Base description which applies to whole site

2.3 Artikel 3. Woningmarkt

Op artikel 3 is in 2023 € 853,3 mln. minder verplicht dan begroot. De uitgaven zijn € 458,1 mln. lager uitgevallen. Aan ontvangsten is € 26,4 mln. minder gerealiseerd dan begroot.

Toelichting

De grootste posten worden hieronder toegelicht.

Aan de huurtoeslag is per saldo in 2023 minder verplicht en uitgegeven dan begroot. Bij de verplichtingen en uitgaven is € 489,3 mln. minder verplicht en uitgegeven dan begroot. De lagere verplichtingen en uitgaven worden veroorzaakt doordat in 2023 minder aanvragers instroomden en de inkomens hoger en de gemiddelde huren lager waren dan verwacht. Bij de ontvangsten is € 55,2 mln. meer binnengekomen als gevolg van het weer opstarten van de tijdens corona gepauzeerde terugvorderingen van te veel uitgekeerde huurtoeslag.

De lagere uitgaven en hogere ontvangsten leiden ertoe dat de huurtoeslag in 2023 een netto positief saldo heeft van € 544,5 mln. ten opzichte van de ontwerpbegroting 2023. Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting is sprake van € 319,7 mln. lagere uitgaven en € 56,2 mln. hogere ontvangsten in 2023.Dit is in de veegbrief in december 2023 (Kammerstukken II, 2023/2024, 36410, nr. 84) gemeld aan de Tweede Kamer.

Bij de financiële herplaatsingsgarantie is op het verplichtingenbudget € 250,5 mln. minder gerealiseerd dan begroot. In 2023 was er namelijk nog geen sprake van aangegane garantieverplichtingen.

De lagere realisatie op het verplichtingenbudget van RVO van € 6,8 mln. wordt veroorzaakt door werkzaamheden door RVO voor de Regeling Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoning (RTHF), eerder bekend als de financiële herplaatsingsgarantie. In 2023 is de verplichting voor de RTHF alleen voor 2023 aangegaan, terwijl in de begroting uit was gegaan van een meerjarige verplichting.

De verplichtingen voor de bijdrage aan het RVB voor de ingekochte flexwoningen zijn met € 114 mln. lager dan begroot, omdat de verplichtingen al in eerdere jaren zijn aangegaan. Ook zijn de uitgaven met € 44 mln. hiervoor lager uitgevallen, omdat deze middelen in 2023 nog niet tot besteding zijn gekomen. Dit is in de veegbrief in december 2023 (Kamerstukken II, 2023/2024, 36410, nr. 84) gemeld aan de Tweede Kamer.

Ook heeft er een afdracht van totaal € 79,0 mln. aan het BTW-compensatiefonds plaatsgevonden. Dit is bij de slotwet overgeboekt. Dit is in de veegbrief in december 2023 (Kamerstukken II, 2023/2024, 36410, nr. 84) gemeld aan de Tweede Kamer. Dit betreffen overboekingen voor het volkshuisvestingsfonds, kwetsbare groepen, woondeals, grootschalige woningbouwgebieden en start-bouwimpuls voor de projecten die in 2023 zijn uitgekeerd.

Bij de overlooplocaties zijn de verplichtingen € 18,6 mln. minder dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat er in 2023 maar met vijf gemeenten specifieke uitkeringen (SPUK's) gesloten zijn voor locaties met flexwoningen.

Bij de ouderenhuisvesting en de tijdelijke uitvoeringsorganisatie zijn de verplichtingen € 12,7 mln. minder dan begroot. Dit komt omdat de verplichtingen in voorgaande jaren al meerjarig zijn aangegaan.

Op de subsidies bevordering eigen woningbezit (BEW) is er € 5,6 mln. op de uitgaven en € 10,3 mln. op de verplichtingen minder gerealiseerd. De uitgaven en verplichtingen zijn lager omdat minder aanvragers van de BEW-regeling een tegemoetkoming nodig hadden.

Bij de ontvangsten is circa € 30,1 mln. minder gerealiseerd dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door vertraagde ontvangsten voor de flexwoningen (€ 64,0 mln.), voor de financiële herplaatsingsgarantie (€ 10,0 mln.) en doordat de onttrekking uit de begrotingsreserve voor de financiële herplaatsingsgarantie niet heeft plaatsgevonden (€ 8,7 mln.). De minder ontvangsten voor de flexwoningen en de onttrekking uit de begrotingsreserve zijn in de veegbrief in december 2023 (Kamerstukken II, 2023/2024, 36410, nr. 84) gemeld aan de Tweede Kamer.

Daarnaast is er € 56,2 mln. meer ontvangen vanuit de huurtoeslag. Dit komt omdat mensen minder recht hadden op huurtoeslag en deze middelen werden teruggevorderd.

Licence