Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII over 2023 bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | ||
Verplichtingen | 1.849.882 | 1.940.505 | 2.441.760 | 2.901.449 | 3.421.619 | 2.683.017 | 738.602 | 1 |
Uitgaven | 1.931.571 | 2.048.323 | 2.156.463 | 2.543.680 | 2.662.611 | 2.837.747 | ‒ 175.136 | |
Waarvan juridisch verplicht | ||||||||
13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing | 1.457.826 | 1.506.274 | 1.595.770 | 1.945.955 | 2.022.887 | 1.990.766 | 32.121 | 2 |
13.03 Ontwikkeling | 319.486 | 377.159 | 370.295 | 401.363 | 425.832 | 644.053 | ‒ 218.221 | 3 |
13.03.01 Aanleg personenvervoer | 280.745 | 335.476 | 331.281 | 262.400 | 299.335 | 286.268 | 13.067 | |
13.03.02 Aanleg goederenvervoer | 17.486 | 19.181 | 12.499 | 96.396 | 67.456 | 112.785 | ‒ 45.329 | |
13.03.03 Optimalisering gebruik | 163 | 3.536 | 2.000 | 1.536 | ||||
13.03.04 Planning en studies personenvervoer | 20.952 | 21.371 | 24.273 | 39.813 | 33.989 | 236.745 | ‒ 202.756 | |
13.03.05 Planning en studies goederenvervoer | 303 | 1.131 | 2.242 | 2.591 | 21.516 | 6.255 | 15.261 | |
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 144.269 | 154.900 | 190.398 | 196.362 | 213.892 | 202.928 | 10.964 | 4 |
13.07 Rente en aflossing | 9.990 | 9.990 | ||||||
13.09 Ontvangsten | 203.626 | 234.471 | 187.656 | 231.933 | 368.900 | 209.263 | 159.637 | 5 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. Op de verplichtingen is c€ 738,6 miljoen meer gerealiseerd dan begroot. De hogere verplichtingen binnen het aanlegprogramma personenvervoer worden onder andere veroorzaakt door:
• Het in 2023 afgeven van de niet voor 2023 geplande subsidiebeschikking Maaslijn (€ 195 miljoen) (in de OB 2023 was de raming dat de verplichting in 2022 zou worden afgegeven);
• Beschikking programma Spoorcapaciteit naar aanleiding van de toevoeging WoMo (BO MIRT 2022) (€ 125 miljoen);
• Zoals in de veegbrief (Kamerbrief 36410-XII, nr. 17) is aangekondigd bleek onvoldoende verplichtingen in 2023 te staan om de taken uit te voeren die afgesproken zijn tussen het Rijk en Prorail met betrekking tot de subsidieaanvraag van Prorail 2024. IenW is contractueel verplicht om de verplichting in 2023 vast te leggen (€ 143 miljoen).
• De hogere verplichting op het programma Fietsparkeren naar aanleiding van de toegevoegde gelden uit het klimaatakkoord (€ 54 miljoen);
• Een kasschuif met betrekking tot de claim indexeringstegenvaller verplichting PPS 2023 (€ 102,2 miljoen)
• De prijsindexatie van exploitatie, onderhoud en vernieuwing (EOV) naar prijspeil 2023 (€ 96,2 miljoen);
• Zoals in de veegbrief (Kamerbrief 36410-XII, nr. 17) is aangekondigd, stonden bij de subsidieaanvraag EOV 2024 onvoldoende verplichtingen in 2023 om de subsidie te kunnen vastleggen (€ 63 miljoen).
• De verplichtingen voor Oude Lijn, Amsterdam Zuid 3e perron, paspoort faciliteiten op A’dam die geraamd waren op MF 11 (€ 40 miljoen).
• Diverse mutaties (- € 79,8 miljoen).
11. De hogere realisatie van € 32,1 miljoen wordt toegelicht in de specifieke toelichting bij artikel 13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing;
12. De lagere realisatie van € 218,2 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma realisatie personenvervoer en goederenvervoer, alsmede palnuitwerking personenvervoer en goederenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdelen van 13.03;
13. De hogere realisatie geïntegreerde contractvormen/PPS is € 11 miljoen. Voor een toelichting op dit verschil wordt verwezen naar de specifieke toelichting bij dit artikelonderdeel 13.04;
14. De ontvangsten zijn € 159,6 miljoen hoger dan begroot. Het verschil wordt toegelicht in paragraaf 13.09 Ontvangsten. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de terugstorting van de aanwezige schuld van ProRail waarbij een bedrag van € 145 miljoen inclusief btw is teruggestort aan IenW. Daarnaast hebben er nog diverse ontvangsten plaatsgevonden van per saldo € 14,6 miljoen.
13.02 Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing
Motivering
Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.
De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet Mobiliteitsfonds en de Subsidieregeling taakuitoefening beheerders van de HSWI. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenW afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie-indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenW moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.
In bijlage 2 ‘Instandhouding’ van dit jaarverslag wordt ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
Producten
Subsidie voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing
In 2023 is € 32,1 miljoen (inclusief btw) meer aan subsidie aan ProRail betaald dan oorspronkelijk was begroot. Dit wordt veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling 2023 en de nacalculatie van de loon- en prijsbijstelling 2022 (€ 112,2 miljoen), een kasschuif en verrekening van het saldo 2022 en 2023 (- € 115 miljoen), het effect voor ProRail van de afschaling van de dienstregeling van NS in 2022 (afrekening in 2023) met ca. 10% (€ 35 miljoen), de overboeking van en naar de beleidsbegroting HXII (- € 7,7 miljoen) ten behoeve van de Tijdelijke subsidieregeling ‘opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025’ (- € 8 miljoen) en ten behoeve van de stimulering hergebruik en recyclaat in bouwmaterialen (€ 0,3 miljoen). Tot slot zorgen overige voor een mutatie van ca € 8 miljoen. Afrekening van de subsidie 2023 vindt plaats via de vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar.
In onderstaand overzicht zijn de mutaties tussen begroting en realisatie opgenomen. In bijlage 1 van dit jaarverslag is nadere informatie opgenomen over het verloop van de budgetten gedurende het jaar 2023.
Vastgestelde begroting 2023 | 1.990.766 |
---|---|
Totaal mutaties 2023 | 32.121 |
Waarvan prijsbijstelling 2023 en nacalculatie 2022 | 112.160 |
Waarvan kasschuif, saldo 2022 / 2023 | ‒ 115.327 |
Waarvan afschaling diensregeling NS | 35.000 |
Waarvan overboeikingen HXII | ‒ 7.700 |
Waarvan overige mutaties | 7.988 |
Realisatie 2023 | 2.022.887 |
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
Bij de MIRT-brief van november jl. (Kamerstuk 31 0305 nr. 388) is het PwC-onderzoek naar de validatie van de instandhoudingskosten voor het spoor meegestuurd. Dit naar aanleiding van een toezegging aan het lid Koerhuis (VVD) in het WGO Jaarverslagen IenW van 15 juni 2023. Het PwC-rapport besteedt ook aandacht aan de ontwikkeling van het uitgesteld onderhoud.
PwC concludeerde in de vorige validatie (2019/2020) dat het uitgesteld onderhoud grotendeels weloverwogen en bewust ontstaat om efficiënt te zijn (veel infra hoeft in de praktijk niet op de theoretische levensduur vervangen te worden) en gaf als aanbeveling dit periodiek te monitoren. IenW heeft PwC daarom gevraagd dit opnieuw te beoordelen. In de huidige rapportage geeft PwC aan dat de omvang van het uitgesteld onderhoud nagenoeg stabiel is. Als PwC inzoomt op enkele specifieke verstoringen aan de infrastructuur, dan ziet zij daarin een lichte toename die een indicatie kan zijn van het mogelijk oplopen van het achterstallig onderhoud; echter is hier meer onderzoek voor nodig. Conform de aanbeveling in de rapportage blijft de toestand van het areaal gemonitord. Dit wordt gedaan via de rapportage ‘Staat van de Infrastructuur’ en periodieke externe validaties op de instandhoudingsbehoefte. Te meer omdat de rapportage van PwC ook wijst op de groeiende instandhoudingsbehoefte en uitdagingen die daarbij spelen zoals toenemende vervoervraag, personeelskrapte en capaciteit op het spoor voor werkzaamheden.
ProRail concludeert over 2022 dat de technische staat van de infrastructuur ruim voldoende is (Kamerstukken 29385, nr. 119). Ook geeft ProRail aan dat het storingsgedrag voorspelbaar is, wat betekent dat het spoorsysteem op een stabiel prestatieniveau wordt gehouden. Een belangrijk aandachtspunt blijft het onderhoud aan installaties voor de omgevingsveiligheid in het Rotterdamse havengebied. Ook in 2022 heeft ProRail hier in overleg met IenW maatregelen getroffen om het achterstallige onderhoud weg te werken. In het rapport over 2023 zal ProRail hier uitgebreider op ingaan.
Hoewel de staat van de infrastructuur door ProRail als ruim voldoende wordt gezien, schetst ProRail ook een aantal uitdagingen voor de toekomst. De verwachting is dat vraag naar (inter)nationale (duurzame) mobiliteit in de nabije toekomst sterk zal toenemen door bijvoorbeeld bevolkingsgroei en verstedelijking. ProRail geeft hierbij aan dat de grenzen van de capaciteit van de huidige infrastructuur genaderd zullen worden. Dit zorgt naast technische uitdagingen ook voor financiële uitdagingen. ProRail zet zich in om de groei te kunnen faciliteren, zo wordt er via het programma ERTMS gewerkt om in de toekomst op een veilige manier nog intensiever gebruik te kunnen maken van de infrastructuur.
13.03 Ontwikkeling Spoor
Motivering
IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfra structuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven verantwoord die noodzakelijk zijn voor:
– door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– door IenW uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;
– uitvoering van deze projecten Producten.
Producten
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor
Realisatieprogramma Personenvervoer (13.03.01) | Kasbudget 2023 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2023 | 2023 | 2023 | |||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Be- en bijsturing toekomst | 0 | 2021 | 2021 | |||||
Geluidsanering Spoorwegen | 22 | 14 | ‒ 8 | 582 | 608 | divers | divers | 1 |
Innovatieprogramma Spoortrillingen | 6 | 2 | ‒ 4 | 21 | 22 | divers | divers | 2 |
Maatregelenpakket HSL-Zuid | 21 | 16 | ‒ 5 | 167 | 173 | divers | divers | |
Programma Behandelen en Opstellen | 27 | 6 | ‒ 21 | 161 | 171 | divers | divers | 3 |
Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE) | 3 | 1 | ‒ 2 | 28 | 29 | 2011/ 2018- 2024 | 2011/ 2018- 2024 | 4 |
Verbeteraanpak stations | 1 | 0 | ‒ 1 | 12 | 12 | 2020 | 2020 | 5 |
Verbeteraanpak trein | 0 | 2018/2019 | 2018/2019 | |||||
Spoorcapaciteit 2030 | 85 | 20 | ‒ 65 | 250 | 872 | divers | divers | 6 |
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||
Kleine stations | 0 | 0 | 0 | 54 | 55 | divers | divers | |
Toegankelijkheid stations | 22 | 24 | 2 | 514 | 522 | divers | divers | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||
Aanleg ATBvv | 5 | 1 | ‒ 4 | 75 | 79 | divers | divers | 7 |
Fietsparkeren bij stations | 35 | 18 | ‒ 17 | 478 | 493 | divers | divers | 8 |
Kleine projecten personenvervoer | 30 | 11 | ‒ 19 | 228 | 324 | divers | divers | 9 |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 5 | 0 | ‒ 5 | 77 | 87 | divers | divers | 10 |
Overwegenaanpak | 91 | 77 | ‒ 14 | 910 | 935 | divers | divers | 11 |
Programma aanpak suïcidepreventie | 2 | 0 | ‒ 2 | 21 | 22 | 2021 | 2021 | |
Programma kleine functiewijzigingen | 15 | 11 | ‒ 4 | 389 | 396 | divers | divers | 12 |
Schoon en Emissieloos Bouwen | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 | 13 | ||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Amsterdam CS, Cuypershal | 4 | 5 | 1 | 27 | 28 | 2022 | 2022 | |
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) | 0 | 2016 | 2016 | |||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Den Haag emplacement | 10 | 17 | 8 | 74 | 77 | 2023‒ 2025 | 2023‒ 2025 | 14 |
Rijswijk - Schiedam incl. spoorcorridor Delft | 0 | 2023‒ 2025 | 2023‒ 2025 | |||||
Programma Wind in de Zeilen | 0 | 1 | 1 | 0 | 9 | 15 | ||
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Maaslijn | 57 | 1 | ‒ 56 | 156 | 164 | 16 | ||
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Traject Oost | 2 | 0 | ‒ 2 | 220 | 222 | divers | divers | |
Regionale Lijnen | 0 | 2 | 2 | 15 | 17 | |||
Projecten Noord Nederland | ||||||||
Zwolle - Herfte | 5 | 0 | ‒ 5 | 266 | 255 | 2017/ 2021 | 2017/ 2021 | 17 |
Sporendriehoek Noord-Nederland | 20 | 17 | ‒ 3 | 144 | 151 | divers | divers | |
Afrondingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Totaal uitvoeringsprogramma | 468 | 247 | ‒ 221 | 4.870 | 5.727 | |||
Planuitwerkingsuitgaven op 13.03.04 mbt realisatieprojecten | 37 | 3 | ‒ 34 | 218 | 173 | |||
Afrekening voorschotten | 0 | 30 | 30 | 218 | 248 | |||
Programma Realisatie | 506 | 280 | ‒ 226 | 5.306 | 6.148 | |||
Realisatieuitgaven op 13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | 10 | 26 | 15 | 36 | 89 | |||
Budget Realisatie (MF 13.03.01) | 360 | 306 | ‒ 55 | 5.342 | 6.237 | |||
Overprogrammering (-) | ‒ 156 | 0 | 156 | 0 | 0 |
Toelichting
Algemeen
Jaarlijks wordt er door ProRail bekeken bij welke projecten het verantwoord is om op basis van een inventarisatie van de nog uit te voeren werkzaamheden, de nog te verwachte kosten en het risicodossier niet-benodigd budget (onvoorzien) in te leveren.
1. Geluidsanering Spoorwegen: De lagere realisatie wordt verklaard door het positieve aanbestedingsresultaat van de geluidsschermen Meteren Boxtel, waardoor de kasstroom voor de komende jaren is bijgesteld. Daarnaast is sprake van vertraging in de planstudiefase van diverse deelprojecten en zijn er voor de raildempers in Meteren Boxtel en Fase 1 lagere kosten in 2023 vanwege een aanpassing in de planning van de aannemer, waardoor de geplande uitvoeringswerkzaamheden en de hiermee samenhangende uitgaven verschuiven. Tenslotte zijn er diverse meevallers bij een aantal deelprojecten;
2. Innovatieprogramma Spoortrillingen: De kasreeks in de begroting 2023 was indicatief en opgesteld vóór de daadwerkelijke aanvang van het programma. De prognose is inmiddels herijkt op basis van de nieuwe planning en de uitgavenreeks is hierop aangepast;
3. Programma Behandelen en Opstellen: Een aantal projectplanningen is herijkt, waardoor uitgaven in een ander jaar komen te vallen. De locaties Roosendaal en Rotterdam Noord Goederen zijn bijvoorbeeld qua uitvoering later in de tijd gepland. Daarnaast hebben er enkele aanpassingen plaatsgevonden met betrekking tot de scope van het programma. In 2023 stonden de locaties Amersfoort, Den Haag en Nijmegen gepland maar vanwege het taakstellende programmabudget zijn deze projecten geannuleerd. Het bovenstaande heeft geresulteerd in een lagere kasrealisatie in 2023 dan gepland;
4. Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen: De afwijking tussen begroot en gerealiseerd is te klein om inhoudelijk te kunnen toelichten. De prognoses voor 2023 e.v. zoals opgenomen in de OB 2023 zijn opgesteld in september 2021 en worden afgezet tegen de daadwerkelijke realisatie op 31 december 2023. Tussen de prognose en de eindrealisatie zit derhalve 2 jaar en 3 maanden. De bedragen zijn aan 2 kanten afgerond waardoor het verschil groter lijkt dan het is;
5. Verbeteraanpak stations: In afwachting van de nader te bepalen scope is de uitgavenplanning verschoven naar 2024 e.v.;
6. Spoorcapaciteit 2030: Het programma Spoorcapaciteit bestaat uit meerdere deelprojecten. Naar aanleiding van een actualisatie en herproritering binnen het deelprogramma VATSUN zijn een aantal geplande maatregelen vervallen of worden ze later uitgevoerd. Binnen het deelprogramma MLT TEV maatregelen tranche 1 is vanuit stuurbaarheid en voorspelbaarheid de keuze gemaakt om de aanbestedingsstrategie van het programma te wijzigen van aanbesteding middels één grote raamovereenkomst naar een nieuwe tranche aanpak. Binnen het deelproject MLT overige maatregelen Tranche 2 t/m 4 is sprake van een mislukte aanbesteding en is daarnaast sprake van geactualiseerde planningen en scopewijzigingen die van invloed zijn op de eerder geplande kasuitgaven. Het bovenstaande heeft geresulteerd in een aangepaste kasstroom, waarbij een aanzienlijk veel van de uitgaven is doorgeschoven naar 2024 en latere jaren;
7. ATB Vv: Het overleg over de uit te voeren scope heeft meer tijd in beslag genomen dan eerder gepland. Hierdoor zijn de voor 2023 geplande uitgaven verschoven naar 2024 e.v.;
8. Fietsparkeren bij stations: Vanwege de opgelopen vertraging (o.a. bij het verkrijgen van een kapvergunning door de gemeente) is bij de stalling «Dordrecht Krispijnzijde» het zwaartepunt van de uitvoering verschoven van 2023 naar 2024/2025. Het geplande project «Stalling bij Eindhoven Noordzijde (Neckerspoel)» is vervallen, Deze stalling is komen te vervallen, omdat er met een nieuwe MIRT afspraak plannen worden gemaakt voor de integrale ontwikkeling van een busstation incl. fietsenstalling. Bij de stalling aan de centrumzijde van Amersfoort CS is vertraging opgetreden vanwege onduidelijkheid over het verleggen van kabels en leidingen, het indienen van scopewijzigingen door de gemeente en is intensievere afstemming nodig met diverse raakvlakprojecten in en rondom hetzelfde station. Voorgaande heeft geresulteerd in een verschuiving van de uitgavenplanning van 2023 naar 2024 e.v.;
9. Kleine projecten Personenvervoer: De lagere realisatie in 2023 wordt met name verklaard doordat de voor 2023 geplande betalingen aan diverse Provincies zijn geraamd op het MF maar in 2023 zijn overgeboekt naar en gerealiseerd binnen de beleidsbegroting HXII;
10. Nazorg gereedgekomen lijnen en halten: ProRail heeft in 2023 circa € 3,6 miljoen ontvangen van de gemeente Amsterdam naar aanleiding van de verkoop van gronden. Deze ontvangst heeft betrekking op het deelproject Amsterdam t/m Abcoude en hiermee was geen rekening gehouden in het jaar 2023. De afhandeling van deze opbrengst liep al enige jaren, zonder een indicatie wanneer deze uiteindelijk in overeenstemming met de gemeente Amsterdam zou worden afgehandeld. Daarnaast heeft er een actualisatie plaatsgevonden van de prognoses en de kasstromen met betrekking tot de diverse deelprojecten. Bovenstaande heeft er per saldo toe geleid dat er geen uitgaven zijn in 2023 op deze post;
11. Overwegenaanpak: Het overwegenprogramma bestaat uit meerdere deelprogramma’s. Binnen het NABO-programma worden meerde NABO’s later gerealiseerd dan eerder aangenomen, omdat er meer afstemming met de omgeving nodig is en er sprake is van een langere engineeringstijd. In de prognose was ook rekening gehouden met de aanpak van de laatste 5 stationsoverpaden in Groningen. Een geplande meeliftmogelijkheid met een treinvrije periode (TVP) voor deze projecten is vervallen waardoor de geplande uitgaven voor een groot deel verschuiven naar 2024. Bij het deelprogramma Maatwerk Overwegenaanpak kosten de onderhandelingen met de rechthebbenden meer tijd dan eerder ingeschat. Daarnaast is (ten opzichte van de baseline) meer efficiency behaald in de uitvoering van de maatregelen en inzet van het team. Bovenstaande heeft geresulteerd in een aangepaste kasstroom, waarbij een deel van de uitgaven is doorgeschoven naar 2024 en latere jaren;
12. Programma Kleine functiewijzigingen: Dit programma bestaat uit een grote hoeveelheid deelprojecten en programma’s. Het deelproject Watergraafsmeer Geluidsmaatregelen is door nieuwe ontwikkelingen in spoor en regelgeving mogelijk achterhaald en voorlopig stilgelegd. In afwachting van besluitvorming over het wel of niet plaatsen van de geluidsschermen zijn de geplande uitgaven ad € 4,8 miljoen doorgeschoven naar latere jaren. Daarnaast is bij een aantal deelprojecten sprake van kleine plussen en minnen en verschuivingen in de planningen;
13. Programma Schoon en Emissieloos bouwen (SEB): Dit programma is nieuw in het realisatieprogramma en was in de begroting 2023 geraamd op MF 11.03.02. Bij VJN 2023 is € 4,3 miljoen overgeboekt naar MF 13.03 ten behoeve van het afgeven van de realisatiebeschikking aan ProRail. Daarnaast is een bijdrage van € 0,6 miljoen toegevoegd vanuit DUMO ten behoeve van de financiering van het project Demonstrator batterij E-Loc. Geïndexeerd naar pp 2023 is het projectbudget nu € 5,1 miljoen;
14. Ombouw emplacement Den Haag Centraal: Juridische problemen hebben er toe geleid dat het project in 2022 opnieuw is aanbesteed. Vanwege wet- en regelgeving wordt in het project duurdere, kwartsloze ballast toegepast. Daarnaast meldde ProRail eind 2023 dat het project niet volgens plan kan worden uitgevoerd, omdat er problemen zijn bij de technische vrijgave van een nieuwe generatie seinen (Tweede Kamer, 29 984, nr. 1173). Om deze redenen zullen de kosten voor het project hoger uitvallen. Ook de uitgaven in 2023 waren hoger dan eerder voorzien. De opdracht voor ProRail is om de consequenties zo goed mogelijk te beperken en op te vangen. Momenteel loopt het gesprek met ProRail over hoe dit heeft kunnen gebeuren en hoe dit in de toekomst kan worden voorkomen. Dat geldt ook voor de financiële verwerking in het MIRT-programma in de komende jaren;
15. Programma Wind in de Zeilen: In verband met de start van de planuitwerking en realisatie is € 9 miljoen overgeboekt vanuit MF 11 naar het uitgavenartikel MF 13. Hiervan is in 2023 € 1 miljoen gerealiseerd;
16. Maaslijn: Voor het project Opwaardering Maaslijn hebben IenW en provincie Limburg een financieel arrangement afgesproken. Ook hebben zij afgesproken om gezamenlijk opdrachtgever te zijn van ProRail voor het project Maaslijn volgens het principe ‘samen uit, samen thuis’ (Addendum bij de Bestuursovereenkomst Maaslijn, Stcrt 2021, nr. 48349). ProRail heeft de aanbesteding van het project in april 2022 moeten intrekken, omdat de oorlog in Oekraïne heeft geleid tot grote gevolgen voor leveringsgaranties en prijs (Kamerstuknummer 35 925A, nr. 69). ProRail heeft begin 2023 de aanbesteding opnieuw opgestart en in oktober 2023 heeft de definitieve gunning aan de aannemer plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een herziene uitgavenplanning. Voorgaande heeft geleid tot substantieel lagere uitgaven in 2023 dan gepland;
17. Zwolle-Herfte: De subsidiebeschikking is per 1 januari 2023 afgesloten. Een deel van het budget is overgeboekt naar de post Nazorg, waar de resterende werkzaamheden van het project in 2023 en 2024 zullen worden afgewikkeld en een deel van het budget kon vrijvallen ten gunste van de investeringsruimte. Om die reden zijn er geen uitgaven 2023 ten laste van dit projectbudget;
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Realisatieprogramma Goederenvervoer (13.03.02) | Kasbudget 2022 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2023 | 2023 | 2023 | |||||
ProRail Projecten | ||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Kleine projecten goederenvervoer | 5 | 2 | ‒ 3 | 10 | 23 | divers | divers | |
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua | 1 | 1 | 1 | 170 | 171 | divers | divers | |
Programma Emplacementen op orde | 97 | 61 | ‒ 36 | 198 | 253 | divers | divers | 1 |
Projecten Zuidwest-Nederland | 0 | |||||||
Calandbrug | 3 | 18 | 15 | 182 | 186 | 2020/ 2025 | 2020/ 2025 | 2 |
Geluidmaatregelen Zeeuwselijn | 1 | 0 | ‒ 1 | 22 | 22 | divers | divers | 3 |
Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding | 4 | 1 | ‒ 3 | 239 | 249 | divers | divers | 4 |
Projecten Oost Nederland | 0 | |||||||
Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov) | 7 | 2 | ‒ 5 | 143 | 144 | divers | divers | 5 |
Overige projecten | 0 | |||||||
Nazorg gereedgekomen projecten | 1 | 0 | ‒ 1 | 7 | 8 | divers | divers | |
Afrondingen | ||||||||
Totaal uitvoeringsprgramma | 119 | 85 | ‒ 33 | 973 | 1.056 | |||
Planuitwerkingskosten realisatieprogramma t.l.v. MF 13.03.05 | 3 | 1 | ‒ 2 | 87 | 94 | |||
Afrekening voorschotten | 0 | 1 | 1 | 2 | 1 | |||
Programma Realisatie | 116 | 85 | ‒ 31 | 888 | 963 | |||
Realisatieuitgaven binnen het planuitwerkingsprogramma | 0 | 0 | 2 | 0 | 0 | |||
Budget Realisatie (MF 13.03.02) | 116 | 85 | ‒ 29 | 888 | 963 |
Toelichting
1. Programma emplacementen op Orde: In verband met noodzakelijke brandwerende voorzieningen op emplacementen is bij Begroting 2023 € 50 miljoen toegevoegd aan het projectbudget vanuit de investeringsruimte. Deze € 50 miljoen is evenals de eerder toegevoegde € 100 miljoen indicatief over de kasjaren verdeeld in afwachting van de besluitvorming over scope en planning en blijkt achteraf bezien te optimistisch te zijn ingeschat;
2. Calandbrug: De voor 2022 geplande betaling voor Theemswegtracé aan Port of Rotterdam heeft in afwachting van een goedkeurende accountantsverklaring plaatsgevonden in 2023;
3. Geluidmaatregelen Zeeuwselijn: Als gevolg van het later saneren van spoor 304 te Bergen op Zoom, vertraagt de oplevering van de geluidsschermen van 2023 naar 2024. De werkzaamheden met betrekking tot het verleggen van kabels en de realisatie van het geluidsscherm op de locatie van het gesaneerde spoor worden later gerealiseerd dan voorzien, waardoor ook de voor 2023 geplande uitgaven verschuiven;
4. Spooraansluiting Maasvlakte achterlandverbinding: Met betrekking tot het programma Spooraansluitingen Tweede Maasvlakte, was in afwachting van de besluitvorming over scope en planning voor deze maatregelen een indicatieve kasreeks opgenomen. Met de huidige inzichten is nu een realistischer reeks vastgesteld;
5. Uitvoeringsprogramma Goederenroute-Elst-Deventer-Twente (NaNOV): Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. Bij de Onderdoorgang Borne Nieuwe Westelijke Randweg is sprake van een scopewijziging. Dit betekende ook een wijziging in de planning waardoor de start van de realisatiefase nu plaatsvindt in 2025 in plaats van 2023. Bij het deelproject Rheden is met de gemeente Rheden overeenstemming bereikt om niet een onderdoorgang te realiseren, maar de NABO Lentsesteeg te beveiligen. De planning en de bijbehorende kasstroom is hierop aangepast. Voorgaande heeft geleid tot een verschuiving van de uitgaven van 2023 naar latere jaren.
13.03.03 Optimalisering gebruik spoor
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van Infrastructuur op de weg bevorderen. Dit zijn maatregelen die door ProRail worden uitgevoerd. Voorbeelden hierbij zijn betere aansluiting tussen fiets en openbaar vervoer (fietsstallingen).
Producten
Optimalisering gebruik spoor (13.03.03) | Projectbudget | Planning | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | |||
Modal shift OVS | 8 | 8 | |||
Totaal optimalisering gebruik | 8 | 8 | |||
Begroting (MF 13.03.03) | 8 | 8 |
13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor
Planuitwerkingsprogramma Personenvervoer (13.03.04) | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | huidig | vorig | |
Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma MF 13.03.01 | 218 | 173 | |||
Projecten Nationaal | |||||
Beter Benutten Decentraal Spoor (fase 2) | 10 | 11 | divers | divers | |
Grensoverschrijdend Spoorvervoer | 115 | 154 | divers | divers | 1 |
Kleine projecten Personenvervoer | 43 | 70 | divers | divers | 2 |
Reizigersfonds | 3 | 3 | nvt | nvt | |
Regionale Knelpunten | 15 | 16 | divers | divers | |
Wind in de Zeilen | |||||
Projecten Zuid-Nederland | |||||
Toekomstvast Spoor Zuid NL | 107 | 195 | divers | divers | 3 |
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||
Knooppunt Den Bosch | 1 | 1 | |||
Projecten Oost-Nederland | |||||
Quick scan decentraal spoor Gelderland | 12 | 10 | divers | divers | |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||
Multimodale knoop Schiphol | 278 | 142 | divers | divers | 4 |
Amsterdam Zuid 3e perron | 0 | 26 | 5 | ||
Oude Lijn | 0 | 10 | 6 | ||
Paspoort- en beveiligingsfaciliteiten op A'dam CS | 0 | 21 | 7 | ||
Lelylijn Deltaplan | |||||
Projecten Noord-Nederland | |||||
Nedersaksenlijn | 0 | 0 | |||
Meppel: Spoor- en perroncapaciteit | 0 | 37 | 8 | ||
Lelylijn | 0 | 4 | 9 | ||
HRMK Spoorbrug | 0 | 79 | 10 | ||
Overige projecten en reserveringen | |||||
Studie en innovatiebudget | 53 | 62 | |||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 855 | 1.016 | |||
Realisatieuitgaven binnen het planuitwerkingsprogramma | 0 | 0 | |||
Realisatieuitgaven binnen het verkenningsprogramma | 37 | 90 | |||
afrekening voorschotten | 11 | 20 | |||
Begroting (MF 13.03.04) | 830 | 945 |
Toelichting
1. Grensoverschrijdend Spoorvervoer: Het projectbudget is verhoogd met € 36 miljoen vanuit de generieke investeringsruimte, als bijdrage aan toekomstige verbindingen. Tevens is de loon- en prijsbijstelling (hercalculatie indexatie 2022 en indexatie 2023) toegevoegd. Daarnaast is het projectbudget verlaagd met € 2,7 miljoen, aangezien de binnen dit programma geplande scope Linkerspoorbeveiliging tussen Venlo en Kaldenkirchen uitgevoerd wordt binnen het programma Toekomstvast Spoor Zuid NL;
2. Kleine projecten personenvervoer: door de aard van dit budget is de begroting en de realisatie moeilijk vergelijkbaar. De grootste muatie betreft een overboeking naar aanleiding van de herprioriteringsopgave bij OB 2024.
3. Toekomstvast Spoor Zuid NL: Naar aanleiding van het BO MIRT 2022 is het projectbudget verhoogd met € 75 miljoen vanuit de WoMo middelen. Daarnaast is het projectbudget verhoogd met € 2,7 miljoen vanuit het projectbudget Grensoverschrijdend Spoorvervoer, aangezien de binnen dit programma geplande scope Linkerspoorbeveiliging tussen Venlo en Kaldenkirchen uitgevoerd wordt binnen het programma Toekomstvast Spoor Zuid NL. Tevens is de loon- en prijsbijstelling (hercalculatie indexatie 2022 en indexatie 2023) toegevoegd;
4. Multimodale Knoop Schiphol: In BO MIRT brief (TK 36 200, nr. 9) is aan de Kamer gemeld dat een bedrag van € 148,8 miljoen is overgeheveld naar het project derde perron Amsterdam Zuid (MF 11.01.01). Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling (hercalculatie indexatie 2022 en indexatie 2023) toegevoegd;
5. Amsterdam Zuid 3e perron: In verband met de start van de planuitwerking is € 25 miljoen overgeboekt vanuit MF 11 naar het uitgavenartikel MF 13. Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling (hercalculatie indexatie 2022 en indexatie 2023) toegevoegd;
6. Oude Lijn: In verband met de start van de verkenning is € 10 miljoen overgeboekt vanuit het verkenningenartikel (MF 11) naar het uitgavenartikel MF 13.03;
7. Paspoort- en beveiligingsfaciliteiten op A'dam CS: Vanuit de investeringsruimte is € 21 miljoen beschikbaar gesteld om de Amstelpassage op Amsterdam CS geschikt te maken voor de noodzakelijke security- en paspoortcontrolevoorzieningen voor de directe treinverbinding naar Londen;
8. Meppel: Spoor- en perroncapaciteit: Middels amendement (TK 36 200, n.r 49) is € 35 miljoen beschikbaar gesteld vanuit artikel MF 12.03 Hoofdwegennet (reservering Blankenburgverbinding en VIA15) ten behoeve van Meppel Spoor- en Perroncapaciteit. Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling (hercalculatie indexatie 2022 en indexatie 2023) toegevoegd;
9. Lelylijn: In verband met diverse studies voor het MIRT-onderzoek is € 4 miljoen overgeboekt vanuit het verkenningenartikel (MF 11) naar het uitgavenartikel MF 13.03;
10. HRMK Spoorbrug: Middels amendement (TK 36 200, nr. 53) is in totaal € 75 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan komt € 30 miljoen uit artikel 11.04 (Decentralisatie) en € 45 miljoen vanuit artikel MF 12.03 (reservering Blankenburgverbinding en VIA15). Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling (hercalculatie indexatie 2022 en indexatie 2023) toegevoegd.
Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer (13.03.05)
Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer (13.03.05) | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | huidig | vorig | ||
Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma MF 13.03.02 | 116 | 124 | ||||
Projecten Nationaal | ||||||
Kleine projecten Goederenvervoer | 3 | 3 | divers | divers | 1 | |
Overige projecten en reserveringen | ||||||
Programma 740 treinen | 0 | 103 | 2 | |||
Calandbrug | ||||||
Projecten in voorbereiding | ||||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||||
Gesignaleerde Risico's | ||||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 119 | 230 | ||||
afrekening voorschotten | 1 | 2 | ||||
Begroting (MF 13.03.05) | 120 | 232 |
Toelichting
1. Kleine projecten Goederenvervoer: De uitgavenprognose 2023 is te pessimistisch ingeschat en komt hoger uit dan bij begrtoing 2023 was voorzien..
2. Programma 740 treinen: Het kunnen rijden met 740 meter treinen in 2030 op de kerncorridors is een Europese verplichting (TEN T verordening 1315/2013/EU). Deze verordening wordt momenteel herzien en daarin worden de eisen voor 740 meter treinen verder aangescherpt. Vanuit de investeringsruimte is hiervoor € 90 miljoen beschikbaar gesteld. In het BO MIRT 2022 is besloten om € 7,3 miljoen beschikbaar te stellen vanuit het programma Goederenvervoercorridors (GVC) om de twee sporen op Lage Zwaluwe te verlengen en hiermee geschikt te maken voor 740 meter lange treinen. Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling (hercalculatie indexatie 2022 en indexatie 2023) toegevoegd.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenW.
Producten
Geïntegreerde contractvormen Spoorwegen (13.04) | Kasbudget 2023 | Projectbudget | Indienststelling | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | huidig | vorig | eind contract | |
Beschikbaarheidsvergoeding | 205 | 216 | 11 | 3778 | 3981 | 2006 | 2006 | 2031 | 1 |
Rente- en belastingaanpassingen | ‒ 2 | ‒ 2 | 0 | ‒ 138 | ‒ 141 | ||||
Totaal | 203 | 214 | 11 | 3640 | 3840 | ||||
Begroting (MF 13.04) | 203 | 214 | 11 | 3640 | 3840 |
Toelichting
1. Het PPS-budget is rekening gehouden met een jaarlijkse indexering van de performance fee van 1,8% tot einde contract (2031). De gemiddeld gerealiseerde indexering tot en met 2019 bedroeg ook ca. 1,8% maar vanaf 2020 is deze opgelopen: 2020 en 2021 gemiddeld 2,5%, 2022 ruim 4% en 2023 11,5%. Hiermee is er een tekort ontstaan op het budget. Voor dit tekort is extra budget geclaimd, waarvan ruim 10 miljoen voor 2023.
13.07 Rente en aflossing
Motivering
Op dit artikelonderdeel waren de eenmalige uitgaven (€ 8,298 miljard) begroot die samenhangen met de afrekeningen van de incidentele Vennootschapsbelasting, dividendbelasting en BTW tussen ProRail en de Belastingdienst als gevolg van de voorgenomen omvorming van ProRail tot zbo per 1 januari 2022. Over de achtergrond hiervan is de Kamer geïnformeerd bij de brieven van 11 december 2020 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 13) en 4 februari 2021 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 15).
Producten
Doordat de omvorming is uitgesteld heeft deze afrekening niet in 2023 plaatsgevonden.
13.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde partijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen is in mindering gebracht op de subsidie die aan ProRail wordt betaald voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing (artikelonderdeel 13.02).
Producten
Begroting | Mutaties 2023 | Realisatie | Verschil | Toelichting | |
---|---|---|---|---|---|
Concessievergoedingen | 207.513 | ‒ 36.304 | 171.209 | ‒ 36.304 | 1 |
Terugbetaling voorschotten ProRail | 192.982 | 192.982 | 192.982 | 2 | |
Bijdragen van derden | 1.750 | 2.957 | 4.707 | 2.957 | |
Totaal | 209.263 | 159.635 | 368.898 | 159.635 |
Toelichting
1. De lagere realisatie hangt samen met het nog niet vaststellen van de voorlopige HSL-heffing tot en met 2021 (€ 26,2 miljoen) en de voorlopige verrekening met de NS ten behoeve van de ombouw treinen ERTMS (- € 59,6 miljoen).
2. Deze hogere realisatie is het gevolg van de afrekening voorschotten ProRail H2-2022 (€ 48 miljoen). Verder betreft dit de terugstorting van ProRail aan IenW (€ 145 miljoen). Door minder gereden treinritten is minder aan gebruiksvergoeding ontvangen en anderzijds is een aantal onderhouds- en vervangingsprojecten verschoven in de tijd. Dit leidt tot een schuld aan het Rijk die met Najaarsnota is teruggestort.