Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Bij de Najaarsnota 2023 was er een bedrag van € 5 mld aan verplichtingen geraamd en een bedrag van € 2,7 mld aan kasuitgaven. Op dit artikel is ten opzichte van de Najaarsnota in 2023 € 456,50 mln minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 1,23 mld minder aan verplichtingen aangegaan.

Bij Najaarsnota 2023 was er een bedrag van € 373 mln aan ontvangsten geraamd. De gerealiseerde ontvangsten zijn in 2023 € 49 mln hoger uitgevallen dan geraamd.

Verplichtingen

Verplichtingenmutaties groter dan € 10 mln:

  • De onderbenutting op de diverse garantieregelingen was circa € 880 mln. Dit betreft in het bijzonder de volgende regelingen: BMKB ‒ € 450 mln; Groeifaciliteit ‒ € 77 mln en Garantie Ondernemingsfinanciering ‒ € 350 mln.

  • Voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) hebben bedrijven minder aanvragen bij financiers gedaan dan het garantieplafond toelaat. Dit is een herkenbare trend uit de afgelopen jaren. Doordat minder aanvragen zijn gedaan en doordat er minder bedrijven failliet zijn gegaan, zijn er minder schadeclaims uitbetaald. Daarom ook minder verplichtingen aangegaan.

  • De Groeifaciliteit is gericht op risicodragend vermogen dat nodig is bij bijvoorbeeld snelle groei, bedrijfsovername of uitbreiding in het buitenland. Er zijn voor deze regeling in 2023 minder aanvragen bij financiers gedaan dan dat de verwachting was voor 2023. Daarom ook minder verplichtingen aangegaan.

  • De Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is een garantieregeling gericht op middelgrote en grote leningen waarbij in 2023 weinig aanvragen zijn binnengekomen dan wel door de RVO zijn goedgekeurd. De regeling is inmiddels gesloten.

  • Op het instrument Verduurzaming Industrie was er een onderuitputting van € 11,8 mln. De lagere verplichtingenrealisatie is voornamelijk te verklaren vanuit minder verplichtingen dan geraamd voor de TSE haalbaarheidsstudie-regeling. Deze regeling loopt door in 2024 en verplichtingen worden naar verwachting alsnog in 2024 gerealiseerd.

  • De verplichtingen voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) zijn € 8 mln hoger dan was geraamd. De TVL regeling is inmiddels gesloten, maar er lopen bij RVO bezwaar- en beroepzaken. Er zijn meer bezwaar-en beroepzaken gegrond verklaard waardoor er meer verplichtingbudget nodig was dan geraamd.

  • Het verplichtingenbudget van Urgendamaatregelen Industrie is maar deels gebruikt voor specifieke projecten ihkv versnelde CO2-reductie. niet benut verplichtingenbudget schuift deels door naar 2024; het laatste jaar waarin er ook nog kasmiddelen beschikbaar zijn tbv Urgenda-doeleinden.

  • Van het verplichtingsbudget voor het NGF-project Groenvermogen van de Nederlandse economie is € 77 mln niet gerealiseerd. De onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse subsidieregelingen - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde ‘opschalingsregeling’ - zijn of worden later gepubliceerd dan eerder voorzien en zullen pas in 2024 tot uitvoering komen en/of tot uitgaven leiden. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

  • Voor het IPCEI-project Microelektronica is er meer uitgegeven dan begroot. De raming van deze middelen was niet nauwkeurig door de onzekerheid over het notificatietraject bij de Europese Commissie. De projecten zijn uiteindelijk eerder goedgekeurd dan werd verwacht in de laatste raming. Hierdoor kon de uitfinanciering van de individuele projecten onder het IPCEI-project eerder starten.

  • Voor het NGF-project PhotonDelta is er vertraging opgelopen met het opstellen en verstrekken van een subsidie waardoor deze niet dit jaar, maar volgend jaar wordt verleent. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

  • Voor het NGF-project NXTGEN HIGHTECH is een deel van het budget onbenut gebleven omdat een aantal projecten niet gestart zijn in 2023 en er een te ruimte inschatting was het benodigde budget in het eerste jaar. Deze projecten zullen in 2024 starten, daarom worden deze bij de 1e suppletoire begroting in 2024 weer opgevraagd.

  • De meerjarige subsidie voor het kennis- en ontwikkelingsprogramma van Platform Talent voor Technologie is later beschikt dan gepland. Hierdoor zijn de uitgaven en verplichtingen opgeschoven in de tijd.

  • De onderuitputting van € 16,8 mln voor de bijdrage aan RVO is mede ontstaan doordat er geen Rlok-kosten voor Q3 en Q4 zijn overgeheveld aan Buitenlandse Zaken en doordat de P- en M-budgetten voor NGF-projecten niet zijn aangesproken op het juiste instrument door RVO.

  • In de veegbrief is aangegeven dat het verplichtingenbudget voor de Rijksbijdrage aan TNO naar verwachting wordt overschreden met € 34,3 mln. Dit voornamelijk als gevolg van een hoger dan verwachtte beschikking aan TNO voor 2024, welke in het huidige jaar wordt verplicht volgens de wet TNO. Verschillende (interdepartementale) aanvullende onderzoeksopdrachten voor de subsidie over 2024 hebben hieraan bijgedragen. Deze budgetten worden door de andere departementen (BZK, J&V, SZW, I&W, LNV, en VWS) overgeboekt bij de Voorjaarsnota in 2024. Hiernaast wordt er met de Slotwet nog interdepartementale overboekingen verwerkt voor bijdragen aan TNO vanuit VWS en BZK. Hierdoor wordt het verplichtingenbudget met € 6,3 mln opgehoogd en de realisatie als het gevolg nog naar beneden bijgesteld.

  • Van het verplichtingenbudget voor PPS-toeslag is € 14 mln niet gerealiseerd. Door het karakter van de open einde regeling is het lastig om bij te sturen op prognoses. De TKI's hebben in de laatste maanden van 2023 minder bevoorschotting gevraagd dan eerder geprognotiseerd was. Dit komt mogelijk door de herzieningen in de regeling; en het overgangsjaar waarbij het e.e.a. wijzigt bij de verschillende TKI’s.

  • Van het verplichtingenbudget voor Topsectoren overig is € 13,8 mln niet gerealiseerd. Op het instrument Innovatieprogramma's Algemeen is het niet gelukt een doelmatige besteding te vinden van de middelen die bestemd waren voor SBO/Holst.

  • Voor de middelen bestemd voor de Faciliteiten Toegepast Onderzoek voor de TO2's en Rijkskennisinstellingen is vertraging opgelopen met het aangaan van de verplichtingen. Eind 2023 is een advies opgeleverd van de Commissie Jonkman, waarover MEZK eind oktober heeft besloten om de middelen op de geadviseerde manier in te zetten. Dit kwam echter te laat om dit nog budgettair te verwerken. Tijdens de Voorjaarsbesluitvorming zal er een verzoek worden ingediend bij het Ministerie van Financiën om dit verplichtingenruimte in begrotingsjaar 2024 weer op te boeken om alsnog de verplichting aan te kunnen gaan voor de geselecteerde onderzoeksfaciliteiten.

  • Storting reserve BMKB € 5 mln: De BMKB vergroot het onderpand en daarmee ook de financierbaarheid van de onderneming door middel van een subsidie. Er is minder gebruik gemaakt van deze regeling dan van tevoren werd geraamd. Hierdoor zijn onbenutte middelen gestort in de begrotingsreserve.

  • Storting reserve GO € 24 mln: De GO-regeling biedt ondernemers de mogelijkheid om financiering te ontvangen. Binnen deze regeling valt ook de GO-C en biedt bedrijven de mogelijkheid om financiering voor liquiditeit veroorzaakt door corona te ontvangen die anders niet mogelijk was geweest. Van de GO- en GO-C-regeling is minder gebruik gemaakt dan vooraf was geraamd. Daarom is het restant gestort in de begrotingsreserve. Daarnaast zijn er er terugbetalingen ontvangen voor de GO-C die vooraf niet waren geraamd. Dit is ook gestort in de reserve.

Uitgaven

Uitgavenmutaties groter dan € 10 mln:

  • Voor de Tegemoetkoming Energiekosten (hierna TEK) is minder uitgegeven dan begroot. Op basis van het gebruik van de TEK in het afgelopen jaar is de raming neerwaarts bijgesteld. Het aantal aanvragen en de hoogte van de aanvragen bleken echter lager dan de aangepaste raming. Op dit moment lopen er nog bezwaren bij de RVO die eventueel in 2024 moeten worden uitbetaald.

  • Voor de Tegemoetkoming vaste lasten (hierna TVL) is € 44 mln minder uitbetaald dan geraamd. De verlaging van het budget van TVL beteft een bijstelling van het budget op basis van actuele ramingen van RVO.

  • Voor de Qredits (leningen) is € 24 mln minder uitgegeven dan geraamd. Deze coronamaatregel loopt tot mei 2024. In 2023 zijn er minder aanvragen van bedrijven dan verwacht waardoor er onderuitputing plaatsvindt. Om die reden is er geld teruggeboekt naar de generale middelen.

  • Voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) hebben bedrijven minder aanvragen bij financiers gedaan dan het garantieplafond toelaat. Dit is een herkenbare trend uit de afgelopen jaren. Doordat minder aanvragen zijn gedaan en doordat er minder bedrijven failliet zijn gegaan, zijn er minder schadeclaims (€ 24 mln) uitbetaald.

  • De GO-C is gesloten op 15 juni 2022. Er zijn minder aanvragen gedaan dan in eerste instantie verwacht waardoor er minder kasbudget benodigd is dan initieel geraamd. Deze middelen vloeien terug naar de generale middelen. Het gaat om € 16,9 mln.

  • Van het kasbudget voor het NGF-project Groenvermogen van de Nederlandse economie is € 34 mln niet gerealiseerd. Onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse subsidieregelingen - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde ‘opschalingsregeling’ - zijn of worden later gepubliceerd dan eerder voorzien en zullen pas in 2024 tot uitvoering komen en/of tot uitgaven leiden. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar komen voor de zelfde doelen en uitgaven.

  • Voor het IPCEI-project Microelektronica is er € 12,9 mln meer uitgegeven dan begroot. De raming van deze middelen was niet nauwkeurig door de onzekerheid over het notificatietraject bij de Europese Commissie. De projecten zijn uiteindelijk eerder goedgekeurd dan werd verwacht in de laatste raming. Hierdoor kon de uitfinanciering van de individuele projecten onder het IPCEI-project eerder starten.

  • Vanwege vertraing in het Europese notificatie traject is de uitvoering van IPCEI CIS vertraagd. Dit heeft geleid tot dat er € 10 mln minder is uitgegeven dan geraamd.

  • Voor de PPS toeslag is er € 28,6 mln minder uitgegeven dan geraamd. Door het karakter van de open einde regeling is het lastig om bij te sturen op prognoses. De TKI's hebben in de laatste maanden van 2023 minder bevoorschotting gevraagd dan eerder geprognotiseerd was. Dit komt mogelijk door de herzieningen in de regeling; en het overgangsjaar waarbij het e.e.a. wijzigt bij de verschillende TKI’s.

  • Voor het NGF-project Oncode-PACT is er € 10,9 mln minder besteed dan initieel geraamd. De verplichtingen voor dit NGF-project zijn al wel volledig aangegaan en zullen daarom in de resterende looptijd van het project nog wel tot uitbetalingen leiden. Het budget dat in 2023 niet is besteed zal via de eindejaarsmarge op NGF-middelen weer op worden gevraagd in 2024.

  • De onderuitputting van € 15 mln voor het NGF-project Circulaire Plasticsis is ontstaat als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. Bij de 2e suppletoire is om deze reden al een deel van het budget afgeboekt, dit geldt ook voor deze resterende middelen die met de Slotwet worden afgeboekt. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed, via de begroting, weer beschikbaar komen voor de zelfde doelen en uitgaven.

Ontvangsten

Ontvangstenmutaties groter dan € 10 mln:

  • Voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) waren de terugontvangsten in 2023 geraamd op € 200 mln. Op dit instrument zijn door RVO de terugontvangsten uit de coronasteunmaatregel TVL gerealiseerd. In 2023 is er € 26 mln minder ontvangen van dan vooraf geraamd.

Licence