvangsten op het subartikel nemen toe. Dit komt voornamelijk vanwege geraamde koersverschillen. Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Dit saldo wordt verantwoord op het artikel 5 maar geldt voor de gehele BHOS-begroting.