Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving | Ontwerpbegroting 2024 (1) | Mutaties via ISB's | Vastgestelde begroting 2024 (3)=(1)+(2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 39.243 | 0 | 39.243 | ‒ 8 | 39.235 | ‒ 189 | 2.333 | ‒ 132 | ‒ 182 | 38.461 |
Uitgaven | 39.243 | 0 | 39.243 | ‒ 8 | 39.235 | ‒ 189 | 2.333 | ‒ 132 | ‒ 182 | 38.461 |
Opdrachten | 21 | 0 | 21 | 0 | 21 | 0 | 0 | 0 | 0 | 21 |
Overige kosten | 21 | 0 | 21 | 0 | 21 | 0 | 0 | 0 | 0 | 21 |
Rente | 6.455 | 0 | 6.455 | 41 | 6.496 | ‒ 189 | ‒ 162 | ‒ 132 | ‒ 181 | 13.629 |
Rente vaste schuld | 5.419 | 0 | 5.419 | ‒ 255 | 5.164 | ‒ 439 | ‒ 452 | ‒ 513 | ‒ 628 | 12.430 |
Rente vlottende schuld | 1.035 | 0 | 1.035 | 274 | 1.309 | 250 | 290 | 381 | 447 | 1.199 |
Voortijdige beëindiging schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rente derivaten lang | 1 | 0 | 1 | 22 | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rente derivaten kort | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voortijdige beëindiging derivaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 32.767 | 0 | 32.767 | ‒ 49 | 32.718 | 0 | 2.495 | 0 | ‒ 1 | 24.811 |
Aflossing vaste schuld | 32.767 | 0 | 32.767 | ‒ 49 | 32.718 | 0 | 2.495 | 0 | ‒ 1 | 24.811 |
Mutatie vlottende schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 51.314 | 0 | 51.314 | 12.849 | 64.163 | 10.945 | 7.655 | 445 | ‒ 1.508 | 66.563 |
Rente | 30 | 0 | 30 | ‒ 8 | 22 | 6 | 8 | ‒ 8 | ‒ 10 | 35 |
Rente vlottende schuld | 30 | 0 | 30 | 0 | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10 |
Rente derivaten lang | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6 | 8 | ‒ 8 | ‒ 10 | 25 |
Voortijdige beëindiging derivaten | 0 | 0 | 0 | ‒ 8 | ‒ 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 51.284 | 0 | 51.284 | 12.857 | 64.141 | 10.939 | 7.647 | 453 | ‒ 1.498 | 66.528 |
Uitgifte vaste schuld | 51.284 | 0 | 51.284 | ‒ 11.283 | 40.001 | 10.939 | 7.647 | 453 | ‒ 1.498 | 66.528 |
Mutatie vlottende schuld | 0 | 0 | 0 | 24.140 | 24.140 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 99,95% |
bestuurlijk gebonden | 0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,05% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Toelichting
Budgetflexibiliteit
De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de algemene doelstelling bestaan uit renteontvangsten en -betalingen als gevolg van transacties op de geld- en de kapitaalmarkt. Omdat de verplichtingen voornamelijk voortvloeien uit de in het verleden opgebouwde schuld is de budgetflexibiliteit voor dit artikel zeer gering. De uitgaven zijn voor 99,95% als juridisch verplicht aan te merken. Enkele overige kosten (€ 21,0 mln.), zoals advieskosten en drukkosten, zijn niet juridisch verplicht.
Aangezien de (betalings)verplichtingen van de aangegane staatsschuld voortvloeien uit beleids- en bedrijfsvoeringsuitgaven die ten laste van andere begrotingen komen, heeft een verplichtingenbenadering (als begrotingsstelsel) voor de begroting van Nationale Schuld noch uit het oogpunt van budgettaire beheersing, noch uit het oogpunt van budgetrecht meerwaarde ten opzichte van het kasstelsel. Om die reden is in de Comptabiliteitswet 2016 bepaald dat voor de uitgaven ten laste van de begroting van Nationale Schuld de verplichtingen in een jaar gelijkgesteld mogen worden aan de uitgaven in dat jaar.
Verplichtingen en uitgaven
Rente
Rente vaste schuld
De rentelasten vaste schuld vallen naar verwachting lager uit dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2024 met name als gevolg van het financieringsplan 2024. Hierin is bepaald dat er voor de financiering van de staatsschuld een lager beroep op de kapitaalmarkt (vaste schuld) zal worden gedaan. Daarnaast is er gerekend met lagere rentepercentages zoals die door het CPB zijn geraamd in de CEP.
Rente vlottende schuld
De raming van de rentelasten vlottende schuld valt per saldo hoger uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De korte rente is door het CPB lager geraamd in de CEP dan de rente waarmee in de ontwerpbegroting 2024 rekening is gehouden. Echter doordat de omvang van de kortlopende schuld is toegenomen, ontstaat een structurele tegenvaller van € 274 mln. in 2024 oplopend tot € 447 mln. in 2028.
Rente derivaten lang
De raming van de rentelasten op de langlopende derivaten is met € 22 mln. naar boven bijgesteld voor 2024 als gevolg van de gewijzigde rentepercentages zoals die door het CPB worden geraamd in de CEP.
Leningen
Aflossing vaste schuld
Door een vervroegde aflossing van een obligatie in 2023 zal in het lopende jaar minder afgelost worden. In 2026 neemt de aflossing van de vaste schuld met circa € 2,5 mld. toe als gevolg van de uitgifte van leningen met een aflosdatum in 2026.
Ontvangsten
Rente
Voortijdige beëindiging derivaten
Het voortijdig beëindigen van rentederivaten heeft geleid tot eenmalige negatieve ontvangsten van € 8,0 mln. Het betreft de contant gemaakte waarde van de (negatieve) rentebaten die anders later dit jaar en voor het grootste deel in de komende jaren zouden zijn ontvangen. Deze (negatieve) rentebaten zijn nu in één keer ontvangen. Het voortijdig beëindigen van rentederivaten draagt bij aan het realiseren van de doelstellingen uit het beleidskader voor schuldfinanciering, namelijk het verlengen van de gemiddelde looptijd van de schuldportefeuille naar minimaal 8 jaar en het beperken van het korte termijn renterisico (renterisicobedrag < 25%).
Leningen
Uitgifte vaste schuld
De raming van de uitgifte vaste schuld is voor het lopende jaar met circa € 11,3 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het financieringsplan 2024. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse staat voor 2024 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen. De raming voor 2025 en verder is hoger dan geraamd bij de ontwerpbegroting 2024 als gevolg van het verwachte kastekort.
Mutatie vlottende schuld
De vlottende schuld stijgt in 2024 met circa € 24,1 mld. Dit is het gevolg van een hogere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar is toegenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.