Base description which applies to whole site

4.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

In dit niet-beleidsartikel wordt ingegaan op de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Tabel 29 Budgettaire gevolgen artikel 10 Apparaat departement (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

532.013

575.262

555.563

444.996

437.981

419.727

419.256

        

Uitgaven

492.661

606.716

556.993

444.996

437.981

419.727

419.256

        

Personele uitgaven

397.588

494.435

445.859

345.165

339.029

323.738

323.089

waarvan eigen personeel

292.894

383.859

374.203

320.778

320.680

307.820

307.171

waarvan inhuur externen

102.888

107.709

68.787

21.518

15.483

13.052

13.052

waarvan overige personele uitgaven

1.806

2.867

2.869

2.869

2.866

2.866

2.866

Materiële uitgaven

95.073

112.281

111.134

99.831

98.952

95.989

96.167

waarvan ICT

12.669

21.273

22.673

18.291

19.696

20.580

20.348

waarvan bijdrage aan SSO's

58.404

53.341

58.762

55.754

55.570

50.790

51.200

waarvan overige materiële uitgaven

24.000

37.667

29.699

25.786

23.686

24.619

24.619

        

Ontvangsten

14.657

10.734

8.594

8.594

8.594

8.594

8.594

Overige

14.657

10.734

8.594

8.594

8.594

8.594

8.594

Tabel 30 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van VWS

492.661

606.716

556.993

444.996

437.981

419.727

419.256

        

Personele uitgaven kerndepartement

293.692

379.440

329.548

228.234

223.686

209.731

209.441

waarvan eigen personeel

194.808

272.100

260.375

205.609

207.098

195.574

195.284

waarvan externe inhuur

97.255

104.732

66.562

20.014

13.979

11.548

11.548

waarvan overige personele uitgaven

1.629

2.608

2.611

2.611

2.609

2.609

2.609

        

Materiële uitgaven kerndepartement

69.127

83.345

79.149

68.261

67.182

63.489

63.567

waarvan ICT

7.733

11.971

10.476

7.536

8.641

8.695

8.363

waarvan bijdrage SSO's

50.250

48.992

54.413

51.405

51.221

46.441

46.851

waarvan overige materiële uitgaven

11.144

22.382

14.260

9.320

7.320

8.353

8.353

        

Personele uitgaven inspecties

81.096

88.897

90.333

90.366

89.799

89.801

89.801

waarvan eigen personeel

76.204

87.527

88.964

88.997

88.431

88.433

88.433

waarvan externe inhuur

4.715

1.111

1.111

1.111

1.111

1.111

1.111

waarvan overige personele uitgaven

177

259

258

258

257

257

257

        

Materiële uitgaven inspecties

20.027

20.853

22.771

23.664

24.264

25.094

25.294

waarvan ICT

2.817

7.036

8.493

9.421

10.021

10.851

11.051

waarvan bijdrage SSO's

8.143

3.950

3.950

3.950

3.950

3.950

3.950

waarvan overige materiële uitgaven

9.067

9.867

10.328

10.293

10.293

10.293

10.293

        

Personele uitgaven SCP en raden

22.800

26.098

25.978

26.565

25.544

24.206

23.847

waarvan eigen personeel

21.882

24.232

24.864

26.172

25.151

23.813

23.454

waarvan externe inhuur

918

1.866

1.114

393

393

393

393

waarvan overige personele uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

        

Materiële uitgaven SCP en raden

5.919

8.083

9.214

7.906

7.506

7.406

7.306

waarvan ICT

2.119

2.266

3.704

1.334

1.034

1.034

934

waarvan bijdrage SSO's

11

399

399

399

399

399

399

waarvan overige materiële uitgaven

3.789

5.418

5.111

6.173

6.073

5.973

5.973

        
Tabel 31 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven agentschappen en zbo's/rwt's (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal apparaatskosten Agentschappen

773.814

741.480

827.716

741.553

732.274

727.087

726.159

College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

56.303

62.131

66.144

65.687

64.902

63.754

62.926

Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg

105.298

96.449

126.072

91.366

89.372

88.333

88.233

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

612.213

582.900

635.500

584.500

578.000

575.000

575.000

        

Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's

443.116

433.113

430.030

417.236

406.077

404.754

407.426

Zorg Onderzoek Nederland/ Medische Wetenschappen (ZonMw)

39.385

42.462

38.076

33.994

28.754

25.968

25.577

Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

105.690

104.355

113.464

108.420

110.748

113.408

116.470

Centraal Administratie Kantoor (CAK)

129.743

116.973

115.109

114.906

114.875

114.872

114.872

Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR)

1.061

1.250

1.037

1.284

1.117

1.117

1.117

Centrale Commissie voor Mensgebonden Onderzoek (CCMO), inclusief Medisch Ethische Commissies (METC’s)

4.278

4.810

4.813

4.825

4.822

4.822

4.822

Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

66.131

65.351

67.100

67.417

67.388

67.390

67.390

Zorginstituut Nederland (ZiNL)

79.873

78.908

70.594

67.409

59.399

58.196

58.197

College Sanering Zorginstellingen (CSZ)

1.600

1.638

1.600

1.600

1.600

1.600

1.600

College Ter Beoordeling van Geneesmiddelen

659

736

748

748

748

748

748

Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS)

11.768

13.583

14.440

13.583

13.583

13.583

13.583

4.2.1 Toelichting apparaatsuitgaven kerndepartement

Personele- en materiële uitgaven kerndepartement

Op dit artikelonderdeel worden de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor personeel, inhuur externen en materieel geraamd die nodig zijn voor het functioneren van het kerndepartement.

De personele uitgaven kerndepartement bestaan uit alle personeelsuitgaven inclusief de inhuur van externen voor zowel primaire als ondersteunende processen. De materiële uitgaven hebben betrekking op activiteiten en middelen ter ondersteuning van het primaire proces. Dit omvat onder andere uitgaven aan ICT, bijdragen aan shared service organisaties (SSO's) en overige materiële kosten, zoals huisvestingskosten en opdrachten.

De uitgaven voor externe inhuur zijn op voorhand moeilijk te ramen. Daarnaast kan het budget (en de realisatie) voor externe inhuur in de loop van het begrotingsjaar wijzigen, ook door tussentijdse interne herschikking van budgetten binnen het apparaatsbudget (bijvoorbeeld van budget voor eigen personeel naar budget voor de inhuur van externen). Tot slot zullen de materiële uitgaven in 2023 anders uitvallen dan nu in de begroting staat vermeld, doordat een aantal technische mutaties lopende het jaar wordt verwerkt. Het betreft kosten voor bijvoorbeeld ICT-dienstverlening en huisvesting, waarvan de facturen centraal worden betaald aan de desbetreffende shared service organisaties binnen het Rijk en pas lopende het jaar in rekening worden gebracht aan de dienstonderdelen van VWS. In de suppletoire begrotingen zullen deze mutaties worden gemeld en zo nodig toegelicht.

Tabel 32 Apparaatsuitgaven kernministerie 2023 onderverdeeld naar Directoraat-Generaal (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2023

Directoraat-generaal Volksgezondheid

69.062

Directoraat-generaal Curatieve zorg

26.540

Directoraat-generaal Langdurige zorg

37.514

Totaal beleid

133.116

Secretaris-generaal / (plaatsvervangend) secretaris-generaal

275.581

Totaal apparaatsuitgaven kerndepartement

408.697

4.2.2 Toelichting apparaatsuitgaven inspecties, SCP en raden

Personele- en materiële uitgaven inspecties, SCP en raden

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

We kunnen in Nederland vertrouwen op goede gezondheidszorg en jeugdhulp. Voor iedereen, altijd en overal. Dat willen we graag zo houden, ook voor volgende generaties. Daarom waakt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de gezondheidszorg en jeugdhulpverlening in Nederland en de internationale markt voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. De IGJ houdt onafhankelijk toezicht op dit brede veld, handelt vanuit het publieke belang en streeft naar toezicht met effect. Met het toezicht op de verschillende sectoren draagt de inspectie bij aan de kwaliteit van persoonsgerichte zorg, aan de beschikbaarheid van zorg- en hulpverleners in een veranderende arbeidsmarkt, aan technologische vernieuwing in de zorg en aan toezicht in de globaliserende wereld van producten.

Zorg is mensenwerk. De inspectie onderzoekt of zorgaanbieders voldoende afstemmen op de behoeften van de patiënt of cliënt. Daarnaast bekijkt de inspectie of de samenwerking tussen zorgaanbieders onderling goed verloopt. Vragen die hierbij worden gesteld zijn: begrijpt iedereen zijn rol in het zorgnetwerk met respect voor die van anderen? Op deze manier dragen zorgaanbieders actief bij aan het bevorderen van kwaliteit van leven. De inspectie kijkt daarbij of de zorg aansluit bij de behoeften en mogelijkheden van de patiënt en de cliënt, zowel voor volwassenen als voor jongeren.

Een ander punt waar de IGJ goed op let, is de samenhang in de zorg rondom een persoon of gezin. Ook let de inspectie erop dat zorgaanbieders en fabrikanten van genees- en hulpmiddelen zich aan de wettelijke regels en normen houden en goede kwaliteit leveren.

Bestuurders en professionals uit de gezondheidszorg en jeugdhulp zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg die zij bieden. De IGJ vraagt hen klachten en calamiteiten goed te onderzoeken. De inspectie verwacht dat zij leren van wat er goed en niet goed gaat in de zorg, opdat zij hun zorgaanbod kunnen verbeteren. Ziet de IGJ noodzakelijke verbeteringen niet, dan grijpt zij in.

De IGJ maakt haar bevindingen, oordelen en maatregelen openbaar naar de eisen van de wet. Deze informatie helpt bestuurders en professionals bij het leren en verbeteren van de zorg. Aansluitend is ook de openheid over de uitgangspunten van het toezicht en de werkwijze van de IGJ zelf één van haar prioriteiten. Alle belanghebbenden moeten immers van de IGJ weten wat ze van haar mogen verwachten. De IGJ treedt in contact met burgers en zorgverleners over wat zij belangrijk vinden in de zorg en analyseert meldingen die bij haar binnenkomen.

Sociaal en Cultureel Planbureau

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) volgt, verklaart en verkent hoe het met de inwoners van Nederland gaat op sociaal en cultureel gebied. Dat behelst onder meer de monitoring van de leefsituatie en kwaliteit van leven, de evaluatie van overheidsbeleid op daarvoor relevante terreinen en verkenningen ten behoeve van toekomstig beleid. Het SCP valt formeel onder het Ministerie van VWS. Het werkprogramma van het SCP wordt gepubliceerd op de website van het SCP.

Het SCP is opgericht in 1973. De «Aanwijzingen voor de Planbureaus» uit 2012 bepalen hoe de drie planbureaus werken. Het SCP heeft de volgende taken:

• wetenschappelijke verkenningen verrichten;

• bijdragen aan een verantwoorde keuze van beleidsdoelen;

• informatie verwerven met betrekking tot de uitvoering van interdepartementaal beleid op het gebied van sociaal en cultureel welzijn.

Het onderzoek van het SCP voldoet altijd aan de kenmerken: wetenschappelijk, beleidsrelevant en gericht op de leefsituatie van de mensen die het beleid betreft. Dit vanuit twee strategische perspectieven: ‘de veranderende verzorgingsstaat’ en ‘processen van insluiting en uitsluiting’. De perspectieven vormen samen de ‘bril’ waardoor richting de samenleving wordt gekeken.

Het SCP werkt met een meerjarenplan voor een periode van vijf jaar dat gericht is op relevante maatschappelijke vraagstukken. Een periode van vijf jaar biedt het SCP daarbij voldoende tijd om langer lopende onderzoekslijnen te garanderen.

Voor de periode 2021 tot en met 2025 ambieert het SCP de volgende onderzoeksprogramma’s:

1. Beleidsvisies, burgervisies en gedragingen

2. De diverse bevolking van Nederland. Samenleven nu en in de toekomst

3. Lokaal. Het sociaal domein en de kracht van de lokale verzorgingsstaat

4. Participatie, talentontwikkeling en kansengelijkheid

5. Representatie en vertrouwen

6. Schaarste, welvaart en welbevinden

7. Nederland internationaal

De maatschappelijke vraagstukken waar het SCP onderzoek naar doet, beperken zich zelden tot één specifiek beleidsterrein. Burgers bevinden zich immers in veel domeinen tegelijkertijd. Door dit als uitgangspunt van onderzoek te nemen, kan het SCP de effecten van overheidsbeleid voor burgers onderzoeken. Het SCP werkt daarbij zoveel mogelijk vanuit verschillende invalshoeken en disciplines. Waar nodig en mogelijk voert het SCP integrale en interdisciplinaire onderzoeken uit. Daarvoor gebruikt het SCP (innovatieve) onderzoeksmethoden die helpen met het verkennen, verdiepen en verklaren van maatschappelijke vraagstukken. Tevens werken wij aan een uitgebreide basisdata-infrastructuur.

Het SCP kiest zelf welke onderzoeken het uitvoert. Op basis van het meerjarenplan en door te anticiperen op relevante maatschappelijke ontwikkelingen ontwikkelt het SCP ieder jaar een jaarplan, met voldoende flexibiliteit in om in te kunnen spelen op de actualiteit en nieuwe kennisvragen te kunnen beantwoorden.

Raad voor Volksgezondheid & Samenleving

De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) is een onafhankelijk adviesorgaan voor de regering en de beide kamers der Staten-Generaal. De RVS heeft tot taak strategische adviezen te geven over het te voeren beleid. De vraagstukken waarover de RVS adviseert zijn per definitie domeinoverstijgend. Vanuit zijn onafhankelijke positie en opdracht laat de RVS zijn licht schijnen over toekomstige strategische beleidsvraagstukken voor zorg, volksgezondheid, welzijn en samenleving. Hierbij beziet de RVS de mogelijkheid om dit in samenwerking met andere kennisinstellingen te doen. De RVS werkt aan een sterkere verbinding met VWS alsmede met andere departementen, zoals OCW, BZK, SZW en JenV. De RVS werkt in zijn adviezen zoveel mogelijk in interactie met het veld. Dit doet de RVS bovendien door naast schriftelijke adviezen op andere dan gebruikelijke manieren vraagstukken te agenderen, bijvoorbeeld met films, animaties, online activiteiten, veldraadplegingen, etc.

De RVS werkt met een meerjarige agenda. Begin 2020 heeft de RVS haar werkagenda gepresenteerd voor de komende vier jaar, in april 2022 is de geactualiseerde werkagenda aan de minister van VWS aangeboden. Dit past bij de brede opdracht aan de RVS en biedt ruimte om gedurende het jaar een vraag of probleem te agenderen. Dit kan leiden tot zowel gevraagde als ongevraagde adviezen.

Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) is een samenwerkings-verband van de Gezondheidsraad en de RVS. Het CEG publiceert over nieuwe ontwikkelingen op het snijvlak van ethiek, gezondheid en beleid. Het CEG brengt jaarlijks signalementen uit over ethische thema’s en geeft uitvoering aan de publieksfunctie, onder meer via de website (kennisbron over ethische thema's) en diverse publieksbijeenkomsten, waaronder de jaarlijkse Els Borst lezing.

Gezondheidsraad

De Gezondheidsraad is een onafhankelijk wetenschappelijke adviesraad die als taak heeft de regering en het parlement te adviseren door de actuele stand van de wetenschap aan te reiken voor gezondheidsbeleid. Vanuit verschillende disciplines werkt de raad aan hoogwaardige adviezen op het gebied van: optimale gezondheidszorg, preventie, gezonde voeding, gezonde leefomgeving, gezonde arbeidsomstandigheden en innovatie & kennisinfrastructuur. De raad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit. De vraagstukken die onderwerp zijn van advies worden in belangrijke mate ingebracht vanuit diverse departementen en worden jaarlijks opgenomen in het werkprogramma. In september stelt de Minister van VWS het werkprogramma voor het komende jaar vast. Het werkprogramma en de actuele stand van zaken worden gepubliceerd op de website van de Gezondheidsraad.

Licence