De Inspectie Leefomgeving en Transport werkt aan veiligheid, vertrouwen en duurzaamheid in transport, infrastructuur, milieu en wonen.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 151.220 | 183.403 | 203.598 | 203.536 | 204.138 | 202.311 | 200.369 |
Uitgaven | 151.220 | 183.403 | 203.598 | 203.536 | 204.138 | 202.311 | 200.369 |
Uitgaven onderverdeeld per subthema | |||||||
1 Personele uitgaven | 151.220 | 155.242 | 170.735 | 170.465 | 170.738 | 169.458 | 197.224 |
2 Materiële uitgaven | 0 | 28.161 | 32.863 | 33.071 | 33.400 | 32.853 | 3.145 |
Ontvangsten | 0 | 24.700 | 24.700 | 24.700 | 24.700 | 24.700 | 24.700 |
De Minister is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving in het transport en de leefomgeving. De Minister heeft een nationale coördinatie- c.q. verantwoordingsverplichting richting de EU ten aanzien van internationale milieuregelgeving. Binnen het departement is de uitvoering van de handhaving en het toezicht opgedragen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Naast de activiteiten die de inspectie voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitvoert, worden ook taken verricht voor andere ministeries. De Minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijke taken van de ILT. Deze wettelijke taken hebben betrekking op:
– Vergunningverlening;
– Toezicht;
– Opsporing;
– Dienstverlening: afhandeling van vragen en meldingen;
– Incidentafhandeling;
– Onderzoek.
De (inter)nationale wet- en regelgeving op het gebied van luchtvaart, scheepvaart, rail- en wegtransport en milieu vormt de basis voor het handelen van de ILT. Een uitgebreidere beschrijving van de activiteiten die de ILT verricht is te vinden in het Meerjarenplan 2023–2027 (MJP) dat in het najaar van 2023 aan de Tweede Kamer wordt verzonden. In dit meerjarenplan wordt de Tweede Kamer ook verder geïnformeerd over het toezicht op de woningcorporaties van de Autoriteit woningcorporaties. De ILT zet haar schaarse capaciteit selectief in op de terreinen waar de maatschappelijke risico’s het grootst zijn en waar het handelen van de ILT het meeste effect kan sorteren. Een belangrijke pijler voor deze afweging is de ILT-Brede Risicoanalyse (IBRA). Deze wordt tegelijk met het MJP aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze ontwikkelde methode helpt de ILT om ordelijk te kiezen, op basis van maatschappelijke schade, aan welke taken zij prioriteit geeft en aan welke niet. De grootste maatschappelijke risico’s worden door de ILT programmatisch aangepakt, met telkens de meest kansrijke combinatie van disciplines, specialisten en instrumenten. Daarbij worden instrumenten ingezet van gerichte nalevingscommunicatie tot opsporing.
De basis voor de ILT- werkwijze is:
a. informatiegestuurd (data) werken en transparant over resultaten;
b. selectieve en effectieve inzet gebaseerd op de hiervoor genoemde risico-analyse;
c. invulling geven aan reflectieve en signalerende functie;
d. optimale dienst-(vergunning)verlening en verbetering kostendekkendheid.
In het coalitieakkoord zijn middelen uitgetrokken voor de vorming van de Luchtvaartautoriteit. Doel is om te komen tot betere luchtvaartveiligheid, leefbaarheid en om de naleving van de internationale wet- en regelgeving te versterken. Het gaat daarbij om toezicht, vergunningverlening en versterking van de expertise in de organisatie. De ILT ontvangt daarvoor vanaf 2023 € 8,5 mln. per jaar structureel. Daarnaast wordt ook geïntensiveerd bij de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de ILT om een betere grip te krijgen op milieucriminaliteit. Hiervoor is in 2022 € 2 mln. vrijgemaakt, oplopend naar € 6 mln. per jaar structureel vanaf 2024.
Naast deze nieuwe activiteiten uit het coalitieakkoord heeft de ILT vanaf 2023 een aantal nieuwe taken, waaronder het vervolg van de Board Computer Taxi, de voorbereidingen voor vergunning verlening en toezicht voor de Wet ter bescherming koopvaardij, toezicht cybersecurity en intensivering van het toezicht op het terrein bodem.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 151.220 | 183.403 | 203.598 | 203.536 | 204.138 | 202.311 | 200.369 |
Uitgaven | 151.220 | 183.403 | 203.598 | 203.536 | 204.138 | 202.311 | 200.369 |
1 Personele uitgaven | 151.220 | 155.242 | 170.735 | 170.465 | 170.738 | 169.458 | 197.224 |
Waarvan eigen personeel | 0 | 134.244 | 149.455 | 153.188 | 153.632 | 153.641 | 143.378 |
Waarvan inhuur externen | 0 | 20.789 | 20.755 | 16.665 | 16.411 | 15.211 | 53.721 |
Waarvan overige personele uitgaven | 151.220 | 209 | 525 | 612 | 695 | 606 | 125 |
2 Materiële uitgaven | 0 | 28.161 | 32.863 | 33.071 | 33.400 | 32.853 | 3.145 |
Waarvan ICT | 0 | 2.441 | 2.679 | 221 | 221 | 221 | 113 |
Waarvan bijdragen SSO's | 0 | 8.492 | 12.652 | 11.777 | 12.468 | 12.163 | 0 |
Waarvan overige materiële uitgaven | 0 | 17.228 | 17.532 | 21.073 | 20.711 | 20.469 | 3.032 |
Ontvangsten | 0 | 24.700 | 24.700 | 24.700 | 24.700 | 24.700 | 24.700 |
Budgetflexibiliteit
Onderstaand is in lijn met de voorschriften uit de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften een kwalitatieve toelichting voor de juridisch verplichte uitgaven opgenomen. Zie voor een nadere toelichting de ‘wijzigingen RBV 2022’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
2023 | |
---|---|
juridisch verplicht | 96% |
bestuurlijk gebonden | 4% |
beleidsmatig gereserveerd | 0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Toelichting
Van het totale budget voor artikel 24 is voor 2023 96% juridisch verplicht.
Het budget voor de ILT is volledig apparaatbudget en op basis van de huidige inzichten in formatie en bezetting wordt dit deel juridisch verplicht verondersteld. Het meerjarenprogramma van de ILT laat zien dat het volledige apparaatsbudget noodzakelijk is om dit uit te voeren dus het restant van 4% wordt gezien als beleidsmatig gereserveerd.
De activiteiten die de ILT uitvoert zijn toe te wijzen aan de wettelijke taken van de ILT. In het MJP 2023-2027 staat uitgebreider beschreven welke taken worden uitgevoerd en de bijbehorende informatie ten aanzien van programma’s, vergunningverlening en toezicht. Vanaf 2023 zet de ILT structureel meer capaciteit in op een groot aantal taken.
De ILT zet haar middelen,die bestaan uit personele- en materiële kosten, in op de taken met de grootste maatschappelijke risico’s, zoals die met behulp van de ILT-Brede Risicoanalyse (IBRA) zijn berekend. De maatschappelijke vraagstukken vereisen steeds vaker een integrale in plaats van sectorale benadering waarbij ook rekening is gehouden met de technologische ontwikkelingen. De grootste maatschappelijke risico’s worden als eerste programmatisch opgepakt. Deze aanpak vraagt om samenwerking met andere inspecties op basis van een gedegen informatiepositie, een efficiënte inzet van multidisciplinaire teams en de juiste middelen, gericht op het grootste maatschappelijke effect. Op basis van IBRA, de wettelijke verplichtingen, de beleidsinzet en het beeld van verwachte toekomstige risico’s breidt de ILT haar programmatische aanpak steeds verder uit. Hieronder de drie belangrijkste pijlers van de ILT: 1. toezicht en handhaving, 2. opsporing en 3. dienstverlening en vergunningverlening.
1. Toezicht en handhaving
Hierna volgt een overzicht van 17 grotere onderwerpen waaraan de ILT de komende jaren aandacht besteedt. Het betreft soms een cluster van (deel)onderwerpen (bijvoorbeeld luchtvaart), regelgeving (zoals vrachtwagenheffing), of rol (Wabo-advies en interbestuurlijk toezicht). Voor een aantal onderwerpen uit de lijst geldt, dat ze niet via een programma worden opgepakt, maar als onderdeel van het reguliere toezicht.
Afval
De ILT werkt aan de bevordering van de juiste verwerking van afval om schade aan mens en milieu te voorkomen of beperken. De komende jaren zoekt de ILT nadrukkelijk aansluiting bij de transitieagenda's voor een circulaire economie die voor een aantal sectoren zijn opgesteld. Daarnaast zet in de ILT in op het voorkomen van weglekken van waardevolle grondstoffen uit Nederland en de Europese Unie en op het sluiten van de keten, zodat gerecyclede materialen hoogwaardig en veilig – zonder aanwezigheid van zeer zorgwekkende stoffen – kunnen worden toegepast en afvalstoffen juist worden verwerkt
Bodem- en grondwaterkwaliteit
Op het terrein van bodem, grond- en oppervlaktewater werkt de ILT aan een goede kwaliteit van de bodem en veilig grond- en oppervlaktewater. Het gaat primair om veilig en duurzaam (her)gebruik van grond en bouwstoffen, en veilig gebruik van oppervlaktewater. De focus van het bodemtoezicht richt zich op het voorkomen van risicovolle en ongewenste gebeurtenissen op het gebied van het (weg)mengen van verontreinigingen in de ketens van grondverzet en toepassing van bouwstoffen. Bij de watertaken van de ILT gaat de focus uit naar actualisering van verleende vergunningen voor lozingen op oppervlaktewater, waarbij opkomende stoffen speciale aandacht krijgen.
REACH en biociden
De ILT werkt aan het beperken van de risico's van chemische stoffen voor de gezondheid, het milieu en de veiligheid. REACH staat voor: Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen. Hierbij gaat het om (risico's bij) productie, handel, gebruik en misbruik van industriële chemicaliën, biociden en explosieve stoffen en precursoren. Het toezicht richt zich de komende jaren op de sturing op (blootstellings)risico's van gevaarlijke chemische stoffen in de keten door meer (internationale) samenwerking, benutten signalen en uitbreiden kennis, REACH toezicht en het versterken van de eigen verantwoordelijkheid van de sector.
Uitstoot OAF en F-gassen
De ILT wil een bijdrage leveren aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en de afbraak van de ozonlaag. Daarvoor wordt ingezet op het terugdringen van de illegale handel in en de emissies van deze stoffen. Er wordt daarbij intensief samengewerkt met de Omgevingsdiensten.
Taxi- en busvervoer
De ILT zet zich in voor veilig, eerlijk en duurzaam wegtransport. Ongelukken in wegtransport kunnen ontstaan door oververmoeidheid van chauffeurs, gebrekkige opleiding van chauffeurs, technische gebreken aan voertuigen of overbelading. Het niet-naleven van regels voor arbeids- en rusttijden, belading of cabotage leidt tot oneerlijke concurrentieverhoudingen tussen transporteurs. Bovendien kan het niet naleven van de regels schade veroorzaken aan weggennet en luchtkwaliteit. De ILT zet in op versterking van het informatiegestuurd en risicogericht toezicht in het wegtransport. De komende jaren zet de ILT onder meer in op digitaal toezicht op de tachograaf (manipulatie), technische eisen aan de vrachtwagen en overbelading, gestelde eisen aan chauffeurs en emissie eisen. Verder wordt onderzocht in welke mate manipulatie van AdBlue-systemen in vrachtwagens aangepakt kan worden, om zo een bijdrage te leveren aan de vermindering van stikstofdepositie.
Markttoezicht op producten
Het markttoezicht dat de ILT uitvoert op producten kent meerdere doelen: de veiligheid en gezondheid van mensen, duurzaamheid van de leefomgeving en een gelijk speelveld ('level playing field') voor bedrijven. De basis voor dit toezicht ligt in Europese verordeningen en richtlijnen, geldt dus voor alle lidstaten en wordt op gelijke wijze toegepast. Een belangrijk kenmerk van het toezicht op producten is dat dit toezicht in eerste instantie privaat is geregeld. Voor de productie gelden vaak private toezichtsvormen en producten worden pas op de markt toegelaten als zij een privaat certificaat hebben. De rol en positie van de publieke toezichthouder(s) is vooral het bekijken (monitoren) of het systeem naar behoren functioneert en signalen af te geven wanneer dit niet het geval is.
Emissies
Het toezicht op emissies van diverse transportmodaliteiten is primair gericht op duurzaamheid. Het gaat om het voorkomen van schade aan het milieu door de te grote uitstoot van schadelijke stoffen – in het bijzonder zwavel (SO2), stikstof (NOx) en broeikasgas (CO2) – te verminderen. In het verlengde hiervan gaat het om het voorkomen van gezondheidsschade bij mensen door de uitstoot van schadelijke stoffen. De ILT blijft zich conform de verplichtingen inzetten op het controleren van brandstoffen op zwavelgehalte. Onder meer door gebruik van technieken die hun waarde hebben bewezen, zoals remote sensing, snuffelpalen en monsternames.
Zeevaart en binnenvaart
De ILT werkt aan veilige en duurzame scheepvaart, zowel over zee als op de binnenwateren (inclusief Waddenzee en Westerschelde). Om op efficiënte wijze risico's op ongewenste gebeurtenissen te verkleinen wordt gebruikgemaakt van en gekeken naar innovatieve alternatieve methoden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het toezicht op varend ontgassen. Objecttoezicht van binnenvaart richt zich op alle vaartuigen die bedrijfsmatig gebruikmaken van de Nederlandse binnenwateren. Op het gebied van techniek, maar ook rondom arbeidsomstandigheden, vaar- en rusttijden, en de veiligheid van bemanning en passagiers. Hierbij wordt ook gekeken naar uitbuiting van personeel, in samenwerking met de Arbeidsinspectie.
Railvervoer
De ILT zet zich in voor een veilig transport van personen en goederen over het spoor. Belangrijk voor de veiligheid zijn de bekwaamheid van personeel, de juiste werking van veiligheids-beheerssystemen en -procedures, en de kwaliteit van het rijdend materieel én de spoorinfrastructuur. De ILT voert het railtoezicht informatie- en risicogericht uit. Daarbij maakt de ILT gebruik van nieuwe toezichttechnieken, zoals de inzet van drones en satellieten en streeft naar online inzage in systemen van infrabeheerders, railondernemingen en -voertuigen.
Luchtvaart
De ILT werkt op diverse manieren aan een veilige luchtvaart, op het terrein van commerciële, kleine en onbemande luchtvaart. Daarbij is er ook steeds meer oog voor duurzaamheids- en leefbaarheidsaspecten. De luchtvaartsector is een van de meest veilige transportsectoren ter wereld. Er is daarbij veel aandacht voor een verdergaande systeembenadering van luchtvaartveiligheid en drones. Voor diverse technologische innovaties geldt, dat het inrichten van de benodigde test- en experimenteerruimte om betrokkenheid van de ILT vraagt omdat de wettelijke kaders soms nog onvoldoende ontwikkeld zijn. Hierover worden met de beleidsmakers afspraken gemaakt. Daarnaast wordt de verdere ontwikkeling van het toezicht op Schiphol voortgezet, waaronder de inzet van besturingstoezicht en aandacht voor veiligheidsmanagementsystemen. Ook continueert de inspectie de jaarlijkse uitgave van de Staat van Schiphol en wordt deze inhoudelijk verdiept en doorontwikkeld tot de Staat van de Luchtvaart. Naar aanleiding van de Kabinetsreactie van 26 november 2021 op het OVV-rapport «Veilige vliegroutes» breidt ILT het toezicht uit met een beoordeling (achteraf) van de beslissingen van luchtvaartmaatschappijen over de gekozen vliegroutes. Ten slotte gaat de ILT met andere partijen, zoals de Europese toezichthouder EASA en Nederlandse partijen, in gesprek over een efficiëntere, risicogestuurde inrichting van het toezicht.
Wabo-advies en interbestuurlijk toezicht
Als wettelijk adviseur in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft de ILT het doel Nederlandse en Europese wetgeving op het gebied van externe veiligheid, afval en luchtemissies juist toe te passen. Het Wabo-advieswerk van de ILT richt zich vooral op advies richting het bevoegd gezag – de provincies – bij vergunningverlening omtrent externe veiligheid en emissies, met een focus op de zogeheten BRZO-bedrijven. De commissie Van Aartsen concludeert dat verbeteringen mogelijk en nodig zijn om de effectiviteit en slagvaardigheid van het VTH-stelsel te vergroten en de stelselverantwoordelijkheid van de bewindspersoon beter in te vullen. De komende jaren focust de ILT zich op het verbeteren van de informatiedeling met de verschillende uitvoerders binnen het VTH-stelsel en implementatie van de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen. Hiernaast wordt de Wabo-advisering verbreed waarbij de inspectie ook kijkt naar geconstateerde risico's breder dan het voldoen aan de norm en signalering.
Vervoer gevaarlijke stoffen
De ILT houdt toezicht op veilig transport van gevaarlijke stoffen in alle transportmodaliteiten: spoor, binnenvaart, scheepvaart, wegverkeer, luchtvaart, en buisleidingen. Het toezicht richt zich op de hele keten, van productie tot (afval)verwerking. In het toezicht op het vervoer van gevaarlijke stoffen maakt de ILT slim gebruik van technologische ontwikkelingen, zoals de inzet van drones en webscraping om meer kennis van de lading, locatie en beweging daarvan te verkrijgen. Daarbij richt het toezicht zich op de aanpak van risico's in de transportketen (integraal toezicht).
Hoogwaterveiligheid
In het waterbeheer zijn de belangrijkste maatschappelijke risico's gerelateerd aan overstromingen vanuit de zee en grote rivieren die plaatsvinden als een primaire waterkering faalt. De veiligheidseisen die gesteld worden aan deze waterkeringen moeten de kans op falen klein houden, want het effect dat een dergelijke overstroming heeft op burgers, natuur en economie is immens. Vanaf 2023 ligt de prioriteit bij het vormgeven en organiseren van de controles in de tweede beoordelingsronde (LOB2) bij de waterkeringbeheerders. Daarbij worden de bevindingen uit de eerste toezichtsronde meegenomen. Het streven is in de planperiode ongeveer 50 tot 70 trajecten uit te voeren. Ook ligt de focus voor de periode 2023-2026 op toezicht op de zorgplicht.
Drinkwater
Drinkwater is een eerste levensbehoefte. Goede drinkwatervoorziening is essentieel voor volksgezondheid, welzijn en welvaart van de samenleving. Centraal daarbij staat de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening. De ILT anticipeert als vergunningverlener en toezichthouder door met een bredere blik te beoordelen hoe de drinkwatervoorziening op een verantwoorde manier op de korte en lange termijn geborgd en vernieuwd wordt. Met de inzet van besturingstoezicht wil de ILT de eigen kracht van drinkwaterbedrijven om compliant te zijn vergroten. Ontwikkelingen als klimaatverandering, antropogene stoffen, energietransitie, cybersecurity en een toenemende investeringsopgave worden daarnaast nadrukkelijker in het toezicht en bij de beoordeling van meetprogramma's en verstoringsrisicoanalyses betrokken. Ook in wettelijke ILT-onderzoeken (zoals drinkwaterkwaliteit en prestatievergelijking) hebben ze nadrukkelijk een plek. Daarnaast geeft de ILT meer aandacht aan de feitelijke uitvoering van de leveringsplannen en verbetering van deze plannen voor verhoging van de leveringszekerheid en kwaliteit van het drinkwater. Tot slot richt de ILT het toezicht op de drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland, waar beschikbaarheid en betaalbaarheid een opgave zijn, verder in. Via een handhavingsplan worden de mogelijkheden van lokaal toezicht verkend.
Cybersecurity
De ILT zet zich in op het voorkomen en beperken van maatschappelijke schade die ontstaat door cyberincidenten. De ILT is toezichthouder voor de sectoren drinkwater, luchtvervoer, spoorvervoer, wegvervoer en vervoer over water (inclusief havens). In deze sectoren zijn op dit moment 17 aanbieders van essentiële diensten (AED's) aangemerkt waarop de ILT – in aanvulling op het toezicht op de sectorale wetgeving – toezicht houdt volgens de Wet Beveiliging Netwerk- en Informatiesystemen (Wbni). De ILT verbetert de informatiepositie rondom de AED's. In eerste instantie gebeurt dat via een self-assessment maar later ook risicogericht via onder andere audits, of bijvoorbeeld besturingstoezicht, door cybersecurityinspecteurs in samenwerking met inspecteurs uit de betreffende sector. Ook richt de ILT zich op de opbouw en uitwisseling van kennis, ontwikkelen van toezichtmethodieken, en coördineren en verder uitbreiden van nationale en internationale samenwerking.
Autoriteit Woningcorporaties
De Autoriteit woningcorporaties ziet erop toe dat woningcorporaties zich concentreren op hun kerntaak: zorgen dat mensen met een laag inkomen goed en betaalbaar kunnen wonen. Nu en in de toekomst. De woningcorporaties beheren gezamenlijk ongeveer 2,4 miljoen woningen. De Aw houdt toezicht op het gedrag van woningcorporaties en op hun financieel beheer.
In 2020 is getoetst hoe de opgaven binnen de corporatiesector zich verhouden tot de middelen in de sector. Dit is gebeurd in een studie van drie departementen (BZK, Economische Zaken en Financiën) en brancheorganisatie Aedes. De uitkomsten zijn gedeeld met de Tweede Kamer. In 2021 is een update gepubliceerd voor het dossier van de formatie. Uit de confrontatie van de opgave met de beschikbare middelen blijkt, dat de corporatiesector tot 2035 onder het huidige beleid een tekort heeft van €20 tot €30 miljard.
2. Opsporing
Opsporing is gericht op personen en bedrijven die de regelgeving op het gebied van transport, infrastructuur, milieu en wonen stelselmatig en op een ernstige manier overtreden. Vaak gaat het om georganiseerde criminaliteit met een ondermijnend karakter en veelal met internationale (financiële) constructies en handelsstromen, zoals internationale milieucriminaliteit. Dit vraagt om een integrale aanpak, waarbij de ILT nauw samenwerkt met andere opsporingspartners in binnen- en buitenland, zoals politie en Interpol, maar ook met de omgevingsdiensten, waarmee informatie-uitwisseling plaats vindt. Vanwege de bijzondere juridische kaders heeft de ILT de opsporing in een apart organisatieonderdeel ondergebracht: de Inlichtingen en Opsporingsdienst (IOD). De IOD werkt onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Met het OM zijn werkafspraken gemaakt.
3. Dienstverlening en Vergunningverlening
De ILT werkt aan kostenefficiency door het optimaliseren en verzakelijken van de dienstverlening en de vergunningverlening. De ILT is altijd bereikbaar via haar meld- en informatiecentrum. Via de informatievoorziening op de website, de webcare, mediavoorlichting, afstemming met sectoren en branches en door middel van direct contact met het klantcontactcentrum. Het frontoffice van de ILT herkent en vangt signalen op uit de omgeving, bundelt die signalen en zet deze door in de organisatie. Via klanttevredenheidsonderzoeken meet de ILT de tevredenheid van klanten. De ILT streeft er naar de aanvrager duidelijkheid, eenvoud en gemak te bieden op het gebied van vergunningverlening.