Base description which applies to whole site

2.3 Artikel 13 Spoorwegen

Toelichting

Op dit artikel is ten opzichte van de 2e suppletoire begroting (Najaarsnota) in 2023 € 109 miljoen minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 98,9 miljoen meer verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn € 6,6 miljoen lager dan begroot bij Najaarsnota 2023.

Verplichtingen

De hogere verplichtingen van per saldo € 98,9 miljoen doen zich voornamelijk voor op het artikelonderdeel 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS. Op dit artikelonderdeel is € 141,9 miljoen meer gerealiseerd dan begroot. Dit overschot is via het saldo van 2023 naar 2024 geschoven. De grootste saldomutaties doen zich voor bij:

  • Subsidieaanvraag van Prorail 2024: zoals in de veegbrief (Kamerbrief 36410-XII, nr. 17) is aangekondigd bleek onvoldoende verplichtingen in 2023 te staan om de taken uit te voeren die afgesproken zijn tussen het Rijk en Prorail. IenW is contractueel verplicht om de verplichting in 2023 vast te leggen. Het gaat om € 143 miljoen verplichtingenruimte die vanuit 2024 naar 2023 schuift;

  • Het restant (€ 1,1 miljoen) wordt veroorzaakt door diverse lagere realisaties bij verschillende projecten.

Zoals in de veegbrief (Kamerbrief 36410-XII, nr. 17) is aangekondigd, is op het artikelonderdeel voor Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing per saldo € 57 miljoen hogere verplichtingen gerealiseerd. Dit komt omdat bij de subsidieaanvraag EOV 2024 onvoldoende verplichtingen in 2023 stonden om de subsidie te kunnen vastleggen (€ 63 miljoen). Daarnaast zijn de verplichtingen op het artikelonderdeel Ontwikkeling verlaagd met € 100 miljoen. Dit komt onder andere door de realisatie op programma Emplacement op orde (- € 25,3 miljoen), grensoverschrijdend spoorvervoer (- € 12,4 miljoen), regionale knelpunten (- € 13,9 miljoen), Programma overwegen (- € 9,1 miljoen), geluidsanering spoorwegen (- € 9 miljoen), Amsterdam Zuid Derde perron (- € 7,8 miljoen) en diverse lagere realisaties bij verschillende projecten (- € 22,5 miljoen).

Uitgaven

13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

Op dit artikelonderdeel bestaat een overschot van € 81 miljoen aan kasbudget. Het overschot wordt veroorzaakt door een lagere gebruiksvergoeding en daardoor minder uitbetaalde BTW aan Prorail. Het overschot schuift door naar 2024. Dit heeft tot gevolg dat de kasuitgaven € 81 miljoen lager uitvallen dan voorzien bij Najaarsnota 2023.

13.03 Ontwikkeling

Op dit artikelonderdeel is € 26,6 miljoen minder gerealiseerd dan begroot bij de 2e suppletoire begroting. Dit overschot is via het saldo van 2023 naar 2024 geschoven. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt bij het project:

  • Knoop Groningen: omdat de desbetreffende uitgaven dit jaar niet plaats zullen vinden wordt € 9 miljoen naar 2024 doorgeschoven;

  • Het restant (- € 17,6 miljoen) wordt veroorzaakt door diverse lagere realisaties bij verschillende projecten/posten, zoals bij het studie en innovatiebudget (- € 6,9 miljoen), Lelylijn-Deltaplan (- € 1,5 miljoen), kleine projecten personenvervoer (- € 1,2 miljoen) en maatregelenpakket HSL-Zuid (- € 1,2 miljoen).

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

De mutaties zijn lager dan de voorgeschreven norm en worden daarom niet toegelicht (zie normering in de leeswijzer).

Ontvangsten

Op de ontvangsten is € 6,6 miljoen minder ontvangen dan begroot bij de 2e suppletoire begroting. De nog te ontvangen bedragen zijn via het saldo van 2023 naar 2024 geschoven. Het gaat hierbij voornamelijk om de ontvangsten van ProRail aanleg (€ 7,7 miljoen) en voor de concessie HRN (€ 29 miljoen). Er is minder ontvangen bij de bijdragen overige aanleg (- € 6,2 miljoen) en HSL Zuid door uitloop van grote projecten (- € 38,5 miljoen). De uitloop grote projecten heeft betrekking op de nog verschuldigde coronapaden, waarvan het exacte bedrag nog geverifieerd moet worden voordat het in rekening kan worden gebracht.

Licence